JAARGANG 1953 WEDSTRIJDEN R
T/M R |
RAAMDONKSVEER.(6
april).1953 Amateurs: 1. Marie Ligtvoet, 2. de Jongh, 3. Schollen, RAAMSDONKVEER
(15 augustus).1953 Amateurs: 1. Wolfs (Vlijmen); 2. Keepers (Roosendaal); 3. .Vos (Den Haag); 4.
Sonnemans (Geldrop); REYMERSTOK
(9 augustus).1953 Nieuwelingen: 1. H. Bruinen (Maastricht), RIJEN.LEREN
ZOOL (2 augustus).1953 Amateurs: 1.Sonnemans, Geldrop; 2. Vos, Den Haag; 3. Rus-man, Haarlem; Nieuwelingen: 1. v. d. Pluym, Dussen; 2. Kiviets, Elshout; 3. Vink, Rotterdam; 4.
Scholten, Den Haag; 5. Stoop, Zevenbergen; 6. Verhoef, Rotterdam; 7.
Graafmans, Gilze; RIJSBERGEN
(31 mei).1953 Amateurs: 1. Piet Maas, 2. Jac van Nispen, 3. Jan van Osta, Nieuwelingen: 1. Piet van de Avoird, RONDE VAN
DRENTHE (24 juni).1953 Na een mooie
eindspurt won GERARD BACKX de grote Ronde van Drenthe Ze zagen goed,
neen ze zaten “prima gebeiteld", de vier man, die kilometers achtereen
de kopgroep hadden gevormd in de Ronde van Drenthe, welke Woensdag 24 juni
werd verreden, toen zij Deze Ronde van
Drenthe, een van plaats tot plaats wegwedstrijd over Alvorens wij er
toe overgaan om hier in chronologische volgorde verslag van de wedstrijd in
haar geheel te geven, willen wij niet nalaten op te merken, dat in grove
lijnen gezien de organisatie van deze Ronde geen grote leemtes vertoonde. Wel
zullen in de, toekomst enige nadere regelingen getroffen dienen te worden
om officials, pers en renners van duidelijke route-kaarten te voorzien en in
kennis te stellen van de samenkomstplaatsen. Voorts is aan te bevelen, om
ten aanzien van de perswagens regelend op te treden. Overigens hebben jury,
wedstrijdofficials, politie en motorcontroleurs voortreffelijk werk
geleverd. De publieke belangstelling in de provincie was vrij groot, in
Assen zelf zeer groot. De chronologische
gebeurtenissen in de wedstrijd waren als volgt. Reeds kort na de zeer snelle
start, waarbij het tempo rond de De wegen
slingerden als het ware door de fraaie korenvelden totdat wij na Onder het vallen
van de eerste regendruppels werden vanuit het hoofdpeloton verschillende
uitlooppogingen ondernomen. Blaauw (Arnhem) en v. d. Broek (Breukelen)
wisten op halve afstand tussen de koplopers en het peloton te komen,
achtervolgd door enige anderen die jacht op hen maakten. Hendriksen (Veendam)
kwam in aanrijding met Zieleman (Amsterdam), welke laatste, die zeer goed
reed, door een gebroken wiel de strijd moest staken. Na precies In Gaasteren
heeft het voortbestaan van deze kopgroep aan een zijden draad gehangen toen
een kind plotseling tussen de vier renners inliep. Gelukkig behielden dezen
hun tegenwoordigheid van geest en konden het kind ontwijken. Vooral v. d.
Broek, die het meeste in het nauw zat, ontsprong de dans op het nippertje.
Blijkbaar waren de gemoederen van de koplopers door dit incident niet
onherstelbaar geschokt. Na van de schrik te zijn bekomen, gingen zij met een
verhoogd tempo van Tussen de
koplopers en het achtervolgende hoofdpeloton reden, met 2 minuten voorsprong
op laatstgenoemde, Fre Mik, Blankevoort, Vermeijs en Wagenaar, die felle
jacht op de vier koplopers maakten. Het was vooral Fre Mik, die op dit moment,
nadat hem bekend was gemaakt, dat Warta de strijd had moeten staken, alle
remmen losgooide en een aanval van groot formaat op de koplopers ondernam.
Met voorbeeldige moed heeft hij zich toen in volle strijd geworpen om te
trachten de overwinning, die Warta was ontgaan, alsnog zelf te behalen. Maar
deze strijd werd door Mik te laat ingezet en kon ook niet door Blankevoort,
Vermeils en Wagenaar voldoende genoeg warden ondersteund. Ook de latere
assistentie van Vermast, Biesterveld, Wolf en Krijn Post vermocht niet Mik
tot de overwinning te brengen. Na BRON: P.M. KORF Amateurs, afstand
185 km: 1. Gerard Backx (Amsterdam) tijd: 4 uur 53
minuten; 2, H. v. d. Broek (Breukelen); RONDE VAN
HET IJSSELMEER (6 juni t/m 7 juni).1953 duel - Krijn Post
– Daan de Groot prachtig
sluitstuk van zonnige Ronde om het IJsselmeer De zege van de
ongelooflijk sterke Krijn Post in het wegkampioenschap van Noord-Holland
was, zei ; “men", slechU een uitschieter. En bovendien, zei „men"
verder, zat menige gerenommeerde amateur uit deze provincie in Frankrijk,
Duitsland en Zweden. Maar al een week later heeft de ijzeren Post uit Nieuw
Vennep getoond, hoezeer; „men" ongelijk had. In de zesde Ronde om het
IJsselmeer voerrde hij met de Amsterdamse wielerathleet, Daan de Groot-- pure
klasse - zulk een seherpe eindstrijd, dat al de makkers in de kopgroep er het
hoofd gelaten voor moesten buigen. Daarmee ging de bloemenkrans naar de
Haarlemmermeer en werd het zonnige weekeinde van „De Germaan" even
zonnig besloten. Want deze tweedaagse wegwedstrijd van „De Germaan",
waarvoor de overige bestuurders van de populaire Amsterdamse rennersclub “De
Germaan" zich een jaar lang inspanden, mag dan vooral op de, tweeds dag
enige monotone phasen, hebben gekend, er waren zulke brillante
sluitstukken,dat de volgers er meer dan voldaan nee waren. . Het wieierfestijn
began al kort voor Ilpendam ( Nu moet ons
echter een ding van het hart. Wij zijn
van al dat ,,gestayer" geen getuigen geweest; hadden wij het wel
geconstateerd, dan zouden we met het publiceren van de namen zeer zeker niet
achter zijn gebleven. Als sportman moet men met open-vizier strijden gelijk
de ridders in de middeleeuwen. Maar, zo vragen wij, is het niet bedroevend,
dat autobestuur-ders en motorrijders achterbljjvers in de gelegenheid
stellen, om te stayeren, ja, hen hiertoe zelfs aansporen? Op de
zonovergoten Afsluitdijk, waar Frans Mahn de premiespurt won met in zijn
kielzog Arend van 't Hof, had de “Tulpenhandler", David Janbroers, een
klap van belang meeten, incasseren. Zomaar, ineens. Twee dagen voordien uit
Zwitserland gekomen, waar hij in tal van wegcoursen van betekenis, vaak
onder de eersten eindigde, was de plotselinge luchtverandering voor hem een te grate opgave. Hoopvol in Amsterdam
gestart om op eigen bodem aan vrienden en supporters van zijn vooruitgang te
getuigen, bracht deze zesde IJsselmeer-rondrit hem een ontgoocheling. Om een
beeld te gebruiken: Janbroers droomde van schol en vond slechts spiering. Dat
hij het later zocht in „stayeren" vonden wij jammer. Om verder te
