JAARGANG 1956 WEDSTRIJDEN R |
RAAMSDONKSVEER
(21 mei).1956 Gijs Pauw won in
de sprint. Raamsdonksveer
heeft een heel goed voorbeeld gegeven door het dit jaar eens met een
profcourse te proberen en deze tot in de puntjes af te werken. Het werd een
wedstrijd voor profs en onafhankelijken op basis van vrije inschrijving.
Wedstrijden zoals wij graag meer zouden willen zien. Het parcours strekte
zich uit tussen Raamsdonk en Raamsdonksveer over een afstand van Beroepsrenners: 1. Gijs Pauw, Utrecht, Nieuwelingen: 1. Van Amsterdam, REUSEL (24
juni).1956 WALRAVENS
ZEGEVIERDE IN REUSEL. In Reusel
beschikten de organisatoren over een nieuw parcours, waarin ook een stuk
zandweg opgenomen was, inplaats van een brede betonweg. De regen was ook hier
spelbreker geweest. Tijdens de amateurwedstrijd kwamen de toeschouwers
echter in grote getalen opzetten. Bij de amateurs vormde zich voor het
einde, na hevige strijd, een kopgroep van vier man. Walraven's uit Den Bosch
won de spurt. Amateurs: 1. Walravens, RHOON (1
september).1956 AAD VAN
EGMOND RAPSTE IN RHOON. Tezamen met zijn
stadgenoot J. de Jager ging de Haagse nieuweling Aad van Egmond na ca. Nieuwelingen: Een voorwedstrijd
voor adspiranten over Adspiranten: 1. Siem Speelman in de tijd van 46 min. 53 sec.; 2. J. Spoormaker,
Rotterdam; 3. J. Mesters, Den Haag; 4. P. Stoop, Made; 5. R. Riethoven,
Leiden; 7. H. Blokker, Rotterdam; 8. P. Fransen, Aalsmeer; 9. W. Schuling, RIED (2
september).1956 Amateurs: 1. Piet Schreur, 2. Gerrit van Dijk, RIJEN
LEREN ZOOL (5 augustus).1956 Amateurs: 1. Schalk Verhoef, 2. Jan Rol, 3. Theo van Wijchen, Nieuwelingen: RIJSBERGEN
(29 april).1956 WALLET ZEGEVIERDE
IN RIJSBERGEN. In Rijsbergen bij
Breda werd een der eerste wedstrijden van West-Brabant verreden. De
overwinning kwam ook hier in andere handen dan die van een streekrijder
terecht. In zoverre maakte de course geen uitzondering op de regel die in
OostBrabant van toepassing blijkt te zijn. Bij de
nieuwelingen klopte de jonge Zeeuw Rentmeester, die ook het vorig jaar op de
voorgrond trad, de zoon van Aad van Amsterdam uit Oosterhout. Onafhankelijken
en amateurs: 1. Wallet, Leimuiden, 100- km in 2 uur 42 min.
15 sec.; 2. De Jongh, Made; 3. Ribbelink, Delft; 4. Van der Linde, Tilburg;
5. Van Veldhoven, Poeldijk; 6. Van Vliet, Rotterdam; 7. op 33 sec.
Plasmeijer, Voorhout; 8. Van Steen, Etten; 9. Van Diest, Oud-Beijerland; 10.
De Jong, Breda. Nieuwelingen: 1. Rentmeester, Yerseke; 2. Van Amsterdam, Oosterhout; 3. Van Geel,
Lepelstraat; 4. Verhoeven, Rotterdam; 5. Idema, Zwijndrecht. RIJSWIJK
(29 juni).1956 Amateurs: 1. Gerrit van Straten, 2. Frans van Velthoven, RONDE VAN
BRABANT (21 juli t/m 22 juli).1956 Piet Steenvoorden
winnaar van de Ronde van Brabant Piet
Steenvoorden, behorende tot de selectieploeg van de K.N.W.U., draagt deze
onderscheiding met ere. Zaterdag en Zondag, in een abnormaal zware tweedaagse
Ronde van Brabant werd hij algemeen winnaar, na de grootste rit over De Haan uit
Klaaswaal veroverde met zijn ritoverwlnning op het Ettense circuit de tweede
plaats in het algemeen klassement voor Heeren en Lute, voor Geldermans,
Niesten, Van Wijchen en Van den Brand. Dan gaan we critisch kijken, want
tengevolge van het ongewone verloop van deze uitgave van de Ronde slopen er
ook ongerechtigheden in het algemeen klassement. De Haan blijkt een
uitstekende en ook snelle jonge amateur te zijn. Ondanks zijn overwinning
trad hij tijdens het verloop van beide ritten minder op de voorgrond dan
bijvoorbeeld Geldermans, Van Wijchen en Van den Brand, die alle drie tot de
eerste kopgroep van de Ronde 1956 hadden behoord; een kopgroep die zich
ongeveer zeventig kilometer handhaafde en voor velen rampzalige gevolgen veroorzaakte.
Hun prestatie werd niet in die mate beloond als te verwachten was. Want die
eerste kopgroep, bestaande uit dertien man, was voor het gehele verloop van
de tweedaagse van beslissende betekenis.... Het begon dus
Zaterdag in Etten, waar op de terreinen van de Tomadofabrieken de start
plaats vond. Een veld van meer dan honderd amateurs en onafhankelijken
stelde zich op, een flinke reclame-karavaan, een behoorlijk aantal volgers,
waaronder meer ordonnansen dan noodzakelijk en dienstig was. Via Willebrord
werd naar Roosendaal gereden om langs Ossendrecht en Bergen op Zoom over
Steenbergen en de Brabantse kleigronden tenslotte de Langstraat te bereiken,
waar aan de Bossche kant de finishplaats Vlijmen lag. Dat waren Reeds heel vroeg
was er een voorlopige beslissing geforceerd. Tussen de stinkende vlasvelden
en de paarswitte papavers van Dinteloord, na ruim twee uur rijden, vermengde
zich de groep Wolfs met de kopgroep, doch dit betekende geen wapenstilstand.
Keer op keer knetterden de demarrages. In het voorste gelid vochten
Steenvoorden, Geldermans en Van den Brand, dan weer De Jager en Konings voor
een groepje, dat zegevierend naar Vlijmen zou kunnen optrekken. Ver op de
-achtergrond, op zes en een halve minuut, lag het peloton met een aantal
corypheeen in verslagen positie. De
verbrokkelingen in de kopgroep, die tijdsverschillen van meer dan een minuut
opleverden, werden echter vernietigd voor gesloten overwegen. Wouw,
Bosschenhoofd en Breda stuurden roet in het eten. Bij de brug over de
Dongensevaart speelde zich een tragedie af. Er werd een kopgroep vernietigde
en na vier en een halve minuut wachten presenteerde zich zelfs het verslagen
peloton. Met nog dertig kilometer voor de boeg was van een normaal verloop
van de rit geen sprake meer, toen de hele bubs tegelijk mocht starten. In de
Gideonsbende, die met voorsprong op de finish van Vlijmen aftoog, zeven man
sterk, bevonden zich echter Steenvoorden, Geldermans, Van Est, die in
Roosendaal de slag hadden ingezet, Heeren en v. d. Horst. die uit de
volggroep-Wolfs warm voortgekomen en de pelotonrijders Lute en Niesten. Piet Steenvoorden
won van Lute, waardoor burgemeester Van Hout ook aan een der besten van deze
onregelmatige wedstrijd de bloemen kon uitreiken. Voor het zover was had hij
bijna een half uur moeten wachten. De bonificaties
van een halve minuut en van vijftien seconden zorgden voor een behoorlijke
voorsprong van de eerst-geplaatsten na deze rit. De tweede etappe
leidde 's anderdaags via Oost-Brabant terug naar Etten. Toen zich na veertig
kilometer een groep van 26 man afscheidde, bevonden zich alle sterken aan de
leiding. De rit werd daarna een afvalwedstrijd. Schalk Verhoef kreeg een
lekke band en verzeilde in het peloton waarin zich Van Est, Van der Horst en
Van Steen bevonden, die niet in staat waren geweest op tijd met de grote
kopgroep mee te springen. Er was toch nog een kans geweest, dat zij de aansluiting
hersteld hadden als zij in Oisterwijk niet voor een gesloten overweg hadden
moeten wachten. Hun achterstand van 1.20 werd hier twee en een halve -minuut.
De reeds genoemde vier zouden nog een ploegachtervolging op de leiders
inzetten, maar zij hadden geen schijn van kans meer. In de
leidersgroep van nog twintig man bleek Heeren erop uit te zijn om zich van
Steenvoorden te ontdoen. De kleine Van der Zande, taai als leer, stond hem
bij, doch de Heemstedenaar, sterk gefundeerd en uitermate snel, controleerde
de rit, die hem de eindoverwinning moest brengen als een Caesar. Op het
Ettense parcours, vlak tegen het einde kreeg de optimistische Van
Houwelingen, weer een tikje, precies als daags te voren. Maar courage heeft
hij. Ook Wijdeven moest lossen, evenals Tuk uit Breda, die ons toch verrast
heeft. Piet de Jongh, op de tweede dag tot de koplopers behorend, kreeg in
Baarle-Nassau een lekke band, waarop het begrijpelijk was, dat hij uit de
wedstrijd verdween. De Haan uit
Klaaswaal, beide dagen onzichtbaar, maar steeds ter plaatse als de beslissing
viel - een snel opkomende jonge amateur overigens - versloeg Steenvoorden,
die op het parcours nog enkele vluchtelingen, waaronder een agressieve
Heeren, tot de orde moest roepen, in een snelle spurt met flink verschil. Het betekende,
dat Steenvoorden eindoverwinnaar was en dat hij de tweede plaats opeiste. De publieke
belangstelling voor de Ronde was beide dagen groot. Op het Ettense parcours
was voor de aankomst veel publiek. Amateurs eerste
etappe: 1. Steenvoorden, Heemstede, Amateurs tweede
etappe: 1. De Haan, Klaaswaal, Amateurs algemeen
klassement: 1. Steenvoorden, 10.39.26; 2. De Haan, 10.40.04;
3. Heeren, 10.40.11; 4. Lute, 10.40.20; 5. Geldermans, 10.40.35; 6. Niesten,
z.t.; 7. Van Wijchen, 10.40.41; 8. v. d. Brand, 10.40.58; 9. De Bruin,
10.41.05; 10. Konings, z.t.; 11. Hoffmans, z.t.; 12. v. d. Zande, z.t.; 13.
Marchant, 10.41.12; 14. Van Houwelingen, 10.43.04; 15. v. d. Horst, 10.48.31;
16. Van Est, 10.48.32; 17. Groot, z.t.; 18. Keepers, 10.49.20; 19. Sijthoff,
10.49.39; 20. Tuk. 10.52.56. Konings werd na
het opmaken van deze standen nog beboet met twee minuten, wegens het aannemen
van drinken. BRON: FRITS VAN
GRIENSVEN. RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER (5 mei).1956 Brabander PIET DE J0NG H versloeg
Hollanders in de Ronde van de Haarlemmermeer De Brabantse wielerathleet,
Piet de Jongh uit Made, heeft revanche genomen voor de reeks Hollandse
overwinningen in zijn provincie. Als enige renner van beneden de Moerdijk was
De Jongh naar Holland gekomen en won daar op grootse wijze de Het aanvankelijk
geplande parcours van zestig kilometer, dat driemaal afgelegd zou moeten
worden, moest vanwege de te verwachten verkeersdrukte van het bloemencorso
bij Lisse, Hillegom en Bennebroek, vervallen. De renners reden nu van
Zwanenburg over de De Lijnden, Badhoevedorp, Schiphol, Vijfhuizen, Nieuwe
brug en Fort de Liede weer naar Zwanenburg. Een parcours van Schifting. Het zonnige weer
bleek een weldadige invloed uit te oefenen op de strijdlust der renners, want
zij zaten nog maar amper in het zadel of het peloton werd met woeste rukken
op snelheld getrokken. Voor Chris Mors, die in het startplaatsje Zwanenburg
al met een onwillige derailleur sukkelde, Teters, Augustin, Verloop, J.Luicx
en Kuilenburg werd deze drieste start al spoedig noodlottig. Zij moesten na
luttelekilometers koers reeds afhaken. Een valpartij bij de Nieuwe Meer dunde
het aanvankelijk uit ruim honderd man bestaande peloton nog verder uit.
