JAARGANG 1954 WEDSTRIJDEN R |
RAAMSDONKSVEER.(7
juni).1954 PIET MAAS WON RONDE VAN
RAAMSDONKSVEER. De circa 10.000.
bezoekers, die zich op 2e Pinksterdag rond het parcours van de 7e Ronde van
Raamsdonksveer hadden verzameld, zullen daar geen spijt van gehad hebben.
Zij hebben kunnen genieten van een spannende wedstrijd, met vele uitlooppogingen
waarin Van Grinsven het leeuwenaandeel had en daarvoor dan ook zeer terecht
beloond werd met de prestatieprijs. Voorts zagen wij in de voorste gelederen
De Jongh, Jacobs, v. d. Berg en Geluk, die weer in vorm schijnt te komen. Amateurs: 1. P. Maas (Pindorp), Nieuwelingen: 1.G. Jacobs uit Rotterdam in 1 uur en 4 sec.; Adspiranten: REUSEL.(27
juni).1954 Amateurs: 1. Willie van de Waterlaat, 2. Thijs Roks, 3. Frans Braat, Nieuwelingen: 1. Jo van Ham, 3. J. van de Heijden, RIJSBERGEN Amateurs: 1. Jac Looijen, Nieuwelingen: 1. Piet Hanegraaf, 2. Jo de Roo, 3. Antoon van Steen, RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER.(5 mei).1954 WIM SNIJDERS WON RONDE VAN DE
HAARLEMMERMEER De Ronde van de
Haarlemmermeer, die op Bevrijdingsdag (5 Mei) door de Halfwegse Sport Club
„De Bataaf " werd gehouden, is er een van het zwaarste soort geweest.
Door het verbod om met derailleur te rijden en de krachtige wind - die
ongenadig over de polder blies en het stille water van de Ringvaart tot echte
golven opzwiepte - bleven alleen de allersterksten overeind in het gevecht
met de “windgoden" en de 168 slopende kilometers die afgelegd moesten
worden. Deze zware ronde - die niet voor een klassieker hoeft onder te doen
en zeker een herhaling verdient - leverde een “herboren" en nu eens
niet door pech achtervolgde Wim Snijders als winnaar op. Samen met zijn
clubgenoten Jan Buis en Mik Snijder, de Amsterdammer Nico de Clerk, de
Beverwijker Jan Hofland en Mie Stolker uit Zuilen, behoorde hij tot de hoofdrolvertolkers
van de wedstrijd. Ondanks de
twintig frame eindprijzen - waaronder een complete racefiets als hoofdprijs
- die beschikbaar waren gesteld, ontbraken er vele bekende namen op de
deelnemerslijst. Een beetje meer propaganda van “Bataaf" zij de voor
deze belangrijke wedstrijd en meer inschikkelijkheid van de renners met het
vragen om startvergoeding, hadden deze lijst heel wat selecter kunnen doen
zijn. Van de 83 renners die nu vertrokken, stond de helft na de eerste ronde
van Wedstrijdverloop, Na ongeveer
dertig kilometer deed de sterke wind -die het tempo deed varieren van dertig
tot over de vijftig kilometer - haar invloed gelden en werd in de buurt van
de Nieuwe Wetering, het peloton uiteen geslagen. Twaalf man, t.w. de jonge
Amsterdammer De Clerk, de Beverwijkers Jan Hofland en Ab Geldermans, Meier
uit 's-Graveland, de Overijselse kampioen Mart v. d. Heuvel, de Halfweggers Wim
Snijdem Jan Buis, Mik Snijder, Cees Jansen en Tommy Luikx, de Arnhemmer
Blaauw en Mie Stolker uit Zuilen, werkten zich op het voorplan en vormden een
kopgroep, die het verbrokkelde peloton geen kans meer gaf pm bij te komen. Ondanks verwoede
pogingen van het tweede groepje met onder meer de Amsterdammers Olivier en
Schild, Verseveld (Aalsmeer), De Wolf (Zwolle), Zondag (Delfzijl) en de
Arnemmer Timmermans in de gelederen, om bij de koplopers te komen, werd de
afstand tussen beide groepen steeds groter. Bij de eerste doortocht van
Halfweg ( Ook het tweede
groepje - waar Luikx zich in Badhoevedorp ( Geen der
koplopers had in de laatste fase van de strijd nog een uitlooppoging
ondernomen en toen een ieder zich al met een eindspurt verzoende, maakte Buis
Amateurs: 1. Wim Snijders (Zwanenburg), RONDE VAN
DRENTHE.(7 juli).1954 Piet van
Dungen won de Ronde van Dren-te De jeugdige
Brabander Piet van Dungen had het in de vierde Ronde van Drente allemaal. Hij
had het paar ogen om rustig een koers te bekijken en geen dingen te doen, die
op een bepaald ogenblik ongewenst waren te doen. Hij bezat de hardheid om
elke stoot op te vangen, die de “knokkers" uit deze wedstrijd, de
Alkmaarder Jan Rol, de Hagenaar Van der Putten of de Utrechtenaar Gijs Pauw,
met kwistige hand uitdeelden. En bovenal had hij de snelheid om op het
laatste rechte eind door het Asser Bos, toen elf renners de wedstrijd
beslisten in een pure sprint, zich met enkele pedaaltrappen van de anderen
los te maken en met een ruime voorsprong als eerste over de eindstreep te
flitsen. Die eindsprint
was werkelijk magistraal. Hij bevestigde de vermoedens, die al in de
volgwagens waren gerezen, toen deze zich nog midden in de hevigste slag van
de koers bevonden. Want, hoewel het in deze slag anderen waren, die de
grootste aandacht opeisten, moest het oog van de kenner toch wel getrokken
worden door de rappe pedaalslag van de blonde Tilburger. Die vierde Ronde
van Drente had overigens een markwaardig verloop. Lange tijden was de koers
zo “dood als een pier". Er waren ogenblikken, waarop de karavaan in
alle rust door het Drentse land toerde, maar op de meest onverwachte
ogenblikken laaide de strijd toch weer in alle hevigheid op. Het was
duidelijk, dat in dit sterke veld de rivaliteit op veel plaatsen om het
hoekje loerde. Dat maakte, dat ogenblikken van een geladen soort van
rondkruiperij en de heftigste explosies elkaar voortdurend afwisselden. Maar er was meer!
Er was bijvoorbeeld de rol, die het pechduiveltje vooral in bet begin van de
wedstrijd speelde.Nog maar nauwelijks waren de 66 renners met de hun
begeleidende karavaan van auto's van de Kolk in een reeds geheel in
T.T.-kleed gestoken Assen vertrokken, of bats, daar stond Piet Peters in een
stromende regen langs de kant. Op het T.T..-circuit nog wel, dat als het ware
noodt tot het ontwikkelen van grote snelheden. Wel, voor Peters was dat er
niet meer bij, want men zag hem na dit kettingdefect niet weer terug. Korte tijd later
stond een der Noordelijke favorieten, de Veendammer vechtjas Frans
Scheuneman, met een lekke band langs de weg. En weer even later overkwam Mik
Snijder (Halfweg), De Vries (Hoogkarspel), Piet Steenvoorden (Heemstede),
Theo Bulten (Zwolle), J. Post (Amstelveen) en Gerard Bakx (Amsterdam), de
winnaar van de derde Ronde van Drente, iets dergelijks. Sensatie genoeg
dus. Van de wedstrijd kon men dat op dit ogenblik echter nog niet zeggen,
maar het was ook nog te vroeg. Wel waren er wat lichte schermutselingen aan
de kop, maar die hadden nog geen enkele betekenis. Achter Westerbork
kwam er pas wat leven in de brouwerij. Een aantal kopstukken in het peloton
zette er flink de sokken in. Pal tegen de wind in, op een open weg, werd een
felle jacht ontketend, die al spoedig de eerste slachtoffers eiste. Naar adem
snakkend vielen er velen in de achterhoede terug. Maar daar bleef het
voorlopig weer bij. Bij de eerste doorkomst van Assen, waar het weer regende,
kwam een der beigeleidende Rijkspolitiemensen met zijn motor in een bocht te vallen
en de Amsterdamse renner De Vries tuimelde over hem heen. Nog geen De rust keerde
weer en in gesloten peloton werden Annen, Zuidlaren genomen. Matty v. d.
Heuvel kreeg moeilijkheden met zijn ketting, maar voorzag zich van een ander
wiel. Dat kostte hem na afloop diskwalificatie van de veertiende plaats,
waarop hij de eindstreep overschreed. De sterke Kayer uit Hoorn werd in Loon
door een lekke band uitgeschakeld. Assen werd voor
de tweede maal „genomen", nu met een kopgroep van 32 renners, die dank
zij vooral de voortdurende activiteit van Jan Rol geen gelegenheid kreeg in
te sluimeren. En pas na de ravitaillering aan de Smildervaart begon het in
dit hoofdpeloton geducht te rommelen. Van de
Smildervaart boog de karavaan in de richting Norg af. En hier op een geheel
open weg, waarop de wind de renners tegemoet bolderde, wierpen de groten zich
voor het eerst met geweld in de slag. In een ogenblik dansten alle ruggen
verwoed boven de wielen en het duurde niet lang of er vielen gapende gaten. Tot hen, die hier
moesten lossen, behoorden v. d. Brug (Amersfoort), Arend van 't Hof
(Sassenheim), Schipper (Amsterdam), Talens (Hoogeveen), Aafjes (Wormerveer),
Van Sas (Den Haag), Blauw (Arnhem), Fok (Hoorn), Voorend (Bodegraven),
Vermast {Assendelft), De Reuver (Oss) en Hoving (Hoogkerk). Een kopgroep van
17 man bleef over, waaruit een tijdje later ook nog Piet Waaijboer wegzakte.
Hier viel het voor het eerst op, hoe „bekeken" Piet van Dungen zijn
koers reed. Hij volgde de voorpostengevechten van al die strijdbaren als
Gijs Pauw, Wim Snijders en vooral Jan Rol en Van der Putten, vol
belangstelling. Maar hij hield zich er buiten. En loslaten was er niet bij!
Pas tegen het einde mengde Van Dungen zich daadwerkelijk in de slag. Op een moment,
dat weer de in de slotfase van de strijd onuitputtelijke Van der Putten zijn
rug kromde en met heftige rukken aan het stuur een gat trapte tussen zichzelf
en het peloton, kwam in sierlijke vlucht ook Piet van Dungen naar voren
gestoven. Samen met Jan Mehagnoul, die nog juist op tijd bij de vliegende
Brabander had kunnen aanhaken. De beslissende slag was nu in alle hevigheid
ontbrand. Van der Putten, Van Dungen en Mehagnoul kwamen niet weg, al snelden
zij geruime tijd met een kleine voorsprong in de richting van Assen. Maar
deze jacht velde tenslotte opnieuw enkele renners, die sterk genoeg mochten
worden geacht om in Assen voor een verrassing te zorgen. Dat waren Piet
Degeling (Venhuizen),, Den Ouden (Noordeloos), Matty v. d. Heuvel, Roelofs
(Arnhem) en Budde (Zutphen). Elf renners
bleven er over voor het pure snelheidsgevecht in het Asser Bos: Van der
Putten, Van Dungen, Mehagnoul, Pauw, Stolker, Jan Rol, Wim Snijders, Schild,
v. d. Broek, Blauw en Coen Zondag. Een van deze elf zou de uitverkorene zijn.
Maar wie? Piet van Dungen
liet over die vraag niet lang twijfel bestaan. Hij zette de spurt vroeg in.