gaan; in hoog en droog tempo werd Bolsward, met zijn prachtige
zestiende-eeuwse stadhuis, door 25 kopmannen “genomen": Die 29 waren:
Arie de Hoog, Frans Versluis, Ko Zieleman, Jan Ottenbros, Ab Donker, Jan
Willemsen, Piet en Tonny Peters, Harm Schouten, Wout Bos Krijn Post, Jan
Witteveen, Adri van Steenselen, Leen Boellaard, Frans Mahn, Wim Snijders,
Arend van 't Hof, Wim Rusman, Michael Stolker, Jean Mehagpoul, Dick Meier,
Jaap Slingerland, Daan de Groot, Piet van Roon en Wout Verhoeven. Renners
dus, die er in alle opzichten mogen zijn en die met ruime voorsprong verder
trokken door het bloeiende Friese land; door vriendelijke dorpjes en
gehuchten als Hichtum; Wommel, Spannel, Winsum en Bayum, op weg naar
Leeuwarden ( De slag der
sterken. Tussen het
aardige plaatste De Blesse ( Meppel was in
zicht. De minder snellen voelden zich vanzelfsprekend niet op hun gemak en
bombardeerden om beurten er op los. Vooral Van Roon, De Groot, Donker, Bos en
Boellaard, speelden hierbij de eerste viool. Maar wat voor Boellaard niet
beschoren was - bijna Om de winnaar van
de eerste rit ten voeten uit te tekenen, het volgende. Van Steenselen, die
een joviale verschijning is, rijdt ontegenzeggelijk goed; hij heeft stijl en
wedstrijdinzicht. Maar hij dient-te weten dat een coureur, om te slagen, niet
te veel nog rekenen. Dat doet de man uit Mijnsheerenland nogal eens. En dat is
jammer, omdat Adri van Steenselen, die in zijn streekgenoot Wouter Bos een
goede leidsman heeft, een dergelijke manier van strijden niet nodig heeft. Van Meppel naar
Amsterdam. De tweede
koersdag, van Meppel naar de hoofdstad des lands, begon voor de jonge, levendige
Zeeuw, Rien Verhelst, minder fleurig. Toen de 55 man sterke wielerhorde - 23
man minder dan op de eerste dag - pas het pittoreske Staphorst passeerde, na
amper zeven lichte kilometers, stumperde hij al met ruime achterstand over de
brede, zonnige asfaltweg. Verhelst, die toch wel bewezen heeft, uit de voeten
te kunnen, zat, vroeger dan hem lief was, met de klassieke ram. Met nog 200
kilometers voor-de boeg zag hij de hele rataplan, de zwakke broeders
inbegrepen, van zich wegzeilen. En hij kon zich,voortsjokkende door lanen,
overkoepeld door het lover van hoog oprijzende bomen, afvragen, waar het 'm
eigenlijk in zit zonder een bevredigend antwoord te vinden: 't Is nu
eenmaal zo: in de ene wedstrijd gaat
alles gesmeerd, in de andere mis je de juiste cadans. Het kan raar
lopen soms. Tussen Zwolle en Elburg waren negen man haast ongemerkt uit de
groep weggevloden: De Groot, Bloedies, Post, Balder, Boellaard, Van der Neut,
Bredius, Van Steenselen en Slot. In Nunspeet ( Tamelijk hard
hebben de renners, al de renners het te verduren gehad bij hun tocht tussen
Vierhouten en Ermelo. Te midden van donkere dennebossen, waar de herten vrij
spel hebben, werd slag geleverd op een zeer slecht wegdek, dat bezaald is met
grint en keislag en waar de stofwolken hoog oplaaiden, die de adem deed
stokken. Nochtans, hier, in deze majestueuze omgeving, leerde de ziener onder
de volgers zijn land liefhebben; leerde hij, dat men niet naar den vreemde
behoeft te gaan en dat het gezegde nog altijd opgeld doet: geen rijker kroon
dan eigen schoon. In het
bos-vol-obstakels kwamen twee kanshebbers voor de eindzege slecht uit de bus:
Arend van 't Hof, die met Tonny Luyckx, die uitstekend marcheerde, vrijwel de
hele kilometer achterstand op de koplopers had weggewerkt, maakte een lelijke
tuimeling, terwijl Piet Peters een band zonder lucht kreeg. Daarmee was hun
lot bezegeld. Ook Wim Snijders, die toch al het stimulerende zelfvertrouwen
mist, plukte nijdig aan een lege tube. De strijd ging echter door, rustig, te
rustig soms. Wim Rusman en Tonny Peters demarreerden en het peloton, na de
geslaagde tegenaanval van Piet van Roon en zijn metgezellen, 25 man sterk,
vond het allang goed. Hier zijn de namen van de koplopers: Jan Verhoeven,
Stolker, Wout Verhoeven, Boellaard, Ottenbros, Mehagnoul, Meier; Luyckx, A.
Biesterveld, De Hoog, Donker, Zieleman, Looyen, Ruys, Post, Van Roon, Mahn,
Bos, Mannaart, Versluis, De Groot, Cornelisse en Haster. Harm Douwes had weer
eens een lekke band gekregen en was er dus niet bij, evenmin als Jan
Willemsen. Die reed tegen een wagen, die er eigenlijk niet had moeten staan.
Met als resultant een voorvork, die de andere kant uitkeek. Weg kans om een
goede beurt te maken in het veld van de eerste amateurs. Tussen Nijkerk en
Putten begon het in de grote groep stilletjes aan wat onrustiger te worden.
Tonny Peters was al ingelopen en ook Wim Rusman-de-moedige zou niet lang meer
alleen blijven. In Amersfoort ( Was,
weggesprongen De eindstrijd was gonnen. Arie de Hoog, de jonge Amsterdammer,
die zo’n mooi werk had later zien in deze zes-provincien-wedstrijd over- Daan de Groot,
die in zeer hoog tempo met een voorsprong van wel tweehonderd meter door
Ouderkerk raasde, keek om en zag Krijn Post “komen". De prachtige
vechter uit de Haarlemmermeer, die met inzet van al zijn krachten de
achterstand wegwerkte. Toen was de strijd tussen bijde jonge kerels beslist.
Daan de Groot was weliswaar de bollebof door zijn makker in het Olympisch
Stadion te verslaan, de uiteindelijke zege was voor een man, op wiens triomf
niets valt aan te merken en die deze zege op een sportieve wijze bevocht. Hij lijkt zo rustig, die Krijn Post. Maar hij
is met zijn geest bij de wedstrijd als een verliefde jongeling bij zijn
eerste meisje. Onder de opkomende generatie moge hij niet de zuivere wieleraanleg
hebben als Daan de Groot, die inderdaad bezegeld is met rijke gaven, zijn
ongebreidelde kracht, energie en zelfvertrouwen maken van de Nieuw Vennepper
een wegrenner, in wie men het volste vertrouwen mag hebben. Daan de Groot en
Krijn Post. Twee
verschillende typen renners. Van aanleg is De Groot naar onze mening het best
te vergelijken met een Schulte; Post heeft meer weg van een Van Est. 't Is nu maar te
hopen, dat al die ”kenners” begrijpen wat wij bedoelen; BRON:EVERT VAN
MOKUM. Amateurs Uitslag
le etappe, Amsterdam-Meppel ( Amateurs Uitslag
2e etappe, Meppel--Amsterdam ( Amateurs Totaaluitslag: 1. K. Post (Nieuw Vennep), 10.39.17;2. D. de Groot (Amsterdam),
10.39.17; RONDE VAN
LIMBURG (19 juli).1953 Fraaie
overwinning van Frans Mahn in de Ronde van Limburg Flor v. d.
