JAARGANG 1967

                              WEDSTRIJDEN P T/M R

PAPENDRECHT (19 AUGUSTUS).1967

Amateurs: 1. Chris Willemse, 2. Piet Barendrecht, 3. Wim Deelen,

Dames: 1. Eefje Helder, 2. Jannie Jonker, 3. Hennie Hondeveld,

Nieuwelingen: 1. Jan Oosterbeek, 2. J. Tuyt, 3. A. Verbeek,

 

PATERSWOLDE (5 mei).1967

Amateurs: 1. Bennie Groen, 2. Anne Koster, 3. Henk Hoekstra,

 

PATERSWOLDE (25 mei).1967

Adspiranten: 1. P. Roggema, 2. D. de Reus, 3. Anne Wiegersma,

Nieuwelingen: 1. Albert Hulzebosch, 2. Lucas Vos, 3. J. Schepers,

 

PEIZE (4 juni).1967

Adspiranten: 1. Anne Wiegersma, 2. P. Roggema, 3. Andre Dijkstra,

Nieuwelingen: 1. Jan Aling, 2. Meindert Wekema, 3. Adrie Hofman,

 

PHILIPPINE (17 juli).1967

Adspiranten: 1. Peter Remijn, 2. Nelis Rokven, 3. Cees Bal,

Nieuwelingen: 1. Tonnie Stroosnijder, 2. Jan Rijnvos, 3. Peer Maas,

 

PIJNACKER (11 juli).1967

Amateurs: 1. Ad Russens, 2. Wim Liebrechts, 3. Sjef van de Burg

Nieuwelingen: 1. Melle van de Meulen, 2. G. Schoumans, 3. B. van der Hulst,

 

POELDIJK (29 juni).1967

Amateurs: 1. Bart Solaro, 2. Wim Paul, 3. Ed Kroon,

 

PRINSENBEEK (18 juni).1967

Adspiranten: 1. J. van Rossum, 2. Ben ter Harmsel, 3. Henk van Dongen,

Amateurs: 1. Rinie Huybrechts, 2. Karel Willemse, 3. Sjaak Koevermans,

Nieuwelingen: 1. Ferry Buermans, 2. F. de Bruijn, 3. J. Huijps,

 

PUIFLUIK (20 AUGUSTUS).1967

Adspiranten: 1. Nantko Mik, 2. --- 3. ---

Nieuwelingen: 1. Jan van Beek, 2. Andre Jansen, 3. A. van Denderen,

 

PURMEREND (23 juni).1967

Amateurs: 1. Leo van de Berg, 2. Bouwen Minnekus, 3. R. Jonker,

 

PUTTE (14 mei).1967

Amateurs: 1. Leo Bogers (Ossendecht), 2. Arie Stet (Heerhugowaard, 3. Rene Pijnen (Woensdrecht), 4. M. Bertou (Den Haag), 5. Bart Solaro (Den Bosch), 6. W. Tukker (Beverwijk), 7. J. van Haar (Moordrecht), 8. J. Bakker (Wieringermeer), 9. W. Evertse (Zierikzee), 10. W. Deelen (Nieuw-Lekkerland),

 

PUTTERSHOEK (13 mei).1967

Amateurs: 1. Fried Hoppe (Rotterdam), 2. Piet Legierse (Den Bommel), 3. Sjef van de Burg (Berkel en Rodenrijs), 4. L. Kruger (Haarlem), 5. A. van haren (S- Gravendeel), 6. B. Breur (Nieuwe Tonge), 7. A. Naaktgeboren (Puttershoek), 8. H. Vogelaar (Rotterdam), 9. J. Corvers (Dordrecht), 10. J. Koevermans (Vlaardingen),

Nieuwelingen: 1. Ferry Buermans (Wouwsche Plantage), 2. Piet Neeskens (Haarlem), 3. Rinie Roks (Sint Willebrord), 4. J. Groeneveld (Haarlem), 5. C.v.d. Schaaf (Zwijndrecht), 6. H. Moorhoff (Groningen) 7. A. de Bruyn (Oosterhout), 8. W. Looyschelder (Rotterdam), 9. R. Hertogh (Wouw), 10. H. Perfors (Rotterdam),

Adspiranten: 1. Rinie van Lieshout (Breugel), 2. Theo van de Leijst (Rotterdam), 3. Anne Wiegersma (Drachten), 4. A. Solleveld (De Lier), 5. H. Ensing (Rotterdam)

Amateurs: 1. Fried Hoppe 2. Piet Legierse, 3. Sjef van de Burg

 

RAALTE (19 maart).1967

Amateurs: 1. P. Oosterhof, Eelderwolde, 80 km in 2.02.10; 2. H. Ben­jamins, Hollandscheveld; 3. G. Bongers, Voorst; 4. C. Pepels, Stein; 5. E. Kroon, Den Haag; 6. J. Boode, Nijverdal; 7. G. Zantingh, Aals­meer; 8. J. Hesse, Arnhem; 9. R. Huybrechts, Etten; 10. D. Middel­veld, Hoogeveen.

 

RAAMSDONKSVEER (4 mei).1967

Amateurs: 1. Piet Legierse, 2. Bob Kroonen, 3. Wim Bravenboer,

Dames: 1. Keetie Hage, 2. Jannie Jonker, 3. Irene Paul,

Nieuwelingen: 1. Ferry Buermans, 2. Arnold Voogd, 3.

 

RAAMSDONKSVEER (13 AUGUSTUS).1967

Amateurs: 1. Tonnie Barten (Zevenbergen), 2. J. Corvers (Dordrecht), 3. Jan van Driel (Werkendam), 4. de Groot (Zevenhoven), 5. van Hemert (Werkendam), 6. Franken (Oosterhout) 7. Hesbroek (Poeldijk), 8. de Wit (Zeist), 9. Leunis (Rotterdam), 10. van der Ploeg (Baarn),

Nieuwelingen: 1. John Moret, 2. Siem Berkhout, 3. B. van de Hulst,

Adspiranten: 1. Henk Sparnaay, 2. Henny van Leent, 3. Ben ter Harmsel,

 

RANSDAAL (13 AUGUSTUS).1967

Amateurs: 1. Leo Duijndam (Honselersdijk), 2. Harrie Beurskens (Tegelen), 3. Jan Krekels(Born), 4. P. tesselaar (Kalverdijk), 5. G. Harings (Scheulder),

6. van Sweevelt (Belgie), 7. R. Wagtmans (Sint Willebrord), 8. L. Brouns (Heerlen), 9. P. Knubben (Heerlen), 10. Daan Holst (Amsterdam),

Adspiranten: 1. Jacques Spronckmans, 2. Bennie Ceulen, 3. Guus Dirix,

Nieuwelingen: 1. Jacques Deckers, 2. Ben Kooken, 3. Klaas Koot,

Nieuwelingen: 1. Jo Vrancken, 2. Frits Sluper, 3. Hein Lucassen,

 

REUSEL (15 mei).1967

Amateurs: 1. Leen de Groot (Utrecht), 2. Bart Solaro (Den nBosch), 3. Mat Gerrits (Oploo), 4. Henk Benjamins (Hollandscheveld), 5. Bob Vroone (Dordrecht), 6. H. Kuiper (Veenoord), 7. W. Bravenboer (Rotterdam), 8. C. Zoontjens (Tilburg), 9. Jan Bols (Hoogeveen), 10. Sjef van de Burg (Berkel en Rodenrijs),

Nieuwelingen: 1. Cees van de Pol (Puiflijk), 2. Michel van der Heijden (Eindhoven), 3. Klaas Koot (Valkenswaard),

Adspiranten: 1. Jacques Spronckmans (Elsloo, 2. Piet Brone, 3. Joop Glas,

 

RIED/67 (16 SEPTEMBER).1967

Amateurs: 1. Henk Hoekstra, 2. Willy Delgrosso, 3. K.Haupka (Dui)

 

RIJEN.LEREN ZOOL (21 mei).1967

Belg Roger Cooreman schoeide „Leren Zool" van Rijen naar zijn leest

De op 25 juni aanstaande zes en twintig jaar oud wordende Belg Roger Cooreman heeft voorbije zondag de vanouds bekende profwedstrijd „Leren Zool" te Rijen gewonnen. Al heel vroeg was hij met de ontsnapping meegegaan, welke door Jan Hugens, Maarten Breure en een andere zuider­buur, te weten Jos Huysmans, op gang werd gebracht. In de laatste “omgang" over het 2700 meter lange parcours liet Cooreman zijn mede-vluchters gedecideerd in de steek en kwam met grote voorsprong als eerste over de streep.

Als grootste trekpleister van deze drukbezochte wegkoers over honderd kilometer gold natuurlijk de Ronde van Spanje-winnaar Jan Janssen. Gestoken in zijn overwin­naarstrui was hij evenwel niet alleen gemakkelijk voor het publiek te herkennen, doch ook de ongeveer tachtig renners konden daardoor hun wedstrijd op deze „vedette" af­stemmen.

De meest „brutalen", de echte durvers, maakten daar ech­ter gebruik van en daarom gingen na twintig kilometer de twee Belgen Roger Cooreman en Jos Huysmans alsmede onze landgenoten Jan Hugens en Maarten Breure aan de haal. Zij veroverden een winst van meer dan een halve minuut, kregen van Janssen (die steeds het initiatief tot de tegenaanval moest geven) soms wat minder „bewegingsvrij­heid", maar bleven toch voor de rest van de overigens vrij vlakke koers voorgoed buiten schot.

Intussen was de Engelsman Albert Hitchen door pech terug gevallen en werd Henk Kiekens eveneens uit de rijen van het peloton gelost. Beiden werden zij door het viertal voor­aan opgenomen, doch Kiekens moest er al spoedig af.

Hitchen en Hugens spurtten met wisselend succes voor de vele vette premmis, bereikten daarmede dat een nieuw­gevormd duo achter hen, namelijk Rik Wouters en Nico Lute, niet naderbij kon komen en dat de “vaart" die zij ontwikkelden genoeg was om de grote op afstand te houden.

Met nog negen ronden te rijden moest Hitchen op instigna­tie van de wedstrijdcommissarissen uit de strijd verdwijnen, teneinde te voorkomen dat deze mogelijk de eindspurt ten voordele van ploegmakker Breure kon beinvloeden. De Belg Cooreman liet het evenwel niet zover komen, hij maakte veer die tijd uit de voeten te zijn en Hugens die veel „kruit" in de premiespurts had verschoten, moest zo ook Jos Huysmans nag voor laten gaan.

Beroepsrenners: 1. Roger Cooreman (Belg.), 100 km in 2.18.43; 2. Jos Huygens (Belg.); 3. Jan Hugens; 4. Maarten Breure (beiden Ned.); 5. op 45 sec. Jules van der Flaas; 6. Jos Haeseldonckx; 7. Frans Aerenhouts (alle drie Belg.); 8. Hennie Marinus; 9. Rinus Paul; 10. Jan Janssen; 11. Jan van der Horst; 12, Nico Lute; 13. Jo van Seggelen; 14. Dies Kosten; 15 Wile Schepers (alien Ned.); 16. Ernst Streng (Duitsl.); 17. Tiemen Groen (Ned.); 18. Julien Delocht (Belg.); 19. Rik Wouters; 20. Jef Drummen (beiden Ned.).

Amateurs: 1. Rinie Wagtmans, 2. Jan Jansen, 3. Henri Schoofs,

Nieuwelingen: 1. F. Hulten, 2. Co Moritz, 3. Meindert Schlikker,

 

RIJSSEN (10 juni).1967

Amateurs: 1. C. Smouters (Nieuw-Amsterdam), 2. Johan Pluimers (Enter ), 4. G. Lefering (Haaksbergen), 5. W. Neeskens (Borne), 6. H. Egberts (Zutphen), 7. R. Bos (Kampen), 8. J. Dokter (Enschede), 9. J. Peetoom (Vijfhuizen), 10. W. Kronenburg ((Enschede),

Nieuwelingen: 1. A. Hulzebosch (Beilen), 2. E. Homan (Enter), 3. A. Wissink (Oldenzaal), 4. Arie Hassink (Neede), 5. J. Schaap (Eindhoven),

 

RIJSSEN.GRASBAAN (19 AUGUSTUS).1967

Adspiranten: 1. Johnny Krake, 2. A. Barnaar, 3. Henk Poppe,

Nieuwelingen: 1. J. Brugeman, 2. J. van de Wal, 3. G. Daunenberg,

 

RIJSSEN.GRASBAAN (18 SEPTEMBER).1967

Amateurs: 1. Egbert van Dijk, 2. G. van de Berg, 3. Johan Pluimers,

 

RIJSWIJK (16 mei).1967

Nieuwelingen: 1. J. van de Sman (Delft), 2. van Osch (Den Haag), 3. van Eyk (Den Haag), 5. Mills (Den Haag), 6. Koornstra (Leiden), 7. Rietkerk (Den Haag), 8. van Swieten (Roelofarendsveen), 9. Smits (Rotterdam), 10. Faber Rotterdam),

Adspiranten: 1. H. Verburg (Lisse), 2. Janus van Tol (Honselwersdijk), 3. Brabander (Naaldwijk), 4. Baupit (Den Haag), 5. Sloten (Den aag),

 

RIJSWIJK (17 juni).1967

Adspiranten: 1. Roel van Berkel, 2. Ben Jurriaans, 3. J. Breure,

Dames: 1. Bella Hage, 2. Eefje Helder, 3. Jannie Jonker,

Nieuwelingen: 1. Siem Berkhout, 2. Gerard Krom, 3. F. Verhoef,

 

RODEN (9 juli).1967

Nieuwelingen: 1. Bert Bathoorn, 2. Jan Aling, 3. Meindert Wekema,

 

RODEN (7 SEPTEMBER).1967

Amateurs: 1. Sander Douma, 2. Popke Oosterhof, 3. Henk Luchies,

 

ROERMOND.GROTE PRIJS EUROPA (20 augustus).1967

Peter Post -Rik van Looy triomfeerden in

„Grote Prijs van Europa"

Over de „Grote Prijs van Europa" - een van durf getuigende creatie van Inter Sport en de Roermondse Evenementen­organisatie A. H. Pool & Zn. - was de laatste maanden en weken heel wat geschreven, ook al omdat de formule van deze wegkoers met derny-gangmaking op een geheel aparte leest was geschoeid. Door het gebezigde concept en zeker ook door de wijze waarop het veld was samengesteld, omzoomden bijna 20.000 toeschouwers het 1400 meter,-circuit aan de nieuwe Roermondse haven. De verwachtingen van deze menigte waren uiteraard hoog gespannen, een interesse en een meeleven slaande op de mannen uit de streek, vooral ten opzichte van de winterbaan-koningen Lykke-Eugen, de grote routiers Jan Janssen en Georges van Coningsloo, de populaire formatie Gerben Karstens-Bart Zoet en de “blikvangers" Peter Post en Rik van Looy. Was het derny-fenomeen Post bij machte ook in de „Grote Prijs van Europa" zodanig op de trom te slaan, dat de opporienten in een hoek terecht kwamen? Die vraag word gesteld, het in zicht zijnde verweer van Janssen-Van Coningsloo werd bij voorbaat aangestipt,- allemaal facetten die de in de aanhef vermelde toeloop een por in de rug gaven; in de juiste richting, wel te verstaan.

Ongetwijfeld hebben de organisatoren de ontworpen formule sceptisch bekeken. De aandacht ging bijzonder uit naar de derde manche, de ploegkoers achter dernies met aflossing, op een winterbaan gemakkelijk op te dissen, nu evenwel ten tonele gevoerd op een omloop van 1400 meter precies.

Het werd een ongekend succes, zonder meer een hoogtepunt in de Nederlandse wielersport. In deze „Grote Prijs van Euro­pa" haalden de gecontracteerde “raspaarden" hun registers wagenwijd open, zij maakten van deze Roermondse race een mijlpaal. Dit briljante verloop, deze duels op het scherp van de snede, waarborgen een voortzetting van dit initiatief, een magnifieke propaganda voor de wielrennerij. Nimmer was van presentjes sprake, er word geknokt tot het uiterste, de echte „groten" etaleerden hun klasse, het verweer van Gerard Koel­-Gerard Vianen was eminent, slagvaardig waren Jo de Roo-Jan Schroder, onverzettelijk Harry Steevens-Wim Schepers en Huub en Jan Harings.

DE VIER ONDERDELEN

In de eerste manche persoonlijk streden Harry Steevens, Palle Lykke, Rik van Looy, Bart Zoet, Georges van Coningsloo, Gerard Koel en Jan Schroder zij aan zij. Om beurten aan het bewind van de sliert, waarin Arie den Hartog en Jos Huysmans „verachterden", waarin Eddy Beugels van gangmaker Pierrot Mortiers niet de minste steun ondervond. Bill Lawrie speelde geen rol, aan de haal ging Rik van Looy, een stunt die door de kijkers werd gewaardeerd, evenals de directe tegenzetten van de concurrenten. Toen Van Looy - nog vier ronden voor de boeg - opnieuw vluchtte, scheen de balans in het voordeel van Post's partner door te slaan, evenwel naderden de gezellen prompt, zij brachten een gevarieerd decor aan met - vreugde op de tribunes - een zege van de zeer pittige Harry Steevens.

De tweede reeks verliep rapper, was ook van hoger peil, een gevolg van de aanwezigheid van Post, Jan Janssen, Gerben Karstens en de revelatie Gerard Vianen. Meteen draaide Post op volle toeren, meteen zaten Jan Harings, Jan Janssen en Gerben Karstens aan zijn wiel en tot verbazing van elkeen kreeg Freddy Eugen gelijk rake klappen, een lot dat ook voor Samyn en voor Hoban was weggelegd. Jo de Roo en Gerard Vianen zochten de voorste rij op, Wim Schepers moest 150 meter prijsgeven, Eugen en Van Springel 45 seconden. Peter Post bleef het kopgroepje aanvoeren, buren bleven - namen ook om toerbeurt het heft in handen - Jan Janssen, Gerben Karstens en Gerard Vianen, de verdediging van Jan Harings en Jo de Roo was subliem. Peter Post won, zeilde als nummer een door de laatste bocht, zegevierde van kop af. En zo kregen we vier ploegen in dezelfde tijd aan de leiding.