Met enkele vlijmende pedaaltrappen maakte hij zich van zijn belagers los. En
in onbeteugelde vlucht zeilde hij ver voor de anderen uit als eerste over de
eindstreep. De uitslag van
deze door de Asser wielervereniging Excelsior en de Middenstandsvereniging
Assen georganiseerde Ronde was: Amateurs:1. P. van Dungen (Tilburg), RONDE VAN
GRONINGEN.(3 juli).1954 Ronde van
Groningen voor WOUT BOS De Ronde van
Groningen is een Ronde van pijn geweest. Pijn voor de organisatoren, pijn
voor de renners, althans voor enige van hen die wel zeer hard door de vuist
van fatum worden geraakt. Want het noodlot heeft nogal rake klappen uitgedeeld
aan goede kanshebbers in deze Ronde. De organisatoren
hebben echter ook hun portie gehad. Met veel moeite waren zij er in geslaagd
om de Ronde startklaar te maken. Veel steun van industrie of van andere zijde
hebben zij niet genoten en als niet ten elfder ure gerekend had kunnen worden
op de steun van de Noordelijke Wieler Vereniging, onder leiding van haar
eminente voorzitter de heer Dolf van den Velde, dan had het misschien kunnen
zijn, dat de inschrijvers hadden kunnen thuisblijven. Deze Ronde van
Groningen heeft groot nut afgeworpen. De critieke momenten, die de organisatrice,
het Ronde-comite Groningen heeft beleefd, hebben er toe geleid dat de heren
Heinis, v. d. Velde en Nankman samen zijn gaan werken om deze Ronde mogelijk
te maken. Dit is wel de grootste winst geweest. En al mogen er nu zijn, die
met “bloedend hart" die samenwerking aanschouwen, vergeten mag toch
niet worden, dat in het bijzonder voor het Noorden geldt, dat eendracht macht
maakt. Vanzelfsprekend zijn nog niet alle wonden geheeld, althans bij een
zeker gedeelte der “patienten" niet. Deze laatsten kunnen er zich van
verzekerd houden, dat ook zij eenmaal genezen en wel - en zonder littekens -
binnen de kring van welwillende wielersportliefhebbers zullen wederkeren. Wat de wedstrijd
zelf betreft zullen wij deze niet op de voet volgen. Wanneer wij een
einduitslag hadden mogen bepalen naar door de renners geleverde prestaties,
dan zou deze er als volgt uit zien: 1. met eervolle vermelding D. de Ruiter,
Beverwijk; 2. W. Bos, Greup; Deze De Ruiter,
een felle Beverwijkse terrier, heeft ons plastisch gedemonstreerd, wat de
rennerstermen “afzien" en “rijden totdat je hardstikke dood was"
betekenen. Later hebben wij De Ruiter zien liggen, huilende als een kind,
ontroostbaar, weeklagend over de slag, die juist hem getroffen had. Zij, die
ons kunnen, weten wel, dat wij niet zo erg weekhartig van aard zijn. Daarvoor
hebben wij in de veertig jaar die wij in de wielersport hebben meegemaakt,
teveel ondervonden. Maar in, dit geval van De Ruiter werd ook ons hart
geraakt. Wij voelden diep mee met deze jongen, die zo, in zijn
sport opgaat, dat deze teigenslag voor hem schier ondraagbaar werd. Een ander
drama, minder groot van indruk voor ons gevoel, voltrok zich aan Van
Houwelingen nadat De Ruiter van zijn fiets moest. Halverwege, of feitelijk na
goed En zoals het
meestal bij renners met een goede zit op de fiets en prima rijstijl gaat,
niets wees er zo, op het oog op, dat' Van Houwelingen bezig was ineen te
storten. Maar net zo, sierlijk als hij de strijd mee aan de kop
had gevoerd, zo sierlijk ging hij ook ten onder. Slechts een onderdeel van
een seconde wipte hij even van zijn zadel op, maar toen hij weer zijn
oorspronkelijke zit had aangenomen, was het met hem gebeurd. Volkomen met
hem gebeurd. Voor hem uit, met onoverbrugbare meters voorsprong, reed Wout
Bos. Het veld achter de koplopers bleek niet te hebben stil gezeten. Met
grote snelheid stormde het op koploper Bos af. Maar deze, het gevaar inziende,
zwoegde zich naar het Stadspark te Groningen toe en wist zegevierend over de
eindstreep te komen toen de hem achtervolgende, groep de sintelbaan kwam
oprijden. Een incident ontstond nog toen de grote groep de baan opkwam. Door
het ontbreken van een goede aanduiding reden verschillende renners de
verkeerde kant van de baan op. Coen Zondag, die een gerede. kans op de tweede
plaats had, werd hier, met anderen, de dupe van. De totaaluitslag van deze
wedstrijd was als volgt: Amateurs:1. Wout Bos (Greup), tijd over BRON:PIETER M.
KORF. RONDE VAN
HET IJSSELMEER.(19 juni t/m 20 juni).1954 WIES VAN DONGEN oppermachtig in Ronde
van IJsselmeer Twee dagen zijn
we weer met de Ronde van het IJssehneer, die pracht van een klassieker voor
amateurs, op stap geweest. Door Noord-Holland en Friesland en Drente, door
Overijssel, Gelderland en Utrecht. Om het maar meteen
te zeggen: er zijn zeker wel eens verbetener gevechten geweest in voorgaande
IJsselmeer-ronden dan die van Zaterdag en Zondag. Er waren, vooral in de
eerste en langste etappe van de hoofdstad naar Meppel over 235 kilometer,
nogal wat monotone fasen en soms werd er, ook door de „grote jongens",
aardig gelummeld. Maar denk nu in hemelsnaam niet, dat deze zevende
IJsselmeer-uitgave, opnieuw door de A.S.C. De Germaan op perfecte wijze
georganiseerd, louter een afvalwedstrijd is geweest zonder meer, een tamme
wegcourse zonder veel inhoud dus. Zo was het zeker niet. Er waren momenten,
dat geweldige slagregens en hevige rukwinden de routiers om de vastberaden
koppen gierden; er hadden soms jachten plaats, waarvan de vonken afspatten.
Maar bovenal werd er door menig renner een moed ten toon, gespreid, die de
bewondering opwekte van allen, die van dit gebeuren getuige waren. Een
wielergebeuren, dat de sterkste man na bijna elf uur fietsen de triomf
bracht: de West-Brabander Wies van Dongen, eerste voor de Noord-Hollander
Jan Hofland. De Amsterdammer
Kitsz had eens moeten weten, dat het bijna voltallige peloton, lachend en
schertsend door Purmerend ( Hoe het ook zij,
in de Midden-Beemster worstelde mr. Jochems uit Wassenaar in zijn eentje op
een halve kilometer achter het peloton, waaruit zes man, waren ontvlucht,
misschien wel met de gedachte, dat men met kousen en schoenen niet in de
hemel komt en dat men wat moet wagen om te slagen. Die zes durfals waren
Plasmeyer uit Voorhout, de Amsterdammers Bakx en Rijkers, de als gewoonlijk
strijdlustige Beverwijker De Ruiter, de favoriet van alle Hoornse
sportliefhebbers, Fok, die naar zijn streek ging, en de Utrechtenaar Pauw,
die, later in de middag, nijdig aan een lekke band zou staan plukken. Maar
inmiddels verloor het peloton langzaam maar zeker aan mankracht. Groen uit
Giethoorn, die met de Meppelse amateur Spijkerman het Noorden des lands
vertegenwoordigde, moest, toen er van voren even hard werd getrokken,
afhaken. Wat niet mag hinderen, want alle begin is moeilijk. Delvaux, uit de
stad van Arie van Vliet, had in Sijberkarspel ( Een favoriet uit
de strijd. Bakx, Plasmeyer,
De Ruiter, Fok, Pauw en Rijkers boorden maar door, ook toen zij op dik
driehonderd meter vijf jagers zagen
naderen: Koper, Douwes, Pafort, Wout Bas en Frits Rube, die, nog wat
uitgegroeid, een gevaarlijke klant kan worden in wegcoursen van betekenis.
En achter al deze op avontuur beluste mannen, joeg het peloton, waarin
vooral Piet de Bruin, Arie de Hoog, Tonny van Bockel, Adri Braspennincx en
Tonny Luykx zich dapper weerden. Zo werd Abbekerk bereikt en Lambertshaag
waar een van de grote favorieten, Henk van de Broek, die prachtige strijder
uit Breukelen, het achterwiel van Jean Mehagnoul raakte en lelijk ten val
kwam. Met als gevolg een gebroken wiel, veel schaaf-wonden en een illusie
minder ook in deze tweedaagse wegwedstrijd door zes onzer mooiste provincies
een goede beurt te maken. In de Middelmeer
begon het feest pas goed. Donkere wolken hadden zich al een heel tijdje
samengepakt totdat, ineens, de hemel als 't ware uiteen scheurde en de hele
streek onder water zette. Het zoo goed zijn
als de mensen eens konden meemaken wat wij als volgers van deze wedstrijd
hebben gezien. Dit was wegrennen in optima forma. Beestenweer. Tropische
regens met een vrijharde Zuidwestenwind, striemden en geselden de renners.
Wij maken geen onderscheid voor welke deelnemer ook, omdat zij, stuk voor
stuk, dit noodweer manmoedig trotseerden. Dit kweekt karakter waarvan zij
later, in hun verdere leven, de vruchten kunnen plukken: En het is niet om
een of ander, maar het zou heus niet kwaad zijn als andere sportslui in
Nederland dat eens met eigen ogen hadden kunnen aanschouwen. Mensen, die zo
gauw, het bijltje er bij neerleggen of die hun mond vol hebben als een
voetbalwedstrijd eens voor een keertje met een half uurtje wordt verlengd. Wat te denken van
renners, van amateurs nota bene, die bij dit verschrikkelijke weer een lekke
band kregen of een onwillige derailleur, afstapten, repareerden, en, of er
niets aan de hand was, de tocht vervolgden. De wegrensport is met de
bokssport wel de zwaarste die er is. Daarnaast een van de meest heroische,
romantische en tot de verbeelding van het publiek sprekende. Daarom nogmaals,
zonder namen te noemen, hulde aan deze jonge, dappere kerels. , Op de
Afsluitdijk. Door de geweldige
slagregens hebben wij op de Afsluitdijk een gedeelte van de course niet zo
goed kunnen volgen als wij wel hadden gewild. Jan Willemsen had van het
peloton moeten afhaken - voor de zoveelste maal in een klassieker
slachtoffer van een tube zonder lucht; Plasmeyer stond met malheur langs de
kant van de weg evenals Janissen, Mies Stolker en Looyen. De jonge
talentvolle, Brabander Jaak Looyen, die wij
in onze voorbeschouwing van de Ronde van het
Wsselmeer al warm hadden aanbevolen aan de Sportcommissie van de K.N.W.U.,
de blonde kerel uit Steenbergen, heeft Zaterdag misschien wel de wedstrijd
van zijn leven gereden. Kort nadat hij achter de stijlrijke en goed
marcherende Mehagnoul op de tweede premiespurt-prijs beslag had gelegd,
kreeg hij, in stromende regen, derailleurbreuk. Met de rust van de man die
zeker van zichzelf is, bracht Jaak Looyen de ketting weer in het goede spoor,
sprong weer op de fiets, joeg in hoog tempo zijn makkers aehterna en had ze
spoedig weer te pakken. Maar nauwelijks aansluiting, of weer toonde de
ketting kuren en toen de West-Brabander wat later ten val kwam en er ook nog
een lekke voorband bij kreeg, dachten wij dat Looyen de Ronde van het
IJsselmeer de Ronde van het IJsselmeer zou laten. Maar zo was het niet.
“Harde schokken leren wel", moet blonde Jaak op dat ogenblik hebben
gedacht, toen hij, na gerepareerd te hebben, de strijd vervolgde. Hij liep
heel wat,,gelosten" in, kreeg een mannetje of vijf aan zijn wiel mee,
duwde wat harder op de pedalen, voelde zich plots als het vogeltje in de
wijde wereld, en nestelde zich met opgeruimd gezicht opnieuw in de kopgroep,
welk kunststukje ook Jan Hofland - een brok energie - volbracht. Want de
nogal lichtgeraakte Beverwijker had eveneens achterstand opgelopen door
bandbreuk. Waren al degenen,
die het helemaal niet riskant hadden gevonden zo, vroeg op- avontuur uit te
gaan, allang weer achterhaald, in Bolsward, na bijna De Haarlemmer
Tonny Peters, die meer waard is dan zijn uitslagen doorgaans doen vermoeden,
wist van broer Gerard al dat de gebraden lijsters iemand niet in de mond
vliegen. En dus sprong hij, met gebrilde Loot Stoete aan het wiel, weer eens
naar voren. De demarranten behielden weliswaar hun voorsprong (ruim Tussen Dronrijp
en Leeuwarden, waar eerst de Amsterdammer Rijkers en wat later de Arnhemmer
Timmermans een „bandje" kreeg, waagden, kort voor de verzorgingspost, de
Zandvoorter Koper en de Bredanaar De Vree een “uitlooppoging". 't Was
helemaal niet gek bekeken, maar het blijft altijd gevaarlijk, ook voor de
makkers in de groep, als de renner zijn (verse) etenszak -- beide handen van
het stuur - om zijn schouders wil doen. Koper maakte er een schuiver door en
kan er nu van meepraten. Neen, dan De Ridder, wiens rugnummer maar
gedeeltelijk te ontwaren was. Toen een van de juryleden de jonge amateur uit
Den Helder vanuit de volgwagen naar diens nummer vroeg, kreeg hij het net
onvermakelijke antwoord, dat hij, de renner, wel wat anders aan zijn hoofd
had. Gelijk had De Ridder, want op dat ogenblik “hing" hij met enkele
andere doorzetters op een kleine tweehonderd meter achter het peloton. Rake klappen. Na de Friesche
hoofdstad zijn er rake klappen uitgedeeld, al kon menig knappe wielerridder
daar niet aan meedoen. Zo had Sonnemans een lekke band evenals Van de Brand,
Braspennincx, Troost, Piet Peters, Bredius (die geen sleutel bij zich had
nota bene), Lute, Wim Snijders, die heel verstandig demarreerde en nog enkele
honderd meters “pakte" voor de tube helemaal leeg was; Teysse, Rijkers,
Krijn Post, die trouwens niet goed reed, en Bakx. Was het niet begrijpelijk,
dat een jonge man als Gerard Bakx de waterlanders rijkelijk liet lopen na
zijn tweede handbreuk? En dan moet je lekker marcheren terwijl het einde van
de course in zicht is. Wies van Dongen,
een van de grote gangmakers in deze eerste etappe naar de Drentse hoofdstad,
liet zich zo'n twintig kilometer voor Meppel op zijn best zien. Met veel,
weliswaar niet allemaal gelukkige Route de France-kilometers in de gespierde
benen, sloeg de vrolijke Brabander zijn slag. Hij sloeg zelfs zo hard toe,
dat zijn makkers in de kopgroep, om met Arie de Hoog te spreken, “blij waren
dat ie weg was". In Havelte met nog acht kilometer voor de boeg, joeg de
Bredanaar met grote snelheid over de smalle, landelijke wegen; onder de rook
van Meppel verspeelde hij nog een dikke minuut doordat een openstaande brug
hem tot stoppen dwong - maar verder stond niets de prachtige triomf van Wies
van Dongen meer in de weg. Van Meppel naar,
Amsterdam. De tweede etappe,
van Meppel naar Amsterdam, begon kalmpjes aan. Met een man of dertig minder
dan in de eerste rit. Zonder Krijn Post, die verkouden was, en zonder nog een
renner, die door de jury uit de wedstrijd was genomen omdat hij zou hebben
„gestayerd", al ontkende hij dit tegenover ons pertinent. Gelukkig was
dit het enige zwarte vlekje, zijn ons geen andere gevallen bekend. We voelen
gerust met het lief en leed van onze renners mee, maar als er bij zijn die
een prijs willen veroveren op een slinkse manier, dan hopen we van harte, dat
deze parasieten zo snel mogelijk uit de wielerwereld worden verbannen.