Weyden, Wim Snijders en Daan de Groot de grote pechvogels Toen de
“overlevenden" van de bijzonder veel slachtoffers eisende Ronde van Limburg-karwei
voor de eerste keer de Adsteeg-klim achter de rug hadden, boden de kaarten
nog zowat alle mogelijkheden. Van een dikke troef was niets te_bespeuren.In
de nog resterende negen kilometers kon nog van alles uit de bus komen. In de
buurt van de jury-tent werden zoals gebruikelijk velerlei prognoses
gelanceerd. Limburg gokte ijverig op Piet van den Brekel, Brabant helde naar
de nationale kampioen Kees Paymans over en tipte verder op de heel wat in
zijn mars hebbende Piet de Jongh. Met minimaal verschil
begonnen diverse kleine groepjes aan de slotfase van dit enorm veel bekijks
trekkend wielergebeuren. Overal waar de stoet passeerde stonden aanhangers
en toevallige kijkers in dichte rijen opgesteld. En behoudens de beginperiode
zag het decor er eveneens doorlopend geheel anders uit. Een typisch verschil met de
editie 1952? Verleden keer zorgde de voorste linie voor tintelend en
spectaculair vuurwerk, ditmaal bood de achterhoede talrijke bijzondere
dingen, welke voornamelijk door fatale tegenslagen werden veroorzaakt. Maar de
toeschouwers op de Adsteeg interesseerden zich natuurlijk voornamelijk voor
wie meteen de vette prijzen waren bestemd. Daar daagde de kop op: Frans Mahn,
Henk Smeets en Piet van den Brekel. In deze volgorde werd de finishlijn bereikt,
zodat even later - na felicitaties van de T. en W. ,Maastricht"-voorzitter
Willy Corstjens en Burgemeester Martin (Hoensbroek) namens de K.N.W.U. Sportcommissie - de
directeur van de Eroba-fabrieken een fonkelend Eroba-racekarretje aan de
lachende Amsterdammer Mahn kon overhandigen. De wegrensport
kan hard zijn. Wat gaat in een jonge kerel om, die, serieus solliciterend
voor een hoofdrol, plots met een lekke tube langs de weg komt te staan en jan
en allemaal ziet passeren? Gebeurt dit euvel kort na de start of tijdens een
rustige periode, dan wordt de schade wel teniet gedaan, maar komt deze pech
terwijl vooraan de slag in alle hevigheid is losgebrand, dan verdwijnen
veelal de mooie illusies. De veelbelovende West-Brabander Piet de Jongh reed
in Stein (na Op de Cauberg lag
het gezelschap vrijwel weer bijeen, want de 15 seconden die Wim Snijders
aldaar nam, telden nauwelijks. Vlak achter deze leider flitsten Peters,
Gramser, Cuyten, Van den Broek, Van den Brekel, Arend van 't Hof, Konings,
Leo Stevens en Nieskens voorbij, terwijl achteraan de moedige Flor van der
Weyden in zijn eentie een hels tempo onderhield om er van te maken wat er nog
van te maken was. Want de Maastrichtenaar kreeg bijzonder vervelende
mankementen. Versagen of opgeven stond evenwel niet in zijn woordenboek en
Van der Weyden zette energiek door tot het einde. Een houding die een dik
pluimpje waard is. In het Zuid-Limburgse heuvellandschap vonden
vermeldenswaardige affaires plaats. In Wittem passeerde de taaie Arend van 't
Hof met een minuut winst. Vijftien kilometer later - te Mechelen - was Van 't
Hof niet meer in de eerste linie te ontdekken. Daar poetste Van Steenselen
de plaat. Snijders huisde toen al achterin, door derailleurpech, Piet de
Bruyn moest in Piet Haan's woonplaats een nieuw bandje opleggen, waarmede Van
Steenselen zich bij het uitgaan van Mechelen ook al onledg moest houden. Van
den Broek kreeg een tik die aankwam, Boeilaard had een nieuwe fiets nodig en
trachtte via een dalen a En juist op het
zwaarste gedeelte van de Ronde, deden Leo Stevens en Harry Schoenmakers een
gooi naar de eindbuit. De volgers blikten met interesse op de twee
vluchtelingen, die met nog Wie ging winnen? De kop ijlde door
Eperheide, Heijenrath, Slenaken, Hoogcrutz en Noorbeek. Stevens en
Schoenmakers zaten weer in de groep, die nog vele knapen van formaat telde. Henk Smeets
streed doorlopend heel vooraan, Paymans, De Jongh, Mahn, Van den Brekel en
Nieskens weken geen voet. Tienduizenden en nog eens tienduizenden moedigden
hen aan. Pogingen om op de vlucht te slaan werden steevast in de kiem
gesmoord. Daar daagde Beek
op, de stijging van de Adsteeg kon geen uitspraak doen. Zou Piet van den
Brekel in de spurt aan het langste eind trekken? Of zegevierde Kees Paymans?
Steevast huisde Henk Smeets in de frontlinie, De Jongh had behoorlijke
kansen. Het werd, zoals
in de aanhef beschreven, de Amsterdammer Frans Mahn, die de vijfde Ronde van
Limburg op zijn naam schreef. Keurig arriveerde Smeets in tweede stelling,
netjes was de derde plaats van Piet van den Brekel. Weer slaagde de
Ronde van Limburg. Goede sport werd geboden. De publieke belangstelling was
groter dan ooit. Waarmede ook een record werd geboekt? Met de volgwagens.
Met de auto's en motoren wel te verstaan, die zonder volgbewijs in de
karavaan slopen en daar het werk van functionarissen en journalisten danig
bemoeilijkten. BRON: GERARD
SILLEN Amateurs: 1. Frans Mahn (Amsterdam), RONDE VAN
MIDDEN-BRABANT (15 augustus).1953 Amateurs: 1. Borremans (Hoogerheide); 2. Meesters (Tilburg); 3. Timmermans (Den
Bosch); 4. Fok (Hoorn); 5. Nuijten (Terheijden); 6. Doeland (Nieuwkuijk); 7.