Dusseldorp, Harry de Koning, Dangerman, Piet van Diemen, v. d. Kluft - die
een wiel afstond aan Leen v. d. Meulen - en Van Maas moesten hierdoor
noodgedwongen de strijd staken of liepen een niet meer te overbruggen
achterstand op. Ontsnappingen en
aansluitingen. Toen de karavaan
voor de tweede maal door Badhoevedorp ( Een nieuwe
valpartij bij de Vijfhuizerbrug, betekende voor Keisers, J. de Wit, Barlage,
Jansen en Van Weeren het einde van de race. Pas en Dumernit moesten voor
lekke banden uit het gelid. Nieuwe manschappen in de personen van Cees Rabe
en v. d. Woude, die na een felle jacht bij Schiphol het verloren gegane
contact wisten te herstellen, kwamen de geteisterde hoofdmacht versterken. Demarrage's. Op de
Vijfhuizerweg beraamde de strijdlustige Plasmeyer een nieuw aanvalsplan en
riep zijn concurrenten een vaarwel toe. Aanvankelijk liet men de demarrant
begaan, maar toen zijn voorsprong bedenkelijke vormen ging aannemen, werd er
door de favorieten alarm geblazen. Er waren toen De meeste renners
zaten nog to bekomen van de jacht op Plasmeyer, toen Arie van Wetten bij de
Nieuwe Meer ( Bij de Nieuwe
brug liet Van Wetten zich afzakken en verdween zelfs geheel uit de strijd.
Maagkrampen hadden de als winnaar ,getipte" favoriet geveld. Het gaf
Rabe en De Jongh een extra stimulans om de aanval gezamenlijk door te
drijven. Want ofschoon Robert, Van Vliet, Jonker, Bouwman, Schild en Mik
Snijder enkele malen probeerden om de groep tot meer spoed aan te manen,
bleek er voor een georganiseerde tegenaanval geen interesse te bestaan. Eindstrijd. Na een
vruchteloze poging van Jonker, bleek de strijdvlam in de groep voorgoed
gedoofd te zijn. Het tempo daalde tot net boven de Met nog De rappe finishers
als Frans Mahn, Frits Schild, Joop v. d. Putten en Wim Snijders - die Piet de Jongh en
Frits Rabe waren toen al aan hun gezamenlijke ereronde bezig. Rabe was als
eerste door de laatste bocht gesneld, maar op het laatste rechte eind naar de
witte lijn werd hij door De Jongh, die het grote “mes" gestoken had,
overvleugeld. De sprint om de derde plaats werd een prooi voor Bouwman, die
Jonker, Robert en Van Vliet versloeg. De Amsterdammer Robert, die zich
uitstekend geweerd heeft, werd echter zeer terecht door de jury
gediskwalificeerd. Zoals reeds beschreven had hij in de beginfase een deel
van bet parcours afgestoken. Een harde les, die ook andere renners ter harde
kunnen nemen.BRON: JAN ROOSENBOOM DE VRIES Amateurs: 1. P. de Jongh (Made), de RONDE VAN
HET IJSSELMEER (23 juni t/m 24 juni).1956 Joop Blaauw
zegeviert in tweedaagse Rondom het IJsselmeer De 21-jarige
Arnhemmer Joop Blaauw - Zaterdag reeds etappewinnaar in Meppel - heeft in de
tweedaagse Ronde om het IJsselmeer, de mooie “klassieker" van het Amsterdamse
„De Germaan", zijn eerste grote overwinning behaald. Het feit, dat Piet
de Jong en Jan Rol - zijn ernstigste tegenstrevers voor de eindoverwinning -
in de slotfase op de bochtige macadampaden door het sportpark
“Middenmeer" aan de Kruislaan ten val kwamen, doet niets aan de zege
van Blaauw af. Hij verdiende hem, want op weg naar Meppel was de Arnhemmer
met de sterk rijdende Piet Steenvoorden, Dik de Ruiter en Teeuw Pronk, al
vroeg, in het offensief gegaan en trots zij na Die eerste etappe
van Amsterdam-Noord naar Meppel over 239 kilometers heeft de volgers in
vervoering gebracht. Daarin werden wielergevechten geleverd zoals men maar
zelden te zien krijgt. In het eerste koersuur zag het er geenszins naar uit
dat deze lange en zware rit zo'n sprankelend verloop zou krijgen. Het enige
waar men in dit eerste uur op geattendeerd werd, was een staaltje knap
fietsen van de Rotterdamse vechter Jan van Vliet, die zijn door een lekke
band opgelopen achterstand met een bewonderenswaardige rush weer ongedaan
maakte. Van deze inspanningen heeft hij slechts kort plezier gehad, want in
de Wieringermeer kreeg hij weer een band zonder lucht. Een makker bood hem
een ander wiel aan en Van Vliet begon aan een nieuwe achtervolging, maar op
de Afsluitdijk werd deze weer abrupt afgebroken: zijn derde band knalde
sissend leeg. De etappewinnaar van vorig jaar restte niets anders dan de
“bezemwagen". Inmiddels was de
strijdvlam in de voorste gelederen hoog opgelaaid en waren negen man in de
bochtige straatjes van Sijbekarspel het peloton ontvlucht. Die negen waren:
Steenvoorden, Pronk, De Ruiter, Blaauw, Harry Cuvelier, Wallet, Cees Jansen,
Plasmeyer en Van Diemen. Toen zij bij Wieringen (8o km) het nieuwe land
verlieten en de Afsluitdijk opzwenkten, hadden deze negen durfals, ondanks
een tegenaanval van Teunisse, Marinus en C. Dekker, reeds een voorsprong van
1 min. en 50 sec. op het peloton. Op de
Afsluitdijk, waar door de jacht op de koplopers - van wie Plasmeyer terug
viel - en een stevige zeebries het peloton uiteen waaierde, werden als
vanouds rake klappen uitgedeeld. Knappe wielerridders als Leo Stevens, Slits,
v. d. Wetering, Joop Cuvelier, Mannaart, Vermast, Van Rossum en De Koning
raakten hierdoor met vele zwakkeren in de achterhoede verzeild. Maar ook Rol,
Pos, Niesten en Guus de Haan, die aan een verkeerd' wiel hadden gezeten,
streden daar op de liniaalrechte dijk om de gemiste aansluiting met de kop
van het peloton te herstellen. Bij het binnenrijden van Friesland ( Op de smalle
polderwegen van het water- en grasrijke Friese land, waar de wind vrij spel
had op de karavaan en slechts de plaatsen Wommels, Bolsward, Winsum,
Dronrijp, Hichtum, Bayum etc. voor een tijdelijke beschutting zorgden, werd
de selectie voortgezet. Nieuwe manschappen moesten afhaken en ook de kopgroep
kreeg daar verliezen te incasseren. Jansen en Wallet waren de eersten die
het hoge tempo van Steenvoorden, Pronk, Blaauw en De Ruiter om uit de greep
van het peloton te blijven, niet meer konden opbrengen en op de singels van
Leeuwarden ( Slot naar Meppel. In Oldeboorn reed
Stoete in de wegberm en verspeelde daardoor het contact met de „kop",
die in gesloten gelid door Gorredijk en Oldeberkoop marcheerde op weg naar
Noordwolde. En daar, op dertig kilometer van de finish in Meppel, nam de
onrust opnieuw bezit van de aanvoerders. Verschillenden beproefden het scherp
van hun demarrage om het aantal kanshebbers voor de etappe-overwinning te
verkleinen. Zij slaagden daarin slechts gedeeltelijk. Want alleen De Ruiter
en Pronk, die de tol voor hun eerder in de koers geleden jnspanningen,
moesten betalen, Van Houwelingen en Jonker (aflopende ketting) moesten in
deze fase van de strijd noodgedwongen afhaken. Ofschoon de energiek
strijdende Jonker en ook Van Houwelingen en De Ruiter nog tot op dertig meter
terug kwamen, bleken zij niet bij machte om dit laatste stuk nog te
overbruggen. Daarvoor lag het tempo te hoog. In de kom van de
gemeente Meppel sprong Bert de Vree nog weg, zijn demarrage reikte echter
niet ver genoeg: op Tweede etappe. Voor de tweede
etappe terug naar de hoofdstad verschenen nog slechts 57 renners aan het
vertrek, liefst 38 man waren op de heenreis door pech of anderszins
gesneuveld. De vijftien koplopers van de vorige dag zetten er dadelijk na de
start een hoog tempo in, zodat elke uitlooppoging bij voorbaat tot mislukken
gedoemd was. Voor de zwakkeren werd deze overdonderende start noodlottig en
na amper Even buiten
Nunspeet werd de actieve Piet Damen, de voorgaande dag een der gangmakers van
het peloton, door pech voor de eindzege uitgeschakeld. Ook Piet de Jongh
leek verder kansloos te zijn toen hij in Harderwijk voor een lekke band uit
het zadel moest. Maar de Brabantse kampioen gaf een demonstratie van zijn
klasse en had tien kilometer verder zijn plaats in de hoofdmacht weer
ingenomen. Geen van de andere renners bleek tot dit machtsvertoon in staat te
zijn. Deze prestatie van De Jong krijgt nog meer relief als men bedenkt dat
die Behalve Damen,
verdwenen van de kanshebbers ook De Vree, Van Wetten en Van Houwelingen door
lekke banden uit de voorste linie, zonder daar weer in terug te keren.
Verwoede gevechten vielen er evenwel niet te bespeuren: het tempo bleef aan
de hoge kant. Op een slecht
stuk weg tussen Hoevelaken en Amersfoort vielen er weer slachtoffers in de
personen van Strohlenberg, Robert, De Boer, De Haan, Cees Rabe en Schipper,
die geen verweer meer konden bieden in deze slijtageslag. Rijnders en Stoete
wisten het verloren gegane contact bijtijds te herstellen. Op de smalle wegen
in de polders rond Eemnes, waar Theo Bulten er de brui aan gaf en Coen
Niesten zijn succes tevergeefs in een felle demarrage zocht, was ook voor
Kock, Vaars, Harry Cuvelier, Splinter, Jansen, Ballangee, v. d. Berg, De
Ruiter en Rijnders het uitzicht op een ereplaats in deze etappe verkeken.