Belgie gaf al in zoverre het goede voorbeeld, dat het de professional Karel
Borgmans, die in de Ronde van Frankrijk-ploeg was opgenomen, voor zes maanden
schorste omdat hij zich in een wedstrijd aan een motor had vastgehouden. Wat nu die tweede
etappe betreft, de Arnhemmer Blauw en de Hagenaar Kooyman - onder zijn
collega's bekend als „Slimme Pietje" - hadden na wat luttele kilometers
al enige „speldeprikken" uitgedeeld, die echter niet hard .genoeg aankwamen.
De uitlooppoging van Olivier, Stoete, Van Bockel, Moolenijzer en Rijkers was
van betere makelij, al leverde deze uiteindelijk evenmin terreinwinst op. Het
wachten was op het zeer slechte wegdek tussen Vierhouten en Ermelo. Daar, te
midden van donkere dennebossen, zou het hele peloton wel uit elkaar worden
gerafeld. De Rotterdammer Knegt, Meier uit 's-Graveland en de Amsterdammer
Stoete hadden voor het „slagveld" al achterstand opgelopen doordat -een
van hun tuben weer eens knalde. (Loot Stoete had zijn weg kunnen vervolgen op
de fiets van clubgenoot Pafort), en verder waren er, voor wie het tempo te
hoog lag. Maar als de bonte meute eenmaal in het bos zou zijn, eenmaal met de
smalle, oneffen wegen vol zand en steenslag zou kennis maken, ia, dan. ... Er gebeurde
letterlijk niets tussen Vierhouten (waar u gerust uw vacantie kunt
doorbrengen) en Ermelo. Toen Tonny Peters met de Zuilenaar Stolker met inzet
van al hun krachten het gevecht de nodige kleur wilder geven en met driekwart
minuut voorsprong op winst uitgingen, toen kreeg Stolker weer een
„bandje" en boerde hij te midden van hoog oplaaiende stofwolken, meer
achteruit dan vooruit. Tien minuten later viel Gerard Bakx en trok in zijn
val Mik Snijder, De Ruiter, Piet van Os, Koper en Harry Moolenijzer mee.
Eeuwige pechvogel Snijder kon door een defecte fiets niet meer verder; de
jonge Moolenijzer, die zeker niet van talenten ontbloot is - hij is wat te
smal van borst en moet de komende winter aan gymnastiek doen, wilt zijn
achterstand echter knapjes weg te werken. Ook Bakx kwam na een mooie jacht
weer bij. Zelfs was hij een van de eersten, die Piet Steenvoorde bij diens
demarrage (na rond de honderd kilometer) vermocht te volgen. Met Roel
Schipper - een jong en fris coureurtje, Cees Jansen en Tonny Luykx. Deze vijf
op winst beluste mannen hadden in Hoevelaken ( Maar Wies van
Dongen, de glorieuze winnaar van de eerste etappe, voelde dat de eindzege in
gevaar kwam. Hij was de slotaanval begonnen. Met goede partners als Versluis
en Braspennincx, Verhoeven, Van Bockel, Van Steenselen en de niet minder
prachtig rijdende Hofland, onlangs zegevierend in de Adht van Bolsward en nu
tuk op minstens de tweede plaats. Wel gaf de piepjonge Cees Jansen - wat
brengt De Bataaf uit Halfweg weer veel nieuwe en goede krachten op de wielermarkt
- zich nog niet gewonnen. Hij, die enkele kilometers voordien nog dankbaar in
de rug werd geduwd door zijn niet minder beloftevolle cluggenoot Roel
Schipper, zag zich echter in een van de smalle lanen, waar zeer veel
kijklustigen zich hadden opgesteld, gepasseerd. Eerst door Braspennincx, die
winnaar zou worden van deze tweede etappe, en Verhoeven, die samen met „Den
Bras" de Witte kalklijn passeerde, en tenslotte nog door Hofland
(spurtwinnaar van de groep), Van Dongen (eindoverwinnaar) en Van Steenselen,
ook al een van de uitblinkers in een wielerronde, die het weer best heeft gedaan.
Dank zij het prachtige werk van de eminente voorzitter van De Germaan, Joop
Sibeijn, de uitstekende secretaris Jaap Witteveen en de volijverige Gerrit
Boelenkamp, de man met de rode vlag. En wat ons allang op het hart ligt: een
eresaluut aan de mannen van de Rijksmotorpolitie, die deze zevende Ronde van
het IJsselmeer door een voortreffelijke opvatting van hun moeilijke taak, de
wegrensport in Nederland opnieuw een zeer grote dienst bewezen. le etappe,
Amsterdam-Meppel, 235 km: 1. W. van Dongen, 5 uur 57
min. 54 sec.; 2. J. Hofland, 5.58.57; 3. W. Rusman,, z.t.; 4. P. Kooyman,
z.t.; 2e etappe,
Meppel-Amsterdam, -170 km: Algemeen
klassement: 1. W. van Dongen 2. J. Hofland 5. P. Steenvoorde 8. P. de Bruin 9. P. Kooyman 10. W. Rusman 11. W. Verhoeven 13. W. Snijders 16. T. Peters 18. B. de Vree 19. P. Vermast 20. J. Looyen 21. N. Ballangee 23. d. Barlage 24. J. Corbran BRON:EVERT VAN
MOKUM. RONDE VAN
LIMBURG.(13 juni).1954 MART van de BORGH wint de zware Ronde
van Limburg Metgezel Leo Stevens sneuvelde
door een fatale bandbreuk Over de gladde
wegen tussen-Meerssen en Beek ijlde - aangemoedigd door
tienduizenden - een jonge kerel in de richting van de Adsteeg. Hoog bleef
zijn tempo. Van een inzinking of iets in die trant. was nimmer iets te
bespeuren. Met welgevallen bekeken de volgers de rustige en soepele cadans
van deze knaap, die straks - indien hij van brute tegenslag verschoond bleef
- als glorieuze triomfator van een zware en boeiende Ronde van Limburg de
wite streep op de top van Adsteeg zou passeren. Tijdens deze indrukwekkende
solo-vlucht speelde het woordje “pech" wellicht door zijn hoofd. Reed
zijn metgezel - de dappere Leo Stevens - niet zojuist in de straten van Meerssen een
tube aan flarden? Dit lot kon hem ook treffen en dan belandde hij temidden
van een lange sliert en kwam de naam van iemand anders in de headlines van
couranten en sportbladen terecht. Voort ging het. Hij deed er zomaar nog een
schepje op. Achter hem verkeerde het peloton al lang in een rumoerige bui.
Herhaaldelijk trachtte iemand zijn maten in de steek te laten, maar zulke
pogingen waren steevast ten doodde opgeschreven. Precies alsof de uitloper
aanvoelde wat zijn belagers probeerden ten uitvoer te brengen, zo waren zijn
tegenzetten. Nog harder trapten de sterke benen op de pedalen. Van
“duwen" was evenwel geen sprake. Hij „draaide”, waaruit de klasse van
nummer een kon werden afgelezen: Daar daagde Beek op, nog eenmaal een toer
van elf kilometer en de zaak was gebakken. Topspanning op het circuit. Een
kiezeltje en .... Gelukkig werd de pret niet verstoord en even later reed
een dolgelukkige Mart v. d. Borgh als groot overwinnaar voorbij de jury-tent. Kwaliteiten op de
weegschaal. De ontknoping
werd traditiegetrouw ingezet in het heuvelland. De stijgingen en grintwegen
nabij Epen, Slenaken, Hoogcrutz en Mheer waren velen te machtig. Klappen
werden uitgedeeld, rake klappen waardoor het decor duidelijk werd gewijzigd.
Voordat het zover was, zongen verschillende Zweden een aardig liedje, maar
toen Henk v. d. Broek sollicitatiebrieven op tafel deponeerde, kwam het
antwoord van Limburgse kant. Mart v. d. Borgh, Leo Stevens en Flor v. d.
Weijden deden met een klinkende wip de achterstand teniet. In de klims konden
v. d. Broek en v. d. Weijden het gehalte van de twee gezellen niet halen en
juist toen v. d. Borgh en Stevens het voornemen kenbaar maakten om afscheid
van de twee anderen te nemen, reed v. d. Broek ook nog een bandje aan
diggelen. Flor v. d. Weijden. had geen antwoord klaar en dus reisden v. d.
Borgh en Stevens gezamenlijk verder. De weg was nog ver. Moeilijkheden
daagden op. De tegenstanders gaven zich niet zomaar gewonnen. Zij klemden de
kaken energiek op elkaar. Maar v. d. Borgh en Stevens bijbenen vermochten
zij niet. In Mheer gingen
de twee vluchtelingen met bijna een minuut winst op kop. Het veld lag
inmiddels in brokken en stukken. door elkaar. Van 't Hof, Bertus Lute, Van
Grinsven, Steenvoorde (mannen die het liedje toch zeer behoorlijk kunnen
zingen) zaten in de achterhoede. Vlak in de buurt hiervan huisden ook de
Zweed Bengtsson, Schoen, Van Bockel, Snijder en Meier. Een eind vooruit
dartelde het peloton voort, naarstig op zoek naar de uitlopers. De wind deed
een duit in het zakje, de afstand sprak een woordje mee. Stevens en v. d.
Borgh trokken zich van al deze factoren niets aan en gezamenlijk - prachtig
combinerend - ging het door Gronsveld, Heer, Maastricht. In Meerssen maakte
Leo Stevens een der vervelendste voorvallen uit zijn loopbaan mee. Een
magnifieke uitslag leek vrij zeker. De jongste van het bekende broederpaar
stond plots aan de kant van de weg. Een lekke tube betekende het einde.
Stevens probeerde het bandje zo snel mogelijk te vervangen. Dit verliep niet
naar wens en daar stoof de groep al voorbij. Overweg deed duit
in het zakje. De overweg tussen
Linne en Echt speelde eveneens een rol. Een voor velen allesbehalve
plezierige rol, wel te verstaan. Voordat deze overweg opdaagde was al van
alles te beleven. De Duitser Horst Bakat sukkelde al kort na het vertrek op
het Vrijthof met een levensgrote inzinking. Hij kwam “terug", om na
enkele tientallen kilometers weer te verpozen. In Bunde ( Inmiddels sloegen
diverse durvers op de vlucht: Gerard Keulers, Jan Willemsen (deze viel weer
terug), Coone, Van Grinsven. Het was nog vroeg, maar leven in de brouwerij
brengen verdient altijd een pluimpje. Een nieuw groepje zette de achtervolging
in en kwam dicht achter, de uitlopers te liggen. En toen kwam het
„drama" bij genoemde overweg. Om 2.27 en om 2.31 moesten aldaar treinen
passeren. Dat werd critiek. De trein van 2.27 was al voorbij. Een paar
honderd meter voor dit obstakel kwamen de twee groepjes tezamen. En enkele
seconden later gingen de bomen weer neer. De bijna 2 minuten winst van
Balder, Blaauw, Bloetjes, Schoen; Steenvoorde, Keulers, Stolker, Coone,
Sichtermann, Ehlen, v. d. Waterlaat, v. d. Brand, De Vree en Van Grinsven
behoorden bruut tot het verleden. Tussen Pey en de
Zelfkant werden heel wat pechgevallen (en ook inzinking.en) geregistreerd.