Blauw (Arnhem); 8. Coense (Den Bosch); 9. Kriin Post (Nieuw Vennep) pech!;
10. Van Vliet (Rotterdam); 11. Van Gool (Rotterdam); 12. Kiviets (Elshout);
13. Slingerland (Zoetermeer); 14. Van Ingen (Zuilen). RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND (25 mei).1953 Schitterende
overwinning van de Berg RIK VAN LOOY Pauw, Schollen,
Stoete en Krijn Post de beste Nederlanders De Utrechtse
Wieler Club De Volharding heeft nu eens perse klasserenners voor haar zesde
Ronde van Midden-Nederland willen hebben Welnu, zij heeft ze gehad, Pinkstermaandag
bij kokende zon. Van de veertig Belgische liefhebbrs, die beloofd hadden mee
te doen aan deze ook buiten de landsgrenzen zo bekende wegwedstriijd over 210
lichte, maar ook zeer harde kilometers, meldden zich een derde op de Veemarkt
in de Jaarbeursstad. Dat waren, op een enkele uitzondering na, stuk voor stuk
renners, die wat in hun ransel hebben; die erelijsten konden tonen, dikwijls
van zeer recente datum. Jos Bosmans uit Idegem bijvoorbeeld won deze Meimaand
vier wedstrijden in tien dagen; Jos Stereks uit Herenthals versloeg Zaterdag
nog een hele rits landgenoten en de Antwerpenaar Frans van Looveren bezette
elders de tweede plaats. Maar Rik van Looy uit Grobbendonk schudde een dag
voor zijn uitkomen in de Nederlandee klassieker al zijn makkers nog van zich
af. Dat was in Pulle in een wegcourse over Of wij in ons
land wel een amateur-wegrenner hebben die een wel zeer begaafde liefhebber
als de Belg Rik van Looy kan weerstaan? In een lastige, werkelijk lastige
course als deze Ronde van Midden-Nederland misschien een Daan de Groot of
een Piet van Roon, die ons inziens in de spurt tegen de snelle en bovendien
intelligente Belg kansloos zijn. Want om een Gijs Pauw in de beslissende
meters te kunnen kloppen, moet men toch zeker rap zijn. Bijzonder rap zelfs. In deze zesde en
opnieuw schitterend georganiseerde wegwedstrijd door het bloeiende Utrechtse
land won inderdaad de sterkste man, al maakte Gijs Pauw, die heel hard is
vooruitgegaan en die absoluut klasse heeft, een kapitale blunder in de
eindstrijd, die hij met Van Looy had uit te vechten. Pauw was het eerst de
baan opgerend, een baan die hij kent. Waarom hij die laatste halve ronde de
Belg niet de leiding opdrong, in ieder geval niet in het midden van de baan
bleef rijden, zal zelfs voor hem wel een raadsel blijven. Zo gauw Pauw het
Utrechtse stadion-cement opvloog, zocht hij het „gootje" op. Hij kon
eenvoudig niet lager. Van Looy volgde de voluit spurtende Nederlander in het
midden van de bocht, schuin boven zijn tegenstander. De nederlaag van Pauw
was voor ons toen al een voldongen feit. Hij, die tot de snelste
eindsprinters onder onze amateurs behoort, misschien op de Bredanaar Leo
Cantineau na de rapste is, hij werd door zijn Belgische makker als 't ware
van de baan geveegd. Wieler-Utrecht, dat zijn favoriet bij zijn verschijning
op het cement geestdriftig had begroet, wieler Utrecht, dat de Ronde van
Midden-Nederland zeker apprecieert, werd er koud van. Al stak de zon nog zo
onbarmhartig op hun hoofden. Wij hebben anders
naar die Rik van Looy in zijn „Rode Duivels"-trui met veel plezier
zitten te kijken. De jonge Belg, die op ons de indruk maakt nogal grillig van
aard te zijn - kenmerk van het ras -, zit uitstekend op de fiets; hij is er
als 't ware mee vergroeid. De pedalen schijnt hij te strelen; het „hoge mes"
(54-14 soms!) krijgt hij vrij gemakkelijk rond. En toch, waar gaat het met
het voortdurend opvoeren van de versnellingen naar toe? Waar is het einde?
In Zandvoort moet Van Est de laatste ronde met 54-13 ( Maar laat ons
terugkeren naar de klassieker van De Volharding, naar de wedstrijd, waarin
zoveel deelnemers doornen op hun pad vonden. We zouden ze graag, heel graag
noemen, al die pechvogels: tussen Zeist en Renswoude hadden we er, de
prachtige wegen ten spijt, al meer den dertig genoteerd. In ieder geval, Piet
Peters was er bij en Persoon, Reyngoud, Van de Weyer (die sterk ,terugkwam"
na een bandje zonder lucht), Zwitser, die met een onwillige ketting sukkelde,
hoewel het tempo voor hem heus niet te hoog lag, en Bakx. Deze laatste, ook
al pechvogel, werkte zijn achterstand (ruim De felle,
sprekende jachten bleven voorlopig echter nog uit, al konden de volgers in
de karavaan hun hart ophalen aan het zeer moedige rijden van de Rotterdammer
Van Til, wiens derailleur niet werkte: driemaal moest hij van de fiets,
driemaal wist hij zich weer in de groep, overigens flink aangetast, te
nestelen. Toen, ineens, moest de Olympische wegkampioen Andre Noyelle,
afhaken. Hij miste door militaire dienst het aantal kilometers, die men voor
een klassieker als de Ronde van Midden-Nederland toch zeker nodig heeft. Wat
verder, tussen Soestdijk en Hilversum, kreeg Ed Koeman zijn zoveelste
bandbreuk van dit jaar en ook Ko Zieleman had met een dergelijk euvel te
kampen. In de wijde,
winderige polder, op verre van ideale wegen, begon het spel pas goed. Bij
tientallen vielen ze, tussen Vinkeveen, via Wilnis naar Kamerik, terug. Ook
door malheur. Reus Slingerland uit Zoeterwoude, die wij in de Ronde van
Noord-West-Nederland ook al aan de kant van de wag zagen staan repareren,
kreeg een lekke band, de Brabander Schrijvers kwam ten val en diens provinciegenoot
Coone sukkelde met een „lachend" achterwiel. Voor hen was de strijd, die
zij zo hoopvol waren begonnen, gedaan. 't Is nog. altijd zo: een course
brengt vreugde en verdriet, de een heeft pech, de ander niet. Wat reed de
Tilburger Verhoeven bijvoorbeeld geen goede wedstrijd; voortdurend was hij
„van voren" te vinden. Edoch, een kopspijkertje (of was het een
steentje?) ontnam hem alle illusies om een goede beurt te maken in deze
zoveel eisende wedstrijd, die zo'n prachtig slot kende. De jonge Brabander
Van de Weyer, de teleurstelling van de lekke band in het begin van de course
allang weer te boven, sloeg keer op keer toe. Op weg naar Wijk bij Duurstede,
nadat de goed marcherende Aad van de Voort door een val heel wat
„behang" was kwijtgeraakt, joeg hij voor een groepje van vijf niet
minder dapperen uit: Gijs Pauw, die beslag had gelegd op Alle premies, Frans
Mahn, Piet de Jongh, Timmermans en Martin Wolfs, die een voortreffelijke
indruk achter liet en in het aangeven van het tempo de kroon spande. Maar
noch Van de Weyde, noch de vijf anderen konden het bolwerken, toen Van Looy
en Stolker in het peloton de zaken regelden, bij welke tegen-aanval ook de
Amsterdammer Stoete, de Tilburger Schollen, het jonge talent De Jongh uit
Made, de slagvaardige Limburger Henk Stevens, de licht pedalerende
Amsterdammer Mehagnoul en de sterk rijdende Belgen Jos Stercks en Leopold de
Weerdt niet ten achter bleven. Stuk voor stuk streden zij mee om die paar
honderd meter terreinverlies teniet te doen. Hetgeen gelukte. Maar toen gaf
de Belg Rik van Looy, de beste man uit de wedstrijd, die zich voordien enige
malen rustig uit de kopgroep had laten afzakken om zijn drinkkruik ergens te
vullen, de beslissende ruk, die alleen Jean Mehagnoul vermocht te beantwoorden.