- De ploegkoers (derde reeks) werd inderdaad het neusje van de zalm. Beugels-Hoban bleven met hun entraineur sukkelen, Samyn-Lawrie waren tweede klassers, aan de leiding Post-Van Looy. Hoe gezien Jan Janssen in het Limburgse is, bleek over­duidelijk toen hij, degelijk bijgestaan door Georges van Co­ningsloo, de opmars van Post-Van Looy teniet deed, een stunt die voorts Karstens-Zoet en Koel-Vianen stagneerde. Een tijdje maakten ook De Roo-Schroder van het vluchtend gezel­schap deel uit, Lang boden Harry Steevens-Wim Schepers fikse tegenstand, uiteindelijk kregen we drie leidende teams: Post­-Van Looy, Janssen-Van Coningsloo en Karstens-Zoet. Drie equipes die vochten als leeuwen, drie koppels die glorieus rond­peddelden en Koel-Vianen (een saluut) afhaakten. Even voor half koers verspeelden Janssen-Van Coningsloo 25 meter. Even maar, want in de volgende omloop dichtten zij het gat, waarna de kopmannen aan Beugels-Hoban en Samyn-Lawrie een „lap" bezorgden.

Post-Van Looy wonnen, Peter demarreerde op 700 meter van de meet, hij was superieur. En zo kwam de eerste „Grote Prijs van Europa" op de erelijst van Peter Post en Rik van Looy terecht, een hulde waarin Jan Janssen-Georges van Conings­loo, Gerben Karstens-Bart Zoet en ook Gerard Koel-Gerard Vianen deelden.

Een zware koers, grote triomfators die door Miriam Mouws - de verloofde van Eddy Beugels - in de bloemen werden gezet. Bloemen ook voor Maurice Deboevere, de vakkundige gang­ maker van Peter en Rik.Na de twee individuele ritten werd een 84 km criterium verreden, dat in de smaak viel, wat met vele premies werd versierd en dat in de eindspurt door Jo van Seggelen werd buitgemaakt.

Tiemen Groen en Henk Vogels waren de gangmakers, resulte­rend in een premiejacht van onze drievoudige wereldkam­pioen achtervolging. Een ren van Harm Ottenbros (lekke tu­be) kon niet doorgaan, wel ging Piet Braspennincx de uitlopers achterna, die inmiddels door Bas Maliepaard - pech: ge­dubbeld - werden vergezeld. Een mooie rit met veel demar­rages (o.m. Marinus Paul, Al­bert Hitchen, Eef Dolman, Cees van Espen, Jan van der Horst, Piet van der Lans enzovoorts) met half koers een algemene hergroepering. Jan Hugens nam 150 meter, Jef Drummen lag in tweede stelling, ook een lichte afscheiding van Julien Stevens, Braspennincx, Breure, Dolman, Schuuring, Van Smirren en Hit­chen zette geen zoden aan de dijk. Maarten Breure strandde, Cees van Espen onderging hetzelfde lot en zodoende kwam een massaspurt uit de bus, waarna Wilma Voots - dochter van tijdwaarnemer Joep - Jo van Seggelen de bloementuil mocht overhandigen en een kus mocht geven. Sloeg dit laatste onder­deel soms op vier stuks. BRON: GERARD SILLEN

Beroepsrenners; le reeks achter dernies persoonlijk: 1. Harry Steevens, 21 km in 26 min. 12 sec., 2. Palle Lykke, 3. Rik van Looy, 4. Bart Zoet, 5. Georges van Coningsloo, 6. Gerard Koel, 7. Jan Schroder allen z.t., 8. Huub Harings 26.23, 9. Arie den Hartog 26.23, 10. Jos Huysmans 26.59, 11. Eddy Beugels 27.26, 12. Bill Lawrie 27.34.

Beroesprenners: 2e reeks achter dernies persoonlijk: 1. Peter Post, 21 km in 24.50, 2. Jan Janssen, 3. Gerben Karstens, 4. Gerard Vianen allen z.t., 5. Jan Harings 25.35, 6. Jo de Roo 25.48, 7. Rolf Wolfshohl 25.56, 8. Wim Schepers 26.16, 9. Barry Hoban 27.00, 10. Freddy Eugen 27.51, 11. Her­man van Springel z.t., 12. Josd Samyn z.t.

Beroepsrenners 3e reeks, ploegkoers met aflossing achter dernies: 1. Post-Van Looy. 47,6 km in 55 min. 26 sec., 2. Janssen-Van Coningsloo 55.59, 3. Karstens-­Zoet z.t., 4. Koel-Vianen 56.11, 5. De Roo-Schroder 56.30, 6. Steevens-Schepers 57.11, 7. Huysmans-Van Springel 57.44, 8. Den Hartog-Wolfs­hohl z.t., 9. Huub Harings-Jan Harings z.t., 10. Beugels-Hoban 58.52, 11. Lawrie-Samyn z.t., Lykke-Eugen gaven op.

Beroepsrenners De eindstand: 1. Post-Van Looy 1.46.58, 2. Janssen-Van Coningsloo 1.47.01, 3. Karstens-Zoet z.t., 4. Koel-Vianen 1.47.13, 5. De Roo-Schroder 1.48.30, 6. Steevens-Schepers 1.49.39, 7. Huub Harings-Tan Harings 1.49.42, 8. Den Hartog-Wolfshohl 1.50.03, 9. Huysmans-Van Springel 1.51.43, 10. Beugels-Hoban 1.53.18, 11. Lawrie-Samyn 1.54.17.

Beroepsrenners criterium: 1. Jo van Seggelen, de 84 km in 1.51.20, 2. Cor Schuuring, 3. Marinus Paul, 4. Tiemen Groen, 5. Maarten Breure, 6. Albert Hitchen, 7. Henk Vogels, 8. Ab Donker, 9. Henk Peters, 10. Jan le Grand, 11. Arie Jongejan, 12. Jean Tummers, 13. Eef Dolman, 14. Henk Koopmans, 15. Wim de Jager, 16. Julien Stevens (B.), 17. Piet Braspennincx, 18. Jan Hugens, 19. Cees van Espen, 20. Jos Meesters, 21. Frits Hoppe, 22. Wim van Smirren, 23. Jef Drummen, 24. Henny Marinus, 25. Leo Knops.

 

ROLDE (10 AUGUSTUS).1967

Amateurs: 1. Fred Niemeijer, 2. Henk Brand, 3. Jan Boode,

 

RONDE VAN BRANANT (3 juni t/m 4 juni).1967

„Boze" CEES ZOONTJENS won

                 Tweedaagse RONDE VAN BRABANT

                                Bewees dan toch wel „een stukie" te kunnen fietsen

In de Ronde van Bra­bant was het dan te zien. De Tilburger Zoon­tjens, struise jongen, die in de ploeg van Sjefke Janssen zit, heeft wie­ler-Nederland op zijn eigen grond getoond dat hij toch een stukje kan fietsen. Dat hij Olympia's Tour zonder grote moeite, meer met het koppie dan met de benen heeft gewonnen weliswaar, maar dat men zich toch niet in hem moet vergissen. Zoon­tjens won ook de Ronde van Brabant. Hij startte met de uitgesproken bedoeling de pers eens te laten zien hoezeer zij zich vergiste. Hij was er woedend over wat er voor radio en “teevee" is gezegd en in de kran­ten is geschreven. Ba­rend Barendse had laten weten,dat hij Zoontjens aan de eindstreep in Amsterdam voor de eer­ste keer had gezien, sommigen noemden hem een profiteur aan het wiel van Wagtmans en weer anderen spraken van de rekenmeester.

In een grote meerdaag­se wedstrijd moet men het bekijken, meende Zoontjens. Maar of hij dit meent is een zaak die nog niet onder alle omstandigheden geap­precieerd wordt. Als de pers slecht over hem schrijft, heeft Zoontjens daar de nadelen zelf van te ondervinden. Hij wordt er ook geen groot en spectaculair coureur door. De Tilburger is trouwens te onbekend om al de rekenmeester te mogen spelen. Van een jonge coureur wordt verlangd, dat hij een mooie en spectaculaire wedstrijd rijdt. Dat hij iets laat zien. Schulte in zijn jonge jaren reed als een gek. Het zijn er velen ge­weest, die als zotten te keer gingen. En toch moet de wieler­sport het van die “zotten" hebben: Later worden ze wel wijs en springen ze zuiniger met hun krachten om. Maar als men jong is, zich sterk als een beer voelt, moet men denken een onuitputtelijk vat te kunnen aanslaan. Zij die zo zuinig met hun krachten omspringen konden er wel eens gebrek aan hebben. Zoontjens nu, heeft met dit praatje willen afrekenen. „Hij zou ze wel eens laten fietsen". Hij heeft woord gehouden ook. Hij heeft ook gewonnen, 't was zijn opzet. Maar dat hij tenslotte zo hard voor de zege moest knokken en dat het aantal vijanden zo onoverzichtelijk groot zou zijn, daaraan kan hij op de eerste dag niet heb­ben gedacht. Maar goed ook, hij zou het dan wellicht nooit tot een eindzege hebben kunnen brengen. De overwinning op de eerste dag bleek achteraf ook de absolute voorwaarde voor de eindzege te zijn geweest. En het mooiste is, dat niemand kan zeggen dat hij deze keer de zege niet heeft verdiend.

Over die Ronde van Brabant is de laatste jaren vrij veel te doen geweest. Het ontbrak herhaaldelijk aan de nodige zorgvuldigheid bij de organiseren. Dat gold hoofdzakelijk de ploegenwedstrijd. Nu schijnt het meer de onderlinge verhoudingen te treffen. In de vijftiger jaren zijn we in dit blad ook nog eens ongezouten op de vuist gegaan met enkele der organisatoren. Zij hebben zich tot op de dag van vandaag kunnen handhaven, al treft de huidige critiek dezelfde personen. Maar we zouden hen tekort doen als wij wij voor deze Tweedaagse green lofwoorden kunnen vinden inplaats van al maar critiek. Natuurlijk waren er slakjes.

Zo zijn wij helemaal niet tevreden over de jury die deze wedstrijd moest leiden. Juist bij die jury mankeerde het aan van alles. Over De Schipper als koersleider niets dan goeds. Dat is de rust zelve. Maar van sommige van zijn medewerkers kan men als journalist een “punthoofd" krij­gen. Wat doen al die nerveuze mannetjes met zogenaamde almachtige functies in de koers?

Ondeskundigheid ten toon spreiden en verwarring schop­pen als er geen enkele reden voor is? Het belangrijkste deel, de beslissing van de koers, heeft de pers in deze ronde niet kunnen volgen. Het waren maar drie perswagens, die men desnoods over een kopgroep van twee man had kunnen laten trekken om gevaar te voorkomen. Twee man nota­bene! Men zette die perswagens stikvast in de berm van de weg, zodat ze achter alles-en-iederen terecht kwamen. Even over deskundigheid gesproken!

Ook het opmaken der uitslagen duurde veel te lang. Na de eerste etappe was men ook niet in staat een gestencilde uitslag aan de deelnemers te verstrekken, wat toch wel in het belang van hen en van de koers moet zijn geweest. En op de tweede dag duurde het veel te lang voor de uitslag kon worden bekend gemaakt. Een uur na de aankomst bezat men nog slechts de 14 eersten van de tweede etappe. Jour­nalisten moesten toen de lokalen ontruimen en wachten.

Die journalisten gingen natuurlijk naar huis. Die gewacht hebben kwamen toch van een koude kermis thuis. Om half acht waren de heren klaar en liepen met de uitslag naar het raadhuis. Ondanks alle gemaakte afspraken kwamen wij te circa negen uur na tal van mislukkingen aan een totaal-uitslag. Wie er schuldig aan is maakt ons niets uit.

Ons interesseren alleen de feiten. Feit was ook dat de Ronde onderweg goed liep en dat de rijkspolitie tijdig op alle gevaarlijke punten aanwezig kon zijn. Daaruit bleek, dat het parcours in orde was. Trouwens het moet ons toch van het hart, dat het een bijzonder mooi parcours voor deze Tweedaagse was. Er had geen oud route-schema gediend, want door de nieuwe aankomstplaatsen moest het grootste deel van de Ronde in Midden-Brabant worden verreden.

De eerste etappe van Etten via Den Bosch naar Alphen was niets minder dan een juweeltje, niet alleen koerstechnisch maar ook wat natuurschoon betreft. En de wieleramateurs kijken ook liever naar een schoon gezicht dan naar een mesthoop. Nog een pluim: de organisaties in de aankomst­plaatsen waren goed verzorgd. Daarbij spande Oudgastel wel de kroon.

Het is dus behoudens enkele vlekjes een mooie Ronde van Brabant geworden, een veel betere dan de laatste jaren het geval is geweest. We hebben er ook veel knappe dingen in gezien. We hebben de vechtlust van een op revanche be­luste Zoontjens bewonderd, we hebben de jonge Bosschieter zien knokken voor een opvallende plaats, we hebben de talenten van een Harrie Jansen kunnen bewonderen, die over alles heen naar de kopgroep liep, terwijl er voor het leven gefietst werd. Hij won ook eens een keer met een hele straatlengte voorsprong de laatste sprint, we hebben Tesselaar als een stuk brute kracht leren kennen, die het op een paar meter na gelukte zes man, onder wie eind­overwinnaar Zoontjens, van hun ereplaatsen te stoten. Overigens is het ons wel duidelijk geworden, dat er niet in alle ploegen volgens de bepaalde ploegentactiek werd ge­reden. Hoe ook, de Vredestein-rijders hebben een knap stuk werk geleverd, al kwamen zij een dag te laat aan de uitvoering toe. Hadden zij op de eerste dag het initiatief niet aan Zoontjens gelaten, dan was de Tilburger geen eind­overwinnaar geworden. De dood heeft altijd een oorzaak; Vredestein kwam te laat!

Op de eerste bij het vertrek in Etten stonden er negentig amateurs aan de start. 's Avonds zouden er nog 61 van over zijn. Een derde gedeelte werd het slachtoffer van een harde jacht halfweg koers tussen twee sterke groepen, die een kopgroep van 23 renners zouden vormen. Van die negentig man behoorde er 48 tot een achttal ploegen, waarvan die van Vredestein, Ovis en Schapers de Bout de sterksten waren. Op het appel ontbraken deze keer Amstel en Cabal­lero, die men eigenlijk maar node miste. Als een wedstrijd slordig wordt georganiseerd en gevaarlijk is hebben de ploegleiders gelijk als zij die wedstrijden mijden. Maar de Ronde van Brabant verliep deze keer uitermate vlot. En daarom was het jammer om het materiaal van beide mer­ken niet te showen. We hadden er wijzer van kunnen wor­den, nu Den Hertog en Wagtmans, die onze toppers worden genoemd en dus wel iets naar hun hand te zetten hebben, in het buitenland verbleven.

METEEN „ERIN"

Zoontjens toonde al binnen de eerste tien kilometers na de start dat hij de daad bij het woord zou voegen, dat hij „de jongens eens zou laten fieten". Voor Langeweg moest voor een demarrage van de Tilburger reeds de alarmklok wor­den geluid. Broeren, Van Beurden en Van Pels verleenden hem hulp, waar zich nadat zij honderd meter hadden ge­nomen Tesselaar, Van Lachterop en Kettenis nog bijvoegden. Hans Tesselaar was dus op de eerte dag al actief. Bij Made zorgde het peloton er voor dat de zeven koplopers weer gehoorzaam in het peloton terugkeerden. Bij Oosterhout

moest men weer op de pedalen gaan staan voor een vlucht van Zoontjens ploeggenoot Schepers, die Van Dorst en werd de vrede weer getekend. In de buurt van Vlijmen, de Aardoom meekreeg. In de lommerrijke lanen van Udenhout vlakten die eertijds een ruig bezit van de Bossche Overlaat waren, halverwege dus, ontspon zich het grote gevecht tus­sen de sterksten van het veld, dat in twee groepen uit elkaar werd gesleurd. De mindere goden moesten zich hier tevreden stellen met een bescheidener plaats. Daaronder bevond zich ook een Harrie Jansen, een Rentmeester en ... een Duyndam voor wie het nu toch tijd wordt, dat hij rust gaat nemen om zijn physieke conditie eindelijk eens een kans te geven zich te herstellen. Blijft hij doorsukkelen, zoals dit thans het geval is, dan is hij het volgend jaar wel­licht niet meer van de partij.

De kopgroep zou uit twaalf man gaan bestaan met Frijters, Zoontjens, Schepers, Hans Tesselaar, Hesse, Niemeijer, Bos­schieter, Kettenis, Jonker, Duyndam en Mauricx. Terwijl beide laatsten moesten lossen, voegden zich Ouwerkerk, Minekus en Schoofs bij de leiders. Achter hen joegen nu eens op minder dan honderd dan weer op twee tot drie­honderd meter een groep van elf man met Hesen, Koeken, Du Bois enzovoorts. De afstand bleef schommelen tot onder Vessem in een strakke pace de volgers op de leiders liepen: 23 man op kop.

Zoontjens kon met deze situatie maar nauwelijks genoegen nemen. Hij schoot weer in de strengen. Frijters, Minekus, Bosschieter sprongen mee naar voren. Het veld reageerde echter hardnekkig, zodat de Gideonsbende van vier man weer tot capitulatie werd gedwongen. De Tilburger Zoon­tjens kwam in de eindspurt in Alphen zo onweerstaanbaar naar voren, dat alle demarrages hem niets gedaan konden hebben. Met enkele lengten voorsprong op Koeken won hij de etappe. In de eindrush waren tenslotte zeven leiders ontstaan, die op 12 seconden gevolgd werden door de 16 overigen van de kopgroep.

Zoontjens, die perse winnen wilde, had een belangrijke uitvalsstelling opgebouwd voor de tweede etappe. Hij be­hoefde slechts op zes man te letten, die in tijd met hem gelijk stonden t.w. Koeken, Brouwer, Du Bois, Kettenis, Bosschieter en Schepers, welke laatste echter een van zijn ploeggenoten was. Van zijn rivalen heeft de Tilburger op de laatste dag ook niemand laten gaan. Misschien Schepers, maar hoe die afspraak kan hebben geluid, weten wij niet. Toch zou hij bijna door Hans Tesselaar, die 12 seconden achter hem stond, in „het pak" zijn geduwd. Dat moet aan de brute kracht van deze Tesselaar worden gekweten, die bijna voortdureud in de strijd was geweest. In de laatste kilometers zag hij nog kans tien seconden op de bezetters van de ereplaatsen te winnen. Zoontjens c.s. zouden slechts met twee seconden voorsprong op Hans Tesselaar hun mooie plaatsen behouden. Het was een dubbeltje op zijn kant ge­weest, na een onoverzichtelijk keihard gevecht, waarbij voor elke meter moest worden gevochten.