Pechvogel Jan Jonker werd daar door een lekke band uitgeschakeld. Het kaf was
daarmede definitief van het koren gescheiden. Alleen de kleine Henny
Marinus, die dapper met zijn grotere makkers mee was gedraafd, moest er bij
Loenersloot ( Slechte aankomst. Elf man van de
Meppelse kopgroep en vier ongevaarlijken voor de eindbuit, t.w. Jan Buis,
Lode Stoete, Joop Wuurman en de verrassend goed rijdende G. Ribbelink, bleven
overeind om elkaar in het slotgevecht te bestrijden. Op de hobbelige wegen
bij Abcoude en Duivendrecht schoot bet tempo omlaag en, keken de aanvoerders
eens angstvallig achterom naar eventueel in aantocht zijnde jagers. Maar die
kwamen niet en zodoende konden zij zich tot de onderlinge bewaking beperken.
Stoete en Steenvoorden probeerden naarmate de finish naderde nog met een
ontsnapping de strijd in hun voordeel te beslissen, maar zij kregen geen
schijn van kans. Bij Zeeburg nam Jan Rol de leiding van de aanvalsspits en
behield deze tot kort voor het sportpark om eventueee rebellen in toom te
kunnen houden. Toen deed hij de kop over aan Joop Wuurman en dat zal de
Alkmaarder niet licht vergeten. Want in zijn haast om de finish te bereiken,
nam Wuurman een der vele bochten te snel en te kort, waardoor hij ten val
kwam en Rol, De Jongh en Buis met zich meesleepte. Het kostte Rol en De
Jongh, zo niet de etappe- of eindzege, dan toch zeker een ereplaats in een
van beiden. Die aankomst op de sintelbaan aan de Kruislaan was erbarmelijk
slecht, want ook Blaauw, die zijn vallende concurrenten.had weten te ontwjken
en als eerste de baan,opstormde, kwam eveneens ten val. En niet door gebrek
aan stuurkunst, maar louter omdat de toegang naar de sintelbaan zich niet
leende voor de aankomst van een wegwedstrijd. Vier man stormden de gevallen
Blaauw voorbij-,en van hen legde de slagvaardige Leo van den Brand beslag op
de etappeoverwinning. Amateurs 01e
Etappe van Amsterdam naar Meppel: 1. J. Blaauw, de Amateurs 02e
Etappe van Meppel naar Amsterdam: Amateurs Eindkl.: 1. J. Blaauw in 10 uur 26 min. 6 sec., 2. P. Steenvoorden, Piet de Jongh
kreeg de prestatieprijs toegewezen. BRON: JAN
ROOSEBOOM DE VRIES. RONDE VAN
LIMBURG (3 juni).1956 Pracht achtervolging
met overwinning bekroond Fraaie victorie
van Jos Suykerbuyk in de Ronde van Limburg Met genoegen
kunnen de N.V. Efor en de T. en W. “Maastricht" op de Ronde van Limburg
voor profs en onafhankelijken terugblikken. Behoudens de in het buitenland
aan de slag zijnde beroepslieden, verschenen zowat alle vaderlandse profs en
onafhankelijken aan het vertrek, een aardig gezelschap, dat werd aangevuld
met de Duitsers Vadder, Jornitz, Hautropp, Donike, Hochgeschurtz, Muller,
Kramer, Schwartsenberg, Liebelt, LSder, Junckermann, Lepperhoff en Bitter,
die onder de hoede van Paul Oszmella
hun kunnen demonstreerden. De zaken klopten
best, over medewerking en belangstelling hadden de mannen die de beide
festijnen in elkaar zetten heus niet te klagen en aldus werd de hele
geschiedenis een success De T. en W. „Maastricht"' enspeneert zulke
dingen op,„Belgische wijze", waardoor zekere instanties voor de Ronde
van Limburg worden geinteresseerd. In het programma - en voorheen in
publicaties - lazen wij b.v.: Georganiseerd door de Toer- en Wielerclub
„Maastricht" met medewerking van de N.V. Efor Amsterdam, de
supporterselub „Berg en. Dal" te Beek, Eroba rijwielfabriek te Echt,
Radium-Venturi, Remova horloges, Riza Sigapattenpapier, Foreman Autobanden„
Toboga Helmond, de Limburgia Pers (Limbugs Dagblad, Maas- en Roerbode,
Dagblad voor Noord-Limburg; en het sportblad Marathon). De stoet bleef
tot in de buurt van Echt ( Beroepsrenners:1. J. Suykerbuyk, Breda, RONDE VAN
LIMBURG (3 juni).1956 Sprekende
Limburgse zege in Ronde van Limburg voor amateurs De kronkelende
wegen van Mamelis, Vijlen, Mechelen, de stijgingen en dalingen in de buurt
van Slenaken, Krijtland en Hoogcrutz en een vermenging van deze obstakels in
het resterend gedeelte van het Zuid-Limburgse heuvellandschap, konden
ditmaal geen uitspraak doen over de inhoud en de kunde van het uitgebreid
leidend gezelschap, dat in hoog tempo al deze hindernissen nam en in
Gronsveld ( In Stein 1( In het door velen
gevreesde heuvellandschap werd het langgerekte peloton opnieuw gedund.
Leunissen, A. de Rooy, Geraedts, C. de Rooy (lekke tube), Steyns (ook een
leeg bandje). Liebregts, De Jager enz. werden afgehaakt. De regen maakte de
tocht nog lastiger. Dit ondervonden Van Houwelingen, De Vree, Huissoon, Van
Engelen en Janissen. In de buurt van Krijtland en Mheer - klimmen en dalen -
vielen klappen. De elite-troepen presenteerden een fikse rekening. Hoog bleef
het tempo, de sterken vervolgden met soepele tred de weg, anderen werden uit
het peloton gegooid. Tot laatst bedoelde categorie behoorden: Groot, De Hoog,
Blaauw, de Duitser Kuckelkorn, Klassen, Kreukniet, Huntjens, Boss, Smits, Van
Breugel, de Belgen Valeer Paulissen en Henri Dircx, v. d. Zande, Rabe, de
Duitser Schanze, Buys, vervolgens de Italiaan Bacchetti en vlak voor
Gronsveld Gerard Korsten, die weer aansluiting verkreeg. Inmiddels zaten
zowat alle sterke troeven nog op kop. Deze kop gunde zich geen verpozing. In
Heer lagen nog 33 man bijeen, ook nog bij het verlaten van Maastricht. Maar
in Amby ( Amateurs: 1. Gerard Vergoossen, Echt, RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND (21 mei).1956 Piet de Jongh een
prachtige winnaar in de
Ronde van
Midden-Nederland De vooruitzichten
waren niet al te best: zware nachtvorst, zei De Bilt, en flinke wind. Een
Pinksterstorm dus van het start dat beter weg kan blijven. Maar
Maandagmorgen, bij het startschot van de negende Ronde van Midden-Nederland,
viel alles niet honderd, maar wel tweehonderd procent mee. De harde
klassieker, die in het vooruitzicht lag, beloofde nu opeens een snelle
afvalrit te worden. En het werd een
afvalrit. Niet omdat de Amsterdammer Kars reeds na 5 van de Was het snelle
rijden toe te schrijven aan het gunstige weer - een factor dus die niemand in
de hand heeft - de scherpe selectie was voor een niet gering deel te danken
(of te wijten, zo men wil) aan de veranderde route. Het ging nog maar zelden
over een stuk Rijksweg; doorgaans was alles secundair, B-weg dus, hetgeen wil
zeggen smal, onregelmatig, kiezelachtig, kortom lastig. Dat bleek
bijvoorbeeld wel heel sterk bij Rhenen. In een stuk van
amper een kilometer zagen we daar eerst de winnaar van verleden jaar met een
lekke band staan. Dat was Piet Steenvoorden uit Haarlem, ook nu weer een der
grote favorieten. Even later kwam de winnaar van de Ronde van Noord-West
Nederland, de Amsterdammer Frans Mahn. Daarna kwam Wout Verhoeven, ook geen
kleine jongen, getuige zijn overwinningen in klassiekers als de Ronde van
Noord-Holland. En pal daarop de langste renner van Nederland: Schalk
Verhoef, de nationale kampioen, ook al moedeloos prutsend aan een door
kiezel gesloopte tube. Er was geen
helpen meer aan! Wie eenmaal op zo'n slechte weg flink achter was geraakt,
kon het beste de richting, Utrecht via de kortste weg inslaan, want het tempo
was, na een rustig begin, zo hoog geworden, dat zelfs de grootste kampioen
uit het gezelschap er niet of slechts met de meeste inspanning bij zou kunnen
komen. Voor uitlooppogingen was in die periode nog geen gelegenheid; men
moest zich er toe bepalen steeds bij te blijven en zijn krachten te bewaren
voor straks, wanneer het er werkelijk op aankwam. Toch blijft het onverstandig
van menige amateur - de zwakke broeders voornamelijk - helemaal achterin te
blijven kleven. Er zitten twee gevaren in. Ten eerste mist men het oog op de
spits, waar toch altijd ontsnappingspogingen zullen worden gedaan, en ten
tweede verliest men onherroepelijk terrein, wanneer zich ooit en dat gebeurt
in iedere wedstrijd een of meermalen - een splitsing in het langgerekte
peloton voordoet. En wie dan los is, moet zich haasten. Twee Harry's op
stap. Het liep ook nu
weer zo. Achterin verloren hele groepjes contact, voorin begon het te
rommelen. Twee Harry's, de Amsterdammer Mooleniizer en de Brook-Sittarder
Ehlen, probeerden het 't eerst. Het doet ons plezier dat het juist deze twee
waren. Moolenijzer is een renner, die zijn carriere al te veel op de baan
heeft gezocht. Niet dat zoiets hem kwalijk te nemen is: tenslotte is de baan
niet minderwaardig. Maar Moolenijzer kan meer dan een afvalrace rijden of, op
de weg, een straatkoers. Dat wilde hij nu bewijzen en, al mocht hij dan ook
niet winnen, hij mag toch zeggen zijn doel bereikt te hebben. De Amsterdammer
is opgevallen en dat is vaak belangrijker dan geruisloos op de vierde of
vijfde plaats te eindigen. Van Harry Ehlen,
die een prachtige wedstrijd heeft gereden en van begin tot het eind voorin
was te vinden, verheugt ons deze activiteit om zijn afkomst. De Limburgers
beginnen, laten we het maar ronduit zeggen, een minder goede reputatie te
krijgen in de overige tien provincies. De een zegt dat ze bang zijn - waar we
niets van geloven -, de ander beweert dat ze in Belgie of in eigen omgeving
vettere prijzen kunnen bemachtigen. Het zij zo. Maar verstandig is de
voortdurende afwezigheid in vrijwel elke nationale wegkoers van formaat niet.
De wedstrijd-organisatoren willen hun dezelfde kans geven als wie ook en ze
moeten dan niet altijd laten afweten. Een vooraanstaand K.N.W.U.-functionaris heeft ons
Zondag nog te kennen gegeven, dat er bij de keus van de amateur-ploeg voor de
komende wereldkampioenschappen geen sprake zal zijn van een Limburgse
representant, wanneer deze renners blijven doorgaan met het negeren van de
klassiekers. Het zou anders niet eerlijk zijn tegenover de anderen, die wel
al die lastige kilometers aftrappen, louter en alleen vaak om een plaatsje in
de ploeg te verwerven. Zoveel is er tegenwoordig in de klassiekers ook weer
niet te verdienen. De prijzenlijst van Midden-Nederland was noodgedwongen
zelfs schamel. Het volgend jaar zal dat, met een aangepaste regeling, wel
anders zijn, zo is ons verzekerd. De Volharding verdient het! De strijd
begonnen. In de omgeving
van de Pyramide van Austerlitz, na zo'n 75 van de We noemden de
naam Jan Buis. Ja, het is de zoon van Leen Buis, oud-kampioen van Nederland
in de tijd toen de vereniging De Bataaf zo sterk was. Deze Jan is leraar
lichamelijke opvoeding met een C.I.O.S.-diploma, in Australie en fietst daar
als de besten. Nu wilde hij graag uitkomen in de Olympische Spelen, die
immers in zijn vaderland worden verreden. Dat kan, maar dan moest hij eerst
maar eens voor eigen volk laten zien wat hij kon. Even overgewipt toonde Buis
zijn blakende vorm, en vooral zijn sprinttalent in deze lastige klassieker.