Maar de blonde Amsterdammer mag dan nog zo goed op de fiets zitten, nog zo'n
mooie pedaalslag hebben, daarmee alleen wint men geen wedstrijd. Bijten,
doorbijten in moeilijke ogenblikken, daar komt het op aan..Die kunst verstond
Mehagnoul ditmaal niet: toen hij met Van Looy ruim tweehonderd meter voor de
gedunde kopgroep uitjoeg, liet hij zich plotseling terugvallen. Een voor hem
met gedroomde kans ging zomaar, ineens, verloren. Die laatste kans om de
prachtig rijdende Van Looy nog voor Wijk bij Duurstede-te achterhalen,
gelukte Gijs Pauw, Piet Schollen en Loot Stoete, die aangenaam verrast heeft,
wel. In de slotkilometers wisten Van Looy en Pauw zich nog van hun beide
makkers te ontdoen met het reeds vermelde resultaat. Hier volgt de
uitslag van de Ronde, waarvoor de heren Ducaat, Blekemolen, Westbroek en
Cardol, nadat andere enthousiaste Volharding-mensen, zich naar opperste
vermogen hebben ingespannen om hun pracht van een klassieker te doen slagen.
En geslaagd is de Ronde van Midden-Nederland ten volle.BRON: EVERT VAN
MOKUM Amateurs: 1. Van Looy (Belgie), RONDE VAN
NOORD-WEST-NEDERLAND (14 mei).1953 Verdiende zege,
van PIET DE JONGH in Noord-West-Nederland Jaap Bruggenkamp
een goede tweede Ze begonnen
allemaal zo blij, die om en nabij de tweehonderd amateurs, toen zij op
Hemelvaartsdag om even over twaalf in de zonnige middag het volle Waagplein
in Alkmaar verlieten voor de Toen in de
jubileumronde door Noord-West-Nederland de kleurige stoet amateurs bij
wijze van spreken Egmond aan de Hoef, Bakkum en Limmen, Beverwijk, Zaandam en
Purmerend al had “genomen"; er dus nog heel wat kilometers in bet
verschiet langen, toen fladderden er al zo'n man of vijftig, zestig, ver,
heel ver soms, achter de kopgroep aan. Kopgroep, nu ja, die bestond eigenlijk
meer in de verbeelding; die had zich, in waarheid, nog lang niet gevormd: het
veld was finaal aan flarden getrokken. Onder de
“gelosten" waren anders heel wat renners - nu, in Mei nog! - die
duidelijk blijk gaven te weinig kilometers in hun ransel te torsen. De
amateur Breek bijvoorbeeld, die een verre van afgetrainde indruk maakt en die
nodig met wollen beenstukken moet oefenen, wil hij over wat meer „lucht"
beschikken. En laat de Hagenaar Nulle eens naar zijn stadgenoot, de
oud-ploegcourser en stayer Willem Matena stappen om te praten over een wat
betere „zit" op de fiets. Willem geeft, als een echte sportman, gratis
advies. In ieder geval: voor ons zit Nulle veel te kort, te ineengedrongen
op het rijwiel. Pechvogels anders
genoeg in deze klassieker van Alcmaria Victrix, dat weer voor een opperbeste
organisatie zorgdroeg. De Amsterdammers Pafort en Douwes, wier derailleur
het al gauw vertikte, en Broekhof die, evenals.de Aalsmeerder Delmonte, de Eindhovenaar Van de Waterland en de kleine
Van de Borst uit Etten (een der grote figuren op het Zandvoort-parcours),
voor een plat bandje van de fiets moest, terwijl de Veendammer Scheuneman, De
Boer uit Amstelveen en de Amsterdammer Kimmijzer met rijwieldefect
sukkelden. Dat alles gebeurde nog voor het peloton op de prachtige, brede
wegen van de Beemster als 't ware werd versplinterd door de vele aanvallen
en tegenaanvallen. Vanzelfsprekend
stonden meer teleurgestelde renners langs de kant van het traject te
repareren. Wie het allemaal waren? Alleen de handigen onder hen stellen
zich na hun pech zo op, dat iedere volger hun rugnummer onmiddellijk gewaar
wordt. Moeilijk is het niet. Men moet het alleen maar weten. En er naar
handelen. In de Beemster
was de pret eigenlijk pas goed begonnen. Daar werden stoten uitgedeeld waar
voor velen geen lieve moederen aan hielp; daar streelden Wout Verhoeven
(ondanks blessures), Matthieu Stolker, de revelatie uit de Ronde van
Noord-Holland, de weer veel beter marcherende Henk Kuitwaard en „raspaard"
Frans Mahn de pedalen; daar ook reed bijvoorbeeld Willem Remkes “geen meter".
Waar zou toch die „vorm" gebleven zijn; de vorm, die niet door de post
wordt thuisgebracht? Hoe het zij,
ergens, tussen Hoorn en Enkhuizen joegen dertien kopmannen met een voorsprong
van een kleine Krijn Post, de
ijzersterke coureur uit de Haarlemmermeer, met weinig snelheid, waar veel,
heel veel tempogevoel; verdroot de achterstand, die zijn groep in
Wervershoof nog steeds noteerde. Dat terreinverlies moest, hoog nodig worden
weggewerkt. Met al het vechtersinstinct, hem eigen, vuurde Krijn zijn mannen
aan, die, ook al omdat er „van voren werd gelummeld" en het overnemen
verre van ideaal was, op weg naar het middeleeuwse stadje Medemblik aansluiting
vonden. Zodat, naast de reeds genoemden, ook de volgende renners zich in de
kopgroep hadden genesteld: Post, De Jongh, Hofland, Kuitwaard, Biesterveld,
Ottenbros, Luyckx, Coone, Damen, Snijders, Meier en Schollen. In de buurt van
Lambertschaag zeilden tenslotte ook Mehagnoul, Van de Putten, Kempff,
Hendriks, Piet Peters en Was al de moeite
van Wout Verhoeven en Leo de Booy door die domme bandbreuk dus tevergeefs
geweest, ook Kootje Zieleman kreeg een tube zonder inhoud. Kans om die paar
minuten achterstand te reduceren was zowel voor de gemakkelijk
“draaiende" Amsterdammer als voor de vele “jagers in de
achterhoede" uitgesloten. Voor een Rusman, Reijngoud, Van de Putten,
Tonny Peters en De Hoog, Van Straten, Van de Linden, Fok, Blaauw en Harm
Haan. Het terreinverlies teniet te doen was ook al uitgesloten, omdat de
kopgroep plots in tweeen viel. Na Van Den Helder
naar Schagen is goed vijf en twintig kilometer. Hier, op de lange asfaltweg,
met de wind pal tegen, vochten acht man samen om de tien leiders “terug te
halen": hun werd geen glorieuze tocht naar het einddoel Alkmaar gegund.