De laatste etappe van Alphen over 146 kilometer naar Oud­gastel deed het aanvankelijk niet verwachten. Het bleef stil in het veld. Klaarblijkelijk: stilte voor de storm! De zeven koplopers, die met elkaar in tijd gelijk stonden, wensten voorlopig niet in de clinch te gaan. Het initiatief moest van derden komen. Na bij na zestig kilometer - onder Zundert - zou zich een kopgroep gaan vormen, die de tomeloze jacht in het gehele veld ontketende. Het begon met Wouters en Leliaert, die gezelschap van Huybregts en Rentmeester kregen. Vervolgens kwamen daar Pijnen en Bertou bij, doch de laatste moest weer terug. Bij Rucphen kreeg deze kopgroep opnieuw versterking van Schepers, van Hans Tesselaar en van Minekus. Klaarblijkelijk zat het zo in elkaar, dat Schepers voor de bewaker van Tesselaar moest spelen. Uit de achtervolgende groep sprong als laat­ste man Hoogerheide weg, die zich met sterke pedaalslag als negende bij deze „jacht" voegde. Dat speelde zich alle­maal af in de prachtige Wouwse Plantage. Achter de kop­groep zaten Zoontjens en zijn directe rivalen naar het moment te zoeken, dat zij in “d'n attaque" moesten gaan. Maar alle berekeningen klopten hier niet. In de straten van Bergen op Zoom - met een laatste koersuur voor de boeg - sprongen moeizaam Huybregts en Pijnen uit de leidersgroep weg. Het tempo werd daardoor hoog opge­voerd. Maar niet zo hoog, dat het voor Jansen en Du Bois, beiden Vredestein-rijders, niet meer mogelijk was om het Zoontjens c.s. lastig te maken. Du Bois was de gevaarlijkste man en die daarom ook geen schijn van kans kreeg uit de volggroep te breken. Dat was wel toegestaan aan Jansen. Hij had bijna twee minuten achterstand en kon geen kwaad doen. In het eindgevecht, terwijl de hoogste “gearings" worden gehanteerd, gelukte het Jansen van de volggroep naar de jachtgroep met Tesselaar te springen om tenslotte aansluiting te zoeken bij Pijnen en Huybregts, die ogen­schijnlijk een tot mislukking gedoemd verzet voerden. Maar met Jansen erbij, hielden zij tot het einde stand, ofschoon Pijnen geen enkele kans op de ritzege kon krijgen. Jansen nam liefst vijftig meter voorsprong op de Westbrabander, die als tweede zou eindigen. In de eindfase van de strijd ontbonden Zoontjens en Brouwer al hun duivels om toch nog op de voor hen uitrijdende prooi te komen. Tesselaar hield echter het meeste „gevaar" in.

Een tiental kilometers voor de finish in Oudgastel smolten beide groepen tot een langgerekt lint van tientallen renners achter een kopgroep van drie man ineen. Tesselaar bleek evenwel uit de groep van Zoontjens en de zijnen (al waren het rivalen) te kunnen blijven. In de laatste kilometers trok hij zich met Broeren en Breur toch weer tien seconden van Zoontjens los. Tilburger Cees, Brouwer en Bosschieter moesten rijden voor het leven om hun ereplaatsen-veilig te stellen. De zes leiders waren slechts twee seconden van hun smadelijke nederlaag verwijderd toen zij over de eindstreep stoven. Het scheelde niet veel meer. En zo heeft Zoontjens deze Ronde van Brabant dan toch verdiend gewonnen. Op de eerste dag reed hij in het offensief om op de tweede dag een mogelijke eindoverwinning te kunnen verdedigen!

Amateurs Eerste etappe Etten-Alphen (176 km): 1. Zoontjens 4.05.38; 2. Koeken; 3. Brouwer; 4. Du Bois; 5. Kettenis; 6. Bosschieter; 7. Schepers; 8. Minekus 4.05.50; 9. Ouwerkerk; 10. Hesse; 11. Hesen; 12. Niemeijer; 13. Schoofs; 14. Van Overveld; 15. Van Hemert; 16. Leliaert; 17. Jonker; 18. Cor­vers; 19. Frijters; 20. Van Geel; 21. Van Lachterop; 22. Heijnig; 23. H. Tesselaar.

Amateurs: Tweede etappe van Alphen naar Oudgastal (149 km): 1. Jansen 3.34.67; 2. Pijnen 3.34.55; 3. Huybregts; 4. Broeren 3.35.16; 5. Breur; 6. Hans Tesselaar; 7. G. Harings 3.35.26; 8. Rentmeester; 9. Brouwer; 10. Zoontjens; 11. Koeken; 12. Cornelisse; 13. Bosschieter; 14. Niemeijer; 15. Piet Tesselaar; 16. Frijters; 17. B. Groen; 18. Wouters; 19. Mauricx; 20. Van Gael.

Algemeen klassement: 1. Zoontjens 7.41.04; 2. Brouwer; 3. Koeken; 4. Bos­schieter; 5. Du Bois; 6. Schepers, alien Z.t.; 7. Hans Tesselaar 7.41.06; 8. Nie­meijer 7.41.16; 9. Frijters; 10. Minekus.

Ploegenklassement: 1. Vredestein; 2. Ovis; 3. Schapers de Bont.

bus

 

RONDE VAN DRENTE (13 mei).1967

In 6e Ronde van Drente spurtte

                   LEEN DE GROOT  naar een prachtige zege

Onbekende WIM VAN DEELEN ontpopte zich als een waar talent

„Dit is mijn eerste zege van formaat, in totaal heb ik er nu vier gewonnen. Ik moet eerlijk bekennen dat het uiterst moei­lijk was om deze zesde Ronde van Drente te winnen, in onze kopgroep van tien man waren zoveel knapen waarmede reke­ning diende te worden gehouden, maar toen ik Riny Wagtmans „aan" zag gaan, was dat het sein voor me om mee te springen. En het is me gelukt!"

Aldus de nog nahijgende maar zeer verheugde Utrechter Leen de Groot, die met zijn 21 jaren nog een grote toekomst voor de boeg heeft en misschien in de wielersport een redelijke kans tot slagen weet te boeken.

Hij versloeg met een flitsend eindschot zijn naaste belagers Riny Wagtmans en Johnny Brouwer en daarmede waren de ereplaatsen van deze tienmansgroep, die liefst 4 minuten en 34 seconden vooruitkwam, vergeven. De andere klasseringen waren voor Cees Zoontjens, Hans Eckelboom, Gaby Minneboo, Daan Holst, Wim van Deelen, Leo Duyndam en Herman Hoogzaad. Zij kwamen in deze volgorde over de eindstreep, een witte kalklijn die na 190 wedstrijd-kilometers als een ware ver­lossing zal zijn bekeken ...

We noemden reeds de naam Wim van Deelen. Inderdaad, deze 22-jarige knaap uit Nieuw Lekkerland (Zuid-Holland) bleek de openbaring, het grote “verborgen" talent te zijn dat zich in deze zesde Ronde van Drente ontpopte. Op het allerlaatste mo­ment was hij op instignatie van KNWU-voorzitter de heer P. van Dijk nog bij de deelnemers geplaatst en bewees deze uit­zonderlijke geste volkomen waard te zijn. Met Gaby Minneboo zette hij halverwege de beslissende demarrage in, gaf de hoog­ste toon van deze uitval aan en werd terecht uitgeroepen tot de meest strijdlustige renner van deze klassieker.

PRACHTIGE SOLO

Er viel in deze zo voortreffelijk georganiseerde wegwedstrijd van de Hoogeveense Wieler Vereniging De Peddelaars weer een hele ris pechhebbers te noteren. Plaatselijk favoriet Jan Bols - 's morgens op het Raadhuis nog tot Sportman 1967 uitgeroepen - kreeg kettingpech, Cor Leunis moest ook al van de fiets en een valpartij verstoorde alle illusies van Dicky Steensma, Harry Beurskens en Henk Warries. Wat verderop stonden Rene Pijnen en Frans van de Ruit teleurgesteld langs de kant en bij de eerste doorkomst van Hoogeveen kreeg ook Ge van der Winden een tube zonder lucht, terwijl de Drent Jan de Wit eveneens met een dergelijk mankement kreeg af te rekenen. Het was bij Ruinen (na 57 kilometer) dat Fedor den Hertog platreed. Razendsnel legde de sterke man uit Ermelo een andere band om en al was zijn achterstand bijna drie minuten, in prachtige stijl rijdend begon hij een helse ach­tervolging. Bijna dertig kilometer lang hebben we de ranke IJsselstreek-renner gevolgd en ondanks dat zijn tempo rond de zestig kilometer per uur schommelde, wist hij toch niet meer aan te haken. Moegestreden moest hij, die al de helft van zijn achterstand had afgeknabbeld, onder de rook van Assen zijn vermetele poging staken. Dat lag ook op de weg voor de favo­rieten Roel Snijder, Ties Franke, Cees Koeken en Marcel Pen­nings; zij worden door een valpartij abrupt aan de kant gezet en een nieuwe serie “panne" kwam terecht bij Gert Bongers, Harrie van Piere, Henri van Rooy en Cees Rentmeester.

DE DEUR OPEN ...

De eerste honderd kilometer zaten er op, buiten enkele scher­mutselingen om was er nog niet veel gebeurd, maar nu voorbij de Drentse hoofdstad moest de deur van de groep toch maar eens open ... De man, die zich nog nimmer in klassiekers of van-stad-tot-stad-wedstrijden had laten zien, de Nieuw Lek­kerlander Wim van Deelen, ging aan; hij kreeg Gaby Minne­boo aan het wiel en daarmede was de juiste vlucht, de defini­tieve demarrage geboren. Meteen roken Herman Hoogzaad (best gereden), Adrie van Hest en Riny Wagtmans hun kans en toen zij bij het tweetal vooraan kwamen, werd de voor­sprong al zeer vlug tot dertig seconden opgevoerd.

Achterin begon het evenwel heftig te “waaien", men wilde daar ook wel naar voren en juist toen de Nijverdalse Limbur­ger Jan Boode lekreed, kwam een nieuwe demarrage op gang, die Daan Holst, Cees Zoontjens, John Brouwer, Hans Eckel­boom en Leo Duyndam alsmede Leen de Groot mede op het voorplan bracht. Dat kostte, met de komst van deze nieuwe versterking, Van Hest zijn plaats, want hij moest er bij Schoonoord (na 128 km) af. Een tekort aan macht? Fysiek of mentaal niet sterk genoeg? In ieder geval is het jammer dat de zo stevig gebouwde Tilburger, die als “gegoten" op zijn fiets zit, moest lossen; hij had vooraan zo uitermate goed zijn best gedaan.

Het tempo ging daarna steeds meer omhoog, de winst ging twee minuten en vijftig seconden bedragen. Het peloton werd volkomen aan banden gelegd, men geloofde niet meer in een omwenteling. De zaak was bekeken, de winnaar zou ongetwij­feld uit de kopgroep komen.

Temeer werd dat aannemelijker omdat een valpartij in het peloton de sterke renners Piet Kuner, Peter Heijnig, Wiebe Boonstra, Wim du Bois (alweer?) en Jan van Katwijk uit­schakelde. Zou het op een eindspurt uitdraaien ? Of zou er een helse demarrage van bij voorbeeld Leo Duyndam, Daan Holst op til zijn? Enkele jaren terug deed Roel Hendriks dat ook en hij inde toen toch ook maar de zege!

De zaak kwam wel fel op gang, de ene uithaal na de andere werd geplaatst, maar bet haalde allemaal niets uit en toen ging alles er op wijzen dat de spurt uitspraak moest brengen. Het werd de sterke Utrechter Leen de Groot die, zoals reeds beschreven, kundig inhaakte op de laatste jump van Riny Wagtmans.BRON: BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. L. de Groot, Utrecht, 190 km in 4 uur 21 min. 58 see.; 2. R. Wagtmans, St. Willebrord; 3. J. Brouwer, Rotterdam; 4. C. Zoontjens, Tilburg; 5. H. Eckelboom, Heerde; 6. G. Minneboo, Heenvliet; 7. D. Holst, Amsterdam; 8. W. van Deelen, Nieuw Lekkerland; 9. L. Duyn­dam, Honselersdijk; 10. H. Hoogzaad, Venhuizen; 11. op 4.34 min. J. Krekels, Born; 12. H. Jansen, Westzaan; 13. H. Nieuwkamp, Borne; 14. W. Prinsen, Hank; 15. M. Gerrits, Oploo; 16. P. Kettenis, Den Haag; 17. G. Leferink, Haaksbergen; 18. L. Poortvliet, Herkingen; 19. H. Benjamins, Hollandscheveld; 20. P. Oosterhof, Eelde; 21. H. van Vught, Boxtel; 22. W. Bosschieter, Landsmeer; 23. J. Zoetemelk, Rijp­wetering; 24. op 5.20 min. J. Schepers, Stein; 25. H. Hesen, Geleen; 26. op 5.35 min. B. Groen, Steenwijk; 27. D. Middelveld, Hoogeveen; 28. J. Smulders, Tilburg; 29. H. Schouten, Badhoevedorp; 30. M. Bou­ma, Haarlem; 31. J. Buis, Zwanenburg; 32. op 16.40 min. H. Luchies, Geesbrug; 33. H. de Kok, Tilburg; 34. E. Kroon, Den Haag; 35. B. Hoskens, Tilburg; 36. G. v. Denen, Den Haag; 37. G. v. Hemert, Wer­kendam; 38. op 21.20 min. H. Douma, Gerkesklooster; 39. J. Vlot, Wan­neperveen op 22.50 min.; 40. H. de Haan, Oudega; 41. H. Kuiper, Nw. Amsterdam; 42. H. Hoekstra, Ureterp; 43. A. van Hest, Tilburg.

Prijs voor de strijdlustigste renner: Wim van Deelen.

 

RONDE VAN FRIESLAND (15 april).1967

Tiende Ronde van Friesland : decor van boeiende koers

Harde punch van sterke GERT BONGERS velde al zijn tegenstanders

De tiende Ronde van Friesland heeft in de 20-jarige Voorste­naar Gert Bongers een prachtige winnaar gekregen! De klas­rijke Vredestein-renner heeft in deze lustrum-ronde bewezen niet alleen op de baan - afgelopen winterseizoen veroverde hij op het Antwerpse “hout" nog het wereldrecord vijf kilo­meter staande start - heel wat mans te zijn, doch ook op de route met de allerbesten mee te kunnen. Bongers gaf blijk te kunnen “afzien", want de rugpijnen, welke hem in de laatste veertig kilometer herhaaldelijk plaagden, beletten hem toch niet in het boeiende slot het heft in handen te nemen en aldus de zege te innen. Hij riep de strijdlustige Fedor den Hertog weer tot de orde, schudde in de straten Van Leeuwarden zijn zwaarste concurrenten Daan Holst en Rene Pijnen - fantas­tisch naar voren opgerukt - van zich af en peurde er in de laatste kilometers nog een handvol seconden winst uit, die hem voor de twee laatstgenoemde coureurs deed finishen. Daar­achter veroverden Adrie Duyker uit Beverwijk, Fedor den Hertog (Ermelo) en Wim Prinsen (Hank) respectievelijk de vierde, vijfde en zesde plaats.

Na afloop was Daan Holst, die onvermoeide strijder, zwaar teleurgesteld, gaf in zijn ontgoocheling te kennen „de fiets maar van de hand te doen". Graag, hee1 graag had de Amster­damse renner, die het voornamelijk van zijn courage, van zijn tomeloze kracht, moet hebben, gewonnen, maar ... wie wil dat niet? Had bijvoorbeeld ook Fedor den Hertog, die tien kilo­meter lang een prachtige solo produceerde, niet graag met de eer gaan strijken? Vooral omdat zijn ploeg, de militaire for­matie, door een valpartij nogal zwaar gehavend uit het strijd­toneel tevoorschijn kwam. Harm Smit en Sander Douma kwa­men er bij die “smak" met wat schaafwonden en materiaalpech nog aardig af, maar favoriet Wim du Bois was er minder best aan toe. In volle vaart knalde de sympathieke Zeeuw tegen een telefoonpaal op, bleef kermend liggen en later - in een ziekenhuis van de Friese hoofdstad - bleek dat hij een zware bloeduitstorting in de heup had opgelopen. Het zal geruime tijd duren, vooraleer hij weer in de “competitie" kan verschij­nen. Dat is erger, veel erger dan verliezen, dan gewoon ge­klopt worden door de beste!

MEDE DE OORZAAK

Deze valpartij was er mede de oorzaak van dat het rennersveld - circa 165 vertrekkers - op de smalle Friese wegen al spoe­dig uit elkaar werd geslagen. Andijker Gerrie Bruin staakte, evenals Riny Wagtmans, die nog lange tijd met een slingerend achterwiel bijbleef en veel hinder aan een polsblessure over­hield, de strijd. Al rijdende had Ab Geldermans - in zijn hoe­danigheid van toekomstig ploegleider - de Sint Willebrorder nog „eerste hulp" verleend, maar het ging te moeilijk om nog door te zetten en daarop stapte krullebol Riny maar af.

Ja, in die achterhoede was weer genoeg „leed" en pech te no­teren. Leen de Groot, Dick Middelveld, Nico Been, Roel Snij­der (na 42 kilometer bij Bolsward een tube zonder lucht) en Jan Rol, die in Sneek de gehele “bloccage" van zijn apparaat stuk zag gaan. En wat stond Jan Bols, met de zege in de Ronde van Twente op zak, ook al mistroostig te zwaaien om een wiel. Zijn ploegmakker Henk Benjamins werd eveneens door ,panne" uitgeschakeld, en de gebroeders Anne en Eddy Koster hadden er waarschijnlijk heel wat voor over gehad indien zij, voor eigen publiek rijdend, mee hadden kunnen doen met het “spel" dat voorin zo onstuimig werd opgevoerd. Daar onderhielden Fedor den Hertog, Daan Holst (vaak te kwistig met de krachten), Wim Prinsen, Piet de Wit („vlamt" toch maar goed mee op de weg!) en Gaby Minneboo een straf tempo, dat de eerste schermutselingen volledig aan banden legde.