Hoeveel premies hij gewonnen heeft, weten we niet, maar het zijn er heel wat
geweest. Men mag niet over een nacht ijs gaan, maar dit was toch wel zeer
overtuigend. Ook later was
Buis er weer bij. Met Harry Ehlen en zes anderen. Nadat de smalle
kronkelwegen langs de Zuwe voor velen te zwaar waren geweest, sprongen deze
twee met zes anderen weg. Helaas zijn we hiervan geen getuige geweest wegens
een lastige maagstoornis. Maar collega Evert van Mokum, die alweer aardig
hersteld is van zijn ernstige buikvliesontsteking en weldra wel weer in dit
blad zal kunnen schrijven, heeft ons de nodige gegevens verschaft voor het
resterende deel van de wedstrijd. Die acht renners
waren: Buis, Ehlen, Frits Rabe, Piet de Jongh, Joop Wuurman, Jan Barlage,
Harry de Koning en Gnus de Haan. Deze laatste reed zijn tweede wedstrijd als
amateur en deed het meteen ferm. Nu zo doorzetten; het kan. Tussen Kamerik en
Woerden forceerden zij de race. Van nu af was er voor de overigen geen
beginnen meer aan. Ook niet voor Jan Rol, die als grote favoriet was gestart,
maar al te zeer werd omringd door zwakkere broeders, die meenden wel met de
meester mee te kunnen trekken. Rol had verleden jaar zeker zoveel kans op de
eindzege als Piet Steenvoorden, maar zag zich toen alle hoop ontnomen door
pech in het gezicht van het Utrechtse Stadion. Van het
koerseinde heeft iedereen natuurlijk uitvoerig gelezen in de dagbladen. Het
was de finale van Piet de Jongh, een prachtige renner, waarop we zuinig
moeten zijn. Brabantse Piet sprong op BRON:
FRANS OUDEJANS Amateurs: 1. Piet de Jongh, Made, Veteranen ( RONDE VAN
NEDERLAND (6 augustus t/m 13 augustus).1956 Gebrek aan
successes voor onze renners een harde maar kostbare les. Systeem van de
samenstelling der ploegen moet nog eens onder ogen worden gezien De
organisatorische zijde was de beste Met een nederlaag
welke verwacht maar desalniettemin zeer teleurstellend was, hebben onze
renners de achtste Ronde van Nederland beeindigd. Teleurstellend en
beschamend. Nog nooit heeft een Belgische ploeg zo in de ronde van onze
allerlaagste landen kunnen huishouden als dat met de equipe van de winnaar
van de ronde, Rik van Looy het geval is geweest; zulks ondanks het feit dat
zij van Roosendaal tot Amsterdam met drie man heeft moeten opereren en dus
ongetwijfeld, althans voor de posities in het ploegenklassement, wel
kwetsbaar was. Maar onze vaderlandse rennersgemeenschap in de Ronde kon er
mentaal niet tegen op. Men beloerde elkaar met een sluwe waakzaamheid en in
elke ploeg was men eerder bereid de buitenlanders enig terrein te gunnen dan
de eigen landgenoten. Schulte, Van Est en Voorting, de kopmannen van de drie
Nederlandse ploegen, hadden wat dat betreft allen dezelfde klacht. En zij
hadden allen gelijk, maar ze hadden er ook allen schuld aan. Er was hier van
een gezonde rivaliteit geen sprake en dat ging zelfs zover, dat Voorting bij
zijn eerste demarrage op weg naar Roosendaal Post aan zijn wiel kreeg, die
zich ermee vergenoegde de naar huis rijdende kopman van de C-ploeg af te
remmen. Waarom is ons, gezien de posities van dat ogenblik in de
klassementen, niet recht duidelijk geweest. Dat was een voorbeeld, maar niet
het enige. Behalve deze
geest van tweedracht, welke met een gezonde onderlinge rivaliteit niet kan
worden vergeleken, omdat ze de buitenlanders volledig in de kaart speelde,
was er toch ook wel een duidelijk gebrek aan fundament. We hebben in de gelederen
van onze jongere renners in feite niet een renner aan het werk gezien op een
manier dat we ervan onder de indruk moesten komen. De strijdvaardigheid van
een Van der Lijcke, Van 't Hof en nog enkele andere renners, kon de
teleurstelling daarover niet camoufleren. Op een harde, maar alleszins nuttige
manier is ons nog eens duidelijk gemaakt, wat wij.in feite ook na de toch voor ons niet zo slecht gelopen Tour de France
al moesten constateren, dat er nu niet bepaald legioenen jongere renners
klaar staan om de wimpel van de oudere matadoren over te nemen. Dat het juist
-de twee veteranen van het gezelschap, Schulte en Van Est moesten zijn die op
de laatste dag van de ronde toch eindelijk nog een rit konden winnen en
daardoor de eer wisten te redden, spreekt boekdelen. We nemen dan wel aan dat
de jongere renners, nu ze niet op een plotselinge manier duidelijk op de
voorgrond konden treden als bijvoorbeeld Piet Haan het vorig jaar, zich aan
de wetten van hun kopmannen dienden te onderwerpen. Maar er is er dan ook
niet een geweest van wie men kan zeggen dat hij daardoor teveel geknecht is
geweest en niet tot zijn recht is kunnen komen. Intussen, de
duidelijkheid waarmee dit allemaal is gebleken, moet men dan maar, van
Nederlands standpunt gezien, als het beste resultaat van de ronde beschouwen.
De Nederlandse renners hebben zichzelf met hun optreden van acht dagen voor
het front van de Nederlandse wielergemeenschap en ook van buitenstaanders die
er toch wel belangstelling voor begonnen ,te krijgen, een slechte dienst
bewezen. Zij hebben het ook de organisatoren niet gemakkelijk gemaakt. Het is
nog een geluk dat er tussen deze ronde en de volgende weer zo'n lange tijd
ligt dat men gelegenheid krijgt dit alles weer enigszins te vergeten. De
organisatoren zullen, door de ronde weer op zijn oude tijd te doen houden en
haar daardoor haar eerste functies (selectie voor de Tour!) terug te geven - waardoor bovendien de anticlimax
na de Tour de France wordt vermeden -, ongetwijfeld weer goed voor de dag
kunnen komen; vooral wanneer hun berichtgeving voor de Ronde wat vakkundiger
wordt opgezet. Organisatorisch heeft men de kinderziekten ongetwijfeld wel
vrijwel overwonnen. Wij hebben gemerkt dat de Ronde bier en daar inderdaad
aan aanzien heeft gewonnen; ook aan allure trouwens. En men kan niet anders
zeggen dat - bijvoorbeeld - de avond-show een karakter en ook een belangstelling
heeft gekregen, welke de atmosfeer van de Tour de France zeer dicht nabij
komt. En die sfeer en publieke belangstelling vormen nu eenmaal de basis
voor elke volgende ronde. HET KRITIEKE
PUNT. Voordat wij de
organisatoren,daardoor op de schouders tillen en hun de eer geven welke hun
toekomt, moeten wij toch ook wijzen op een gevaar dat niet geheel
-denkbeeldig is, ja dat zelfs steeds duidelijker vormen begint aan te nemen.
Wij weten dat de Ronde van Nederland geen filantropische instelling is. Dat kan ook niet.
Filantropie zou haar ondergang zijn en degenen die zo gaarne beweren dat men
alleen maar op het sportieve gedeelte hoeft te letten, zijn misschien een
beetje vlug in hun beweringen, hoe juist deze in principe ook kunnen zijn.
Ongetwijfeld is het zo, dat wij slechts de kant van de sport bekijken,
terwijl de organisatoren nu eenmaal het zakelijke element niet
schouderophalend voorbij kunnen gaan en zo nu en dan wel eens concessies
moeten doen. Een van de
concessies welke men dit jaar weer heeft gemeend te moeten doen, is het
critieke punt in deze gehele ronde geworden. Er was tevoren al op gewezen
dat de samenstelling van de vaderlandse ploegen niet kon bevredigen. Nu de
Zwitsers: met Koblet kwamen en de Italianen met Magni, maar vooral nu de
Belgen zo'n sterke A-ploeg op het tapijt brachten, was er alle reden aan te
nemen dat zelfs een zeer sterke Nederlandse A-ploeg een hele tour zou hebben
de Belgische, concurrentie het hoofd te bieden. Zowel de renners zelf als de
Nederlandse sportpers hebben daar, voor de ronde, nadrukkelijk -tegen
gewaarschuwd. Wij nemen aan dat
deze waarschuwing ook wel weerklank bij de organisatoren zou hebben gevonden,
ware het niet dat zij althans nog voor dit jaar niet anders dan juist -de nu
gevolgen weg konden bewandelen. Zij verkopen immers hun ploegen aan de
fabrieken en die fabrieken willen zelf als kopman een bepaalde renner hebben,
waarna de overige candidaten in onderling overleg met,de kopmannen, moesten
worden gevonden. De krachten zijn daardoor verbrokkeld en.... de in onze
wegrensport helaas bestaande nietsportieve tegenstellingen verscherpt. Over
de gevolgen daarvan hoeven we nu niet meer uit te weiden. Het is precies
gelopen zoals wij hadden verwacht en hoewel wij niet anders kunnen zeggen dan
dat Van Looy en zijn Belgen op zeer overtuigende wijze hebben gereden en
volkomen verdiend beide klassementen hebben gewonnen, moeten we toch ook
vaststellen dat onze landgenoten het hun wel erg gemakkelijk hebben gemaakt. Een nationale
equipe dus, zoals we die al eerder in de Ronde van Nederland hebben gehad,
zou de aangewezen weg zijn geweest. Ongetwijfeld zou ook de samenstelling
daarvan op het ogenblik niet gemakkelijk zijn geweest, maar wij nemen aan dat
het resultaat de moeite zou hebben geloond. Niet omdat de onzen dan de ronde
misschien zouden hebben gewonnen, maar omdat ze haar dan eventueel met ere
hadden kunnen verliezen. Hetgeen nu zeker niet het geval is geweest. Naast deze
nationale zou een B-ploeg en eventueel een C-ploeg hebben kunnen opereren,
hoewel wij persoonlijk altijd nog wel een zwak hebben gehad voor de
zogenaamde regionale equipes, welke men mogelijk bij een in een bepaalde
streek gevestigde onderneming waarschijnlijk even goed aan de man had kunnen
brengen als nu de C- of de B-ploeg. En dan voelen we
ook altijd nog iets voor een zogenaamde „cadettenploeg" van jongere
renners. Maar dan niet zo maar een greep uit 'de rest', doch een werkelijke
selectie van jonge onafhankelijken, onder leiding van Nederlands beste
ploegleider, om daardoor enig evenwicht en zelfvertrouwen te krijgen. Laten
we eens aannemen dat er in de vaderlandse wielersport geen tegenstellingen
bestonden, dan zouden wij Pellenaars aan het hoofd van zo'n equipe willen
zien staan, of een Schulte als hijzelf niet meer mee deed. Ook aan de
“verkoopbaarheid" van, deze ploeg onder een dergelijke leiding twijfelen
wij niet. De organisatoren
van de Ronde van Nederland hebben het ongetwijfeld niet gemakkelijk wanneer
zij trachten tussen deze beide punten de juiste weg te vinden, maar zij
zullen er toch naar moeten streven. Dat gedeelte in hun wielerkaravaan - wij
bedoelen dus niet de reclame-karavaan - wat nu show is, zou eerder wat
versoberd dan uitgebreid moeten worden. Wij denken bijvoorbeeld aan de
huldiging van de winnaar, welke enigszins in het water is gevallen omdat Van
Looy op dat tijdstip al op weg naar huis was. Ongetwijfeld een onverdiende
teleurstelling voor de organisatoren, die toch al hun tegenslagen hadden te
incasseren omdat hun laatste aankomst en dus de kroon op het werk, letterlijk
in het water viel. Maar zij moeten bedenken dat renners over het algemeen om
huldigingen en voorstellingen geen steek geven. Integendeel, zij hebben er
meestal een grondige hekel aan. Ook zij zijn zakenmensen en beschouwen dat
als verloren tijd. Het levert niets op en aan handjes drukken een klopjes op
je schouders verduren krijg je gauw een hekel. Het „kom, wees gezellig"
is hier geen argument; ook geen meetellende factor. Er zijn onregelmatigheden
geweest bij de tijdrit. Men heeft gedaan wat mogelijk is om deze bij de
berekening van de uitslag zoveel mogelijk te neutraliseren. Daarin is men
geslaagd. Zoveel mogelijk. Maar toch hebben niet alle renners onder gelijke
omstandigheden gereden. Wij menen dat hier toch nog wel iets aan te doen is
en dat Waterstaat daar wel voor open staat want de ronde heeft in de heer Van
Erp blijkbaar een pleitbezorger gekregen die er iets van kan. Er moet in ons
land met zijn vele parallelwegen, een parcours te vinden zijn dat men bereid
is voor enkele uren af te sluiten. Op Zondag eventueel, als dat beter
uitkomt dan door de week. Geen langs razend verkeer waaraan de renners, al
waren zij door wedstrijd commis- sarissen omgeven, zich telkens wat kunnen
optrekken, wanneer het van achter hen komt. En dan een grotere afstand.