Piet Peters, Coone, Biesterveld, Damen, Schollen, Snijders, Hendriks en
Bruggenkamp wilden hun robbertje nog meevechten. Vooral de kleine
IJmuidenaar Jaap Bruggenkamp, na al zijn “Belgische wedstrijden" wat
teleurgesteld omdat de Sportcommissie van de K.N.W.U. hem niet in de
gelegenheid stelde aan een belangrijke wedstrijd in het buitenland deel te
nemen, was haast niet te houden. Had hij het vorige jaar niet de Acht van
Bolsward gewonnen voor Jan Plantaz en ook in andere wegcoursen niet getoond
iets in de mars te hebben? “Vooruit, aanpakken," zei hij tot zijn
makkers. Er werd aangepakt: in Schagen waren de twee groepen tot een
samengesmolten. Twee renners had deze jacht echter aangegrepen. De Halfwegger
Luyckx en de Ossenaar Hendriks, voor wie het een troost is - zij het een
schrale - te weten, dat zij een beste Ronde van Noord-West-Nederland hebben
gefietst. De eindstrijd van
Zijdewind naar Alkmaar is een prachtig sluitstuk geworden. Zoals in het
staartje het venijn zit, zo ook beloerden de zeventien overgeblevenen, onder
wie er waren met getekende gezichten van het slopende werk, elkaar in die
laatste, alles eisende kilometers naar de witte kalkstreep in de kaasstad. Zoveel
andere makkers waren in de Route de France, Ile de France en in Aken aan de
slag en ook de koplopers van de Noordhollandse klassieker zouden wel eens
graag aan zoiets groots deelnemen. Daarom was uitkijken en dagen tellen de
boodschap. Maar de zwierige Jean Mehagnoul, die zo gemakkelijk pedaleert,
probeerde plots tot driemaal toe de krampen uit de spieren te wrijven; Henk
Kuitwaard, steeds in de voorste gelederen te vinden, moest, ineens, extra op
de tanden bijten om het contact niet te verliezen; Piet Damen uit Lieshout,
die overigens best- reed, zat ook even in moeilijkheden; een rappe man als
Frans Mahn, die een goed uur voordien in een stijl, die het oog bekoorde,
vaak met wat al te veel bravour op tien, twaalf meter achterstand achter de
kopgroep “zat" en daardoor veel onnodige krachten verspilde, zij konden
de moed en de kracht haast niet meer opbrengen, toen Jaap Bruggenkamp de
beslissende stoot uitdeelde. Deze beslissende
ruk van de vechter uit IJmuiden kon slechts een man in het peloton, met
Coone, Donker, Post en vooral Hofland als sterkste temporijders in de slotfase,
pareren: de pas achttienjarige Westbrabander Piet de Jongh. Deze jongeling
uit Made, die het vorige jaar na zijn vijftiende triomf bij de nieuwelingen
als geschenk van zijn vader een auto verwierf - moge hij daar weinig gebruik
van maken -, is wel de verrassing geweest van deze zware wegcourse door het
Noordhollandse land. Onbedreigd draaide hij naar de aankomstlijn op de Jan
van Scorelkade in Alkmaar toe. Daar werd Piet de Jongh door de duizenden
enthousiast begroet; de duizenden kijklustigen, die ook gul waren met hun
applaus voor de tweede aankomende, Jaap Bruggenkamp, en de ijzersterke Krijn
Post, die met al de wilskracht die in hem huisde, zijn derde plaats tegen
meer snellere kameraden verdedigde. Tot slot een
vriendelijk en welgemeend verzoek aan de heren-juryleden, bij een klassieker
aanwezig. Neen, we gaan niet critiseren op al deze mensen, met wie wij het
heel goed kunnen vinden en die haast al hun vrije tijd, werklust en liefde geven
aan een sport die je, eenmaal in de greep er van, niet meer loslaat. Er zijn
prachtkerels onder de juryleden. Daar niet van. Maar er zijn soms van die dingen,
die je even pijn doen. Innerlijk pijn. Dingen, die je niet zomaar kwijt
raakt. Een vraag: zou
het, met 'n beetje goede wil, niet mogelijk zijn, dat er na afloop van een
klassieker, van een wegcourse over de lange adem dus, een of twee juryleden
nog wat nablijven om ook de renners op te nemen, die, om welke reden ook,
later binnenkomen? In de Ronde van Noord-West-Nederland bijvoorbeeld was
niemand meer te ontdekken, toen Schotman de streep passeerde en, wat later,
nog een tiental anderen, wier rugnummer wij niet konden ontwaren van verre.
We werden zelfs nog vergast op 'n juweel van een eindspurt tussen De Balder
uit de Haarlemmermeer en De Jong uit Den Helder. Om de zeventigste, misschien
wel om de tachtigste plaats. Wie kan het zeggen? En keken de Amsterdammer
Haster en de Halfwegger Bakker, die broederlijk door de finish snelden, niet
met moedeloze gezichten naar de plek, waar nog geen half uur voordien de
juryleden zetelden? Wat hebben die
jongens onderweg misschien moeten doorstaan? Een valpartij; een of meer
lekke banden; machinedefect; mensen, die hun in de weg lopen als de grote
groepen voorbij zijn; verkeersstremming; vermoeidheid en wat al niel meer?
Wie eenmaal los zit van de grote kopgroep, bevindt zich als het ware in een
niemandsland, En daar is het moeilijk, heel moeilijk rijden. Moeilijker nog
dan vooraan, waar de zegedrift een renner opzwiept tot daden, die soms ver
boven zijn macht reiken. Daarom: geen minachting voor de achterhoede. De renners,
die daar zitten, zullen misschien geen kampioenen worden. Maar hun doorzetten
maakt van hen karakters. En daar heeft de wereld voor alles behoefte aan. BRON:EVERT VAN
MOKUM. Amateurs:
1. P. de Jongh (Made), RONDE VAN
OVERIJSSEL (11 juli).1953 M.Stolker won
ronde van Overijssel Langs een
driedubbele haag van juichende Twentenaars reed de snelle Zuilenaar Michael
Stolker na een stijlvolle tocht over de eindstreep in Rijssen: hij was de
overtuigende winnaar van een opperbeste Ronde van Overijsel. Op 15 kilometer
voor het einde van deze 217 kilometer lange tocht, tegen de langgerekte
betonbrug tussen Almelo en Wierden, lanceerde Stolker zijn beslissende
aanval. Zelfs de moedige strijders Van de Broek en Fok, rusteloze vechters in
deze uitstekende course, wisten geen antwoord op dit offensief. Meer dan honderd
amateurs namen deel aan deze Ronde, die voor de derde maal werd georganiseerd
door het Rondecomite Overijssel in samenwerking met de V.V.V. van Rijssen.
De eerste van die deelnemers, welke de aandacht trok, was de Amsterdammer
Mahn. Deze jongen, die een week later de Ronde van Limburg zo schitterend op
zijn naam zou brengen, staakte hier al na vier kilometer de strijd wegens
een lekke band. Hij gaf maar meteen op. Goor, op Bij Ootmarsum ( Amateurs:1. M. J. Stolker (Zuilen), RONDE VAN ZUID-HOLLAND.(12 april).1953 Slappe Ronde van Noord Holland, maar een goede winnaar : WOUT VERHOEVEN Zonder er doekjes
om te winden: D.T.S. achtste Ronde van Noord-Holland voor amateurs is een
tegenvaller geweest. Wat het verloop van de strijd dan aangaat. Want de
organisatie was, als gewoonlijk, voortreffelijk. Wat een steun ondervond de
Zaanlandse wielerclub allerwegen, ook van de politie. De witgehelmde dienaren,
die op de motor de dikke 200 man sterke karavaan volgden, waren steeds op hun
post en o wee als een “onbevoegde" zich in de stoet nestelde. Dan ging
hij er uit. Zo gauw mogelijk,, De wedstrijd over
Het liet zich
nochtans voor de officieuze start in Koog aan de Zaan allemaal zo mooi
aanzien. Een blauwe lentehemel, waarin de zon uitbundig scheen; honderden
kijklustigen aan beide kanten van de nauwe, slingerende straten van dit nijvere
Zaanse stadje, en dan al die renners in kleurige shirts op niet minder
kleurige fietsen, op weg naar de Wijde Wormer, waar de bonte meute een „goede
reis en behouden weerzien" werd toegewenst. Jawel, maar voor het zover
was, had Willem Dams uit Meerveldhoven (een kleine Brabantse gemeente) al
zijn witte spatbord verloren en moest Wim Snijders voor een lege tube van de
fiets. Gelukkig had het startschot nog niet geklonken en kon de man uit
Zwanenburg zich rap weer aansluiten. Het leek allemaal
zo mooi, die tocht door die vriendelijke straten en dorpen van Noord-Holland
met hun alleraardigste huizen, vruchtbaar land en het vette vee in de weide.