Bij Heerenveen (na 90 km) spoot Holst echter weg, direct zaten Piet de Wit en Prinsen in de “coupe" en Fedor den Hertog, die het ook al enkele keren alleen had geprobeerd, behoefde maar even op de pedalen te gaan staan om mee te gaan. Dit was een sterk kwartet tempolopers; de kans zat erin dat een beslissende voorsprong werd genomen. Bijna der­tig kilometer lang bleef het viertal, dat soms een winst van rond een minuut had, bijeen, doch toen kwam de verrassend voor de dag komende Nanne Bakker met Rene Pijnen ook op de eerste rij en een knappe solo van Gert Bongers had tot resultaat, dat bij Drachten ook hij z'n sollicitatiebrief op tafel smeet.

Het peloton, sterk verontrust door al die geslaagde sprongen, begon zich steeds meer te roeren. De Tilburger Cees Zoontjens was eigenlijk de man die er met wat later Adrie Duyker, Cees Rentmeester en Jan Serpenti, een definitief einde aan maakte. De dappere vlucht, op gang gebracht door animator Daan Holst, was daarmede tot een einde gekomen en zo boorde er bij Surhuisterveen (na 137 km) een compacte hoofdmacht van ongeveer veertig renners verder...

OPNIEUW AAN DE HAAL

De verzorging in deze laatste plaats gaf opnieuw gelegenheid tot ontvluchtingen en weer waren het Holst, Den Hertog en Prinsen die aan de haal gingen. De attente “oud-gedienden" Jurrie Dokter en Guus Leliaert wipten mee, terwijl Bongers - steeds op zijn quivive - met de rijzige Duyker (hard op weg om een “echte" te worden) eveneens bij de vijf koplopers kwam.

Jan Boode, bij de in de aanvang genoemde valpartij gebles­seerd maar desondanks moedig voortgegaan, probeerde de aansluiting waar te maken, doch wat hem niet gelukte, deed de als „een trein" rijdende Rene Pijnen echter wel! Wat zit deze knaap mooi op de fiets en wat maakte hij het gat naar de kop met een overmacht, met een bijzonder gemak, dicht. Intussen waren en Dokter en Leliaert door het hoge tempo afgehaakt en begon de serie “schiftingen" voorin ook een aanvang te nemen.

Onder het devies “alles of niets" demarreerde Den Hertog bij Akkerwoude (166 km) en in een “ommezien" had de militair een voorsprong van enkele tientallen meters. De vijf jagers achter hem bleven echter de “greep" op hem houden en nadat de dorpen Oudkerk, Oenkerk en Giekerk - bekend door de vele “knokpartijen", welke schaatsende Elfstedenrijders daar in het verleden ten beste gaven - in zeer hoog tempo (45 a 50 kilometer per uur) waren genomen, werd het duidelijk dat Den Hertog het niet zou houden. De finish aan de Leeuwarden­se Marathonstruat naderde hard en toen Gert Bongers in een machtige streek bij Den Hertog kwam, was het gebeurd. Hij kon niet meer in het wiel blijven, moest zich op nauwelijks vier kilometer voor de meet gewonnen geven en zag dat Bongers, die steeds weer rechtop kwam om de rug (tegen de pijn) te strekken, gelijk de anderen bij hem had gebracht. Daarop ontspon zich een daverende finale. Holst probeerde al het mogelijke om weg te komen, maar steeds weer zat Pijnen aan zijn wiel. Fedor den Hertog, enigszins hersteld van de vermoeienissen, blies aan de rand van de Friese hoofdstad nog een keer alle wind in het zeil. Opnieuw tevergeefs, de waakzame Bongers - de overigen hadden er geen antwoord meer op - pousseerde zijn laatste punch, verraste Holst, die aan rivaal Pijnen teveel aandacht schonk, volkomen en pres­teerde het om in de laatste kilometers naar de finish een prachtige zege op te bouwen van deze geslaagde en - door LWV De Friesche Leeuw - goed georganiseerde tiende editie van de Ronde van Friesland. Een overwinning met klank!

BRON:BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. G. Bongers, Voorst, 188 km in 3 uur 32 min. 32 see.; 2. D. Holst, Amsterdam; 3. R. Pijnen, Woensdrecht; 4. A. Duyker, Bever­wijk; 5. F. den Hertog, Harderwijk; 6. W. Prinsen, Hank; 7. G. Min­neboo, Heenvliet (in 4.34.15); 8. H. Jansen, Westzaan; 10. M. Gerrits, Oploo; 11. B. Groen Steenwijk; 12. P. de Wit, Wormer; 13. P. Kisner, Amersfoort; 14. T. Blom, Haarlem; 15. R. Cornelisse, Amsterdam; 16. C. Rentmeester, Ovezande; 17. C. Baars, Haarlem 18. F. Scheuneman, Veendam; 19. M. Bertou, Den Haag; 20. W. Boonstra, Opende Gr.; 21. P. Kettenis, Den Haag; 22. J. Brouwer, Rotterdam; 23. M. J. Bouma, Spaarnerwoude; 24. L. Duyndam, Honselerdijk; 25. J. Boode, Schinnen; 26. F. Ouwerkerk, Rotterdam; 27. J. Dokter, Enschede; 28. P. van Stralen, Heerhugowaard; 29. G. van de Winden, Beverwijk; 30. H. Schoofs, Bladel; 31. F. Hoogerheide, Dubbeldam; 32. G. Le­liaert, Helvoirt; 33. P. Hoekstra, Dokkum; 34. H. Brand, Roderwolde; 35. H. Klein, Barnflair; 36. C. Burik, Goudswaard; 37. Joh. Pluimers, Enter; 38. K. Duim, Alkmaar; 39. J. Bosselaar, Rotterdam; 40. C. Ter­louw, Den Haag; 41. P. van Donk, Rosmalen; 42. R. Schievink, Heeren­veen; 43. A. Splinter, Amsterdam; 44. F. Buurmeijer, Veendam; 45. J. Wilkens, Gieten; 46. P. Leunis, Amsterdam; 47. E. Brander, Groningen; 48. G. Mooi, Limmen; 49. N. Douma, Gerkesklooster; 50. J. van de Beek, Amsterdam.

Ploegenprijs: 1. Vredestein 21 pat., 2. Smiths-Acifit 42 pnt.

 

RONDE VAN GELDERLAND (22 april).1967

Snelle koers vervlakte strijdgevoel in

                     I1e RONDE VAN GELDERLAND

                                       Rappe MAT GERRITS 't snelst aan de meet

Er is dit jaar in onze nationale amateurwereld iets aan de hand - niets ernstigs gelukkig -, dat zich ook in het verleden al enkele malen heeft laten zien. We bedoelen dat er een soort „leegte"; een gemis aan werkelijke toppers is ontstaan en dat de massa momenteel min of meer aan elkaar gewaagd is. Na de abdicatie van Dolman, Van der Holst, Steevens, Beugels c.s. heeft de amateurcategorie geen pur sang kleppers meer, renners die een beslissing voorshands weten te forceren, de zaak tot op de „laatste draad" uiteenrafelen, met macht een boeiend stuk wielergeschiedenis weten te schrijven. Gelukkig blijft dat niet zo, ongetwijfeld zullen er binnen afzienbare tijd weer enkele kopstukken verschijnen, maar waarschijnlijk zal dat pas na Olympia's Tour door Nederland of zelfs pas volgend voorjaar zijn.

We leven dus min of meer in een soort “niemandsland", er is bijna geen uitgesproken favoriet aan te wijzen ... Ten bewijze hiervan neemt men maar eens alle uitslagen van de zogenaam­de van-stad-tot-stad-wedstrijden en de klassieke wegkoersen, welke tot nu toe zijn verreden, voor ogen en men zal ogen­blikkelijk tot de conclusie komen, dat de winnaars steeds naar een andere naam luisteren en dat, op enkele uitzonderingen na, ook vele prijswinnaars onder de eerste tien niet steeds dezelf­den zijn.

Bovenstaand werden wij na afloop opnieuw gewaar in de als vanouds zeer goed georganiseerde Ronde van Gelderland, het wielerlevensstuk van Apeldoorner Jan van de Blanke­voort, dat nu al zijn elfde uitvoering beleefde.

Na een heftig strijdgewoel in de eerste uren, vervlakte deze koers over 162 kilometer, gleed voort in een hoog tempo en kwam pas op het erbarmelijk stuk grintweg van Hoog-Soe­ren tot een glinsterend slot. Daar smeet eerst Hennie Schou­ten de lont in het kruitvat, nam Fedor den Hertog de fakkel over maar kreeg in de laatste bocht naar de finish de grote „jachthonden" over zich heen en toen trok de op 6 februari 1944 te Oploo geboren boerenzoon Martinus (in de omgang „Matje" of „Mat" genaamd) Gerrits alle registers open en zegevierde op knappe wijze ...

„VERSPLINTERD"

Het hoge tempo vanaf de start maakte gelijk al vele slacht­offers, het aantal lossers is op geen stukken na te vermelden, wel dat er een verwoede strijd werd geleverd, welke er in re­sulteerde dat het peloton in drie grote groepen sloeg en dat het daarna nog verder versplinterde, weer samenvloeide en opnieuw uit elkaar word geslagen.

Voornamelijk kwam dat allemaal door het vele werk dat Hen­nie Schouten, Henk Nieuwkamp, Daan Holst (zal er niet bij zijn!), Rudi Liebrechts, Harrie Jansen, Piet de Wit, Leen de Groot, Ben Stolle, Cees Rentmeester (meer met het „koppie" koersen, jong), Rink Cornelisse, Sander Douma, Piet Kettenis en Cees Zoontjens opbrachten. Zij boorden met grote snelheid door, verloren De Groot door lekrijden en of dit verlies nu doorslaggevend was, weten we niet, maar een feit was het dat de volgersgroep, die door een harde smak van Leo Duyndam, Johnny Brouwer, Boy Kanselaar (wie voor een dubbeltje ge­boren... enz.; wat een pech heeft deze jongen altijd!), de jongeren Lijn Loevesijn, Jaak Beun en Jan Buis alsmede Theo Mansvelders beduidend aan kracht had ingeboet, steeds dich­terbij kwam. In deze jachtformatie waren het vooral Roel Snijder, Marcel Pennings en in een latere fase ook Klaas Balk, Adrie Wouters, Leo van Schalen, Wim Neeskens, Ad van Overveld, Henk Benjamins, Johnny Meijer, Ton van der Vlak, die er de zweep steeds harder overheen lieten knallen. Jammer genoeg moesten Jan van Katwijk en Jan Dickhof deze “pa­trouille" laten gaan omdat zij lek reden en een spijtige val­partij deed Peter Heijnig (naar een ziekenhuis in Ede), Harrie Tijhuis (hersenschudding) en Jaak Pfennings (sleutelbeen­breuk) definitief uitschakelen. Ja, het leven van een coureur gaat bepaald niet over rozen, men moet bikkelhard zijn om te kunnen en wat belangrijker is: te willen slagen! En had ook de Aalsmeerder Melle Jongkind er niet graag bij gebleven? Nu kon hij op de Berg en Dalweg naar Hoenderloo afstappen om­dat een onwillige ketting al zijn illusies wreed verstoorde.

TOT EEN GROOT “PAK"

Vooraan was het al een keer “gebroken" geweest, maar met vereende krachten hadden Adrie van der Tol, Henri van Rooy, Cees Brugel, Peter Kisner, Gerard Thijssen, Riny Huybrechts, Harrie Schoofs, Rik en Chris Pepels, Ben Stolle, Rene Pijnen, Gaby Minneboo, Cor Baars, Jan Hesse en Adrie van Hest de „bijt" weer dichtgemaakt. Zo groeide het vlak voor Harskamp, na 82 kilometer, uit tot een compacte hoofdmacht van circa zestig renners, die enigszins “warmte en bescherming" bij el­kaar zochten om de koude regen - soms zelfs natte vlokjes sneeuw - de baas te blijven. De speed bleef evenwel hoog, men wilde vlug op huis aan, deed zo nu en dan wat aan jachten op bij voorbeeld Gaby Minneboo en Jan Boode, die het samen eens probeerden, op Henk Benjamins en Leen Poortvliet, op de overmoedige Adrie Wouters die eerst met Benjamins en later met de sterke Kroonen aan de haal ging, maar uiteindelijk een paar kilometer alleen kwam te “zetten".

Neen, het was allemaal tot mislukken gedoemd, er kwam alle­maal niets van in en daarmede vervlakte de koers volkomen. Achteraan was tenminste nog wat te beleven, de wijze waarop de sterke Limburger Chris Pepels (moet zijn zadel een paar centimeter achteruit zetten) na zijn platrijden terugkwam, was werkelijk hartverwarmend. Wat heeft hij vele kilometers moe­ten knokken, maar hij slaagde. Voor de Kwakelaar Koos van der Knaap was dat er niet meer bij en ook Adrie van Hest, die van ver uit de achterhoede zo prachtig terugkwam maar net dat “kleine beetje meer", dat soms toch zo onoverbrugbaar groot is, miste (en hopelijk niet helemaal mist) zag hoe de rest steeds verder wegreed. Hij was zelfs zo „op" dat hij het flitsende wiel van ploegmakker Pijnen - kreeg ook een tube zonder lucht - niet eens kon houden en steeds verder weg­gleed naar het onbekende achterland.

Ja, de wielersport wordt niet alleen maar bedreven door louter hardrijders, men moet het karakter, het niet te vermurwen moraal bezitten om, zoals de Belgen zeggen, “gensters" te slaan.

Het grote “pak" had ondertussen weer eens een geslaagde greep naar het trio-Daan Holst (waarom toch zo onbesuist en niet eens volgens berekening?), Hans Eckelboom en Gaby Minneboo gedaan en deed wat later hetzelfde met Harrie Jan­sen, Cees Rentmeester, Hans Hesen en Piet Kettenis.

De eindfase kwam in zicht en toen voorbij Assel het vijf kilo­meter lange grintpad aanbrak, gaf Hennie Schouten alles. Hij pakte honderd meter, maar toen sprong Fedor den Hertog, knalde langs Schouten heen en geleek inderdaad op de zege af te gaan. Edoch, een samenbundeling van krachten, onder andere van Cees Rentmeester, Daan Holst, Henk Benjamins en vele anderen, maakte een einde aan Fedor's „coupe de pedale" op nog geen vierhonderd meter voor de finish. Toen dacht de snelle Henk Nieuwkamp zijn slag te slaan, maar in een daverende eindrush kwam Gerrits er met een heel stel overheen...

Voor Mat Gerrits dus zijn eerste klassiekerzege, nadat hij in 1959 voor het eerst ging koersen. Hij was toen adspirant, bleef het een jaar en reed vervolgens twee jaar in de nieuwe­lingenklasse. Militaire dienst deed hem twee jaar sterk ver­minderde activiteit bezorgen, maar vorig jaar won hij als amateur toch vijf koersen en zijn totaal aan zegepralen be­draagt circa vijftig overwinningen.

Van nature een rappe jongen, die in de koers “uitgekookt" rijdt, net dat doet wat nodig is, een scherp intellect bezit en in de allerlaatste meters bijzonder snel spurt.BRON:JAN BALDER

Amateurs: 1. M. Gerrits, Oploo, 162 km in 3 uur 41 min. 46 see.; 2. T. Blom, Haarlem; 3. S. Douma, Grouw; 4. K. Balk, Badhoevedorp; 5. B. Solaro, Den Bosch; 6. M. Pennings, Nieuw-Vennep; 7. P. Kisner, Heikant; 8. P. de Wit, Wormer; 9. H. Benjamins, Hollandscheveld; 10. J. Hesse, Arnhem; 11. C. Kipping, Den Haag; 12. C. Rentmeester, Ovezande; 13. R. Pijnen, Woensdrecht; 14. H. Nieuwkamp, Borne; 15. D. Hoist, Amsterdam; 16. H. Schouten, Amsterdam; 17. J. Boode, Schinnen; 18. R. Cornelisse, Amsterdam; 19. H. Jansen, Amsterdam; 20. P. Kettenis, Den Haag; 21. ex sequo C. Zoontjens, Tilburg; J. Bols, Hoogeveen; G. Minneboo, Heenvliet; W. Bravenboer, Rotterdam; C. Brugel, Zevenbergen; H. Schoofs, Bladel; L. van Schalen, Lierop; W. Neeskens, Oosterwolde; H. Eckelboom, Heerde; J. Spetgens, Someren; 31. op 40 sec. F. den Hertog, Harderwijk; 32. op 45 sec. H. Vogelaar, Rotterdam; 33. L. Poortvliet, Herkingen; 34. P. Legierse, Den Bom­mei; 35. R. Snijder, Haarlem; 36. C. Baars, Haarlem; 37. op 52 sec. C. Pepels, Stein; 38. R. Huybrechts, Etten; 39. T. van der Valk, Voor­schoten; 40. G. Thijssen, Groesbeek; 41. G. Bongers, Voorst; 42. A. van Overveld, Zegge; 43. C. van Dorst, Roosendaal; 44. P. Baren­drecht, Alblasserdam; 45. B. Stolle, Rotterdam; 46. H. van Leeuwen, Haarlem; 47. op 1.15 min. A. van der Tol, Westbroek; 48. J. Meijer, Utrecht; 49. op 1.20 min. G. Webb, Engeland; 50. op 1.35 min. B. Kroonen, Dordrecht; 51. C. Leunis, Amsterdam; 52. S. van den Burgh, Berkel; 53. op 1.45 min. H. Hesen, Geleen; 54. H. van Rooy, Zeelst; 55. op 2.10 min. H. Hoppe, Rotterdam; 56. H. Brander, Roderwolde; 57. J. van Kooten, Montfoort; 58. op 4.10 min. L. Embregts, Stam­persgat; 59. H. van der Spreng, Arnhem.

Ploegenklassement: 1. Vredestein 18 pnt., 2. Caballero-Wielersport 32 pnt., 3. Kalmi 39 pnt.