Zoiets van Er zijn
ongetwijfeld nog meer opmerkingen te maken. Wij menen dat dit de voornaamste
waren en dat zij voor de verdere ontwikkeling van de ronde van essentieel
belang zijn. Deze Ronde van Nederland, in feite te Leeuwarden al in het voordeel
van de Belgen beslist - hetgeen op de derde dag, te Zandvoort, zelfs al
definitief was - is daardoor geen thriller geworden. Daar heeft de goede
organisatie niets aan kunnen veranderen. Men kan sportief niets
organiseren.... ja toch, de samenstelling van de ploegen. Dat is een kwestie
van waarde en tegenwaarde, waarbij de mogelijkheid tot verrassingen open
blijft. De organisatoren van deze ronde moeten dat voor het volgende jaar
(toch weer in Mei of daaromtrent?) als hun voornaamste programmapunt
beschouwen. Onze suggesties daaromtrent, welke wij overigens gaarne voor
betere geven, mogen zij dan beschouwen als een saluut aan hetgeen in deze
ronde wel, een succes is geworden, ook al zijn we dan in sportief opzicht
wel enigszins teleurgesteld naar huis teruggekeerd. 3e etappe
LEEUWARDEN-ZANDVOORT ( Beroepsrenners:
1. Van Looy (Belg. A), 6 uur 5 min. 49 sec.; 2. Schulte (Ned. A); De prijs voor de
strijdlustigste renner ging naar Wim van Est (Ned. B). De renners Moresi,
Schoenmakers, Hendrickx en Reineke overschreden de tijdslimiet, doch wegens
de zware etappe besloten de wedstrijdcommis- sarissen hen toe te laten tot de
start voor de vierde etappe. De strijd is
gestaakt door Braspenninckx (Ned. B); Roks (Ned. B); Piazza (It.); Zampini
(It.); Bovay (Zw.); Graf (Zw.) en Trutsch (Zw.). Er blijven 57 renners over. 4e etappe A
ZANDVOORT-ROTTERDAM ( Beroepsrenners:
1. Fore (Belg. A), 2 uur 25 minuten 16 seconden. In dezelfde tijd: 2.
Schroeders,(Belg. A), 3. Van den Broek (Ned. B), 4. Van den Brekel (Ned. A),
5. Moresi (Zw.), 6. Van der Lijke (Ned. A); op 2 min. 36 sec.: 7. Saelens
(Belg. B), 8. Backat (Dld.), 9. Maue (Dld), 10. Van 't Hof
(Ned. C), 11. Maas (Ned. B), 12. Post (Ned. A), 13. Suykerbuyk (Ned. A), 14. Hollenstein (Zw.); op 3 min. 3 sec.: 15.
Reineke (Dld.), 16. Junkermann (Did.), 17. Van Grinsven (Ned. C), 18.
Derboven (Belg. B); op 3 min. 21 sec.: 9. Bergmans (Ned. A), 20. Derycke
(Belg. A). De Duitser Muller
heeft na een val de strijd moeten staken. Van der Lijke (Ned. A) was de
strijdlustigste renner. 4e etappe B
Tijdrit Beroepsrenners: 1. Derycke (Belg. A), 13 min. 23 sec. In dezelfde tijd: 2. Van Looy
(Belg. A), 3. Vannitsen (Belg.
A), 4. Luyten (Belg. A), 5. Fore (Belg. A), 6. Schils
(Belg. A), 7. Schroeders (Belg. A), 8. Verplaetse (Belg. A); op 10 sec.: 9.
Van 't Hof (Ned. C), 5e etappe
ROTTERDAM-ROOSENDAAL ( Beroepsrenners: 1. Verplaetse (Belg. A), 4 uur 9 minuten 49 seconden. In dezelfde
tijd: 2. Van Looy (Belg. A), 3. Rusman (Ned. A), Gerrit Voorting
(Ned. A) kreeg de prijs voor de strijdlustigste renner. De renners Derycke,
Luyten, Sahils en Schroeders van de Belgische A-ploeg overschreden de
tijslimiet en zijn uit de strijd genomen, Boni (It.) moest na een val
opgeven. Wegens tweemaal
trekken aan die trui van Verplaetse is de Italiaan Carlesi naar de zesde
plaats gedistancieerd. De andere vijf renners schuiven dus een plaats op. 6e Etappe ROOSENDAAL-HEERLEN
( Beroepsrenners: 1. Van Looy (Belg. A) 6 uur 50 minuten 18 seconden. In dezelfde tijd:
2. Baffi (It.), 3. Van Dongen (Ned. C), 4. Schulte (Ned. A), 5. Koblet (Zw.),
6. Van Est (Ned. B), 7. Van 't Hof (Ned. C), 8. De Valck (Belg. B), 9.
Vannitsen (Belg. B); op 9 sec.: Pankoke (D1d.)
kreeg de prijs voor de meest strijdlustigste renner. Van den Brekel en
Suykerbuyk (Ned. A), Van Oers en Schoenmakers (Ned. C), Fore (Belg. A),
Derboven, Hendrickx en Saelens (Belg. B) en Hollenstein, Moresi en Rudolf
(Zw.), gaven de strijd op. 7e etappe
HEERLEN-VENLO ( Beroepsrenners: 1. Roselle (Belg. B) 3 uur 53 minuten 10 seconden. In dezelfde tiid:
2. Pauw (Ned. B), 3. Vannitsen (Belg. A), 4. Koblet (Zw.), 5. Haan (Ned. A), 8e etappe A Tijdrit
1. Van Est (Ned.
B) 54 min. 5 sec. Op 30 sec.: 2. Carlesi (It.); op 47 sec.: 3. Koblet (Zw.);
op 2 min. 13 sec.: 8e etappe
GENNEP-Amsterdam ( Beroepsrenners: 1. Schulte (Ned. A) 5 uur 16 minuten 54 seconden. Op 3 min. 16 sec.:
2, Vannitsen (Belg. A), 3. Koblet (Zw.), 4. Pauw (Ned. B), 5. Junkermann
(Dld.), 6. Van Est (Ned. B), 7. Post (Ned. A); 8. Van der Broek (Ned. B), 9. Becker (Dld.), 10.
Rusman (Ned. A), 11. Backat (Dld.), De Duitser Matte
brak zijn stuur en moest opgeven. Van Dongen (Ned. C) verscheen na zijn
protest te Gennep niet aan de start. EINDUITSLAG: 1. Van Looy
(Belg. A) 40 uur 8 minuten 21 seconden. Op 15 min. 20 sec.: 2. Carlesi (It.);
op 16 min. 59 sec.: 3. Van Est (Ned. B); op 18 min. 1 sec.: Algemeen
ploegenklassement: 1.Belgie A 120
uur 18 min.; op 29 min. 32 sec.: 2. Nederland A; op 1 uur 2 min. 29 sec.: 3.
Nederland C; op 1 uur 8 min. 19 sec.: 4. Belgie B; op 1 uur 16 min. 18 sec.:
5. Italie; op 1 uur 18 min 18 sec. 6. Nederland B; op 2 uur 21 min. 4 sec.: 7
Duitsland. Militair
klassement: 1. Baroni (It.)
77 pnt.; RONDE VAN
NOORD-HOLLAND (2 april).1956 Jan Rol in
slotfase onweerstaanbaar voor rappe Frans Mahn en
vechter Krijn Post Weinig strijd in de
Ronde van Noord-Holland Het
Noordhollandse polderlandschap stond op Paasmaandag weer in het teken van de
wielersport, want voor de elfde maal liet de Zaanse wielerclub D.T.S. op deze
dag haar Ronde van Noord-Holland verrijden. Er zijn in deze eerste
amateur-klassieker van het nieuwe seizoen slechts sporadisch gevechten van
betekenis geleverd en over het algemeen had de koers een monotoon verloop.