Roovers kreeg een tik en kon het verlies goedmaken; Coone reed een band aan
flarden, herstelde in recordtijd en zat dra in de ,groep, de Belg-Donneux
„loste" en bracht de balans in evenwicht;ToonNysten kreeg last met zijn
derailleur; Keulers viel „plat"; Tony Peters maakte dit laatste voorval
eveneens mee. En zo passeerden Liebelt (Duitsland), Sjogvist (Zweden),
Braspenninx en v. d. Waterlaat met 35 sec. voorsprong Sittard. Zo ging het
verder. Lekke tubes waren schering en inslag. Het kaf werd langzaam van het
koren gescheiden. Na de Cauberg kwam het moeilijkste gedeelte. Genoemde
“col" werd het eerst door Bergmans (Aalst) bereikt, maar de 30 seconden
waren van geen invloed. Na deze stijging kwam Steenbakkers met een lekke band
te zitten, Van Duppen kwam in het gedrang, welk lot velen was beschoren en
brak Krijn Post zijn zadel. Tussen Cauberg en Simpelveld werden (St.
Jansbosch en Ravensbosch) de kwaliteiten nog eens op de weegschaal gelegd.
Velen werden te licht bevonden. De Ronde van Limburg bleek voor
„zwakkeren" geen geschikt werkterrein. Henk v. d. Broek waagde een
kansje, juist op het moment dat de goed voor de dag komende Jacq. Nieskens een
nieuw bandje moest opleggen, een bezigheid welke hij even later noodgedwongen
nog eens moest herhalen. En na de episode
v. d. Broek viel de beslissing gelijk elders uitvoerig werd verhaald. Het is
niet doenlijk om alle ,gelosten" op te sommen. De Duitsers haalden het
noodzakelijke niveau niet, de Zweden waren geregeld in de voorste linies te
vinden, behalve Peterson en Daun. De beste troeven bleken uiteindelijk in het
bezit van Leo Stevens en Mart v. d. Borgh te zijn. Dit tweetal beheerste de
slotfase, dit duo had “inhoud"; Stevens sneuvelde, de ruim 19-jarige
Mart v. d. Borgh zegevierde glansrijk. Toen de winnaar
binnenkwam, werd hij door enthousiaste supporters gewoonweg van de sokken
gelopen, zo groot was de begrijpelijke geestdrift. Uit handen van de heer
Geurts - directeur van de Eroba-rijwielfabrieken - mocht v. d. Borgh een
piekfijn Eroba super-racekarretje in ontvangst nemen, waarna de voorzitter
van de T. en W. „Maastricht", de heer Corstjens, de Rizla-beker
overhandigde en meteen de verwachting uitsprak, dat Mart v. d. Borgh straks
te Solingen in de race om het wereldkampioenschap de Nederlandse kleuren
mocht verdedigen. Amateurs: 1. Mart v. d. Borgh (Koningsbosch), RONDE VAN
MIDDEN-BRABANT.(26 juni).1954 Ronde van Midden
Brabant voor Gijs Pauw Van de Pluym vestigde de
aandacht op zich Gijs Pauw, rond
als een gespannen boog op zijn fiets zittend, liet het al vrij vroeg in deze
Ronde van Midden-Brabant, die maar Het kleine
kopgroepje liep hard als het de beurt van de Utrechtenaar was om „over"
te nemen. Dat was een
slecht teken voor Tini Wolfs, die in zijn eigen streek o zo graag gewonnen
had. Want Pauw is in de spurt feller dan de minder explosieve Wolfs, die over
een berg macht beschikt, waar hij zelf niet overheen kan kijken. Hij was de
machtigste man van de course, maar in de eindspurt zou hij geen kans hebben. Het kwam precies
uit. Op het Waalwijkse Spoorbaancriterium won Pauw de spurt voor de
rustig-rijdende Lute, die zo stijlvol pedaleert, dat hij moeilijk te
doorgronden is. Brammetje Heeren, slim ventje, werd derde, nadat hij toch
een kwaad moment had beleefd. Wolfs, die de spurt had ingezet, kwam pas op de
vierde plaats. Er waren er nog
twee bij de kopgroep van zes, die uit de fine fleur van het veld voortgekomen
waren: Van den Brand uit Schijndel en Van de Pluym uit Dussen. De Schijndelse
Van den Brand kennen we. Voor ons was het al geen verrassing meer, dat hij
zich in de kop handhaafde. Het deed ons plezier, dat hij zelf voelde naar de
wel erg vroege vluchtelingen te moeten springen. Hij heeft dus course-gevoel
en ondernemingslust. Wie wel verraste? Dat was Van de Pluym uit Dussen. Geen
imponerende renner, maar- een jongen, die goed rijdt. Wij hebben hem geen
moment in moeilijkheden gezien. In de laatste kilometers probeerde deze
sprintloze nog zijn slag te slaan. Er was niemand die hem liet lopen. Maar
daaruit blijkt, dat hij zelfkennis bezit en dat hij zich niet laat
intimideren. Die Van de Pluym zullen we nog wel vaker tegenkomen. Dat waren dus de
zes mannen, die een hoofdrol vervulden in de course;.waarvoor de
heer Blom uit Waalwijk zich al enkele jaren zoveel moeite getroost. Hij heeft
de steun van de K.N.W.U. gekregen, die een deel van haar pupillen de raad
gaf, in Waalwijk aan de start te komen. Zij gaven er prompt gevolg aan.
Courseleider Jan Rengenhart had dus een lange karavaan in toom te houden. En
Theo van Aalst moest goed uit zijn ogen kijken
om als kamprechter volkomen op de hoogte to zijn.
Er deden zich echter geen problemen voor. Tenzij. die overweg in
Helvoirt waar weer alle groepen bij elkaar vielen. Dat is de tweede keer!
Volgend jaar, als dit obstakel weer gepasseerd wordt, gaan we net als in
Belgie timen. De groepen starten we dan opnieuw met tijdsverschil. Nietwaar?
Een ezel stoot zich nu eenmaal geen drie keer aan dezelfde steen. Nu waren
het Boelhouwers, Westdorp en Hamelink, die strop hadden. Zonder gesloten
overweg zouden zij de kopgroep goedendag gezegd hebben. Dat vertelden zij
tenminste. We hebben het niet gezien. De perslui konden het niet zien. Die
willen het volgend jaar dan ook een tikkeltje bewegingsvrijheid hebben. Aan
optocht-rijden hebben zij niets. Zij willen de course zien om er naar eigen
inzicht over te schrijven. Er is dus nog altijd-wat te verbeteren. T'och
zullen we op alle slakjes geen zout leggen. Het was bewonderenswaardig wat
men in Waalwijk met bescheiden middelen heeft gepresteerd. Er is veel werk
verzet. Honderden bochten werden met kalk aangetekend. Zeg, dat er in het
polderland bomen en beneden de Maas bochten in de wegen liggen. Het
kalkkarwei kostte 12 uren. Zelfs met een wagen als vervoermiddel. De wagens
van de heer Nijnatten hebben er hard voor moeten lopen. Die bochten
hebben in deze course door Midden.-Brabant ook beslissende betekenis. De
coureurs moeten weten, dat een kleine groep ze veel gemakkelijker neemt dan
een gesloten peloton. Door het snijden van de bochten rijdt men, met een paar
man, honderden meters gerichter. Dat was ook een der oorzaken waarom dat
kopgroepje niet achterhaald werd. Na enkele tientallen kilometers had zich
dit gevormd uit Bergmans, Heeren, Van den Broek, Van Loon, Hooymayers,
Peters, Pauw, Slits, Slingerland, Kivits enz. Het logge, moeilijk wendbare
peloton kon hen niet tot de orde roepen, hoe het zich ook weerde. Wolfs, Van
de Pluym en Lute, een kleine groep, sprongen er wel bij. En Van den Brand,
in gezelschap van Jacobs, haalde het eveneens. Na zestig tot
honderdtwintig~kilometer rijden waren ook de zwakkere broeders weer uit de
kopgroep verdwenen. Alleen de reeds genoemde zes bleven over. Intussen was ook
het peloton gedund en verbrokkeld. Gramser, Van der Weijden en Rutten hadden
in de eerste kilometers al op hun velling gereden. De groepjes waren al
jagend zo klein geworden, dat de bochtentechniek verbeterde en er achterstand
werd teruggenomen. In Helvoirt gooiden daarop de spoorbomen roet in het eten.
Volggroepje Boelhouwers, dat weer op de hielen gezeten werd door Van de
Borgh, Van Grinsven, Kersten, Verstraeten, Schoenmakers, Verhoeven, Marchant
en Wuijts, verloor alle voorsprong. Er zou zich zelfs een nieuw peloton
formeren, dat uit 25 renners bestond, waarbij ook Braspenninekx, Van den
Dungen, Van Dongen, Van Steenselen, Rusman, Pardoel, Van Laarhoven en
Hoefnagels te vinden waren. Toen na vijf minuten wachten de bomen geopend
werden, ontspon zich een nieuwe jacht, die ertoe leidde, dat een uur later in
Waspik, een kleine twintig kilometer voor de finish, weer Boelhouwers
ontsnapt was en nagejaagd werd door twee groepen, waarvan Van Steenselen met
een onwillige derailleur de laatste man was. In, de laatste fase stak Wies
van Dongen nog over Boelhouwers, die weer in gezelschap van Westdorp en
Hamelink de eindstreep zou passeren. De jagers, die
tenslotte harder reden dan de vluchtelingen, hadden dus geen succes. Ze
hadden het belang van de eerste uitlooppoging op dit bochtenparcours dus
schromelijk onderschat. BRON:FRITS VAN GRIENSVEN Amateurs: 1. Pauw, Utrecht, RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND.(7 juni).1954 RONDE VAN MIDDEN-NEDERLAND opnieuw een
succes! KRIJN POST
onweerstaanbaar in slotfase.Looyen 2e en De Groot 3e Laten we maar
meteen met de deur in huis vallen: de zevende Ronde van Midden-Nederland voor
amateurs - de wedstrijd met de mooiste erelijst van alle vaderlandse
klassiekers -, prachtig van opzet, glanzend van organisatie en met kerels aan
het roer, die enorm veel liefde tonen voor de wielersport, deze befaamd
geworden Pinkster-wegcourse door ideale streken van het land, heeft het weer
best gedaan! Ook al hebben wij gedurende hele stukken van het Bijna 250
amateur-wegrenners stonden Maandagmiddag klokke 12 op het Veemarkt-terrein
in de Domstad, toen de heer De Vries hen „losliet". Daaronder een Franse
ploeg van negen man, die zich uitstekend heeft geweerd; hetgeen uit de
uitslag blijkt. Maar geen Belgen: onze Zuiderburen hadden verstek laten gaan.
Jammer, want Midden-Nederland had de opvolgers van Lode Wouters en Rik van
Looy graag eens aan de slag gezien. Helaas begon de
wedstrijd voor heel wat deelnemers minder gunstig: na amper zevenduizend
meter fietsen - en het ging heus niet hard - ontstond een valpartij; die
meteen een man of vijftien uitschakelde. De onder zijn makkers graag getapte,
pursang liefhebber Acda was er weer eens bij betrokken. Hij was echter niet
de enige bij wie,de waterlanders over het bedroefde gezicht
liepen: wij hebben er velen met malheur langs de kant van de weg zien staan
en misschien was dit nog maar een kwart gedeelte van de talrijke pechvogels.