 

RONDE VAN LIMBURG (10 juni).1967

Spurtzege HENK NIEUWKAMP in prima georganiseerde

RONDE VAN LIMBURG

Uitval van Ger Harings en Chris Pepels (2 min. winst) strandde mede door pech

In de buurt van Bunde streek de al lang naarstig jagende Ronde van Limburg-hoofdmacht op Ger Harings en Chris Pepels neer, de twee knapen die deze 19e editie gestalte gaven, twee dapperen - heel actief en pittig - die de buit schijnbaar voor het grijpen hadden, in de kijker liepen, evenwel geen „haver" voor het geleverde werk kregen. Ger Harings en Chris Pepels ontsnapten op het gevechtsterrein bij uitstek, liepen weg op de kronkelende stijgingen rond Heijenrath-Slenaken (na 110 km), om in Amby (128 km) met een volle minuut voorsprong op 35 achtervolgers te passeren. De nog in koers zijnde rest kon hier als volkomen kansloos worden beschouwd. Toen Harings en de telkens het tempo opdrijvende Pepels in Geulle (140 km) twee minuten voor de grote troep doorkwa­men, scheen de koek gebakken, geleek een tweevoudig Lim­burgs succes nabij, een resultaat dat alle volgers deze anima­tors van harte gunden. De “aftakeling" - niet voorzien - begon voor Borgharen (150 km) middels een lekke tube van Chris Pepels. De materiaalwagen was direct ter plaatse, het „steken" van een nieuw voorwiel was fluks voor elkaar en intussen wachtte Ger Harings - sportief en ook gelet op het wedstrijdelement een juist gebaar - op zijn onfortuinlijke ge­zel. In zijn eentje had Harings de zaak beslist niet kunnen redden, gezamenlijk kon hiertoe een energieke poging worden aangewend. Die bandbreuk vergde zowat 30 seconden, eer Pepels de cadans te pakken had, waren naar schatting 15 se­conden teloor gegaan, zodat deze affaire zeer zeker een stem­pel op deze vlucht drukte. De meute rook de prooi, greep de twee hoofdfiguren in de kraag en de Snijdersberg (Geulle: 8 km voor de finish) zag een compacte groep voorbijtrekken. Drieduizend meter voor de streep een massale valpartij (20 coureurs), intussen demarrages bij de vleet, resulterend in een spurtzege van Henk Nieuwkamp over Piet Tesselaar.

Alvorens het verloop weer te geven, alvorens een blik op Henk Nieuwkamp, Piet Tesselaar en de buren te werpen, eerst een welgemeende schouderklop aan het adres van de organisatie, een stevige pluim voor de begeleidende Rijks­politie, met een door zijn rustig beleid - schier onopvallend - sympathieke chef, met (vakmanschap) op mogeijk moei­lijkheden bevattende punten steevast Lou Muyris aantref­fend. Deze (kleine) groep van de Rijkspolitie maakte het volgen van deze, Rondo van Limburg tot een genot, een totaalbeeld waarin ook wedstrijdleider Jan Slip (bepaald kundig) een beduidend aandeel had.

Deze bekwame begeleiders kwamen nimmer voor een puzzel te staan, zij regelden alles - ook de door de pers gewenste posities - piekfijn in een oogwenk en wanneer we hieraan nog toevoegen, dat de jury de aankomst met zwier vast­stelde - geen vertraging -, dan is het duidelijk dat de or­ganisatie tot in de puntjes klopte.

Lang meenden we, dat ook de Ronde van Limburg een soort afvalrace ging worden, met achterblijvers door pech, met soortgelijke tikken op de “colletjes".

Jammer, dat Hans Eckelboom al in Berg aan de Maas (13 km) met een lek bandje langs de weg stond, jammer dat de Ronde van Limburg kennelijk voor Leo Duyndam een “zwarte vlek" betekent. Verleden jaar kwam Duyndam al na 8 km zo onge­lukkig ten val, dat hij naar het Sittardse ziekenhuis moest worden vervoerd, nu leed hij bandbreuk na het verlaten van Valkenburg (73 km) - kreeg een wiel van een ploegmakker - om in Eys (92 km) een trottoir te raken, waardoor dit nieuwe voorwiel werd dubbelgevouwen en hij moest staken.

De Nederweertenaar Strijbosch had bereids in Obbicht (9 km) tegenslag, “verachterde" snel, kwam bij en word wederom aan zijn lot overgelaten.

Brugel, Van Leeuwen en Kuys openden in Roosteren de scher­mutselingen, dit trio had in Echt (22 km) 30 seconden, nadat even voordien (Roosteren) Jo Spetgens van Ovis een bandje aan flarden reed. Fred Radix poogde in het spoor van de drie leiders te komen en intussen kregen Smulders (lek), Heijnen (afgehaakt), Buckx (lek) na 50 km een tik, pech hadden voorts Van Kessel en Ramaekers (Spaubeek), krampen kreeg Bucholtz.

VALPARTIJ IN STEIN

De Cauberg - voor het eerst sinds lange tijd weer in het par­cours opgenomen - kon de „top" geen kriebel in de benen be­zorgen, hier en in Vilt moesten wel Van Leuken, Van Seggelen, de Duitser Dammerau, Van Venrooy, de Brit Green, Boschie­ter, Althuizen, Opsteen (defecte derailleur), de Engelsman Desh, Van Weert, Kuiper, Simons, de Engelsman Cracknell, Wikens, Hoek, Van de Biggelaar, Kleijn, Van Dam, Kooyman (werd door de laatste jury-wagen na Vilt gewond in een grep­pel aangetroffen, diende naar het ziekenhuis van Geleen te worden overgebracht), etc. te worden afgeschreven, althans voor een verblijf vooraan.

In de afdalingen konden vele achterblijvers de schade ietwat herstellen, het verdwijnen van Leo Duyndam - voor het ver­loop - was een klap, in Wittem (89 km) brachten John Sche­pers, Peter Heijnig, Leo Franssen en Piet Kettenis de wagen op gang, zij kregen een halve minuut voorsprong, om in Vijlen (96 km) te worden bijgebeend. In Epen (106 km) - vooraan - een gesloten veld, een peloton dat in Slenaken en Noorbeek - de tocht door Klein Zwitserland - geduchte aderlatingen onderging. Het lijstje van “gevelden" werd groter en hier de­marreerden Ger Harings en Chris Pepels. Zij worden tot de orde geroepen, zij “knalden" direct opnieuw de ruimte in, dit­maal met succes. Twee jongeren, twee coureurs die “gensters" wilden slaan. Ger Harings (verleden jaar nieuweling) dacht niet meer aan de tegenslagen begin dit seizoen (een hersen­schudding in Urmond plus een tweede verblijf in een hospitaal), Chris Pepels wilde o zo graag aan zijn reeks fraaie resultaten een algemeen erkend wapenfeit toevoegen. Het tempo werd de hoogte in gestuwd, de samenwerking was degelijk, Pepels deed iets meer kopwerk, en net toen de volgers - veel waardering voor deze eminente ren - tot de conclusie wagen gekomen, dat die twee minuten voorsprong wel eens beslissend konden zijn, reed Pepels „plat". Veel tijd verspeelde hij niet, echter ging een halve minuut teloor en het duurde toch zeker 45 se­conden alvorens Pepels en Harings weer naarstig de handen in elkaar konden slaan. In Borgharen was het verschil nog maar 40 “streepjes", even later de in de aanhef geschetste hergroe­pering en vlak voor Stein die massale val, toen een renner een gaatje meende te ontdekken, met het gevolg dat wel 20 jonge­lui met het wegdek kennis maakten. Behoudens Rene Pijnen (ziekenhuis Geleen voor onderzoek) kropen allen op hun kar­retjes, zij zagen in de verte hun aanvankelijke makkers weg­ijlen, een verlies dat niet meer goed gemaakt kon worden. Een rush van Henk Nieuwkamp (in 1965 26 overwinningen, in 1966 23 eerste prijzen, ook dit seizoen stevig in de running, vooral in Duitsland) en van Piet Tesselaar (uitblinker in Berlijn­-Warschau-Praag) besliste de 19e Ronde van Limburg, zes se­conden schoot Piet de Wit tekort, op achttien seconden finish­ten Minneboo, Schoofs, Schepers, Du Bois en Rogers, nadat Henk Nieuwkamp de spurt duidelijk in zijn voordeel had be­eindigd.BRON: GERARD SILLEN

Amateurs: 1. H. Nieuwkamp, Borne, de 175 km in 4.08.47; 2. P. Tesselaar, Kalverdijk, z.t.; 3. P. de Wit, Wormer, op 6 sec.; 4. G. Minneboo, Heenvliet, op 18 sec.; 5. H. Schoofs, Bladel; 6. J. Schepers, Stein; 7. W. du Bois, Zuidzande; 8. P. Rogers, Meerssen; 9. Th. Gruy­ters, Stiphout, op 56 sec.; 10. P. Kettenis, Den Haag; 11. A. Bennewitz, Frankfurt; 12. M. Evers, Linne; 13. C. Kuys, Hilvarenbeek; 14. G. Harings, Scheulder; 15. B. Solaro, Den Bosch; 16. D. Hoist, Amster­dam; 17. M. Bouma, Haarlem; 18. H. Tesselaar, Kalverdijk; 19. P. Oosterhof, Eelde; 20. Th. van de Kort, Hoensbroek; 21. H. Jansen, Westzaan; 22. P. Hebnig, Rotterdam; 23. Fr. van Lachterop, Amster­dam; 24. G. Leliaert, Helvoirt; 25. F. Hoogerheide, Ossendrecht; 26. C. Pepels, Stein; 27. J. Frissen, Tilburg; 28. J. Kersemakers, Ulestra­ten; 29. J. Zoetemelk, Rijpwetering, op 1.24 min.; 30. F. Radix, Hoens­broek.

Bergklassement: Cauberg: 1. Solaro. Piemerd: 1. Harings. Noorbeek: 1. Harings. Dennet: 1. Harings. Geulle: 1. Schoofs. Eindstand: 1. G. Harings 11 pnt., 2. C. Pepels 6 pnt., 3. H. Schoofs 5 pnt., 4. Solaro 3 pnt.

Ploegenklassement: 1. Vredestein 12 pnt., 2. OVIS 29 pnt., 3. Amstel 40 pnt.

 

RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND.67.01E RIT (16 Juni).1967

Leen de Groot dominerende figuur

                   in alle ritten van de Ronde van Midden-Zeeland

Het is een complete verrassing geworden, dat de jonge Utrechter Leen de Groot, die het er in de pas verreden Ronde van Oostenrijk toch niet zo denderend afgebracht had, in alle ritten van de Tweedaagse Ronde van Midden-­Zeeland een dominerende rol zou vervullen. Want hij werd niet alleen eindoverwinnaar, maar won ook alle etappes. En men mag gerust zeggen, dat hij tevens de grote man in de tijdrit voor ploegen was, die door Caballero gewonnen werd. Tengevolge van enkele onregelmatigheden in het verloop van die tijdrit kon het resultaat niet in aanmerking komen, noch voor het ploegenklassement noch voor de individuele klassering, waardoor de tijdwinst van de Groot nog beduidender had kunnen zijn. De Utrechter kwam dus tot een knappe prestatie, die vrijwel niemand verwacht kan hebben, maar die toch duidelijk aantoont, dat hij op het vlakke bijzonder veel in de mars heeft. Bovendien heeft hij weer eens aangetoond, dat er een levensgroot verschil bestaat tussen de optimale conditie, die het gevolg is van de deelname aan onze criteria en klassiekers en die waarmee men terugkomt als men een achtdaagse etappewedstrijd onder de wielen heeft laten verglijden. Er blijkt uit dat er toch nog een toestand van „forme" mogelijk is, die een andere gesteldheid weergeeft dan wanneer men spreekt over een prima „conditie".

Leen de Groot heeft in Zeeland wonderlijk goed gereden, geen Du Bois en geen gebroeders Tesselaar alsmede vele anderen kwamen daar aan te pas..Ook geen Wagtmans, maar die werd naar zijn zeggen gehandicapt door een defect aan zijn versnellingsapparaat. Eigenaardig dat een De Groot wel tegen de windmuur aan de zee kan optornen en dat Wagtmans op de bergen geen kind aan hem heeft. Het is trouwens deze specialiteit, waardoor Wagtmans zich waar kan maken. Want we geloven wel, dat Riny minder sprint heeft dan Woutje indertijd. Bij De Groot is het juist zijn snelheid en macht geweest, die hem in de Ronde van Midden-Zeeland boven de anderen liet uitsteken. Het ene voorbeeld daarvan gaf hij 's avonds in de eindsprint van het criterium door Walcheren toen hij in de laatste meters zijn voorwiel voor dat van Piet Tesselaar kwam “dragen" en het andere op de tweede dag, toen hij na de barre tocht over de dijk van het Veersegat - op veertig kilometer van de finish - de Zeeuw Du Bois achterna sprong, die zeer gebrand op een overwinning bleek te zijn. En gelukkig maar voor de Zeeuw, dat hij juist gezelschap van De Groot kreeg. Wim du Bois kwam er namelijk al vrij gauw „door te zitten". De Utrechter deed bijna een uur lang het paar­denwerk aan de kop. Du Bois prees zich toen gelukkig dat hij telkens opnieuw het achterwiel van De Groot kon snappen. De Zeeuw was na het uitvallen van Rentmeester de enige man, waarop de duizenden eilandbewoners nog hun hoop konden stellen. Hij heeft deze keer geen kans voorbij laten gaan om op te vallen, maar de conditie om te winnen bezit hij nog steeds niet. Daarvoor was hij aan de eindstreep in Goes, na twee dagen rijden, te leeg. Hij had in de laatste kilometers voor Goes zelfs niet in de gaten dat De Groot met een “stotend" voorwiel reed.

BESTSELLER

De krachtsinspanningen van Du Bois, vooral op de laatste dag, toen hij met De Groot op weg naar de eindstreep reed, hebben de Ronde van Zeeland wel tot een regionale “best­seller" gemaakt. Dat had deze grote organisatie trouwens ook nodig. We hebben het tijdens enkele ontvangsten in Goes al laten horen, dat naar onze mening de organisatoren net iets te veel hooi op de vork hadden genomen om vol­komen rustig te zijn. Het uitgangspunt van de eerste organisator, de heer Verhulst, is indertijd een eendaagse geweest. Later werd het een tweedaagse. Dit jaar hadden de organisatoren er nog een schepje bovenop gedaan om het nog beter te doen. Maar wielerwedstrijden organiseren vraagt toch al zo'n grote, bijna ondraaglijke inzet. Pet af voor de manuren, die men heeft geofferd, pet af voor de organisaties, maar dit is echt te veel. Zoveel dat de liefde voor het werk in het gedrang moet komen, dat men ten­slotte dermate belast geraakt, dat de zekeringen doorslaan. Op de tijdrit na, liep echter alles voortreffelijk.

Het criterium door Middelburg en Walcheren had dank zij de voortreffelijke medewerking van burgemeester en po­litie een uitstekend verloop. Het nachtcriterium in Middel­burg voor nieuwelingen eveneens, al moet de koude noord­westen wind wel afbreuk aan de belangstelling hebben gedaan. 's Zaterdags vond de “grote dag" in Goes plaats, die 's morgens om tien uur al begon met de tijdrit voor ploegen. 's Middags om half drie werd gestart voor de be­slissende etappe door de Bevelanden en door Walcheren. En intussen reden de nieuwelingen ook nog een Deltarit. Veel werk ,dus, in een korte spanne tijds. We kunnen be­grijpen, dat men zich dan ongerust gaat maken over het verloop als onverwachts ook de wegen nog met wagens van Duitse toeristen zijn bezet. Er werd echter geen wanklank gehoord. 's Morgens een ontvangst op het Goesse stadhuis door B. en W., waarbij alle functionarissen plus de voor­zitter Dr. van Dijk, zijn echgenote en nog vele genodigden aanwezig waren. 's Middags verenigden zich KNWU-offi­cials en pers aan de gebruikelijke smakelijke dis, die de directeur van de P.Z.C., de heer Van der Velden, had laten aanrichten. Het mag wel eens gezegd worden, dat de wielersport zich zeer verplicht weet, door de jaarlijkse gestes van de Provinciale Zeeuwse Courant, bestaande uit een goed geredigeerde rondekrant en door het “rendez­vous", dat zijn betekenis in het totaal der organisatie nog geen jaar heeft gemist.

DU BOIS BEDWONGEN

Na deze uitwijdingen terug naar de wedstrijd, die vrijdag­avond in Middelburg met een criterium over vier ronden van 28 km door Walcheren begon. Van de 97 deelnemers die hoopvol aan de start kwamen, waren er bij het invallen van de duisternis nog 78 over. En onder hen velen, die hun kansen al verspeeld hadden. Er kwamen er zelfs op een kwartier terecht. De oorzaak daarvan was de wind en de acties van een felle jachtgroep, waarin zich De Groot, De Wit, Jansen, Legierse, Pijnen, Van Katwijk en Webb be­vonden. Terwijl Wagtmans, Du Bois, Van Groezen, De Wit, Piet Tesselaar, Leliaert slag leverden om bij te komen, ver­dwenen Rentmeester, Hoogerheide, Hoppe, Van Hest, Bos­schieter, Bravenboer en nog andere goede jongens, die in de “bagagewagen" terecht waren gekomen, geruisloos van het toneel. Natuurlijk kwam vooraan de aansluiting tot stand, waarna in de laatste ronde Du Bois een „tour de force" uithaalde. De kopgroep smoorde het Zeeuwse enthou­siasme lang voor de eindspurt werd ingezet. Er presen­teerde zich eerst een kopgroepje van drie man, waarvan De Groot met een machtige “gooi" Piet Tesselaar op de streep klopte. Daarna kwam Du Bois, die de spurt van het peloton won. De achterstand op de drie leiders bedroeg 14 seconden, zodat de Zeeuw 's anderendaags een vlucht zou moeten ondernemen om te kunnen winnen.