Alleen toen in de omgeving van Winkel - na ongeveer Het begin van
deze elfde Ronde van Noord-Holland zag er overigens vrolijk en opgewekt uit:
de startplaats aan de Gedempte Gracht in Zaandam was feestelijk versierd.
met talrijke vlaggen en de harmonie van Verkade trachtte met lichte muziek
de wielermensen in de gepaste sfeer te brengen. Tegen de gewoonte in werd -
na het spelen der volksliederen - pas twintig minuten na het geplande uur van
elf het startsein gegeven. Zo we vernamen kwam het doordat de vier Belgische
deelnemers (van wie Jos Jansen verstek had laten gaan) nog niet in het bezit
van hun rugnummers waren. En zo hebben we over deze koers meer moeten horen
dan dat we zelf gezien hebben, omdat men ons met nog twee verslaggevers in
het Volkswagenbusje van -de Duitse ploeg had gedrukt en we slechts sporadisch
de strijd op het voorste plan van dichtbij vermochten te volgen. Toen de strijd
ontbrandde en er zich twee groepen losrukten, bleven de Duitse renners in het
peloton hangen en bleek onze Duitse chauffeur niet bereid om dit pelotonnetje
te passeren. Hetgeen overigens wel -denkbaar is. Maar wij zagen met de gebakken
peren en toen we eindelijk naar voren konden gaan, werden we in onze opmars
gestuit door talrijke auto's en motoren, -die zich achter de kopgroep hadden
genesteld. Het was daar dan ook een ware chaos van zich voorwaarts wringende
automobilisten en motorrijders. Om voor ons onbegrijpelijke redenen schijnen
deze illegale volgers, die jury, organisatoren en pers in hun werk
belemmeren, niet te beseffen, dat zij met deze wanordelijke vertoningen de
„klassiekers" de doodsteek toebrengen. Als men van hogerhand gaat
ingrijpen is het spoedig met dit soort wedstrijden gebeurd en zulks ligt in
de lijn der verwachtingen. De vijf „klassiekers" van Pellenaars, waarvoor
de overheid geen toestemming verleent, moge een lichtend voorbeeld zijn. Arie van Wetten
gevallen. Om op de
wedstrijd terug te komen: deze was nog maar nauwelijks aan de gang en het
peloton had zich na de officiele start op de Julianabrug amper op snelheid
getrokken of de eerste zwakke broeders moesten al afhaken. Een zestal renners,
dat zich onvoldoende op dit zware karwei voorbereid had, woei in de Wijde
Wormer zomaar uit de wielen. Zonder slag of stoot. De Amsterdammer Holshuizen
deelde het lot van deze gezellen, want mankementen aan zijn fiets noopten hem
tot de terugreis. Onder de rook van
Purmerend werd men in de volgerskaravaan opgeschrikt door een valpartij; die
nog betrekkelijk goed afliep maar voor favoriet Arie van Wetten - boordevol
illusies en strijdlust in Zaandam gestart - betekende dit valpartijtje het
einde van de race. De sterke Noordwijkerhouter haalde zijn karretje met een
gekreukeld voorwiel uit de ravage. Kortland, Costa, Schreur, Gordijn en
Delien, die met een lachend achterwiel de strijd voortzette, hadden door deze
valpartij eveneens het contact met de hoofdmacht verspeeld. En er vielen nog
meer manschappen ten prooi aan het hoge tempo of het pechduiveltje, zodat de
beginfase meer het karakter kreeg van een afvalrace. Bij Oosthuizen stond de
Duitser Riemar Hardt met een lekke band en wat verder zagen we ook Mik
Snijder, Terpstra, Broekhoff en Lemmens nerveus aan een band of wiel
peuteren. T'oen de karavaan door Hoorn raasde - waar Harry Moolenijzer en
Cees Janseh met lekke banden kregen te kampen en Coen Niesten een lelijke
schuiver maakte - waren er al zo'n dikke dertig man achter gebleven. De
schifting ging onverbiddelijk voort en zonder dat er werkelijk gestreden
werd, moesten er op weg naar Enkhuizen weer zeventien man afhaken. Deze
gelosten vormden een groep, waarin de samenwerking echter verre van
rooskleurig was en met elke pedaaltrap groeide hun achterstand. Halverwege
Enkhuizen-Medemblik lieten weer tien man, waarbij de Belg Van Geel, het
peloton schieten en reed de kleine Cees v. d. Zande een tube aan flarden.
Hetzelfde overkwam de Zeeuw Theo van Wijchen en de jonge Amsterdammer Vonhof.
Door een nieuwe valpartij verdwenen weer acht renners uit de hoofdgroep en
van hen moest Schild de strijd met machinedefect staken. Er waren in het
sterk gedunde peloton echter ook nog coureurs, die een duwtje extra konden
geven en dat werd door verschillenden onder hen dan ook gedaan Strijd en
verbrokkeling. Op de
Winkelerdijk in de omgeving van Winkel ( Er was dus nog
van alles mogelijk, want ook in het peloton huisden nog goeie elementen die
de eerste slag gemist hadden. De koplopers begrepen dat er om de winst te
behouden hard en eendrachtig gefietst moest werden en dat zij nog lang niet
uit de gevarenzone waren. En er werd in het voorste gelid hard gefietst, zo
hard zelfs, dat de winst op Van Steenselen en zijn makkers aanmerkelijk
steeg. De bikkelharde Coen Niesten - ondanks zijn ontvelde gezicht de strijd
voortzettende -, Groot, Van Steenselen en De Jongh zagen hup winstkansen in
gevaar komen en gingen bij Callantsoog met zijn vieren op jacht. Aanvankelijk
zag het er naar uit, dat zij de begeerde aansluiting zouden verkrijgen, maar
toen zij bij Schagen tot Finale. Met de
plaatselijke favoriet Jan Rol aan het hoofd snelde de voltallige kopgroep van
veertien door Alkmaar, waar de kaasstadbewoners zich warm juichten voor een
mogelijk in het verschiet liggende zege van hun idool. Maar door het brein
van Krijn Post speelden andere gedachten dan een overwinning van Rol en met
woeste demarrage's probeerde hij zich los te maken om de snellere mannen in
de kopgroep te ontlopen. Krijn wilde alleen Zaandam binnen stormen. De
vluchtgroep kraakte in zijn voegen, doch een slagvaardige Jan Rol, zijn vorm
gescherpt op de Belgische „kasseien", de stijlrijke Frans Mahn, de
verrassend goed rijdende Blaauw, Dirk de Ruiter en Ab Geldermans, Jaap
Bruggenkamp, Joop Wuurman en Bertus Lute pareerden de “stoten" van de
„rebel" en wisten hem in toom te houden. Voor Van Selm en Le Grand werd
deze finale te machtig en bij Castricum moesten zij hun positie aan de kop
prijsgeven. Ook Andre Rijnders, Rein Janissen en als laatste Lode Stoete
werden op schotsafstand van de finish nog uit de kopgroep gewipt. Negen aanvoerders
bleven er uiteindelijk over om elkaar de zege te gaan betwisten en van hen
keken er acht met nerveuze gezichten naar sprinter Frans Mahn, die zij in
deze onvervalste wegkoers niet hadden kunnen lossen. Jan Rol doorzag het gevaar
dat van Mahn in de spurt zou kunnen dreigen en zette reeds vroegtijdig aan.
Met een lange en harde pace reed de Alkmaarder het
scherp van Mahn ziijn demarrage aan diggelen en snelde met twee lengten
voorsprong zegevierend over de eindstreep. BRON: JAN
ROOSEBOOM DE VRIES Amateurs: 1. Jan Rol (Alkmaar), de RONDE VAN
NOORD-WEST-NEDERLAND (10 mei).1956 Na een felle
eindsprint won FRANS MAHN
de Ronde van Noord-West-Nederland Gesloten
spoorbomen gaven eentonige koers een pakkend slot. De laatste
honderd meters, die in de Een koers, die na
een grote valpartij en een overdonderende start als de bekende
“nachtkaars" uitging. Van Lambertschaag tot Zaandijk, zo'n dikke
negentig kilometer, gebeurden er op het voorste plan helemaal geen voorvallen
om over in “Wielersport" te schrijven. Maar twee gesloten
spoorwegovergangen, respectievelijk in Zaandijk en Uitgeest, waardoor de
koplopers tot tweemaal toe geremd werden en zij de Aanvankelijk “gelosten"
weer zagen bijkomen, gaven de slotfase nog een enerverend verloop. De
demarrages om een hernieuwde afscheiding te verkrijgen werden er des te
feller door. Ze vertrokken
allemaal zo opgewekt van het Alkmaarse Waagplein, die om en nabij de 160
renners op een handvol Oostelijken en Brabanders na allemaal
“Hollanders", om de achtste Hemelvaartsklassieker van “Alcmaria
Victrix" tot een goed einde te gaan brengen. Edoch, slechts luttele
kilometers buiten de kaasstad strooide een fikse valpartij voor velen roet in
het eten. Het slechtst van allen kwam Joop Cuvelier er af, die door de
opgelopen kwetsuren enkele weken rust moet houden. Maar ook voor een
Kuitwaard, Peters, Kooger, Van Wijk, Ris, Giebels en enkele anderen, die
allen een racefiets met gebreken uit de ravage haalden, was de strijd
gestreden. Echter niet voor Frits Rabe. De tengere Amsterdammer was een der
laatsten die de reis kon voortzetten. Aanvankelijk scheen Frits zijn jacht op
het peloton met succes bekroond te zien worden, maar toen de demarrages in
het voorste gelid talrijker werden en hij op andere “geloste" groepjes
strandde, werd het voor hem een vergeefse strijd. De valpartij, een
krachtige wind en het hoge tempo hadden na amper een uur koers hun
vernietigende invloed reeds flink doen gelden. Een door deze factoren tot
veertig man gereduceerde hoofdmacht raasde door de Stolpen op weg naar de beschuttende
duinenrij van Callantsoog. En daar kregen vijftien „gelosten" weer
nieuwe hoop om het verloren gegane contact te herstellen. Aangevoerd door een
onstuimige Jan van Vliet liepen zij snel op de hoofd macht in. Maar toen deze
de weg naar 't Zand insloeg en zij de wind pal op kop kreeg, vielen de meeste
achtervolgers weer terug. Alleen Van Vliet met twee makkers aan zijn wiel
wist het „get", dat hen nog van de staart scheidde, te overbruggen. Zij
zaten evenwel lang niet op fluweel, want aan de kop waren verschillende
knapen bezig om een ontsnapping te forceren, waardoor het peloton in vier
groepen uiteen viel. Elf renners, t.w. Lute, Ottenbros, Groot, De Jager, Henk
Buis, Noordermeer, Pos, Blaauw, Jan Buis, Mahn en Pronk hadden zich op weg
naar 't Zand ( verschillende
aanvallen in de leidersgroep verenigd. Knappe wielerridders als Barlage,
Snijder, Klebach, De Ruiter, Jonker, Liebregts, Janissen, Dumernit, Wout
Verhoeven, Stoete, De Koning etc. etc., hadden de slag gemist of moesten uit
de wielen. Maar zij niet
alleen. Ook de grote favorieten als Rol, Van Wetten, Van Houwelingen en
Geldermans hadden met Niesten, Van Selm en Moolenijzer de ontsnapping van de
elf te lichtvaardig opgenomen. Na de verzorging op de Provinciale weg bij
Kolhorn, toen Pronk bij de leiders verdween, dreven deze zeven man de jacht
op de koplopers serieus door. En nog voor Lambert-schaag ( Na deze fusie
doofde de strijdvlam en er bleek bij geen der koplopers ook maar de geringste
animo te bestaan om deze weer op te doen laaien. De wedstrijd kreeg na deze
beslissing een monotoon verloop. In gesloten formatie werd Medemblik
,,genomen" en ook in de tuinbouwstreek naar Hoorn gebeurden geen
hartverheffende voorvallen. Ook Jan Rol, die in Andijk voor een lekke
voorband uit het zadel moest, vermocht deze monotone fase niet met een
sprankelende jacht te doorbreken. De Alkmaarder kwam tot op vijfhonderd meter
van de leiders en staakte toen zijn achtervolgingspogingen. Hij wachtte op
Dumernit, De Ruiter, Robert, Janissen, Van Vliet, Klebach, Stoete, De Boer,
De Haan en Gudde, die twee minuten achter de kopgroep lagen, en zette met hen
de tocht voort. Bij de tweede
verzorging in de Beemster kreeg Noordermeer, een vrijwel onbekende die zonder
blikken of blozen met de favorieten meemarcheerde, zijn “koerszakje" op
ondeskundige wijze aangereikt. Dat kwam hem op een paar honderd meter verlies
te staan. Maar in Purmerend wist hij het contact weer te herstellen. Pas in Zaandijk -
De rust was
voorgoed verdwenen. Op de smalle, kronkelende weggetjes van de Wijkermeer,
toen een ijskoude regenbui op de renners neerplensde, werd de tot 26 man