Wat moet er niet om zijn gegaan in het gemoed van de sterke Brabander Slits
uit Ossendrecht, die op Hemelvaartsdag in de Ronde van Noordwest-Nederland
ook al een platte tube had. Wielrennen is een verduiveld harde sport - we
vertellen gerust niets nieuws , maar op zo'n manier gaat de lol er toch af. Van de weg naar
de baan. Kreeg Slits,
ergens tussen Zeist en Woudenberg, als eerste een lekke band, Bredius
verspeelde zo'n Inmiddels waren
in de buurt van Driebergen vier renners uit het kleurrijke peloton ontvlucht
en zeilden in hoog tempo en met een voorsprong, van een kleine tweehonderd
meter op Oud-Leusden ( Het lijkt, zo op
het oog, een verhaal van louter tegenslag. Voor vele deelnemers aan deze
verre van gemakkelijke klassieker waren de primitieve wegen, met keislag en
leem bezaaid, daar tussen Wilnis en Woerden een te grote opgave; vele marcheerden
minder goed deze keer: een Snijders bijvoorbeeld en een Eelen, een Hamerlink,
Bakx en Mannaart. En onder hen die wel meekonden, noteerden we weer nieuwe
slachtoffers van een lege band of machinebreuk: Rol, Schipper, Vermast en
Henk van de Broek, die tot de grote kanshebbers behoorde. Luykx en Looyen
op stap. Maar het zwaar
gedecimeerde peloton, waaruit de Halfwegger Luykx en Looyen uit Steenbergen,
het stadje van, de oudwegkampioen Jan Maas, tussen Linschoten en Montfoort ( Prachtig
sluitstuk. Het sluitstuk van
de zevende wielerronde van Midden-Nederland, welke wielerevenement opnieuw
een weergaloos succes oogstte dank zij het prachtige werk van de heren
Ducaat, Cardol, Westbroek, Frans Blekemolen en vele, vele andere Volharding-mensen,
dat sluitstuk was een juweel. De plaatsjes Cothen (187 Ian) en Bunnik ( Krijn Post sloeg
toe. We zien het nog gebeuren. Rechts van zijn drie metgezellen sprong hij
naar voren, waagde hij, de minder snelle, zijn enige kans om de
internationale wegcourse voor amateurs op zijn naam te brengen. Daan de
Groot, links in derde positie tussen Looyen en Van der Dungen in, sprong in
schuine lijn naar hem toe. In schuine lijn in plaats van rechtuit en alleen
dat al kostte de Amsterdamse athleet, die sneller en klasrijker is dan de man
uit de Haarlemmermeer, enige meters. En juist in de hete slotfase telt iedere
meter dubbel. Daarin zit nu wel niet de nederlaag van Daan de Groot, maar van
invloed ishet wel geweest. . Geef Krijn Post
ook maar even de ruimte, geef hem tien fietslengten en je moet van goede
huize zijn om deze achterstand nog weg te werken. Tegen iemand in zo'n worm
is niet op te boksen," zei ons de jonge Brabander Looyen die, evenals
zijn provinciegenoot Van der Dungen, toch op een pracht van een course kan
terugzien. Post won Maandag deze Pinksterwedstrijd, die jammer genoeg werd
ontsierd door een valpartij op honderd meter van het stadion - Mik Snijder,
Lute, Rusman, Kooyman, Piet en Tonny Peters, Pauw en Frits Rabe werden er in
het peloton slachtoffers van - met een overmacht van een geboren routier. Hij
heeft ons enige tijd terug een briefje geschreven en gevraagd wat wij er van
dachten: of hij al dan niet beroepsrijder moest worden. Hij zelf had er veel
oren .naar. Welnu, voor de
Tour de France-ploeg, waarin sommigen hem maar moeten willen plaatsen, achten
wij hem nog niet rijp. Een jongen van nauwelijks 21 jaar moet nog uitgroeien,
zijn organismen moeten nog sluitend worden. En bovendien: kan Post wel
klimmen? Hij zal dat eerst eens dienen te bewijzen. Maar dat dit zo succesvol
lid van de Halfwegse wielerelub De Bataaf, die volgende week ook in staat is
zijn overwinning in de Ronde van het IJsselmeer te herhalen, alles bezit om een
onzer sterkste wegrenners te worden, dat staat voor ons als een paal boven
water. Amateurs: 1. Krijn Post (Nieuw Vennep), tijd 5 our 17 min. 52 sec.; 2. Looyen
(Steenbergen); 3. De Groot (Amsterdam); 4. Van Dungen (Tilburg); 5.
Vermeulin (Frankrijk); 6. Van Putten (Den Haag); 7. Joubert (Frankrijk); 8.
Van Bockel (Amsterdam); 9. Van 't Hof (Sassenheim); 10. Van de Brand
(Schijndel); 11. Den Ouden (Noordeloos); 12. Van Zummeren (Berghem); 13.
Andry (Frankrijk); 14. Tienstra (Halfweg); 15. Franken (Tilburg); 16. De
Clercq (Amsterdam); 17. Luykx (Halfweg); 18. Laarhoven (Tilburg); 19. Kersten
(Nijmegen); 20. De Korte (Utrecht); 21. Post (Vreeland); 22. Waaijboer
(Wormerveer); 23. Stoete (Amsterdam); 24. Lute ('s-Graveland); 25. Kopyman
(Den Haag); 26. Rusman (Haarlem); 27. Jansen (Halfweg); 28. Pauw (Utrecht);
29. J. Wuurman (Amsterdam); 30. Janissen (Amsterdam); Nieuwelingen: 1. Jan Rademakers, 2. Jan Groot, 3. Ben Teunisse RONDE VAN
NEDERLAND.(26 april t/m 2 mei).1954 Merkwaardig toch!
Terwijl de Ronde van Frankrijk dit jaar haar startpunt zal vinden in
Amsterdam, vertrekt de Ronde van Nederland voor het eerst niet uit de
hoofdstad. Groningen, die prachtige stad in het Noorden, was ditmaal punt van
uitgang en de Gronnigers hebben dat ten zeerste gewaardeerd. Wat een
belangstelling tijdens de start en ook tijdens de rit zelf. Overal mensen en
nag eens mensen. De eerste rit
kende overigens een vrij mat verloop. Na 50 kilometer ontsnapte pas de
eerste renner, de Limburger Henk Stevens, lid van de ploeg-Wagtmans. Maar
lang duurde dat toch niet, zeker niet zo lang als de demarrage van zijn ploeggenoot
Jan Lambrichs, die ergens in Drente de ruimte zocht. Na ruim een uur had de
sterke Limburger in fraaie stijl twee minuten voorsprong. Maar voorbij
Meppel, na zo'n 115 kilometer, begon het peloton terug te slaan. De aanval
op Lambrichs betekende tevens de beslissing. Van Est ging weg, Wagtmans,
Schulte, Voorting, Bakker, Haan, Borgmans en nog zo'n man of zes. Zij sloegen
de door pech getroffen ploeg van de Duitsers onherroepelijk terug, evenals de
vermoeide Amsterdammers en de Luxemburgers. Bij Zwolle werd Lambrichs ingelopen,
maar hij was fit genoeg om mee te gaan met de grote mannen, die samen naar
Almelo snelden. Daar won de Belg Karel Borgmans overtuigend de sprint.
Uiteraard kreeg Lambrichs de prestatieprijs toegewezen. De uitslag van
de- eerste etappe (Groningen-Almelo): 1. Borgmans
(Belgie), Schulte aan de leiding. Van Almelo naar
Valkenswaard; van wieler-Twente naar wieler-Brabant. Een rit over Maar toen gingen
vier renners op jacht: Schulte, Wagtmans, de best rijdende Cor Bakker en Piet
Haan. Op hun sprong reageerden anderen, zoals Van Est, Voorting en de
oranje-truidrager Borgmans. In Brabant moesten Van Breenen en Kirchen zich
gewonnen geven, waarna Wagtmans opnieuw demarreerde. Wagtmans, die ook de
beslissende sprong zou maken. Vergezeld van Schulte en Van Est en even later
ook van Gerrit Voorting, ging de Bredanaar er vandoor. Gevieren bereikten zij
Valkenswaard: zelfs Maenen, Van Sambeek - beiden uit die plaats -, de
buurtgenoten Dekkers of Plantaz, konden hen niet bijhouden. Onder groot
enthousiasme won Schulte tenslotte de sprint en daarmee tevens de
oranjetrui. Maar Voorting, met dezelfde tijd, Van Est en Wagtmans liggen op
de loer om elke aarzeling van de Bosschenaar af te straffen. De uitslag van de
tweede Etapper (Almelo-Valkenswaard): 1. Gerrit
Schulte (Ned. A.), Algemeen
klassement: 1. Schulte (Ned. A.), 11 uur 21 min. 13 sec.; 2.
Gerrit Voorting (Ned:-D.), 11.21.13; 3. Wim van Est (Ned. C.), 11.22.13; 4.
Wagtmans (Ned. B.), z.t.; 5. Borgmans (Belgie), 11.22.59; 6. Bakker (Ned.
D.), 11.23.57; 7. Faanhof (Ned. C.), 11.23.59; 8. Nico van Est (Ned. C.),
z.t.; 9. Lambrichs (Ned. B.), z.t.; 10. Gielen (Belgie), z.t.; 11. Haan (Ned.
D.), 11.25.21; 12. Sorgeloos (Belgie), 11.28.11; 13. Stevens (Ned. B.),
11.28.13; 14. Van Breenen (Ned. E.), z.t.; 15. Plas (Belgie), z.t.; 16.
Miller (Duitsland), 11.28.42; 17. Maenen (Ned. C.), z.t.; 18. Janssen (Ned.
C.), z.t.; 19. Van Oers (Ned. C.), 11.29.37; 20. Gelhausen (Lux.)-, 11.29.51. Algemeen
ploegenklassement: 1. Nederland C., 34.10.11; 2. Nederland D., 34.10.31; 3.
Nederland B., 34.14.25; 4. Belgie, 34.15.09; 5. Duitsland, 34.46.02; 6.
Nederland A., 34.48.48; 7. Nederland E., 34.51.49; 8. Luxemburg, 35.06.19. Wim v. Est wint
Ronde van Nederland Geen loon naar
werk voor Wout Wagtmans, na prachtige solo-vlucht, in de de etappe Meer dan eens
hebben wij onze renners voorgehouden, dat het succes uiteindelijk voor de
durvers, voor de doorbijters is. Het is de wil, die de grote mannen maakt. Of hebt U niet
gehoord of geleden van Woutje Wagtmans' solotocht in de voorlaatste etappe
van de zojuist geeindigde Ronde van Nederland? De kleine, grillige Bredanaar
heeft daar op vaak eindeloze wegen tussen Rotterdam en Utrecht een stukje
vechtlust ten toon gespreid, waarover nog jaren met waardering zal worden
gerept. Deze langste
etappe van de Maas- naar de Domstad over Onze
verknochtheid met de wegrensport boven de baansport, is juist te danken aan
de romantische sfeer, die het volgen van een wegcourse-over-de-lange-afstand
zo interessant maakt: de romantiek van een dorpspoortje waar de renners
doorheen trekken; de trek van de meute langs glooiende velden; de kleine mens
met zijn fiets in de grote natuur. Is het misschien omdat wij zelf een
wielerronde van Nederland in de benen hebben, waarin niet minder werd
gestreden, waarin de rapieren met dezelfde verve werden getrokken? Wat
Wagtmans in de rit van Rotterdam naar Utrecht (met een hele omweg) heeft
verricht, kwam ook vroeger, veel vaker zelfs, voor. Misschien wel omdat de
snelheid toen minder groot was, de renners niet de beschikking hadden over
een derailleur en de vlucht uit het peloton meer kans tot slagen had dan
vandaag de dag. Hoe het ook zij, een ding staat vast: het rennersbloed moet
men van huis uit mee hebben gekregen. Maar men mag met nog zoveel talenten
zijn bedeeld, zonder wilskracht, zonder karakter, zonder liefde voor het
metier, in een woord zonder „hart", slaagt geen enkele renner. Daarin ligt het
geheim van een lange wielerloopbaan. Van Bartali, van Coppi, van Lambrichs,
van Schulte, om slechts enkele top-figuren to releveren. Italiaans
voorbeeld. Een oud verhaal
voor jonge renners. Zo'n kleine kwart
eeuw geleden ontsnapte een vrijwel onbekende Italiaanse routier, Allegro
Grandi geheten (in 1928 deelnemer aan de Olympische wegwedstrijd in
Nederland waarin hij vierde werd), met nog Lot in eigen
hand. Onwillekeurig
dachten wij aan Grandi, toen we dat Westbrabantse kemphaantje Wout Wagtmans
het lot in eigen hand zagen nemen. De stoutmoedige Wouter had al aan de vooravond
van de etappe Rotterdam-Utrecht aan zijn goedgemutste vriend en stadgenoot,
de bekende amateur-wegrenner Antoon Verstraeten, gezegd, dat hij, als hij ook
maar even de kans schoon zag, 'm vroeg uit het peloton zou smeren, op jacht
naar (veel) terreinwinst en om alleen op de Utrechtse wielerbaan aan te
komen. “Ik geef 'm van Jetje, ik zal van meet of aan knokken," had
Woutje enkele supporters in de oren gefluisterd. Wagtmans
bleef voorlopig rustig in de groep meedraven, ook toen de Duitser Preiskeit
in gezelschap van de Amsterdammers Smits en Donker op avontuur uitging. Maar
toen de Bredanaar na zo'n kilometer of tachtig, ergens in de buurt van Oude
Wetering, op het rondebord van de motorordonnans las, dat de drie leiders al
een kleine vier minuten voorsprong hadden, sloeg hij toe. Wel kreeg hij Jef
Janssen en Piet van Roon aan zijn wiel mee, maar toen het voor Wagtmans.niet
hard genoeg ging en hij vond dat zijn twee metgezellen niet rap genoeg over
namen, gaf de Brabander een paar extra duwen op de pedalen en kon hij zich -
alleen - de ruimte instorten. Kilometers lang hebben wij Wagtmans toen - in
een auto natuurlijk -van dichtbij gevolgd bij zijn jacht op Preiskeit, Smits
en Donker. Hij reed niet altijd constant, de kleine Wout, hij moest nogal
eens van het zadel, hij nam de bochten te royaal en keek menig keer om. Hij
mocht dan alles of niets spelen, het rijden ging nog niet van een leien
dakje. Maar zie, reed Appie Donker daar niet zo'n tweehonderd meter voor hem
uit? Wagtmans wist niet, dat de Amsterdammer van de fiets was afgekomen om
een gesprek met een boom te voeren, maar in zijn brein gonsde het: „De andere
twee kunnen ook niet ver meer zijn." Toen, ineens, ging het. Hij draaide
weer op een wijze zoals we hem eens als jong amateur de Ronde van
Noord-Holland zagen winnen en zoals hij reed in de Ronde van Romandie. Even
door Leimuiden had Wout de uitlopers, die toch ook kleur aan de wedstrijd
hadden gegeven, te pakken bleef een half uurtje in hun gezelschap, vond dat
het tempo om succes te hebben ook ditmaal niet hoog genoeg lag, duwde voor
Bodegraven ( Zo werd Woerden ( Teleurstelling, „Even kijken op
bet bord," dacht Wagtmans toen. „Even zien of de voorsprong nog meer is
uitgegroeid, want als straks de mannen in het peloton gaan knallen. . .