„MEESTER" DE GROOT

De laatste etappe werd pas interessant na de ravitaillering in Middelburg (116 km). Wat er aan voorafging was slechts krachtsverspilling, vooral Van Dongen die al direct met een solo was begonnen, later gezelschap kreeg, eerst van Van Dorth en Riem, dan van De Wit en Van den Donk, tenslotte nog van Kuys en Ouwerkerk. Er kwam echter voor Middelburg een hergroepering tot stand. En na de ra­vitaillering kreeg het veld de bolle zeewind op kop. Langs de zeedijk aan het Veerse Meer konden de flarden van het verscheurde veld niet meer aan elkaar worden gelapt. Nabij Kortgene na 150 km bestond het trotse veld nog uit twee koplopers: De Groot, die de te verwachten vlucht van Du Bois met groot vertoon van macht had geattaqueerd, op 500 meter een vertwijfeld vechtende Webb en op duizend meter een pelotonnetje van vijftien man, gevolgd door enkele zwervers. Eenmaal los, sleurde een driftig rijdende De Groot de uitgeput rakende Du Bois mee naar de finish. De Wit en Van den Burgh kwamen nog bij Webb, doch het tempo van De Groot lag zo hoog, dat zij nog meer terrein verloren en zich moesten laten opslokken door het ver­slagen veld. In de eindfase van de strijd brokkelde het veld af. Leen de Groot, op een aflopende voortube rijdend, had geen moeite om Du Bois los te gooien. Hij won dus ook de laatste etappe en het totaalklassement, terwijl Du Bois tweede werd.

Amateurs Eerste etappe: 1. De Groot 2 uur 42.44; 2. Tesselaar; 3. Leliaert; 4. Du Bois 2.42.58; 5. Legierse; 6. Koeken; 7. Pifnen; 8. Van Katwijk; 9. Deelen; 10. Wagt­mans; 11. Jansen; 12. De Wit; 13. Van Groezen; 14. Horton; 15. Beun; 16 Webb; 17. Blom; 18. Smith; 19. Snijder; 20. Jongkind; 21. Van den Donk, alien z.t. als Du Bois; 22. Leunis 2 uur 43.08.

Amateurs Tweede etappe: 1. De Groot, 190 km in 4.51.07; 2. Du Bois 4.51.16; 3. Koeken 4.53.28; 4. Van Katwijk z.t.; 5. Kisner 4.53.54; 6. Gerrits 4.53.59; 7. Wagtmans z.t.; 8. Pijnen z.t.; 9. De Wit z.t.; 10 Blom z.t.

Einduitslag: 1. L. de Groot 7.33.51; 2. W. du Bois 7.34.14; 3. C. Koeken 7.36.26; 4. J. van Katwijk 7.36.26; 5. P. Tesselaar 7.36.43; 6. R. Pijnen 7.36.57; 7. R. Wagtmans 7.36.57; 8. P. Legierse 7.36.57; 9. P. de Wit 7.36.57; 10. D. Horton (Eng.) 7.36.57; 11. W. Deeleh 7.36.57; 12. T. Blom 7.36.57; 13. M. van Groezen 7.36.57; 14. C. Minneboo 7.37.07; 15. J. van den Burgh 7.37.07; 16. G. Webb (Eng.) 7.38.48; 17. P. Kisner 7.42.46; 18. M. Gerrits 7.42.46; 19. H. Tesselaar 7.43.4; 20. B. Broeren 7.43.55; 21. C. Frilters 7.47.59; 22. G. Leliaert 7.48.1; 23. P. van den Donk 7.48.10; 24. C. Kuys 7.48.12; 25. P. Oomen 7.49.9; 26. G. Leferink 7.53.55.

Eindploegenklassement: 1. Caballero 22.47.45; 2. Vredestein 22.50.6; 3. Crescent 22.51.1.

 

RONDE VAN NOORD-HOLLAND (1 april).1967

22e Ronde van NOORD-HOLLAND  begeersterde ditmaal niet

             Vlammende eindspurt in het voordeel van sterke Wim du Bois

Twee jaar geleden lieten wij ons in de volgauto op weg naar de start van de Ronde van Noord-Holland 1965 intuitief ontvallen, dat het weleens Eef Dolman kon zijn, die met de zege zou gaan strijken en vorige maal (in 1966) voegden wij de man van het voorseizoen, de Limburger Eddy Beugels, toe dat een derde overwinning in een week zeker binnen zijn bereik lag ... Beide voorspellingen kwamen uit en en, vorige week zaterdag, zei­den wij - wederom in de “Wielersport"-volgauto - dat de 22e Ronde van Noord-Holland wellicht een prooi ging worden van de „op punt" staande, sterke Zeeuw Wim du Bois.

Opnieuw bleek onze zienswijze juist en al willen wij beslist niet de alwetende wielerprofeet uithangen, toch deed het ons bijzonder veel genoegen toen omstreeks half zes de tegenwoor­dig in Oirschot gestationeerde militair met een vlammende eindspurt de volle winst naar zich toetrok.

De gehele dag had hij vooraan meegestreden, steeds kon men rugnummer 102 aan de spits ontwaren, bereid om met iedere demarrage race te gaan, scherp om op alle goede vluchtpo­gingen te reageren, maar intelligent genoeg om op de juiste plaats zijn slag te slaan en ... dat was in de allerlaatste kilo­meters.

Niet, dat de rondrit door het Noordhollandse land ons en an­deren en zo bijzonder begoesterde; neen, dat beslist niet, want het koersverloop kende op enkele goede bedoelingen van onder andere Gerrie Bruin, Matje Gerrits, Peter Heijnig, Jan Boode, Peter Legierse, Theo Mansvelders, Siepke van Dongen, Leo Duyndarn, Leen de Groot en Harrie Jansen (die in Purmerend zo jammerlijk lek reed) eigenlijk maar weinig opwindends. Beter kan men stellen, dat het een vlakke wegkoers werd, waarin de coureurs weliswaar een hoog tempo ontwikkelden, waarin helaas nogal wat valpartijen voorkwamen en ... waar­aan - wat betreft de informatie en de communicatie onder­ling, het volgen van bepaalde wagons - nogal wat scherpe puntjes kleefden.

En dat is jammer, want de organiserende vereniging, de Zaan­landsche Wieler Club DTS, heeft het beslist anders voorgehad met haar „parade-paardje". Men zal het touwtje dan ook strakker moeten aantrekken om in de toekomst verzekerd te blijven dat deze oudste klassieker van Nederland op de weg kan blijven. Vooral geldt dat voor vele wieler-„vrienden" die, ondanks hun onvervalste liefde voor de sport, het zo nodig achtten om met hun auto's over de rijwielpaden te gaan “ra­cen", als ware “gekken" de officiele karavaan trachtten te ontwrichten etcetera.

Ook het werk van de persmensen word mede daardoor ernstig belemmerd en wij hebben dan ook alleen maar de belangrijkste fasen kunnen vaststellen. Aldus:

Van Westzaan tot Beverwijk (19,5 km)

Bij een wat koude temperatuur, wat zon en een stevig briesje, dat zich desondanks toch leende voor koersen, vertrokken om­streeks half twee de ruim tweehonderd amateurs voor een rit, die achteraf maar 152 kilometer lang bleek te zijn. Vele los­sers, onder wie Hunnik uit Hilversum, Schaefer uit Loosdrecht, Broomans (Den Haag), Buis (Zwanenburg), Kerkhoven (Zaandam), Kok (Wormerveer), Van de Broek (Zaandam), Kronenberg (Enschede) en Verboom (Gouda) meldden zich reeds in de eerste kilometers. Wat verderop losten ook Van der Helm, Noors, Vrauwdeunt en hoorden Klardie en Kohn een tube leegsissen. Een plotselinge valpartij waarvan naast en­kele anderen ook kanshebber Henk Benjamins de dupe werd deed ook Nico Been, Cees Stam, Van Piere, Snijder en Anne Koster het contact verliezen en van hen heeft alleen Harry van Piere (veel te zwaar voor een coureur die goed wil rijden) nog een aardige sprong naar voren weten te maken. Hij klas­seerde zich tenminste in de uitslag. In de voorhoede plaatsten Kipping, Cornelisse en De Groot de eerste plaagstootjes.

Van Beverwijk tot Egmond-Binnen (37 km)

De groep, al herhaaldelijk in moten geslagen, kwam toch weer samen, rekte zich tot een lang lint en spoorde - aangevoerd door Eddy Kroon en Piet de Wit - full speed door Heemskerk, Castricum en vakantie-oord Bakkum. Het eerste drama rond Hans Eckelboom uit Heerde voltrok zich. Hij kreeg een man­kement aan de derailleur, reed met een ratelend achterwiel moedig verder, maar zou later door een misverstand het con­tact geheel verliezen. Jantje Rous uit Amsterdam kwam ten val, Bas Wijdenes reed lek en de Belg Frans Kernmans, ge­wend aan de altijd toegestane materiaal-verzorging tijdens grote wegwedstrijden in eigen land, zwaaide ook al - ver­geefs - om een wiel ... Triest, maar onverbiddelijk!

Amateur-stayerkampioen Dries Helsloot, vol goede intenties aan de karwei begonnen, verloor eveneens het contact, durfde niet meer een „tandje hoger" te steken en zag de staart van de nog steeds grote groep alsmaar verder wegtrekken. En ook dat is: triest.

Van Egmond-Binnen tot Noord-Scharwoude (62 km)

Een valpartij bracht voor Jan Serpenti, Frits Kooy en Chris Kipping het einde van de koers en Loet Schulte verloor met stijlrijke Jan Peetoom uit Vijfhuizen alsmede met Jaak Pfen­nings uit het Limburgse Sittard de „feeling". De coming-man uit Eelde, Popke Oosterhof, die beslist een ietsje te hoog in het zadel zit, kwam met Cees van Borre, Eddy Koster en Theo Burik weer netjes in de groep terug, nadat zij door voornoem­de “smak" los waren geraakt. Ook de “geblokte" Gijs van Dongen uit Made bracht dit kunststuk voor elkaar, maar Sminia en Otte konden gaan repareren. Berry Verveer moest eraf, zijn ploegmakker Siem van de Burgh zwaaide met een wiel en smeekte aan iedere volgwagen: „Toe, geef nu toch een wiel, een wiel, een wiel!"

Ook voor hem was de wedstrijd voorbij, evenals voor de afval­lers Brander, Dunnewijk en de gevallen favoriet Rini Huy­brechts uit Etten. Adrie Wouters, broer van professional Rik, deed vrijwillig afstand en stapte resoluut af.

Van Noord-Scharwoude tot Medemblik (84 km)

Vooraan werd er hevig aan getrokken, want in drie grote brok­ken trok de rennersmeute op Medemblik aan. Onder hevige impulsen van Riny Wagtmans, Daan Holst, Leo Duyndam en streekfavoriet Gerrie Bruin joeg de kilometerteller omhoog. Toch smolt de hoofdmacht weer samen tot circa negentig renners en toen kwam voor Eckelboom het definitieve einde. In de gedachte dat hij een nieuw wiel mocht steken, liet hij zich terugzakken, maar de materiaalwagens reden hem zonder pardon voorbij en de kleine vechtjas uit Heerde zag hoe men zonder hem vooraan steeds maar sneller wegtrok.

Van Medemblik tot Enkhuizen (106 km)

Nadat de stad van Radbout plaatsgenoot Jan Struik met de even later bij hem gekomen Hagenaar Wim Paul op de voor­hand had zien passeren, was het op de IJsselmeerdijk Gerrie Bruin die de eerste, serieuze poging ondernam om de beslissing te forceren. Graag wilde hij door zijn eigen plaats - Andijk - aan de leiding zitten, maar cadeau kreeg hij het absoluut niet. Prompt reageerden-ook Matje Gerrits en Peter Heijnig, maar zij moesten toch heel wet doen om de circa een minuut voor­sprong van de Westfries ongedaan te maken. Toen zij toch wis­ten aan te haken, kwam de rest van de steeds nog immense hoofdmacht, die inmiddels Raats en Noors wegens lekrijden en Henk Hoekstra (leeggereden) was verloren, ook weer spoe­dig bij. Daarop waagden Peter Legierse ('t wordt eens tijd, dat je “komt", jong!), Theo Mansvelders en Siepke van Dongen een kans, maar weer trok de massa deze “rimpel" strak.

Van Enkhuizen naar Hoorn (120 km)

  De Belg Henri Cop, met zijn andere clubmakkers van De Dijle­spurters met zoveel goede bedoelingen aan deze Ronde van Noord-Holland begonnen, hoorde een bandje gaan en was, on­danks dat hij direct een nieuw wiel kon steken, gelijk “gezien". Wat verderop kreeg Peter Heijnig hetzelfde euvel en al pro­beerden enkele ploegmakkers de regels van het huis te ont­duiken door hem op te wachten - zeer terecht werden deze renners op hun foutieve handelwijze gewezen; klassiekers wor­den nu eenmaal alleen in individuele zin betwist - voor de langbenige Rotterdammer was de rol op het voorplan uitge­speeld. Daar was men hevig bezig de jacht op de inmiddels ontsnapte Jan Boode te organiseren. Alle kopstukken - Holst, Duyndam, Wagtmans, Du Bois, De Groot, vooral Van de Win­den, Gerrits, Schoofs en vele anderen - legden er de zweep hard over en daarmede moest de met grote snelheid voortja­gende Boode capituleren.

Van Hoorn tot Purmerend (140 km)

Voordat het drukke Purmerend werd aangedaan, was er heel wat gebeurd. De beslissing hing in de lucht, want in de Mid­den-Beemster sloeg de groep totaal uiteen. Een valpartij, waarbij Dicky Warnaar ernstig werd geblesseerd en zelfs naar een ziekenhuis moest worden overgebracht en Struik eveneens was betrokken, bracht de totale verwarring. Het sloeg in drieen en achter de laatste formatie “zweefde" de stijlrijke Fedor den Hertog, die door spierblessures - opgelopen tijdens Gent-Wevelgem voor amateurs - alle kracht en macht uit zich voelde vloeien. Ook Peter Tesselaar moest eraf en hoe moedig vocht niet de kleine „terrier" Cocky Groenewegen te­rug om na lekrijden weer aansluiting te vinden. Het kaf werd nu volkomen van het koren gescheiden; aan de spits deden Leen de Groot, Leo Duyndam en Harrie Jansen een poging de sleutel in het slot te steken. Ze peurden er vijftien seconden uit, maar toen reed de recente winnaar van de Ster van Zwolle lek en daarmede was ook dit “sprookje" tot een wat ongeluk­kig einde gekomen.

Van Purmerend tot de finish in Zaandam (152 km)

Inmiddels was de tweede groep toch weer bijgekomen en dat was in het geheel niet naar de zin van Johnny Brouwer. Hij ging aan (vlak voor Landsmeer, op circa 7 kilometer van de aankomst), kreeg Jan van Katwijk bij zich en toen kwamen ook Harrie Schoofs en Wim du Bois in actie. Nog wat later wipte de sterke Cees Rentmeester erbij en na twee prachtige sprongen (de eerste was tevergeefs) kwam zowaar flyer Ge van de Winden er eveneens nog bij. De definitieve beslissing was gevallen, de loopplank was binnenboord getrokken en al probeerden nog velen uit de grote achtervolgende groep de zaak recht te trekken, in de kop was men het goed met elkaar eens. Niemand verflauwde in het kopwerk en zo stoof men on­bedreigd naar de Czaar Peterstad, waar op de Prins Hendrik­kade de twee miliciens Du Bois en Van Katwijk elkaar de overwinning betwistten. De vlam van de eerste brandde het felst en het hoogst. Een pracht zege!

Amateurs: 1. W. du Bois, Zuidzande, 152 km in 3 uur 31 min. 50 sec.; 2. J. van Katwijk, Oploo; 3. J. Brouwer, Rotterdam; 4. G. van de Winden, Beverwijk; 5. C. Rentmeester, Ovezande; 6. H. Schoofs, Bladel, in 3.32.06; 7. T. Blom, Haarlem; 8. S. Douma, Grouw; 9. M. Gerrits, Oploo; 10. R. Wagtmans, Sint Willebrord; 11. Michel Ver­meulen, Belgie; 12. C. Zoontjens, Tilburg; 13. A. Duyker, Beverwijk; 14. G. Minneboo, Heenvliet; 15. C. Brugel, Zevenbergen; 16. J. Dokter, Enschede; 17. J. Rol, Alkmaar; 18. H. Meijer, Zaandam; 19. G. Roos­broeck, Belgie; 20. W. Bravenboer, Rotterdam; 21. J. Pfennings, Sit­tard; 22. J. Boode, Schinnen; 23. A. van Overveld, Zegge; 24. L. Duyndam, Honselersdijk; 25. W. Bosschieter, Landsmeer; 26. H. Tesselaar, Kalverdijk; 27. P. Oosterhof, Eelde; 28. J. Kersemakers, Ulestraten; 29. M. Bertou, Den Haag, in 3.32.35; 30. L. Poortvliet, Herkingen; 31. M. Jongkind, Aalsmeer; 32. W. de Wilde, Ovezande; 33. P. Heijnig, Rotterdam; 34. D. Hoist, Amsterdam, in 3.32.48; 35. P. Legierse, Den Bommel, in 3.33.07; 36. J. Bols, Hoogeveen; 37. S. van Dongen, Middelharnis, in 3.33.55; 38. G. Zantingh, Aalsmeer, in 3.34.84; 39. C. van Dorst, Roosendaal, in 3.35.01; 40. H. Jansen, Amsterdam; 41. M. van der Klooster, Rotterdam, in 3.35.15; 42. C. Leunis, Amster­dam, in 3.35.56; 43. H. Vogelaar, Rotterdam; 44. C. Baars, Haarlem; 45. P. van Stralen, Hetrhugowaard; 46. C. Smits, Amsterdam; 47. B. Stolle, Rotterdam; 48. T. van der Valk, Voorschoten; 49. H. Riem, Amsterdam; 50. H. Brand, Roderwolde; 51. E. Koster, Leeuwarden; 52. F. van Lachterop, Amsterdam; 53. G. Leliaert, Helvoirt; 54. J. Pluimers, Enter; 55. H. van Piere, Uithoorn; 56. H. van Vugt, Boxtel; 57. L. van Schalen, Lierop; 58. H. Hoogzaad, Venhuizen; 59. R. Cor­nelisse, Amsterdam.

Ploegenklassement: 1. Militaire Ploeg 11 put.; 2. Smiths-Acifit 14 put.

 

RONDE VAN OVERIJSSEL (29 april).1967

Perfecte organisatie, schitterend parcours . . . . . .

                                                     Flonkerende Ronde van Overijssel

begroette in Haarlemmer TED BLOM een sterk winnaar

„Zie je nu wel dat je het kunt! Vanmorgen keek je er nog als tegen een berg tegenop om aan deze zestiende Ronde van Overijssel te beginnen en nu sta je daar als een trotse win­naar. Tjonge, tjonge wat een spanning in die slotfase!"