aangegroeide bent in drie groepen versplinterd. Behalve de reeds eerder “gelosten",
die in Zaandijk weer bijgekomen waren en nu weer het tempo van de, aanvallers
niet konden verwerken - alleen Stoete en Rol wisten zich op het voorste plan
te handhaven - moesten ook enkele van de eerste demarranten afhaken. Noordermeer,
Jan Ottenbros, Henk Buis, die in deze periode ten val kwam en met een
gezwollen arm bij de laatste groep aanpikte; Jan Buis (moeilijkheden met een
los zittend zadel), Pos en De Jager waren de slachtoffers van de toenemende
strijd. Na deze schermutselingen verlieten elf man als aanvoerders het
strijdtoneel in de Wijkermeer en zwenkten naar Beverwijk af. “Dat zijn er nog
teveel", moet Van Wetten gedacht hebben, want met een flitsende
demarrage schoot hij uit de gedunde aanvalsspits. Mahn en Niesten wierpen zich
in het spoor van de ontketende Noordwijkerhouter en toen zij hem bijna te
pakken hadden, gaven de gesloten spoorbomen in Uitgeest het koersbeeld weer
een ander aanzien. De drie leiders werden er zestien. Voor de vermoeiden was
het slechts uitstel van excecutie, want in de contreien van Akersloot ( Amateurs: Naar Amsterdam. RONDE VAN
OVERIJSSEL (28 juli).1956 Zeven dapperen
joegen zonder derailleur door Overijsselse land Vlucht van Op de wegen
tussen Markelo en Rijssen leverde Jan van Vliet een heroische strijd. Hij
alleen, tegen een overmacht van zes andere mannen van grote klasse, die
tezamen voor deze ene Rotterdammer een te grote tegenstander vormden. Tien,
vijftienmaal demarreerde het sympathieke lid van de Rotterdamse Leeuw
verwoed weg van Coen Niesten, Ben Theunisse, Piet Damen, Jan Groot, Gijs de
Jager en Theo van Wijchen. Telkenmale echter pakten de anderen het wiel van
de sterke pacer weer. Het was onmogelijk om in deze bijzonder sterke kopgroep
van de Ronde van Overijssel nog alleen weg te komen. Hoe meer het
vriendelijke Rijssel naderde, hoe duidelijker het werd, dat ondanks het
pakkende slot van deze schitterende course met het aanhoudende bombardement
van Jan van Vliet, de eindsprint zou moeten beslissen, wie van de zeven
dappere vechters door de honderden aan de eindstreep als winnaar zou worden
begroet. Wel, deze sprint naar de zege bracht het succes aan Coentje
Niesten. In de
Stationsdwarsweg van het toeristenstadje Rijssen, met Neerlands grootste
Protestantse kerk, rukte een knaap van zeventien jaren onweerstaanbaar naar
voren, een jonge amateur uit Beverwijk die al zijn macht in de spurt ten
toon spreidde en de Utrechter Theunisse gedecideerd met een lengte achter
zich hield. Coen Niesten's tweede zege in dit seizoen (in Alkmaar begon dit
jaar de victorie ... ), de overwmning van een jongen, die als nieuweling
reeds door een ieder gevreesd was en die thans een amateurloopbaan met brio
is begonnen. Want het winnen van deze vijfde Ronde van Overijssel betekende:
de macht bezitten om de pedalen rond te roffelen tot zelfs de snelheidsmeters
de GESELECTEERDEN
MISTEN DE TREIN. We kunnen niet
bepaald zeggen, dat het niet toestaan van een apparaat de wedstrijd geen
goed heeft gedaan. Integendeel. Het voor- of nadeel willen we hier niet gaan
afwegen, vast staat in elk geval dat er een verwoede strijd is geleverd van
de eerste kilometers af. Heel in het begin
achter de hoofdmacht, toen Nico Regter een nieuwe band moest gaan bevestigen en
hij keurig terugkwam, dezelfde Regter die bij Delden in moeilijkheden kwam te
zitten en toen nogmaals de aansluiting tot stand kon brengen. Een dergelijke
solo zagen we ook van Piet Vermast die met machinedefect te kampen had en dat
alles, terwijl er reeds een moyenne van We hadden
nauwelijks tijd gehad om die pakkende achtervolgingen gade tee slaan, toen
het reeds ging gebeuren. Haaksbergen
hadden we juist bereikt, nauwelijks Schermutselingen?
Welneen, er werd op een bijzondere wiize slag geleverd en wij mochten dan
nadenkend aanschouwen wat daar gebeurde, wij mochten dan vermoeden dat hier
veel te vroeg op de dag “gezongen" werd, daar voor onze ogen werd de
beslissing geforceerd en wie er in die belangrijke ogenblikken niet bij was,
zou met grote achterstand aan de meet arriveren. Het waren er
acht, die meekwamen in de slag, de zeven die we reeds noemden en toen nog de
Hengeloer en provinciale favoriet Frans Nijmeyer. Hij draaide dapper mee als
enige outsider, maar tussen Marie en Nijverdal ( DE REUS SLOEG
TERUG. Er waren er dus
acht ,,geraakt" en hoewel zij onmiddellijk een belangrijk gat sloegen,
scheen dat toch nog niet beslissend te zijn. Vooral niet door het
tegenoffensief, dat Schalk Verhoef ontketende. De lange Rotterdammer
demarreerde alleen, toen hij bemerkte dat zijn krachttoer aan het hoofd van
de grote groep weinig baatte. De Rotterdamse reus kreeg daarna nog het
gezelsehap van Beyers (Holten), Theo Stolker (Utrecht), Henk Oink (Hengelo)
en Dieperink (Barchem), maar toen die vijf voorbij Lonneker (60km)nog 1.42
min. Hadden goed te maken, scheidde zich van het peloton (op 1.50 min.) een
groep van elf man af, die de aansluiting met de achtervolgers tot stand kon
brengen: Arie van Wetten, v. d. Wetering, Henk Klein, Piet de Jongh, Geurt
Pos, Van Sark, Henk en Jan Buis, Frans Mahn, Joop v. d. Putten en Jacq
Kersten. Dat zou dan wel
de genadeslag betekenen, want de jacht werd gereden met een gemiddelde van De kopgroep werd
dus, gereduceerd tot zeven man, maar achter de vluchtelingen vielen meer
klappen: Henk Buis verloor contact, Dieperink moest eraf, Theo Stolker viel
terug en later moest men het gaan stellen zonder Henk Klein en de pechvogels
Oink (ketting) en Beyers (tube). Hoe formidabel
hard er gereden was, konden we ons realiseren, toen we op de Nijverdalseberg
( OP DE KNIEEN .... Daar op de
Nijverdalseberg heeft de meute zich definitief overgegeven en het harde
werken van een Frans Mahn, een Geurt Pos, een Arie van Wetten, een Piet de
Jongh en een Jacq Kersten vermocht daaraan niets te veranderen. Het verschil
tussen kop en tweede groep werd onnoemelijk groot en toen in de laatste
kilometers Jan van Vliet daarbij ging vechten, tot de stukken eraf vlagen,
betekende dat voor de jagers tenslotte een achterstand van .... negen volle
minuten. Van Vliet's
adembenemende werk begon op de Herikerberg, twintig kilometer voor Rijssen.
Een premiesprint greep hij aan om te trachten door te gaan. Witgloeiend
moeten de pedalen van de Rotterdammer zijn aangelopen voor telkenmale drie,
vier meters winst op de mannen, die hem eenvoudig niet wilden laten gaan.
Eenmaal scheen het de moedige Van Vliet te gelukken, namelijk in Enter, waar
hij meter voor meter wegliep, maar ook daar moest hij tenslotte het hoofd eervol
buigen voor de overmacht. Het was duidelijk dat het niet meer zou gaan. En toen kon Coen
Niesten positie gaan kiezen voor die vlijmscherpe eindsprint, de charge naar
de zege, die negen minuten en dertig seconden eerder kwam dan het arriveren
van de tweede groep, waarvan Joop v. d. Putten (door autopech zeer laat aan
de start), Jan Buis en Frans Mahn om de achtste plaats sprintten. De vijfde Ronde
van Overijssel was daarmee teneinde, een der laatste en wel belangrijkste
selectiewedstrijden was verreden en de organisatoren kunnen zich met een
gerust geweten in de handen wrijven. De course was bijzonder geslaagd, de
belangstelling heeft ons werkelijk verbaasd doen staan en het verloop was
zonder meer een groot succes. Mensen van het Ronde-comite met zoveel
medewerking van o.a. de heren Eylander, Van Loon, Dollekamp enz., van het
Dagblad van het Oosten, van het hardwerkende V.V.V. van Rijssen, zij allen
verdienden dat succes volkomen. Zij zeggen, dat het Oosten nog niet zo
wielerminnend is, dat zij op organisatorisch gebied nog veel moeten leren,
maar we moeten ons wel heel sterk vergissen als we beweren, dat het Oosten
dan best op de goede weg is.BRON: JOOP REUVECAMP Amateurs: 1. Niesten (Beverwijk), De prestatieprijs
ging naar Coen Niesten, terwijl de “suikerprijs" voor de ongelukkigste
renner in handen kwam van Jacq. Kersten, die tweemaal een pedaal brak. RONDE VAN
ZUID-HOLLAND (10 juni).1956 WIM BUSMAN, de
held van EFOR-weekeinde,
wint ook RONDE VAN ZUID-HOLLAND Ook de Ronde van
Zuid-Holland van dit jaar, de derde, welke de Haagse club Hollandia
organiseerde, heeft lang op de ontknoping laten wachten. Een ontknoping,
welke de Haarlemmer Wim Busman de zege bracht na een vinnige spurt op het
Fruitmarktcriterium in Den Haag. O.i. was Maas net iets eerder, de jury zag
het anders en misschien wel beter! De eerste fase werd ingeleid, enkele kilometers
voor 's-Gravenzande, met nog een kleine Over het verloop
van de koers op zich zijn weinig schokkende dingen te melden geweest. Wel
zijn er verscheidene acties ondernomen, maar stuk voor stuk misten deze
enige inhoud. Krijn Post, die al eens een Ronde als amateur op zijn naam
bracht, was de eerste, die de kat de bel aanbond kort voor Leiden. Ver kwam
hij niet, zomin als v. Breenen, die het daarna ook nog eens probeerde. Na
ruim Manus Brinkman
was het tempo intussen te machtig geworden, zodat zijn vrouw en verzorger
lang moesten wachten voor hij de verzorgingsplaats bereikte. Kort voor
Rotterdam wipte Piet Kooijman weg, won een premie in de Molenlaan, maar werd
voor Berkel weer ingelopen. Rond Verder gebeurde
er, behalve enkele voorpostengevechten op de dijk naar Hoek van Holland,
weinig meer. Tot wij deze dijk verlieten en de beslissing op de reeds
geschetste wijze viel. Dr. Van Dijk
sprak woorden van waardering aan het adres van winnaar Rusman en vertelde via
de microfoon, welke hem door Efor-directeur Van Erp werd voorgehouden, dat
Wim na dit mooie weekend wel kan rekenen op een plaats in het veld voor de
Ronde van Nederland. Dat ook enkele anderen een aantekening achter hun naam
in het kladboekje van Efor hebben gekregen, ligt voor de hand. Beroepsrenners en
Onafhankelijken: 1. W. Rusman, Haarlem, ca. 18' ROOSENDAAL
(10 juni).1956 KAREL KEEPERS WON
IN ROOSENDAALS STRATEN. Karel Keepers was
van Willebrord naar Roosendaal getogen om er de Ronde te winnen. Er waren
15000 toeschouwers, die van de titanenkamp tussen Keepers en De Bruin
getuigen wilden zijn. Keepers en De Bruin lieten elkaar niet los. De rest van
het peloton zwoegde op bijna een minuut achterstand. Keepers besliste de
strijd in zijn voordeel. Op 57 seconden volgde als derde Cuvelier. Onafhankelijken
en Amateurs: 1. K. Keepers, ROOSENDAAL
(2 oktober).1956 Amateurs: 1. Daniel Michel (Fra), 2. Modenes, 3. Senicourt, ROOSENDAAL
(21 oktober).1956 Amateurs: 1. Piet de bruin, 2. Adrie van Steenselen, 3. Suikerbuik, ROOSENDAAL.KERMIS
(6 september).1956 Beroepsrenners: 1. Piet Maas, 2. Frans van Loveren, 3. Arend van ’t Hof, ROTTERDAM.ALEXANDERPOLDER
(29 april).1956 Amateurs: 1. J. Meijer, 2. P. Kortland, Nieuwelingen: 1. W. Klavert, ROTTERDAM.CROOSWIJK
(22 juli).1956 Amateurs: 1. Jan Bruggenkamp, 2. K. Post, 3. H. van de Broek, 4. A/ Bachetti, Nieuwelingen: 1. Ab van Egmond, 2. J. van Wetten, ROTTERDAM.FEIJENOORD
(30 april).1956 Wim Rusman-
triomfator in de oranjekoers van Feijenoord Geldermans
snelste amateur Het mooie
wielerfeest van rennersclub Feijenoord is weer gedaan. Welgeteld 63 renners,
voor het eerst na vijf jaar weer profs en onafhankelijken, kwamen hun
contract na en namen allen genoegen met de hen in het vooruitzicht gestelde,
waarlijk niet gekke prijzen en het vastgestelde bedrag voor reisvergoeding.