." Maar zijn anders zo sterke moreel kreeg daar in een paar seconden een
geweldige opdoffer. Hij las van het bord-af, dat zijn voorsprong was geslonken
tot nog geen anderhalve minuut. En hij moest nog wel een veertig kilometer
rijden. Even ging hij opzitten om wat voedsel naar binnen te werken, toen
liet hij wat extra lucht naar binnen stromen, pakte de handvatten van zijn
stuur vast en zette opnieuw aan. „Allen of niets," had hij 's morgens
tot zijn ploegleider Piet van der Horst gezegd. “Ik wil winnen of ten onder
gaan."-En Woutje voerde het tempo weer op, vergrootte zijn voorsprong
tot dik drie minuten, terwijl het Utrechtse stadion amper twintig kilometer
ver was. Helaas, schone
liedjes duren over het algemeen niet lang. Op twaalf kilometer van de
lokkende eindstreep was de ,terreinwinst" van Wagtpans geslonken tot ver
beneden de twee minuten - maar ook toen nog geloofde en hoopte haast iedere
volger in de ronde-karavaan op een alleszins verdiende triomf van de
dapperste onder de dapperen. Maar er was iets bij de kleine Woutje gebroken; de
speed was er uit; in plaats van de pedalen to strelen, moest hij op de
pedalen duwen. Wagtmans was al door Bunnik heen en in de verte, vijf
kilometer verder, doemde de majestueuze toren van de Utrechtse Dom al op.
„Nog even, Woutje, nog even bijten, je bent er zo," klonk het alom. Maar
de man uit Breda wist op dat ogenblik al, dat hij deze etappe niet zou
winnen. Hij liet zich bij een groentewagen even van de fiets glijden, vroeg
een paar appels en wachtte op het peloton, dat in een constant tempo,van bijna
zestig kilometer kwam aangesneld. En een aanvankelijk ontluisterde Wout
Wagtmans ging meteen mee met al de groten in de kleurige groep, alsof hij
steeds aan en tussen de wielen had gezeten. Wat een eigenschap tot recuperen
moet die Wagtmans wel bezitten, wat herstelde hij zich snel en prachtig. Dat
is juist de klas van de grote coureur, het onder- scheidt hem van de gewone
renners.Na zo'n rit in de eenzaamheid in dezelfde tijd te kunnen eindigen
als Noppie Koch, die voor Gerrit Schulte, Gerrit Voorting en Heinz Freiskeit
de zege in zijn vaderstad behaalde, is een prestatie van de eerste orde. Uitslag derde
rit: 1. Wim van Est, 2. Gerrit Voorting, 3. Gerrit
Schulte, 4. Wout Wagtmans, 5. Henk Stevens, 6. Crelen, 7. Ed Sorgeloos, 8.
Reitz, 9. J. Plas, 10. Muller, Uitslag vierde
rit: 1. Wim van Est, 2. Noppie Koch, 3. Muller, 4.
Gerrit Schulte, 5. H. Preisheit, 6. Gerrit
Voorting, 7. Henk Stevens, 8. H. Gelissen, 9. Ed Sorgeloos, 10. J. Plantaz. Uitslag vijfde
rit A: 1. Wim van Est, 2. Nico van Est, 3. Henk Faanhof,
4. J. Janssen, Uitslag vijfde
rit B: 1. Hans Preiskeit, 2. Pascal, 3. Piet Haan, Uitslag 6e etappe
Rotterdam-Utrecht, afstand 257 km: 1. N. Koch
(Maggi), 6 uur 42 min. 55 sec.; 5. J. Pascal
(Rizla); 6. H. Stevens (Maggi); 7. W. v. E'st (Mars); Opgegeven hebben:
H. S-mits (Determeyer); W. Holleeder (Determeyer); A. Donker (Determeyer);
F. Reitz (Emud); F. Gelhausen (Lucky); J.Kirchen (Lucky); W. Kemp (Lucky);
E. Hein (Lucky). Tijdrit voor Wim
van Est Het sluitstuk van
de prachtige wielerronde door ons land, de tijdrit van Utrecht naar
Amsterdam, is, gelijk werd verwacht, een verbeten treffen geworden tussen de
grootmeesters Gerrit Schulte en Wim van Est. Twee door de natuur zo rijk
begaafde wielrenners, die elkaar met open vizier bestreden in het gevecht
tegen het uurwerk. Wim van Est, de
locomotief uit Sint Willebrord, van wie de stijlvolle Limburger Piet Haan
beweerde, dat hij stenen eet, Wim van Est, die zoveel aan ploegleider Klaas
Buchly heeft te danken, zegevierde tenslotte, zij het met weinig verschil,
over Gerrit Schulte, de locomotief uit 's-Hertogenbosch. De 38jarige reus,
die wij in 1936 op fenomenale wijze de Ronde van Purmerend voor amateurs
zagen winnen - blonde Gerrit zal zeker nog twee jaar tot de topfiguren
behoren - heeft de afgelopen week opnieuw getoond een voorbeeld te zijn voor
menig jongere in de vaderlandse wielersport. BRON:EVERT VAN MOKUM. Uitslag van de 7e
etappe Utrecht-Amsterdam: 1. W. v. Est (Mars); 1 uur
12 min. 24 sec.; Individueel
klassement: 1. W v. Est, 3Z uur 17 min. 56 sec.; Algemeen
ploegenklassement:. 1. Mars, 97.13.38; 2. Nescafe, 97.24.30; 3.
Rizla, 97.38.56; 4. Maggi, 97.40.55; 5. Emud Radio, 98.32.37; 6. Sunkist,
98.33.34; 7. Determeyer, 98.56.14. RONDE VAN
NOORD-HOLLAND.(11 april).1954 Valpartijen ontsierden Ronde van
Noord-Holland KAREL KEEPERS versloeg vier man in de
sprint om de zege Wat een
ouderwetse sfeer heerste Zondagmorgen weer in die zonnige Wijde Wormer
tijdens de luttele uren die de start van de Ronde van Noord-Holland - de
negende al - vooraf gingen. Uit alle windstreken waren ze, als gewoonlijk,
komen opdagen: renners en verzorgers, clubbestuurders, supporters en al die
andere wielervrienden. De lentezon straalde aan een haast wolkenloze hemel;
het openbloeiende landschap van de polder vormde een vredig decor voor dit
wielergebeuren; er werden stevige „vjjven" uitgestoken bij de eerste
ontmoeting in het nieuwe wielerjaar; er werden in enthousiaste gesprekken
hele debatten gevoerd over de kansen van de kleine 250 deelnemers, kortom
alles toonde aan dat een nieuw en naar wij hopen voorspoedig wegseizoen is
begonnen. En al was het verloop van D.T.S. Ronde van Noord-Holland ditmaal
dan niet zo attractief, dat men er lang over zal nakaarten (behalve natuurluk
in de omgeving van de winnaar Karel Keepers uit Roosendaal), als inzet van
het jaar zal niemand de tocht door polders en kuststrook willen missem De stoet, in alle
kleuren van de regenboog gestoken, was nog maar betrekkelijk kort na de start
de ruimte “ingeschoten", de renners zaten dus nauwelijks in het zadel,
toen een man of vijf en twintig al leerden, zo zij het nog niet wisten, dat
niet alleen het leven, maar ook het beoefenen van de wielersport er een is
vol distelen en doorns. Daarover in onze nabeschouwing meer. In elk geval:
onder de mannen die niet verder konden, die met de harde grond kennis
maakten, bevonden zich de Haarlemmer Wim Rusman, een absolute
“kanshebber", voor wie een week eerder de Ronde van Vlaanderen voor
amateurs een hemel vol geluk was geweest, en diens stadgenoot Piet Peters, de
Amsterdammers Harm Douwes, Arie Steenman, Roel Janissen en Anton Teysse,
die er erg aan toe was, de Tilburger Franken, Ad Keisers uit Hoofddorp - waar
Dik Trom is geboren en getogen -, de Halfwegger Freek Cornelisse, de
Wormerveerder Wayboer, De Wildt uit Soesterberg, Kees Verstraeten uit Breda,
de Hagenaar Matena (naam met een bekende klank) en de Breukelse favoriet Henk
van de Broek. En hoeveel anderen waren niet bij deze valpartij betrokken,
wier namen ons niet bekend zijn? Hoevelen, die wel verder konden rijden,
waren er door „losgeraakt" en worstelden nu eenzaam of in groepies van
drie, vier man, met een flinke achterstand achter de hoofdmacht aan? Hier
hebt U wat namen: Bunschoten (Soest), Farenhout (Spijkenisse), Koch
(Alkmaar), Van de Meer (Nijmegen), Spieker (Amsterdam), Weterings
(Amsterdam), Swinkels (Eindhoven), Hooymayers (Raamsdonkveer), Nulle (Den
Haag), De Graaf (Blaricum), die sterk reed maar zijn krachten moet leren
verdelen, Verbeek (Geldrop), Bakker (Halfweg), die veel van zijn achterstand
wegwerkte, is het noemen van al die namen geen dorre opsomming? Maar is het
wel nodig alleen de renners voor het voetlicht te halen die wat meer hebben
gepresteerd of gelegenheid hebben gehad wat meer lauweren te oogsten? De course ging
echter verder, al had die course dan kilometers lang niet veel om hat lijf en
had deze negende wielerronde door het wijde lenteland veel weg van een afvalrace,
precies als met het verhaal van die negertjes, die met hun tienen begonnen. Op weg paar
Purmerend --wat een belangstelling alom - sukkelde de Westbrabander Nuyten
met een defecte touclips; in de Beemster, die in hoog tempo wenr
“genomen", stond de Amsterdammer Tinus Withoud met malheur aan de kant
van de weg; Piet Damen uit Lieshout, ook al ten val gekomen, bleef bij een
makker achter, die een lege tube had en verder kwamen we nog meer pechvogels
tegen. Maar hun rugnummer konden alleen de koeien en schapen in de wei
ontwaren. Als deze renners begrijpen wat wij bedoelen. Nieuwe valpartij. Even voorbij het
oude stadje Hoorn met zijn prachtige Waag ontstond een nieuwe valpartij.