Deze enthousiaste reacties kwamen uit de mond van de technische leider van de Caballero-ploeg, de heer Frans van den Enden. Hij stond naast zijn pupil, de dolgelukkige 21­jarige Ted Blom uit Haarlem, die kort tevoren duizenden wielerliefhebbers aan de eindstreep in Rijssen een fantas­tische sprint voortoverde en aldus de begeerde zege greep. Op nauwelijks tweehonderd meter voor de finish was hij aangegaan uit een wat eerder samengevloeide greep van veertien renners; maakte daarmede dat deze rondrit door het mooie Overijsselse land - Perfecte organisatie, schit­terend parcours - de afronding van een zeer boeiende finale kreeg. Het was de gloedvolle afsluiting van een koers welke een zeer aantrekkelijk verloop kende, want...

't Was in de buurt van Vriezenveen (na 77 km) dat acht renners, te weten Ted Blom, Wim Bravenboer, Gerrit Lefe­rink, Roel Snijder, Hans Eckelboom, Frank Ouwerkerk, Piet Legierse en de zeer sterk rijdende Hans Hesen aan de haal gingen en liefst 113 kilometer vooruit bleven. Zij gleden, elkaar goed afwisselend, steeds dichter op de finish aan maar achter hen formeerde zich in de spannende slot­fase een jachtgroep van zes renners - geanimeerd door Henk Benjamins en Hennie Schouten - die buiten ge­noemd tweetal verder bestond uit: Leen Poortvliet, Riny Huybregts, Rene Pijnen en Leo van Schalen. Onder de rook van Rijssen naderde men de kopgroep, waarbij aanvan­kelijk ook Harm Smit en Wim Liebrechts zaten maar die onderweg werden gelost, steeds meer en vooral Rene Pijnen bewoog hemel en aarde om de aansluiting te voltooien.

De kloof dichtte en dichtte en precies tweehonderd meter voor de streep vloeide het samen doch net voordien zagen en latere winnaar Blom en Bravenboer kans om middels een daverende eindrush de eerste twee plaatsen veilig te stellen. Een geweldige finale!

Deze Ronde van Overijssel is vanaf het begin het aankijken ten volle waard geweest. Stralend voorjaarsweer en een sublieme organisatie - op naam van Dagblad van het Oosten en de VVV uit Rijssen - alsmede de voortreffelijke begeleiding van de mannen der Rijkspolitie (spijtig dat een van hen een ongeluk kreeg, hopelijk is deze motorordon­nans weer heel spoedig hersteld); dat alles maakte dat de renners er echt zin in hadden. De strijd vlamde, zoals we dat bij amateurkoersen gewoon zijn, meteen op, maar al deze voorpostgevechten waren slechts speldeprikken verge­leken bij de “injectie" welke in een later wedstrijduur werd toegediend. Zo haalde de vlucht van Martin Evers en Peter Rogers, die het al na tien kilometer probeerden niets uit. Al probeerden de beide Limburgers nog wel een poosje uit de “greep”te blijven, bij Haaksbergen was het echter gebeurd. Gelijk ging plaatselijke favoriet Gerrit Leferink in op de wip die Jan Dickhof en Wim Huysmans even tevoren (en voor niets) hadden geplaatst. Leferink bleef drieduizend meter aan de kop, maar toen werd ook hij weer “liefderijk" door het peloton omarmd.

Er waren ondertussen nogal wat valpartijtjes geweest en voor Enschede deed eenzelfde tragisch incident alle ver­dere koersillusies verstoren van Pier Dijkstra, Henk Kuiper en Henk Warries. Jammer, maar - hoe vreemd het ook moge toeschijnen -, vallen is nu eenmaal een van de aspecten waarmede de wielersport is vergroeid.

Er kwam een vierde demarrage op gang. Harrie van Piere, Roel Snijder (prima op dreef), Hans Hesen en Roel Hin­driks togen op pad, doch erg lang plezier hadden zij niet van deze uitstap. Voor de witte Snijder kwam er kort daarop nog een zwaar karwei te doen want in een nieuwe smak, waarbij Melle Jongkind en Hindriks alsmede Boode ook waren betrokken, verloor hij aanzienlijk veel terrein. Met Jan Boode kwam hij spoedig weer bij, de anderen waren definitief uitgeschakeld.

Vermeldenswaard is in deze fase van de nimmer luwende strijd, dat een militaire colonne, die tussen Enschede en Oldenzaal over de weg voerde, keurig langs de weg stond geparkeerd. Trouwens later, nabij Almelo, stond ook een hele ris tanks in de berm. De organisatoren slaakten een diepe zucht van verlichting dat dit allemaal zo goed afliep want eerst middernacht was men gewaarschuwd, dat de route mogelijk geblokkeerd zou zijn door deze militaire verplaatsingen: Daarom hulde aan deze instan­ties, die op fantastische wijze hebben meegeholpen dat de wedstrijd zich normaal verder heeft kunnen ontwikkelen.

De kamp ging voort, de schermutselingen - in hoofdzaak op naam van Wim Liebrechts, Alex Versluys, Cees Koeken en later Jan Hesse, Roel Snijder (alweer) en Leo Althuyzen bleven aanhouden. Een nieuwe valpartij trok een dikke streep door de rekeningen van de Fries De Haan en de Limburger Knubben. Wat hadden zij hun nota's graag ge­presenteerd en Dick Middelveld, die met pech kwam te staan, had dat minstens even graag gedaan.

Zo kwam Almelo, in welke stad Jan Boode en Johan Plui­mers eerst nog de premies hadden “gepakt" en waarin duizenden toeschouwers langs de straten stonden samen­gepakt, achter de rug te liggen en ging het op Vriezenveen aan. Daar, na 77 kilometer koersen, was het dat het tiental Ted Blom wegkwam en in hoog tempo door Vroomshoop en Den Ham op Nijverdal aanstuurde, over de aldaar aan­wezige „berg" wipte (enorme publieke belangstelling) en een winst telde van een minuut en vijftig seconden.

In het peloton werd toen de alarmklok met volle slagen geluid, waarbij vooral Benjamins en de strijdlustige Schou­ten de klepel driftig heen en weer bewogen. Samen kwamen zij los, maar de kloof naar de kop bedroeg al 2.14 minuten. Het deed hen niets, ze bleven doorjagen en brachten toen ook het Smiths-Acifit-trio Leen Poortvliet, Leo van Schalen en de strijdlustige Rene Pijnen alsmede Kalmi-renner Riny Huybregts tot volle beweging. Zij kwamen bij elkaar en daarmede ontstond de volggroep van zes die een prachtige, adembenemende jacht op de spits ging ondernemen.

Het hoge tempo deed de koplopers zienderogen terrein ver­liezen, bij Markelo nog maar driekwart minuut en vrij kort daarop zette voortreffelijk opererende wedstrijdleider Jan Klip alle volgauto's stop en werd een finale ingeluid zoals men deze maar zelden ziet.

Hoe dat allemaal verliep vertelden wij reeds in de tweede alinea, maar toch willen wij bij deze nog wel even melding maken dat de wedstrijdjury prima werk afleverde en dat de koers er echt een was voor de fijnproevers. Een uitzon­derlijk wielerevenement ...BRON:BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. T. Blom, Haarlem, 193 km in 4.44.16; 2. W. Bravenboer, Rotterdam; 3. R. Pijnen, Woensdrecht; 4. H. Hesen, Geleen; 5. P. Legierse, Den BommeI; 6. L. Poortvliet, Herkingen; 7. R. Huybregts, Etten; 8. H. Schouten, Amster­dam; 9. H. Eckelboom, Heerde; 10. G. Leferink, Haaksbergen; 11. H. Benjamins, Hollandsoheveld; 12. R. Snijder, Haarlem; 13. F. Ouwerkerk, Rotterdam; 14. L. van Schalen, Lierop; 15. J. Hesse, Arnhem; 16. F. Niemeijer, Hengelo; 17. P. Kettenis, Den Haag; 18. A. van Hest, Tilburg; 19. C. Baars, Haarlem; 20. J. Spetgens, Someren; 21. C. Koeken, Achtmaal; 22. J. de Wit, Meppel; 23. J. Boode, Schinnen; 24. T. Gruyters, Stiphout; 25. B. Boom, Enter; 26. P. Barendregt, Alblasserdam; 27. R. Jonker, Amsterdam; 28. J. Krekels, Born; 29. W. Bosschieter, Landsmeer; 30. F. Radlk, Hoensbroek; 31. J. Kerssemaekers, Ulestraten; 32. E. Dickhof, Oosterwolde; 33. G. Leliaert, Helvoirt; 34. H. van Lear, Aalst; 35. W. Geraeds, Thorn.

 

RONDE VAN TWENTE (8 april).1967

Laatste demarrage besliste RONDE VAN TWENTE

Hoogevener Jan Bols inde de zege ; teleurstelling voor Jan Boode

De 23-jarige Jan Bols uit Hoogeveen, sinds dit jaar opgenomen in de Caballero-rangen, heeft in de voorbije zaterdag verreden zesde Ronde van Twente bewezen, heel wat mans te zijn. Bols, die zich in grote van stad tot stad-wedstrijden overigens al vaker in de kijker reed, zegevierde op fraaie wijze. Een eind­galop naar Enter, het, pur sang Overijsselse wielerdorp, dat vier uren daarvoor het gezelschap ook had zien vertrekken, bracht hem de meeste winst.

Vreugde dus voor Bols; verdriet echter voor de momenteel in het Limburgee Schinnen wonende Jan Boode. Graag toonde bij voor eigen publiek zijn opperste kunnen, maar een diskwalifi­catie deed hem de tweede plaats verliezen. In de beginfase van de wedstrijd had bij van zijn ploegleider een ander wiel “ge­stoken" en dat was en is nu eenmaal niet geoorloofd ...

Niet alleen alle perswagens hadden dit feit geconstateerd, ook enkele ploegleiders hadden het gezien en na afloop protesteer­den deze laatsten. En zo kon het gebeuren, dat Jan Boode, die direct na afloop van de koers drommen enthousiaste suppor­ters uit Nijverdal en uit Limburg om zich heen zag geschaard, een paar uur later zeer terneergeslagen aan een tafeltje bij de prijsuitreiking zat en met schouderklopjes over deze tegen­slag moest worden geholpen.

De tweede plaats was nu voor de verrassend goed rijdende Dick van der Vlugt uit Sommelsdijk. Op fenomenale wijze wist hij in de slotfase uit het peloton nog wat naar voren te komen. Hij ontliep daarmede het gevecht dat de sprinters Klaas Balk en Harrie Jansen („o, wat dom van mij dat ik niet een kilo­meter eerder aanga. . .") met elkaar voerden en ook in deze volgorde eindigde. De Limburger Piet Knubben werd in deze helse race naar de eindstreep vijfde en na hem volgden Fred Niemeijer, John Krekels, Henk Nieuwkamp, Henk Benjamins (een sterke tempoloper, die echter ook in de spurt steeds meer verbetert) en de man die na zijn twee jaar absentie er weer volledig inkomt, Bart Solaro. Daarmede waren de eerste tien plaatsen vergeven...

WEINIG OPWINDENDS

De zesde Ronde van Twente is een zeer vlakke koers geworden. Weinig hoogtepunten en dus weinig opwindends. Het hoge tempo smoorde iedere poging, een vlucht op de snelle Twentse wegen - we voorspelden het reeds meermalen - sorteerde geen enkel effect.

Voor in het peloton waren er evenwel steeds schermutselingen aan de gang. Een zeer kleine afscheiding bracht dan prompt een harde reactie tot stand en daarmede vloeide het lange lint weer samen. Was er bij voorbeeld harde wind geweest of zou het geregend hebben, dan waren de knapen, die zich nu lekker

in de snel voortrazende ,trein" lieten meevoeren, al lang af­gestapt.

Raadplegen we onze notities, dan zien we dat er tussen Enter en Rijssen - tijdens het geneutraliseerde rijden - een lekke band valt te memoreren van Leen de Groot. Zelf maakte hij de aansluiting waar. Andere pechhebbers uit het eerste koersuur waren: Jan Dickhof en Ton van der Valk uit Voorschoten, die tegenwoordig de kleuren van Amstel Bier verdedigt, en verder Herman Strijbosch alsmede Theo van de Kort. Deze laatste rijdt voor de ploeg van Jos Bakkers, namelijk Kalmi.

Nabij Delden toch zowaar een uitlooppoging. De Slotense, “ge­boren" wieleratleet Peter van de Voort ging er met de Bra­bander Jo Spetgens (Someren) vandoor, maar evenals de „teruggekeerde" Jurrie Dokter uit Enschede, was het allemaal maar “kattegespin". De laatste kon zich er mee vergenoegen dat hij in Hengelo de premiespurt won.

Het hoge tempo bleef aanhouden, de “trein" bleef voortdende­ren. Nabij Fleringen (na 63 kilometer) noteerden we de pech­vogels Witteman uit Voorschoten en ... Jan Boode, die zijn wiel woedend in de berm smeet. Met de reeds beschreven en naar later bleek zo duperende hulp kwam de strijdlustige Lim­burgse Nijverdaller weer bij het peloton, juist op tijd om aan­wezig te zijn bij het gekrakeel dat in de buurt van Tubbergen ontstond. Vele zwakke broeders moesten er daar af, want de sterken Jan Bols, Leen de Groot, Henk Benjamins, Harrie Jansen, Daan Holst, Bart Solaro, Evert Dickhof, Henk Nieuw­kamp en Fedor den Hertog, die enkele malen probeerde de beslissing te forceren, legden er de “zweep" nog harder op. Dat kostte ook Cees Smouter en Henk van Vught een eventuele kans op een goede klassering, want de materiaalpech welke zij kregen, bezorgde hen een achterstand die niet meer goed te maken was.

Toch smeulde er wat in de groep. Er ging wat gebeuren, dat stond vast! Bij Rossum knalden Willy Maasakkers, Wim Op­pers, alweer Fedor den Hertog, Matje Gerrits, Evert Dickhof en “gebrande" Jan Bols vooruit. Het waren slechts enkele tientallen meters, die dit sterke zestal veroverde, lang niet genoeg om veel plezier aan deze demarrage te beleven. En zo streek in Oldenzaal de ganse “bende" weer op hen neer. Voor de reeds genoemde Spetgens en voor Van Pierre was het trou­wens helemaal afgelopen, want een lekke band schakelde hen beiden definitief uit. Overigens is die Spetgens een knaap die, bezeten door een enorme strijdlust, dit jaar nog wel meer van zich zal laten horen.

,,HOGE NOOD"

't Was even voorbij Enschede, dat we plotseling een renner in een zich langs de weg bevindende droge sloot zagen duiken. „Zou hij pech hebben?", zo vroeg men zich in de volgerskara­vaan af. Het bleek echter „hoge nood" te zijn en zijn nummer­tje „striptease" veroorzaakte nogal wat hilariteit. Toch menen we er goed aan te doen als we schrijven, dat dergelijke, uiterst menselijke voorvallen, tijdens wedstrijden absoluut vermeden dienen te worden, want daarmede wordt beslist geen reclame voor de wielersport, die het toch al van de openbare belang­stelling moet hebben, gemaakt. Iedere coureur gaat netjes voor de start naar het toilet en zo het dan toch niet anders kan, laat men dan afstappen en rustig naar een of andere woning gaan en het daar beleefd vragen.

De betrokken renner, die wij om begrijpelijke redenen niet bij naam willen noemen, zag zijn kans toch verloren gaan. Hij kwam er niet meer bij ...

De goed rijdende Gerrit Leferink, die op enkele honderden meters van zijn woonplaats Haaksbergen “platreed", presteer­de het om - na razendsnel van wiel te hebben gewisseld - wel weer aan te sluiten. Luid aangemoedigd door het talrijke publiek uit zijn “stee", haalde hij de kloof tussen hem en de groep weer dicht. Een staaltje, dat zijn ploegmakker, de Arn­hemmer Jan Hesse, eveneens probeerde te verrichten, doch hij straalde. In de straten van Goor, de allerlaatste kilometers waren aangebroken, demarreerde Jan Boode. Direct plaatste Jan Bols zich in zijn wiel. Samen trokken zij uit alle macht door en achteraf bleek dit dan toch de juiste demarrage. De reactie bleef niet uit, want even later sprong de in de aanvang genoemde Dick van der Vlugt weg, fel achterna gezeten door de „tandem" Balk-Jansen. Zij gingen achter grandioze winnaar Bols, die zijn makker in de spurt te Enter geen schijn van kans liet, op de volgende ereplaatsen beslag leggen en dat vergemakkelijkte voor de jury van aankomst, die het in deze uitstekend georganiseerde wedstrijd - hulde aan het Wieler­comite Enter -: zeker niet gemakkelijk had, de taak.

BRON BEN ZOMERDIJK

Amateurs: 1. J. Bols, Hoogeveen, 164 km in 3 uur 52 min. 10 sec.; 2. D. v. d. Vlugt, Sommelsdijk; 3. K. Balk, Badhoevedorp; 4. H. Jansen, West­zaan; 5. P. Knubben, Heerlen; 6. F. Niemeijer, Hengelo; 7. J. Krekels, Born; 8. H. Nieuwkamp, Borne; 9. H. Benjamins, Hollandscheveld; 10. B. Solaro, Den Bosch; 11. T. Franke, Assen; 12. P. Oosterhof, Eelde; 13. C. Stam, Koog aan de Zaan; 14. D. Holst, Amsterdam; 15. W. Geraeds, Thorn; 16. M. Gerrits, Oploo; 17. J. van Katwijk, Oploo; 18. J. Serpenti, Katwijk aan Zee; 19. Th. Gruyters, Stiphout; 20. K. de Graaf, Hilversum.

Ploegenklassement: 1. Caballero 25 pnt.; 2. Vredestein 28 put.

Tot strijdlustigste renner werd uitgeroepen Jan Bols.

 

RONDE VAN ZUID-HOLLAND (20 mei).1967

                         Ernstige valpartij wierp zwarte schaduw over

                       14e RONDE VAN ZUID-HOLLAND

Snelle Harrie Jansen gaf Daan Holst ook nu geen kans

De 20-jarige Harrie Jansen uit Westzaan had het goed be­keken. Hij knalde op het allerlaatste moment naar het steeds verder wegflitsende wiel van Daan Holst, deed in die laatste vijf kilometer stevig mee om de ultieme voorsprong te conso­lideren en wist dat er voor hem in de eindspurt geen gevaar meer was te duchten.