En dan, hoeveel illusies leefden er voor het vertrek van de Ronde niet in
menig jong rennershoofd. Dit zou nu eens een wegwedstrijd worden, een echte,
onvervalste wegwedstrijd met de mogelijkheid tot het maken en breken van
reputaties. Maar hoe teleurstellend bleek deze voorjaars-klassieker niet voor
velen. Het startschot was nauwelijks gegaan, of het achterwiel van Rien
Verhelst werd door een makker aan diggelen gereden. “Donderju," brulde
de jonge Zeeuw, haalde bliksemsnel een wiel uit de fiets van de man, die hem
dat grapje had aangedaan, zette dat in zijn eigen rijwiel en vervolgde zijn
weg. Maar dat nieuwe wiel paste niet al te best bij Verhelst's
„apparaat", waardoor Rien draaide als een koffiemolen. Weg kans. Weg
hoge reiskosten. Sterke
Zuid-Westenwind in de rug, richting Purmerend. Uitstekende, snelle wegen in
de Beemster. Desondanks: pech aan de lopende band. De Brabander Piet de Jongh
uit Made, die wat in de mars moet hebben, kreeg al gauw een tube zonder
lucht, evenals zijn Amsterdamse makkers Stakenburg en Broekhof, Vermeijst uit
Apeldoorn rijwieldefect en de Alkmaarder Jan Schuitemaker kwam in de buurt
van Oosthuizen op zijn hoofd te staan. In Hoorn, waar we na lange tijd de zee
weer ontwaarden, die nog steeds voortklotst in eindeloze deining - om met
Kloos te spreken - knalden zowat vijf banden tegelijk: Jan Slingerland
(Zoeterwoude), de Amsterdammers Jan Moorman en Harm Scheffer, Piet Jacobs uit
de stad van „De Pell" en Gijs Pauw, de broze Utrechter, zij zagen daar,
ineens, al hun kansen de bodem ingeslagen. Door een enkel steentje
misschien. O, die tegenslag.
De hoofdstedelijke amateurs Ko Zieleman en Arie de Moor, Henk Kessels uit de
Domstad en de Alkmaarder Piet Hofmans kwamen ten val, terwijl de Nieuwe
Niedorper Jan Keuken rijwielmalheur kreeg. Wat verder, tussen Blokdijk en
Broekerhaven, na nog geen veertig kilometer fietsen, verdwenen twee der
favorieten vrijwel tegelijk door een luchtloze band uit de course: Jean
Mehagnoul en Jan Inmiddels was het
veld, na de oude Dromedarisstad Enkhuizen in vliegende vaart te hebben
,genomen" (de jonge Aalsmeerder Delmonte stond hier met een lekke band),
volkomen uiteengeploft. Hier reed een groep en daar en vele renners bleken
allang hun cadans te hebben verloren. Temeer daar de wind in kracht toenam.
Andijk ( De leidende groep
mocht dan twee gezellen (Jannissen en Kempff) door kramp (spreek vermoeidheid) verliezen, eenmaal
Kolhorn ( Om op groep twee
terug te komen: zij verloor steeds meer terrein. Hoe gaat het echter als
zovelen – en vooral goede renners - bijeen zijn? Dan ontbreekt meestal de
harmonieuze samenwerking voor een succesvolle tegenaanval. Bovendien: Wim
Rusman marcheerde niet erg. De jonge, stijlvolle Haarlemmer, de vorige week
in Wetteren (BeIgie) ten val gekomen, reed met een dikke, zwaarverpakte
linkerhand, waaruit juist de dag voor de course de krammetjes waren gehaald. Na een tocht
langs velden vol gele narcissen, bij De Stolpen ( De koplopers. Op
de terugweg, ergens in 't Zand ( Verder ging het.
Door Alkmaar en Egmond aan de Hoef ( In Krommenie ( Koog aan de Zaan
al wenkt? Daar staan vrienden op mij te wachten, goede vrienden, die mij
steunen en op mij rekenen. Dat zou toch al te gek zijn na 200 kilometer
rijden waarvan 150 mee in de slag. Nu nog afhaken? Dat nooit." En de gebrilde
Boellaard draaide moeizaam zijn laatste kilometers. Tussen Wormerveer en Koog
aan de Zaan mocht hij dan moeten loslaten bij de “beklimming" van, een
simpel bruggetje, we hebben bewondering voor hem. Hij toonde zich een jongen
van Jan de Wit, waar Hildebrandt zo juichend van zong. Dat simpel
bruggetje, nog geen twee Amsterdamse Hogesluizen op elkaar. Maar als je niet
fris meer zit, als die sterren maar voor je ogen dansen en als er dan nog een
de moed en kracht heeft om nog eens toe te slaan, dan ga je, of je wil of
niet, voor de bijl. ,Allez, Leen, haal alles uit je donder," riepen
enthousiaste clubgenotenw Maar Leen Boellaard hoorde niets meer.
Hij viel terug. Maar dat
bruggetje. Het was Verhoeven, die daar wegvluchtte en meteen een einde
maakte aan de prettige samenwerking onderweg, zulks op nog geen kilometer van
de eindstreep. Patsy Willekes keek verlangend naar de Zuilenaar Michael
Stolker, in de hoop, dat dit jonge talent de achtervolging zou aangaan. Dit
gebeurde niet, al bracht Stolker, die naast stijl en allure veel
“inhoud" heeft, nog wel zoveel op, dat hij de populaire Patsy in de
strijd om de tweede plaats wist te verslaan. Een verdiende
triomf dus voor Wout Verhoeven, de broodmagere Overschieer, die overigens al
meer van zich heeft doen spreken. Dat deze achtste Ronde absoluut niet
boeide, was niet zijn schuld. Van de start af vocht Verhoeven zijn robbertje
niet alleen mee, maar was hij met de Alkmaarder Ottenbros de grote gangmaker.
Bewondering hebben we ook voor zijn drie metgezellen, Michael Stolker (nota
bene zijn tweede amateurwedstrijd), Patsy Willekes en Leen Boellaard; voor
Wim Snijders, die op zo'n verbluffende wijze de spurt van de groep (om de
vijfde prijs) won, en voor al die jongens, die de wedstrijd tot een goed
einde brachten. Er zijn er onder, die nog veel, heel veel moeten leren. Hun
„zit" is verre van volmaakt en zij. rijden nog te geforceerd.