Slachtoffers hiervan waren onder meer de hoofdstedelijke rijder Arie de Hoog,
de NieuwiVennepper Krijn Post (die zo treurig stond te kijken), Arend van 't
Hof, de Hilversummer Johan Boelens, de Eindhovenaar Jef Coone, die de laatste
waken zo goed in vorm is, maar wiens achterwiel bij deze tuimeling finaal aan
diggelen werd gereden, de Ossenaar Hendriks, de Amsterdammer Herman van
Bruggen, Dolf Wallet uit Leimuiden, de kleine Eindhove'naar Tini Hoens, de
Zaandammer Cor Havik, Dick Meier uit 's-Graveland en zijn plaatsgenoot Bertus
Lute, die kon doorgaan evenals Piet Vermast,dat gezonde product uit
Assendelft, die wel flink op zijn tanden beet, wel dapper volhield, maar die
de bochten veel te ruim nam. 't Zit niet alleen in de benen, jongen! Het peloton had,
buiten de pechvogels, door valpartijen of machinedefecten opgelopen, eigenlijk
nog maar weinig manschappen verloren. Wel honderdveertig „koplopers"
dommelden door Enkhuizen met de snedig pedalerende Helmonder Piet van de
Linde veelal aan de staart. Iedere keer dat er een “gat" viel, moest de
Oostbrabander bij spurten. Dat getuigt wel van kracht, maar het kost onnodige
kracht. Het is een gratis lesie. Het was na de
Dromedarisstad, op weg naar Medemblik, waar men nog iets van de middeleeuwen
proeft, dat de Amsterdammer Herman van Bruggen, flink onder de pleisters,
zich weer bij zijn makkers in het hoofdpeloton kwam melden. Hij had er een
knap stukje voor moeten fietsen, al was hij er door bevoordeeld, dat het
tempo lange tijd vrij laag was gebleven. Desondanks
begonnen de kilometers voor velen te wegen. In Kolhorn kreeg de jonge
Halfwegger Jan Buis malheur aan zijn rijwiel, verspeelde er een goede tachtig
meter mee, maar zag de grpte groep niet meer terug. De Zwollenaar Bulten
(sterke „zit"), de Utrechter Van Leur, Frans Versluis uit Waddinxveen,
van wie we het vorige jaar vaak heel mooi werk zagen, Troost uit
Nieuw-Vennep, Frans Braat (Aalsmeer), Sloove (Halfweg), Appel (Hoorn), de
hoogzittende Ridder uit Den Helder, de Venhuizer Piet Luider, Jan de Vries
uit Hoogkarspel en de stijlvolle Piet Emmen uit Raamsdonkveer, zij allen kwamen
in moeilijkheden en troffen het niet, dat de zucht naar avontuur voor drie
man in de hoofdmacht te groot werd: de driftige Beverwijker Jan Hofland, de
Utrechter Me Stolker en de strijdlustigste man van het hele veld: Dirk de
Ruiter, ook al een Beverwijker. Zij drieen hadden bij het binnenrijden van
Callantsoog, na goed honderd kilometer rijden, een voorsprong van wel Nog tachtig man. Zo ging het
verder. Vier uur zaten de renners in het zadel, doch veel schot was er niet
te ontdekken geweest, om van verbeten gevechten maar niet te spreken. De
Vlijmenaar Tini Wolfs, steeds in de voorste gelederen, deelde af en toe een
paar „prikken" uit; de Eindhovenaar Verbeek, een renner die wel fond
bezit, maar meer regelmaat in zijn rijden moet brengen, joeg tussen 't Zand
en Schagen zelfs met een dikke Nog geen twintig
kilometer voor het einde - even voor Uitgeest - zorgde Daan de Groot voor
een praehtige finale, waarvoor we, in de volgwagen, eens extra gingen
zitten. De athletisch gebouwde Amsterdammer; die langzaam maar zeker naar de
glanzende „vorm" toegroeit, sloeg toe, heel hard zelfs. Vier man slechts
konden zijn demarrage beantwoorden: Tini Wolfs, die zich ook in deze
eindstrijd volkomen op zijn gemak voelde, Tonnie van Bockel, Karel Hamelink
en Karel Keepers. Deze laatste haalde 't in de laatste meters naar de streep
voor de Brabantse flyer Martin Wolfs, die zich liet insluiten en daardoor
niet voluit kon spurten. BRON:Evert van Mokum Amateurs:1. Karel Keepers (Roosendaal), RONDE VAN
NOORD-WEST NEDERLAND.(27 mei).1954 WIM SNIJDERS won Ronde van
Noord-West-Nederland na emotioneel koerseinde „Ontsporing" van
kopgroep liep nog goed af President
Boschman van de, Alkmaarse Wielerclub Alcmaria Victrix, wat hebben wij U en
Uw kranige medewerkers op Hemelvaartsdag een ogenblik beklaagd. Wij zagen Uw
blijde, opgewekte gezichten betrekken, toen Uw zo populaire Ronde van
Noord-West-Nederland zomaar ineens tussen hemel en aarde kwam te zweven.
Toen, met amper dertig kilometers voor het lokkende einde, door aanvankelijk
verkeerd rijden van de zeven man sterke kopgroep, die de laatste slag tegen
hun makkers definitief had gewonnen, de hele Ronde pardoes op losse schroeven
kwam te staan. In de vallende avond van een snikhete lentedag met een
glinsterende Meizon; met vele, goedgemutste volgers, die zich rijkeljjk
hadden kunnen laven aan al de pracht van het openbloeiende landschap rondom
en aan typische stadjes met rijke, eeuwenoude gevels. Maar bovenal aan een
wegcourse over 230 vaak veeleisende kilometers; die niemand een moment heeft
verveeld en die, ondanks dat donkere wolkje, een pakkend slot kreeg. Een
slot, waarvan vooral de eindsprint bevredigde, die even opwindend als
regelmatig was: de ranke Halfwegger Wim Snijders tussen dikke rijen juichende
kaasstad-bewoners met een wiellengte voorsprong op de Haarlemmer Wim Rusman
een sterke winnaar; Mik Snijder, eveneens uit Halfweg, op enige lengten een
goede derde in deze zesde Hemelvaart-klassieker. Wij hebben het al
eens eerder gezegd: voor de volger van wegwedstrijden, die graag naar fris
bloed speurt, die scherp tracht toe te zien om talent te ontdekken in
coursers-over-de-lange-adem, voor hem heeft de Ronde van Noord-West-Nederland
voldoende perspectief opgeleverd. Het verheugde ons bijvoorbeeld intens, dat
wij zoveel “nieuwelingen onder de amateurs"' met het bijltje zagen
hakken alsof zij nooit anders hadden gedaan. Wat te zeggen van de Vreelander
Geurt Pos, die het tempo, hoe hoog ook, met opgetuimd gezicht volhield. Die
zich in deze zware wegwedstrijd van Alemaria Victrix volkomen op zijn gemak
voelde, alsof hij reeds tientallen klassiekers met goed gevolg had beeindigd.
Met Enkhuizen achter de rug, na goed 120 kilometer rijden, kreeg Pos
machinedefect, hetgeen hem ruim Onder de 172
deelnemende amateurs, uit alle delen van het land, die tijdens de moeizame
tocht hun gezicht nogal eens lieten zien, behoorden, naast de meer
gerenommeerde renners, zeker de gemakkelijk rijdende Tonny Peters, Wayboer,
Stolker, Stout, Van de Borst, Hoekstra, Bas, Buis, Rol, Pronk (niet de
stayer), Luykx, Coen Zondag, die de kleuren van het Noorden wel bijzonder
goed hooghield, en Hamelink. Op deze laatste hebben wij trouwens al eens meer
de aandacht gevestigd. De jonge Hagenaar weet waar hij het zoeken moet, waar
hij furore kan makers: in zware, onvervalste klassiekers zoals deze Ronde van
Noord-West-Nederland er een is, en de Ronde van Noord-Holland, van
Midden-Nederland, van Bolsward, van Limburg, van het IJsselmeer. Daar pas
wordt men renner, doet men hardheid op. Het beste bewijs leverde op deze
gouden Hemelvaartsdag de Brabander Burgers uit Oudenbosch, die, na acht
kilometer al, een lege tube kreeg. In een straatronde was hij meteen kansloos
geweest, hier, in deze stad-tot-stad-wedstrijd bleef hij, na gerepareerd te
hebben, niet bij de pakken zitten. Burgers sprong weer op de fiets, beet eens
extra op de tanden en zocht na een verwoede jacht zijn plaats in het peloton
weer op. Een soortgelijke achtervolging, die eveneens slaagde, zagen we ook
van de renner Stroet uit Wervershoof. Die had rijwielbreuk gehad, maar
versaagde evenmin. Iets dergelijks was vanzelfsprekend niet voor alle
pechvogels weggelegd. Zij kregen mankement op ogenblikken, dat het wel zeer
ongelukkig uitkwam, of dat aan inlopen niet meer viel te denken. Toen de
stijlvolle en bekwame Greupenaar Wout Bos, op Koninginnedag zegevierend in
de Ronde van Feijenoord, zijn “bandje”kreeg, lagers er al zo'n Na
nog geen zeven kilometer course hebben we een renner al op een dikke
driehonderd meter achter het kleurrijke peloton zien aansukkelen ofschoon
het aanvangstempo volkomen egaal was en toch heus niet hoog lag. De
"geloste" amateur luistert naar de naam P(iet?) Voets. Hij komt uit
Workum en ziet er zo op het oog stevig en gezond uit. Maar wat we na de Ronde
van Noord: Holland aan de Fries De Vries voorhielden, dat doen we nu aan de
Fries Voets: als hij het een eindje in de wielrennerij wil schoppen, als hij
een succesie wil oogsten in een klassieker - over een werkelijk succes reppen
we nog niet -, dan moet hij, neen, dan moet iedere renner weten, dat het
elementair voor de wielrenner is goed, gemakkelijk op de fiets te zitten.
Daarbij hoeft hij heus niet de bekoorlijke.. stijl te hebben van een Jan Lambrichs,
Gerard Peters of een Piet Haan. Tot Voets zeggen we: jongeman, zet je stuur
eens wat naar voren of je zadel wat naar achteren, zodat je wat langer komt
te zitten. Met proberen kom je het aan de weet. Nu is je houding in elk geval
te gedrongen; je rijdt te veel met kromme ellebogen, waardoor je je
ademhaling niet goed kunt regelen. En dat mag niet. Dat mag zeker niet. Je
moet - en kijk maar naar de cracks - op het rijwiel zitten zoals thuis in de
crapaud. En nu zullen we
even met zevenmijlslaarzen door de Ronde van Noord-West-Nederland heendraven.
Het waren, om te beginnen, Pronk, Bas, Douwes en Mehagnoul; die tussen
Schagen en De Stolpen, na goed twintig kilometer, op de vlucht sloegen, maar
nadien gezelschap kregen van Rol, Havik, de Halfwegger Jansen (een naam om te
onthouden) en Jan Buis. In de marinestad Den Helder - duizenden kijklustigen
op de trottoirs - hadden de acht leiders een voorsprong van wel
zevenhonderd meter, die zij in de buurt van Kolhorn ( Op ideale wegen,
door lanen, overkoepeld door het jonge lover der hoog oprijzende bomen, maar
ook op smalle weggetjes, ging het nochtans verder. Zonder al die pechvogels,
waartoe ook de Amsterdammer Stout (derailleurbreuk) en de Brabander Slits uit
St. Oedenrode (lekke band) behoorden, en zonder de ,gelosten", die we
maar niet zullen noemen. Want er waren er bij, die in een slechte dag staken.
Hetgeen de beste kan gebeuren. Er bleef
tenslotte een kopgroep van elf man over, renners die stuk voor stuk toonden
over inhoud en allure te beschikken. Vermoeid, besmeurd door stof en zand,
met verwarde haren en allemaal smachtend naar wat drinker, waren ze, in het
licht van de avondzon, door die Beemster op Purmerend afgerend. Hier zijn hun
namen: Heeren, Luykx, Stolker, Snijders, Snijder, Tonny Peters, Hamelink,
Wayboer, Meier, Rusman en Zondag. Luykx, een moedige knaap, die misschien nog
wat meer kilometers moet doen, was de eerste, die na dapper verweer had
moeten afhaken; Hamelink bleef ook achter, evenals Wayboer; Coen Zondag, een
poulain van Pieter Korf, raakte in de Zaanstreek in moeilijkheden: een heel
tijdje “hing" de Groningse student op vijfmeter, maar tenslotte vond hij
toch weer een achterwiel en ging het holderdebolder verder. Door de
kronkelende straatjes van Zaandijk en door de straten van de Czaar Peterstad,
waar de spoorbomen een kleine minuut lang de koplopers haast tot wanhoop
brachten. Vooral voor de kleine, prachtig rijdende Dick Meier uit
's-Graveland was het sneu, want hij beukte op dat ogenblik juist met een voorsprong
van een goede honderd meter voor de groep uit. Toen kwam
Beverwijk; waar Coen Zondag het tenslotte welletjes vond en, na bijna
tweehonderd kilometer rijden, het strijdtoneel wilde verlaten. Maar is een
wegcourse vaak niet even grillig als het haantje van de toren? De kopmannen,
die elkaar naarmate het einde naderde, als havikken ,beloerden, de kopmannen
sloegen, door welke oorzaak ook, een verkeerde weg in. En zie, plots waren
twee aanvankelijk „geloste" mannen ineens leiders geworden:
Zondag en Wayboer. Gelukkig wensten beide renners daar geen gebruik van te
maken en hebben zij gewacht op de “terugkeer van de leiders". Zo gingen we door
Noordwest-Nederland. Een prachtige wedstrijd op een prachtige dag. Met een
einde dat toch nog goed afliep, ondanks een kleine “ontsporing".