En hoewel zij, die zich tot de allergrootsten rekenen, (nog) thuisbleven, is
deze 16e Ronde ten volle geslaagd. Van rennerszijde was men content en daar
gaat het toch in grote mate om. Trouwens, Feijenoord weet zijn zaken best te
regelen en heeft met de hulp van de in aantal niet te schatten menigte, die
de overschakeling naar de profs zeker zal hebben gewaardeerd, loon naar
werken gekregen. Junckermann, de
zoveel belovende Duitser, had zich laten verontschuldigen. Daags tevoren had
hij zich in Frankfort „kaput gefahren". Muller, naamgenoot van de
oud-weltmeister, brak zijn ketting en een derde uit Oszmella's stal, Donike,
„ging" letterlijk en figuurlijk geen meter. Amper had Burgemeester v.
Walsum zijn startpistool afgevuurd, of Donike trapte zijn rechter crank
finaal in tweeen. Ook in eigen kamp waren er tegenslagep. Piet Haan, Dielissen
en Snijders reden plat, Bruggenkamp trok de handle van zijn
versnellingsapparaat naar zijn grootje en heel triest was het wel voor de
Brit Reeves, toen zijn frame brak op het moment, dat de koers bijna gedaan
was. Zijn landgenoot Ricketts heeft zich in de voorste regionen prachtig
kunnen handhaven. Na enkele voorpostengevechten tijdens de eerste der 50 af
te leggen ronden, waaraan o.a. de heel actieve Mehagnoul, Smits, Adri
Voorting, v. d. Heuvel en zwoeger Pauw beurtelings debet waren, ging de
Engelsman er na een eveneens tot mislukken gedoemde uitval van Paymans en v.
d. Borst alleen van tussen. Toen hij het hopeloze van zijn werken inzag, gaf
hij het vaandel over aan Reeves, die met v. d. Pluym, de Duitser Scheunemann
en v. Glerum alle zeilen zouden moeten bijzetten om een wat onrustig geworden
Wim Rusman tot de orde te roepen. De zaak werd wat eentonig, ofschoon er toch
genoeg actie was, want ook Pauw zou het nog eens proberen, toen tweederde van
de wedstrijd gereden was. Brinkman, door zijn Rotterdamse supporters tot
grote verrichtingen aangezet, ging zich in de voorste gelederen vertonen en
hielp Pauw's bedoelingen om zeep. Het was toch wel jammer, dat vanaf het
jurypodium zo bar weinig over de renners werd verteld. Natuurlijk kon het
publiek zich van het keurige programma bedienen, om te zien, wie „weg"
waren, maar het ware echt wel prettig geweest wanneer zo bij tijd en wijle
eens wat vermeldenswaardige antecedenten van deze of gene renner zouden zijn
gelanceerd. Dergelijke berichten klinken in ieder geval prettiger in de oren
dan mededelingen over strafoplegging aan deze of gene balorige deelnemer. De Pindorper Maas
trof aan Wies van Dongen, wie de Cauberg nog wat zwaar op de maag lag, niet
het juiste gezelschap. Twintig kilometers waren echter ook voor hem te veel
aan het goede en opnieuw kwam er rust over het uit nog ca. 40 man tellende
peloton door tegenacties van v. d. Pluym, v. d. Brekel, Guns en de Brit
Ricketts, die v. d. Broek aan zijn zijde vond. Zou het op een massaspurt
uitdraaien? In het peloton bevonden zich nog tallozen, van wie nog een
uitbarsting kon worden verwacht. Gerrit Voorting, diens broer Adri: v.
Steenselen, Ge en Piet Peters, Koch, Keulers om er zo maar een paar te noemen,
bleven echter waar zij waren, ook toen de politie met nog 5 ronden te rijden,
zich gereed ging maken om de orde in de laatste fazen van het wielerfestijn
te handhaven. Rusman en v. d.
Brekel kwamen weg, aanvankelijk nagezeten door de onvermoeibare v. d. Pluym
en Sonnemans. De Limburger kwam
even in moeilijkheden en daar lag de kans van de dag voor Rusman, die luide
toegejuicht door de enorme menigte zijn laatste kilometers aflegde en ver
voor de anderen uit finishte om in het zijspan van een der politiemotoren
nog een ereronde te mogen afleggen. Wim's tijd over de 125 km: 3 uur 16 min.
19 sec. De overigen verdeelden de prijzen in de spint, waaruit tot grote
vreugde van de Maasstedelingen Manus Brinkman als winnaar te voorschijn
trad. Duidelijk kon worden vastgesteld, dat voor velen de inspanningen van de
strijd in Valkenburg nog te vers in het geheugen, of liever gezegd in de
benen, zaten. Rusman, die niet in L.imburg van de partij was op de 29e April,
gaf nog als zijn mening te kennen, dat de rit best wat langer had mogen zijn
en een gelijke verkondiging deed o.a. Ricketts. Beroepsrenners: 1.Wim Rusman, 2. Manus Brinkman, 3.
P. v. d. Brekel; 4. P. Maas; Beverwijk
vooraan. De schone
illusie, als zou een Rotterdammer de ochtendwedstrijd voor amateurs op zijn
naam brengen, werd wreed verstoord door de Beverwijkse combinatie Niesten,
Geldermans, De Ruiter en Groot. Van de Rotterdammmes reed Kreukniet een beste
wedstrijd, had eigenlijk geen enkele steun van wie ook en greep na zijn
inspanningen van een mislukte uitlooppoging naast het net, toen Geldermans,
ook vorig jaar winnaar, na Amateurs: 1. Ab Geldermans, ROTTERDAM.KATENDRECHT
(19 augustus).1956 De Rotterdammers
keken een beetje sip na afloop van de 9e Ronde van Katendrecht. Of verborg
zich achter hun gezicht een zeker gramschap jegens elkander vanwege hun
strijdwijze in de laatste kilometers? Ik houd het op het laatste, want ik kon
het mij - evenmin als talloze anderen - niet voorstellen, dat geen der vijf
nog in het kopgroepje aanwezige Maasstedelingen meer kans zou zien de
duidelijke coalitie der anderen, dat zijn Niesten, De Ruiter c.s., te breken. Arie van Wetten
won de zware rit over De rust in de
leidersgroep werd door Van Wetten verstond, toen nog dik De nieuwelingen
reden een bijzonder zware rit in practisch aanhoudende regen, welke ophield
toen de amateurs van start gingen. Feijenoords aanwinst, de 16-jarige Henk
Giessen, heeft de afgelopen maanden al enkele malen een ereplaats bereikt,
maar in Katendrecht wist hij dan eindelijk de bloemen te veroveren na een
heel goed bekeken race. Jansen wit
Raamsdonk was die dag ook een beste en zijn naam was reeds op de lippen van
de duizenden rond het traject, toen de koers nog heel jong was. Kort voor het
einde, hooguit Amateurs en
onafhankelijken: Nieuwelingen: 1. H. Giessen, ROTTERDAM.WITTE
DORP (28 juli).1956 KEURIGE ZEGE VAN
SWANEVELD IN HET WITTE DORP. Zonder de
Rotterdamse favorieten, Verhoef, Van Vliet en Sijthoff, die in Overijsel hun
selectiekansen dienden te verdedigen, is de ronde van het Witte Dorp weer een
mooi festijn geworden. Van begin tot eind is er in deze, door de Rotterdamse
Leeuw voor de 8ste maal georganiseerde, tour leven in de brouwerij geweest en
het deed ieder genoegen, dat onder de eerste onruststokers twee stadgenoten
waren, n.l. Wil Bravenboer en Aak van Iersel. Met Veldhoven Jr., Muller en De
Jong, kortelings bijgestaan door v. Gool, gingen zij al kort na het vertrek
op pad en zagen kans (op v. Gool na) ongeveer halverwege de rit het peloton,
waaruit eerst Meijer en Bachetti, kort daarop gevolgd door een nieuw groepje,
waren verdwenen, in de rug te komen zien. Hoe meer de rit
vorderde, des te zwaarder gingen de kilometers wegen en tot grote
teleurstelling van het talrijke publiek kwamen zij niet verder dan 15
seconden achter de groep. Geldermans, v.
Steenselen en Swaneveld, welke laatste steeds regelmatiger in de uitslagen
gaat voorkomen, gingen maatregelen nemen en lieten de rest van het
gezelschap op zeker ogenblik in de steek. De enigen, die reageerden, waren
Post, De Ruiter, Peters, Bachetti, Alblas en Bezemer. Te last echter,
want het trio was niet meer te vatten. Van het juistgenoemde 6-tal loste
eerst Bezemer. Peters, De Ruiter en Alblas (deze reed tegen het achterwiel
van Post) maakten vlak voor het jurypodium een tuimeling en alleen De Ruiter
kon zich nog redden, maar kwam in het peloton terecht. Bachetti hield nog wat
stand, maar moest het tegen de aanvalsdrift van Post uiteindelijk begeven en
klampte zich vast aan het groepje Bravenboer, dat door Swaneveld c.s. reeds
onder de voet was gelopen. De eindspurt, ongekend mooi, bracht
“Swaantje" de zege en zijn eerste bloemen in zijn amateurloopbaan. Bij de
nieuwelingen kwam Hein Koger als eerste over de meet. Hermes, Giessen,
Spanjersberg en Den Outer waren hier de eerste vluchters. Twee tandems
Kager-v. Wetten en Geluk-v. Egmond alsmede Lemaitre en v.d. Schie kwamen
later bij hen en met zijn tienen deelden zij de lakens uit. Amateurs en
Onafhankelijken:. 1. W. Swaneveld, Nieuwelingen: 1. H. Koger, Haarlem, |