Hindert niet. In wedstrijden als de Ronde van NoordHolland over een paar
honderd kilometer doe je pas leergeld op en niet thuis in een stoel. Daar
loop je maar kans in slaap te vallen.BRON:EVERT VAN MOKUM. Amateurs:1. W. Verhoeven (Overschie), ROOSENDAAL
(14 juni).1953 Amateurs en
Nieuwelingen: 1. Wout Bos, 2. Dick Wallet, 3.--- ROOSENDAAL
(10 september).1953 Beroepsrenners: 1. Henk Stevens, 2. Piet Haan, 3. Hans Dekkers, ROTTERDAM
(15 augustus).1953 Beroepsrenners
finale achter motoren: 1. Thijs Roks, Nieuwelingen: ROTTERDAM –SLUISJESDIJK.(29 maart).1953 Wielrennen ten bate van het Nationaal Rampenfonds Het heeft
waarlijk -niet aan de in grote getale opgekomen wielrennersschare gelegen,
dat Zondag „slechts" 500 gulden voor het Nationaal Rampenfonds kon
worden gereserveerd, toen na afloop de organisatoren van de op Sluisjesdijk
gehouden wedstrijden de balans opmaakten. Immers van de kleinste junior tot
de oudste, meest bedreven amateurs en profs, gaven dezen zich tot het
uiterste en resulteerde dit in een uitermate spannende wedstrijd in alle
gelederen. De gure, alles met zich voerende stormwind was er echter debet
aan, dat velen liever thuis bleven bij de warme haard. Reeds bij de
junioren gaf de strijd van begin of een levendige kamp te zien, toen in
eerste instantie J. de Haan het hazenpad koos, kort daarop gevolgd door
Spanjersberg, Binneweg, Zeelenberg en De Graaf. De Haan zou later een flinke
inzinking krijgen en zo bracht het slot een fraaie spurt, waaruit
Spanjersberg als overwinnaar te voorschijn kwam, gevolgd door De Graaf,
Zeelenberg, De Haan en v. Iersel. De Bij de B-klasse
kwamen ongeveer 120 renners aan de meet, waaronder vele pas van junior tot
nieuweling gepromoveerden. De zo zeer gevreesde valpartijen bij een
dergelijk groot veld renners bleven uit en ook hier waren het 4 renners, nl.
Bierhuizen, Heiden, v. Loenen en Stelloo, die bij het ingaan van de 9e der af
te leggen 30 ronden, een lichte voorsprong wisten te nemen. Drie ronden later
probeerde Vink het veld weer bijeen te brengen, doch dit mocht hem niet
lukken. De rijzige Verhoef had meer succes en zagen wij hem aanvankelijk met
Heiden, De Jong en v. Loenen en later in gezelschap van Diepstraten, Wouters
en Zeelenberg aan de leiding, om uiteindelijk met een grote voorsprong te
finishen. Hij legde de Bij de A-klasse
was het de oude garde, die de kat de bel aanbond en zo zagen wij geruime tijd
alleen aan de leiding de schier onuitputtelijke renners De Korver en Berwers,
waartegen de jongere garde in het eerst niet opgewassen scheen. Na ongeveer Met een volle
ronde voorsprong op hun naaste concurrenten moest De Korver zich gewonnen
geven en mocht Verhoeven met het zweet van de zege naar Overschie vertrekken.
Hun tijd over De verdere
uitslag was hier: Simpele, van een
kleine inscriptie voorziene medailles waren de beloning voor deze mooie
wielerdag, waarop wieler-Rotterdam met genoegen mag terugzien. ROTTERDAM.CROOSWIJK
(26 juli).1953 Amateurs: 1. J. Bruggenkamp, 2. Wim Rusman, 3. P. Muilwijk, 4. H. Vos, Nieuwelingen: ROTTERDAM.FEIJENOORD
(30 april).1953 DAAN DE GROOT
winnaar van de Ronde van Feijenoord Prachtig rijden
van de Brabander Wies van Dongen Voor een
onschatbaar aantal toeschouwers werd voor de 13e maal de Ronde- van
Feijenoord op Koninginnedag verreden. Vele rijen dik stonden de talrijke
toeschouwers, men spreekt zelfs van 100.000. Deze Ronde geniet
altijd een beste reputatie, doordat er ook wordt gereden voor een
ploegenklassement. Om deze reden kan men dan ook steeds een sterk veld
waarborgen, wat dan ook ditmaal het geval was. Zelfs zagen wij nu de befaamde
Zuiderlingen aan de start, die in Rotterdam bewezen ook boven de Moerdijk hun
mannetje te kunnen stasn. Het startschot
werd gelost door de Burgemeester van Rotterdam, de heer G. E. van Walsum en
niet minder dan 165 vertrekkers bonden de strijd aan, over een afstand van Reeds spoedig
waren het Van Dongen en Van Steenselen, die de bekende lont in het kruitvat
staken, maar hun poging leverde geen succes op. Vreeswijk probeerde het op
zijn eentje, maar ook hij werd weer tot de orde geroepen. Na De Zuiderlingen
Leo Stevens en Pauw Scholien kozen het hazenpad, doch onder luide
aanmoedigingen van het publiek haalde de plaatselijke favoriet Wout Verhoeven
de vluchtelingen terug. Totdat In het peloton
begon men zich danig te roeren en het drietal Van de Weyden, Innemee en
Hendriks probeerde de vluchtelingen tot de orde te roepen, echter zonder
succes. Van Osta, Borremans en Maas namen de taak van dit drietal nog even
over, doch het enige resultaat was, dat de voorsprong van de vluchteling wat
kleiner werd. Doch zodra was de rust weer wat teruggekeerd, of Van Dongen
voerde zijn voorsprong op tot 1 min. 6 sec.,
ondanks pogingen van A. Donker en P. Marchant. Nog 10 ronden, dat waren Wies van Dongen
kreeg gezelschap van zijn clubmakker Van de Borst en de Belgen De Bie en
Vermeier. De Bredase wielerclub “Sportief" kwam er toen goed voor te staan,
met twee renners bij de eerste vier. Voor korte duur slechts, want In de
allerlaatste ronde wist de Amsterdammer Daan de Groot, die er weer een
aardige vorm op na gaat houden, nog los te komen en finishte onze kampioen
van Nederland onbedreigd als eerste voor Stevens en Verhoeven. Een tweede
Olympiaan, Ab. Donker, won de sprint van het peloton. Amateurs: 1. D. de Groot (Amsterdam), Winnaar
clubprijs: A.S.C. „Olympia", Amsterdam. BRON: HANS VAN DE
KAMP. ROTTERDAM.KAMPIOENSCHAP
(30 augustus).1953 Amateurs: 1. Brinkman; Nieuwelingen: 1. Verhoef; 2. De Graaf; 3. Jacobs; 4. v. d. Leij; 5. Poldervaart. Veteranen: 1. Berwers; 2. Duivenbode; 3. v. d. Broek; 4. Schouten; 5: Tonder. ROTTERDAM.KATENDRECHT
(6 september).1953 Amateurs: 1. Wies Van Dongen (Breda); 2. Hofland (Beverwijk); 3. Post (Nw.
Vennep); 4. Van Steenselen (Mijnsheerenland); 5. Verstraeten (Breda); 6.
Konings (Breda); 7. Geluk (Rotterdam); 8. De Bruyn (Roosendaal); 9. Rusman
(Haarlem); 10. De Vos (Den Haag). Nieuwelingen: 1. Captein (Amsterdam); 2. Verhoef (Rotterdam); 3. Alblas
(Overschie); 4. Knegt (Rotterdam); 5. Jansen (Rotterdam). ROTTERDAM.WITTE
DORP (12 september).1953 Nieuwelingen: 1. R. Stout, 2. J. Knegt, 3. E. Marelisse, |