Gelukkig. President Boschman van Alcmaria Victrix had werkeljjk niet anders
verdiend. Het zou niet goed geweest zijn, wanneer het noodlot in enkele
seconden had vernield wat in jaren zo zorgvuldig is opgebouwd.BRON:EVERT
VAN MOKUM Amateurs:1. Wim Snijders (Halfweg), De wedstrijd werd
gehouden met medewerking van de N.V. Verenigde Noordhollandse dagbladen. RONDE VAN
OVERIJSSEL.(17 juli).1954 MIK SNIJDER verraste in de laatste
kilometer zijn concurenten De aanhoudende regenval vergde veel
van de deelnemers Mik Snijder uit
Halfweg (N.H.) was de moedigste en de slimste van de zes die in de laatste De wedstrijd ving
aan met een kalm tempo zo rond de Het leidend
peloton was toen 14 man sterk. Achter dit peloton, op ruim 1 minuut,
Scholten, v. Hoeven, Slingerland, Talens en Regter. Klein kreeg een lekke
band. Als laatste passeerde Almelo Degeling. Hij had Amateurs:1. Mik Snijder (Halfweg, N.H.), RONDE VAN
ZUID-HOLLAND.(27 juni).1954 Krijn Post won de Ronde van Zuid-Holland Zestien stoffige
en vermoeide renners maakten zich op de brede asfaltweg tussen Monster en 's
Gravenzande klaar voor de beslissende slag in de Ronde van Zuid-Holland. Een
kopgroep, waarbij geduchte namen: Krijn Post, Wout Verhoeven, Arend van 't
Hof, de gebroeders Van der Putten, Piet Steenvoorde, Dolf Wallet, Jan
Hofland, Mie Stolker, Karel Harmlink bijvoorbeeld. Renners, die stuk voor
stuk de gave voor een overwinning bij zich droegen. Een, zege echter, die
slechts aan een man kon toekomen. Wat niemand verwachtte, gebeurde toch,
want met enkele machtige pedaalstoten spatte een renner in een rose trui uit
het groepje weg. Tien, twintig, dertig meter was het gat, voordat iemand er
toe kwam deze bres te dichten. Toen dit gebeurde, was het te laat, want die
ene renner bleek zoveel capaciteiten te hebben, dat hij in de laatste
kilometers van de Toen zijn
supporters hem juichend van zijn fiets hielpen, zette het peloton zich schrap
voor de eindsprint. Vijftien man rukten zich dicht opeen naar de witte
streep. Een flitsend eindschot van Joop van der Putten bracht zijn voorwiel
een paar decimeter eerder over de streep dan Jan Hofland. Vierde werd Dolf
Wallet en vijfde Van Brunschot.Dat was de finish van deze eerste Ronde van
Zuid-Holland. Een course, die door de Haagse-Renners Club “Hollandia"
uitstekend georganiseerd bleek te zijn. Valpartijen bleven practisch uit, alle
wegen waren door de Rijkspolitie afgezet en het parcours was waarlijk schoon.
Honderd vijf en dertig amateurs waren 's middags door dr. P. van Dijk,
voorzitter van de K.N.W.U., weggeschoten. Het zou slechts weinigen beschoren
zijn deze course tot een goed einde te brengen. Het parcours over
smalle en brede wegen, hoge dijken en een lang, moeilijk grintpad, was niet bijzonder zwaar. De
felle wind echter, die de renners op de lange einden recht in het gezicht
blies, zorgde,er voor, dat de zwakkeren al spoedig van de fiets
moesten. Enkele tientallen renners ook stonden mismoedig langs de kant met
een lekke band of een defecte derailleur. Ik noem er enkelen van: Kalkhoven
en Nulle uit Den Haag, Ouwehand uit Den Haag, Mannaart uit Krommenie, Van
Wijnen uit Sliedrecht, Huntink uit Den Haag, G. van Rhijn uit Wassenaar,
Voskamp uit Monster, W. Snijders uit Zwanenburg. Bij een van de weinige
valpartijen werden Braspenning uit Zundert en J. Pleyt uit Assendelft
uitgescha- keld. Inmiddels had zich bij Leiderdorp een kopgroep van tien man
gevormd. Het waren Warnaar, Van Veldhoven, Wallet en Wout Verhoeven,
Hamelink, Van Selm, Vreeswijk (die bij Haastrecht uit de wielen moest), Van
Heuvelingen, Schalk Verhoef en Ap van der Putten. In Haastrecht sprongen
Krijn Post, Arend van 't Hoof, de gebroeders Versluis, Hofland, Piet Peters
en Joop van der Putten naar de leiders en dit voorbeeld werd even later
gevolgd door Stolker, Steenvoorde, Van Brunschot, Stout, Vink, Innemee en
Scholten. Nabij Terbregge kreeg Innemee pech en vielen Van Heuvelingen en
Peters terug. Van Selm en Vink werden kort daarna gelost door het hoge tempo. Een poging om een
beslissing te forceren van Schalk Verhoef ,en Frans
Versluis mislukte, waardoor alles weer,bijeen kwam. Bij Monster viel,
zoals verteld, de beslissing in het voordeel van Krijn Post. Amateurs:1. Krijn Post, Nieuw Vennep, 5 uur 29 min. 44 sec.; 2. J. van der
Putten, Den Haag, 5 uur 30 min. 31 sec.; 3. J. Hofland, Beverwijk; 4. D.
Wallet, Leimuiden; 5. W. v. Brunschot, Den Haag; RONDE VAN
ZUID-LIMBURG.(28 augustus).1954 OOK DE NIEUWELINGEN KREGEN EEN „GROTE
KOERS". Doek winnaar Ronde van
Zuid-Limburg. De Toer- en
Wielerclub ,.,Bleijerheide" - onder de energieke leiding van de heer J.
Stitzinger - ofreerde de vaderlandse wielersport iets nieuws, iets fijns in
de vorm van een “grote koers" voor nieuwelingen. Een primeur?
Vermoedelijk wel. De heer Stitzinger liep al lang met plannen rond die in
zulke richting gingen. De nieuwelingen - de leerlingen dus - hadden altijd
zijn heel bijzondere interesse. Tezamen met zijn medebestuurders werd het
zaakje bij herhaling uit de doeken gedaan, uitgekiend en nader bekeken en
het slot van al deze discussies en besprekingen met autoriteiten was, dat de
T. en W. „Bleijerheide" de Ronde van Zuid-Limburg voor nieuwelingen op
de kalender zette. Men dacht aan een Van alle kanten
werd medewerking verkregen. Consul Vincken animeerde het project enthousiast,
kortom de affaire kwam volkomen voor elkaar. Toen de inschrijving werd
opengesteld, werd het secretariaat evenwel onder een vloed van papieren
bedolven. Het was niet om bij te houden. Ruim 400 Nederlandse nieuwelingen
uit alle hoeken van het land, begeerden deel te nemen aan deze Ronde van
Zuid-Limburg. Dat ging natuurlijk niet, zodat een selectie moest worden
toegepast, daar men voornemens was niet meer dan 100 jongelui aan de start te
roepen. Het parcours werd
uitgestippeld over Simpelveld (start in het Sportpark Kaalheide), Bocholtz,
Nyswiller, Lemiers, Holset, Mechelen, Heyenrath, Epen, Slenaken, Mheer,
Noorbeek, Mesch, Gronsveld, Sint Geertruid, Banholt, Margraten, Gulpen,
Wylre, Ubachsberg, Heerlen, Schaesberg, Nieuwenhagen, Eygelshoven, Kerkrade,
Kaalheide. De heuvels in de buurt van Eygelshoven, Holset, Mheer en Banholt
vormden het bergklassement. En toen aan de
slag. Slachtoffers vielen bij de vleet. Op de grintwegen sneuvelden diverse
bandjes en deze mankementen betekenden een aanzienlijke achterstand of wel
dat 't rennersveld weer werd verminderd. Ook een paar valpartijen dunden de
kopgroep, die intussen naarstig voortstoof op het allesbehalve gemakkelijke
traject. Na Nieuwelingen: 1. J. Doek (Heerlen), Bergklassement:
1. Fr. Ramakers 7 punten; 2. J. Doek 6 punten. ROOSENDAAL.(4
juli).1954 Amateurs:1. Piet Maas, 2. Wuijts, 3. Wallet, 4. Marchant, 5. Haverkamp, 6. J.
Heeren, 7. Van Rijsbergen, 8. Adrichem, 9. Bierhuijzen,10.Van der Putten. ROOSENDAAL.(29
augustus).1954 Amateurs: 1. Bram Heeren, Sint Willebrord, 2.P. Maas, 3. P. de Bruijn, 4.
Konings, 5. Marchant, 6.Westdorp, 7. Van de Borst, 8. Looyen, 9. Keepers,
10.De Wit ROTTERDAM
– CHARLOIS.(18 juli).1954 Amateurs: 1. Van Vliet, Rotterdam, Nieuwelingen: 1. Wittekoek, Schiedam, ROTTERDAM
– CHARLOIS.(29 augustus).1954 Amateurs: 1. Schalk Verhoef, Adspiranten: 1. Coen Niesten, 2. D. Vis, 3. Aad de Graaf, 4. W. Martinus, 5. B.
Scheers, ROTTERDAM
– CHARLOIS.(26 september).1954 Gerrit Voorting won
in Rotterdam De duizenden
kjjklustigen rond het parcours van Charlois zullen niet helemaal tevreden
geweest zijn met de prestaties van de voor de Internationale “Nieuwbouw-ronde"
geengageerde beroepsrenners. Weliswaar werden voornamelijk in het begin heel
wat slagen uitgedeeld, die de minder begaafden van de vijftig deelnemers
moeilijk konden verteren, doch werkelijk sprankelende jachten waren er toch
weinig. Gerrit Voorting zorgde voor een pakkend slot, want drie ronden voor
het einde sloeg hij zo hard toe, dat zijn twaalf koplopers er even van
verschoten. Het begin van
deze course van Was Wim van Est
genoodzaakt door een defecte pedaal af te stappen en keek Harm Smits treurig
naar een tube zonder lucht, de grootste teleurstelling van deze wedstrjjd was
voor de kijkers de valpartij, waarin Cor Bakker en Manus Brinkman waren
betrokken. Geheel onverwachts stak een jongen uit het publiek de weg over en
kwam in aanraking met Cor Bakker, die op zijn beurt Manus Brinkman in zijn
val meesleepte. Voor hen was de wedstrijd gedaan. Inmiddels was het
tempo behoorlijk opgevoerd en ontketende zich een nieuwe slag, waarin Schulte
(nog steeds agressief), de Belgen Looyaerts en Ryckaert en de Oostenrijker
Schneider zich uitstekend weerden. Toen de kruitdamp was opgetrokken,
plaatste Gerrit Voorting zijn verrassende demarrage, die hem een eerlijk
bevochten triomf bracht. Nieuwelingen: 1. J. de Haan (Klaaswaal), Beroepsrenners: ROTTERDAM –
CROOSWIJK.(25 juli).1954 Amateurs: 1. Anton van de Knaap, 2. Wil Vreeswijk, Nieuwelingen: 1. Arie van Wetten, ROTTERDAM
– FEIJENOORD.(30 april).1954 195.000
kijkers bij Ronde van Feijenoord Goede reclame
wordt het publiek doorgaans gratis gebracht. De Rotterdamse rennersclub
Feijenoord brengt voor de wielersport deze goede reclame jaarlijks gratis aan
de vele tienduizenden toeschouwers middels haar traditionele Ronde van
Feijenoord. Vooral nu de aankomst van de vijfde etappe van de Ronde van
Nederland op het zelfde traject was geprojecteerd, was er een ware
mensenzee, die tot tegen de 200.000 werd geschat, aan belangstellenden. Ook de renners
inspireerde deze grote belangstelling blijkbaar, en zowel in de ochtend- als
in de middagwedstrijd hebben zij hun beste beentje voorgezet. De all-round
sportsman Wout Bos, die in een enigszins geprikkelde stemming aan de start
verscheen, drukte wel heel zwaar zijn stempel op .het verloop van de
middagwedstrijd. Na nog maar nauwelijks Van de clubs had
het Tilburgse “Pijnenburg" het meeste succes en veroverde de clubprijs
voor Alcmaria Victrix, Het Zuiden (Eindhoven), De Pedaalridders (Rotterdam)
en Wilhelmina (Eindhoven). In de ochtendwedstrijd waaraan 132 renners
deelnamen - 's middags waren het er 125 - viel de beslissing wat later. Nog Ochtendwedstrijd
(amateurs en Feijenoord-nieuwelingen): 1. K.
Hamelink, Middagwedstrijd
(25 clubs met 5 renners): 1. W. Bos (Greup, D.H.R.), ROTTERDAM
– KATENDRECHT.(1 augustus).1954 Amateurs: 1. Schal Verhoef, 2. Adrie van Steenselen, 3. Gijs van Veldhoven, Nieuwelingen: 1. Jan Heiden, 2. H. van de Graaf, 3. Theo Sijthoff, 4. Werner
Swanenveld, 5. N. van de
Veer, 6. H. Bakvis, ROTTERDAM
– WITTE DORP.(31 juli).1954 Amateurs: 1. Schalk Verhoef, 2. Jan Verseveld, 3. Cor Plasmeijer, Nieuwelingen: 1. Gerrit Visser, 2. Jan Heiden, 3. Janus van Breugel, |