Daarmede viel het doek over de rondrit door het mooie Zuid­hollandse land, een koers die in de annalen van de wielerhisto­rie op de weg zeker als een der meest dramatische zal worden opgetekend. Een enorme valpartij, nauwelijks tien kilometer na de wat chaotische start, benam deze ,epreuve" over 187 ki­lometer al het moois, al het fijns dat mogelijk anders wel had kunnen worden opgetekend.

Voor Jansen, die zonder meer allerbest heeft gereden - trou­wens alle anderen, die nog door hebben kunnen rijden na de „catastrofe van Stompwijk", komt lof toe - zal deze zege daarom een min of meer geflatteerd karakter met zich mee­dragen. Hij wist zich door een tragisch ongeval ontdaan van vele andere favorieten, had graag de degens op sportieve en eerlijke wijze met hen gekruist, doch helaas ... het mocht niet zo zijn.

Toen na veel “vieren en vijven" - geharrewar omtrent al dan niet beschikbare jurywagens - de veertiende Ronde van Zuid­-Holland dan toch echt kon vertrekken, werd de eerste ont­snappingspoging ondernomen door Rudi Liebrechts en Koos Trompert. De vlam laaide gelijk hoog op en een groep van circa 25 renners, onder wie Barendregt, Ouwerkerk, Wagt­mans, Hoist, Neleman, Jansen, Hoogerheide, Rentmeester, So­laro, Leliaert, Bravenboer, Minekus, Kroonen, Van Dorst, Veld­huizen, Van der Valk, Kooyman, Deelen en een wat later lek rijdende Zoetemelk, daverde er achter aan en daarmede ont­sprongen deze renners de dans die voor de achterblijvers ein­digde in een massale, verschrikkelijke valpartij. Een “smak" die elders door ons nader is omschreven...

Wedstrijdleider Bram Koopmans “spoot" gelijk achter deze koplopers aan, gaf vele coureurs, die toch nog uit de chaos van de Stompwijkse Dijk overeind konden krabbelen, de ge­legenheid weer bij te komen en liet bij Leiderdorp de meute op­nieuw vertrekken. Zo werd deze klassieke koers nog enigszins „gered" en kon het wedstrijdverloop worden vervolgd.

Na 65 kilometer wist zich uit deze door harde zijwind ver­brokkelde groep - ongeveer 80 renners - een tiental “klep­pers" op het voorplan te werken, maar het smolt wat later toch weer samen tot een hoofdmacht van ongeveer vijftig ren­ners. Intussen had Jan Rol - zat ook bij de beruchte val - door hevige rugpijnen moeten lossen. Dat gebeurde in de Krim­penerwaard, waar ook Bravenboer met een tube zonder lucht kwam te staan.

Net voor Ouderkerk aan de IJssel toog Arie Kooyman uit het Noordhollandse 't Zand op pad, draafde lange tijd voor de rest, die Michel Bertou (overgeven en afgestapt) en Berry van Dorth alsmede Van Zandvoort verloor en weer zag bijkomen, uit. Met een krachtig uitgevoerde sprong wipten animator Daan Holst, Leo van Schalen en de prettig verrassende Cees Koeken bij hem. De reactie achteraan sleurde de zaak weer geheel uiteen en zo kwam bij Nieuwerkerk aan de IJssel - na een mislukte poging van Cees Koeken - een nieuwe kopgroep van zeventien renners tot stand. Daarin zaten Holst (natuur­lijk), Jansen, Nieuwkamp, Hoogerheide, Ouwerkerk, Van de Burgh, Deelen, Wagtmans, Solaro, Rentmeester, Groen, Heij­nig, Hans Hoek, Koeken, Minekus (in slotfase gelost) en Van Dorst, alsmede de jonge Gerrie Veldhuizen.

De moordende wind, dan weer op zij, dan weer op kop, deed de krachten nog meer slopen en zo moesten de eerst weer “aan­gehaakten" Guus Leliaert, Rudi Liebrechts, Leo van Schalen, Wim Paul, Henk Opsteel, Harrie van Leeuwen (kwam te val­len) en Jaak Koevermans (kreeg kramp) er opnieuw af.

VUURWERK

Rotterdam was gepasseerd, Berkel en Rodenrijs voorbij ge­trokken en Delft kwam voor de eerste maal in zicht. Keihard trok Daan Holst daar weg, kreeg Cees Rentmeester aan het wiel, maar deze eerste “plaagstoot" werd meesterlijk door de achtervolgers opgevangen. Een rukwind smeet Holst bij Schip­luiden tegen het wegdek en ook Wim Deelen, de revelatie van de Ronde van Drente, kwam daardoor op achterstand te zitten. Beiden - Holst moest nog een nieuw wiel steken - kwamen echter weer bij en toen kon het “vuurwerk" pas goed ontstoken worden. Dat kostte Peter Heijnig en de moedige Hans Hoek het contact, gaf de in de buurt van 's-Gravenzande „plat" rijdende Bennie Groen (kwam op een honderdtal meters bijna terug) de genadeklap. De wind blies nu met vaart in de rug, de “zagen" gingen erop en ook voor Sjef van de Burgh uit Berkel werd dat allemaal teveel.

Frits Hoogerheide toog met Riny Wagtmans op pad, Cees van Dorst nam deze uitstap over en dat scheen “raak" te zijn. Bij Rijswijk werd hij evenwel de verkeerde kant (waarom stond daar geen man, die de route goed aangaf?) op gestuurd en al was de voorsprong bijna genivelleerd, toch had deze demarrage de wedstrijd misschien nog een geheel andere wending kunnen geven.

Wederom probeerde Daan Holst de beslissing te forceren, hij werd echter teruggehaald en toen flitste Wim Deelen weg. Direct pareerde Harrie Jansen deze uitval en daarna sprong Holst (met nog vijf kilometer te gaan) opnieuw. Het was - zoals in de aanhef beschreven - de definitieve ontknoping van een ongelukskoers, die wat ons betreft, nimmer meer op een dergelijk stramien mag en kan worden voortgeborduurd.BRON: JAN BALDER

Amateurs: 1. Harry Jansen, Westzaan, 186 km in 4.40.06; 2. Daan Holst, Amsterdam; '3. op 9 sec. Bart Solaro, Den Bosch; 4. Henk Nieuwkamp, Borne; 5. Riny Wagtmans, Sint Willebrord; 6. Cees Rent­meester, Ovezande; 7. Frits Hoogerheide, Dubbeldam; 8. Cees Koeken, Achtmaal; 9. Frank Ouwerkerk, Rotterdam; 10. Wim Deelen, Nieuw Lekkerland; 11. Cees van Dorst, Roosendaal; 12. op 58 sec. Bouwen Minekus, Zuidland; 13. op 1.01 min. Bennie Groen, Steenwijk; 14. Hans Hoek, Schiedam; 15. op 4.16 min. Sjef van de Burgh, Berkel; 16. op 4.20 min. Peter Heijnig, Rotterdam; 17. op 7.06 min. Bob Kroonen, Dord­recht; 18. Gerrie Veldhuizen, Maasdam; 19. op 11.40 min. Guus Leliaert, Helvoirt; 20. Dick Aardoom, Puttershoek; 21. op 17.29 min. Piet Ba­rendregt, Alblasserdam; 22. Ton van der Valk, Voorschoten; 23. Leo van Schalen, Lierop.

Ploegenklassement: 1. Vredestein 6 pnt.; 2. Amstel Bier 6 pnt.; 3. Smiths-Acifit 22,pnt.

 

ROOSENDAAL (8 juli).1967

Nieuwelingen: 1. Jacques Deckers, 2. Tonnie Stroosnijder, 3. J. Huyps,

 

ROOSENDAAL (7 SEPTEMBER).1967

Adspiranten: 1. Cees van Bragt, 2. Henk van Dongen, 3. Cees van Bostelen,

Amateurs: 1. Mat van Groezen, 2. Joop Zoetemelk, 3. Jan van Katwijk,

Nieuwelingen: 1. Ben Kooken, 2. J. de Bruijn, 3. Jacques Deckers,

 

ROTTERDAM.CROOSWIJK (10 SEPTEMBER).1967

Amateurs: 1. Jan Hordijk (Roterdam), 2. Cees Schijf (Rijnsburg), 3. G. van Hemert (Werkendam), 4. P.v.d. Voort (Amsterdam), 5. T. Zweldenthuis (Sassenheim), 6. C. Kouwenhoven (Leidschendam), 7. Jan van Driel (Werkendam), 8. J. Rijnink (Amsterdam), 9. C. Stroombergen (Lisse), 10. F. Bosman (Rotterdam),

Nieuwelingen: 1. Arnold Voogt, 2. S. Noordsij, 3. A. de Waard,

 

ROTTERDAM.FEIJENOORD (1 mei).1967

Adspiranten: 1. Harrie van Groezen, 2. Hams Koot, 3. M. Remijn,

Amateurs: 1. Hennie Schouten 2. Piet Kettenis, 3. Frank Ouwerkerk,

Nieuwelingen: 1. Ferry Buermans, 2. Cees van de Meijden, 3. Siem Noordzij,

 

ROTTERDAM.KATENDRECHT (14 OKTOBER).1967

Ronde van Katendrecht dubbelde Tiemen Groen zijn tegenstanders precies op tijd

Eind goed, al goed! De twintigste en laatste wedstrijd, welke stichting Inter Sport in het voorbije wielerseizoen organiseerde, is zonder meer een „topper", een sportieve klapper geworden, waarvoor omstreeks vijfentwintigduizend toeschouwers naar Rotterdams havenkwartier Katendrecht waren gekomen. Wel­iswaar gold ook voor deze wed­strijd de nieuwe, voor Neder­land unieke formule van „gratis entree", maar wie de koude herfstwind wilde trotseren om deze fijne wielerwedstrljd van dichtbij gade te slaan, was be­slist niet alleen uit op dit finan­ciele voordeeltje.

Als winnaar van deze Grote Van Nelle-Prijs over 103 kilo­meter kwam de sterke Fries Tiemen Groen uit de bus, die bepaald ook aan onze openings­regel van deze inleiding moet hebben gedacht. Hij nam in de aanvangsfase een ronde voor­sprong op de hele meute, een juiste taktiek, want tegen het einde vertoonde hij enige sporen van “doorzitten" en zou dan wellicht niet meer tot een der­gelijk, vrij onverwacht succes zijn gekomen.

Deze Ronde van Katendrecht was uitermate belangrijk voor de juiste uitslag van de Trofeo Caballero, die voor de winnaar het aardige sommetje van vijfduizend gulden, voor de tweede drieduizend en voor de derde geklasseerde tweeduizend gulden oplevert. Na alle daarvoor tot nu toe in aanmerking komende wedstrijden prijkten Peter Post en Gerard Vianen trots op een gedeelde eerste plaats, terwijl Harrie Steevens met slechts enkele punten achterstand ook nog alle kansen zou hebben om een greep naar de macht te doen. Daarom kwam deze laatste koers van seizoen 1967 in zulk een bijzonder daglicht te staan, daarom zou het er om spannen.

VANUIT HET VERTREK

Tiemen Groen, die als eerstejaars professional een teleurstel­lend seizoen op de weg achter zich heeft, wilde zich vooral op zichzelf revancheren. Hij vertrok vanuit de start, inspireerde aanvankelijk Bart Zoet en Peter Heijnig, maar bleef kort daar­na alleen over. Over de hobbelige keien van Rotterdams „rosse" havenbuurt joeg Groen steeds harder naar voren, kreeg achter zich een Leo Duyndam en vervolgens het kwartet Rik van Looy, Harm Ottenbros, Johnny Brouwer en Jan Harings, die ook wel met deze trein meewilden. Ze kwamen evenwel alle­maal tekort, want tegen Groen, die weer eens ouderwets reed, was niets in te brengen. Onder daverende aanmoedigingen jakkerde hij steeds verder weg en na zestien ronden gebeurde het dan. Hij dubbelde het gehele “pak", waaruit even later Maarten Breure (voor eigen publiek), Peter Heijnig.en Cees van Espen naar een lichte voorsprong streefden. Ook Gerard Koel, Harm Ottenbros en Harrie Steevens glipten uit de meute, maar toen begon het peloton onder aanvoering van Rik van Looy en Peter Post wat vlugger te reageren. Alles - op Van Espen na - werd weer ingerekend, maar toch zou er opnieuw enig leven in de brouwerij komen.

Steevens kwam te vallen en moest op de te grote fiets van Schuuring verder - later werd zijn eigen fiets weer aange­reikt - terwijl de laatste ter verdediging van zijn vierde plaats in het Caballero-klassement eveneens weer terug in koers kwam.

In de spits opende Leo Duyndam een nieuwe aanval, welke spoedig werd beantwoord door Maarten Breure, Rik van Looy, Bart Zoet, Jan Harings, Dies Kosten en Leo van Dongen.

Deze “aanslag" verwaterde geheel, maar Maarten Breure en Bart Zoet togen pal daarop weer op pad. Zij bleven dik twin­tigronden samen aan de leiding, zij het natuurlijk dat Tiemen Groen met zijn ronde voorsprong nog steeds op fluweel zat.

Wederom vlamde Duyndam, die beslist nog even de juiste draai moet vinden bij de professionals, naar voren en hij kwam bij de tandem Breure-Zoet de broodnodige nieuwe kracht geven. De twee hadden deze dringend nodig, want de koers begon zwaar te wegen en het dartelende rijden van Duyndam gaf hen in ieder geval de zekerheid, dat men vooruit bleef.

Inmiddels was Huub Harings echter aan een jagende opmars begonnen, terwijl ook de jonge, kwieke Belg Marcel Maes en onze landgenoot Nol Kloosterman bij hem aanklampten. Het duurde niet lang of het trio Duyndam werd bijgehaald door deze drie renners en toen geleek het er zowaar op dat ook zij een ronde voorsprong gingen behalen en dus op gelijke hoogte van Groen zouden komen.

BESLISSENDE SPURT

De groep versplinterde, velen stapten af of werden door pech (Jo de Roo had reeds twee ronden na de start moeten opgeven) tot capituleren gedwongen. De tweestrijd Post-Vianen begon zich allengs vinniger af te tekenen. Er werd een nieuwe, tweede jachtgroep geformeerd en daarin voerden Marinus Hoogerland, Jan Tummers, Harrie Steevens, Rik van Looy, Jan Harings, Harm Ottenbros, Peter Post en Gerard Vianen om beurten het bewind. Zij kwamen evenwel niet meer aan de leiding, want Maes leidde de dans zo onweerstaanbaar, dat al zijn mede­vluchters maar blij waren aan het wiel van de Vlaming te kun­nen blijven. Hij won dan ook de spurt om de tweede plaats voor Kloosterman en Huub Harings.

Nog meer ging de belangstelling echter uit naar het duel tussen Post en Vianen. Wie van hen zou zijn wiel het eerst over de eindstreep drukken? Peter, juist terug uit de Berlijnse Zes­daagse, welke hij met Klaus Bugdahl had weten te winnen, had tegen Van Looy voor de start gezegd, dat ook hij een oogje in het zeil moest houden voor dit klassement. Rik, de trotse Parijs-Tours-winnaar, kweet zich allerbest van deze tip, want in een allesvernietigende sprint trok hij Post keihard over de meet, terwijl Vianen, die lange tijd achter bet ziedende tweetal was meegegaan, helemaal buitenom moest komen en op Post een half “wieltje" achterbleef ...

Beroepsrenners: 1. Tiemen Groen, Follega, 103 km in 2.34.16; 2. op 39 sec. Marcel Maes, Belgie; 3. Nol Kloosterman, Leiden; 4. Huub Harings, Sibbe; 5. Maarten Breure, Rotterdam; 6. Leo Duyndam, Honselersdijk; 7. Bart Zoet, Waarde; 8. op 45 sec. Rik van Looy, Belgie; 9. Peter Post, Amstelveen; 10. Gerard Vianen, Kockengen; 11. Harrie Steevens, Els­loo; 12. Jan Harings, Scheulder; 13. Jan Tummers, Sittard; 14. Harm Ottenbros, Hoogerheide; 15. Marinus Hoogerland, Kapelle; 16. op 47 sec. Jef Drummen, Bemelen; 17. op 50 sec. Eef Dolman, Rotterdam; 18. op 53 sec. Leo van Dongen, Made; 19. op 55 sec. Jules van der Flaes, Belgie; 20. Ritten Dewolf, Belgie; 21. George Halls, Engeland; 22. Jan Hugens, Amstenrade; 23. Piet Braspennincx, Rijsbergen; 24. Peter Heijnig, Rotterdam; 25. Cees van Espen, Arnhem; 26. op 1.06 min. Hennie Marinus, Amsterdam.

Bij de veteranen won Wim Zuiker uit Etten, die de spurt van een vluchtgroepje van vier renners in zijn voordeel beslechtte.

Veteranen: 1. W. Zuiker, Etten, 34 km in 50.17; 2. A. Berghaan, Rot­terdam; 3. N. Withoud, Amsterdam; 4. G. van Schaik, Utrecht; 5. op 36 sec. A. Reijnders, Hardincxveld; 6. W. van Dongen, Amsterdam; 7. A. Dukers, Rotterdam; 8. S. Huizinga, Rotterdam; 9. J. Meiijer, Schiedam; 10. J. Schipper, Amsterdam.

 

ROTTERDAM.MAASDIJKSTRAAT (14 mei).1967

Adspiranten: 1. Theo van de Leijst, 2. Adrie Solleveld, 3. J. Breure,

Amateurs: 1. Wim Bravenboer, 2. Frank Ouwerkerk, 3. Han Vogelaar,

Nieuwelingen: 1. Siem Noordzij, 2. R. van Wijk, 3. R. Visser,

Veteranen: 1. A. Berghaan, 2. J. Uitbejerse, 3. W. Kaptein,

 

ROTTERDAM.WITTE DORP (1 april).1967

Amateurs (96 km): 1. M. van Groezen, Made, in 2.15.17; 2. J. Zoetemelk, Rijpwetering; 3. J. de Zwart, Rotterdam; 4. E. Dickhof, OOsterwolde; 5. R. Liebrechts, Vlaardingen; 6. A. Jongkind, Aalsmeer; 7. J. Rijnink, Amsterdam; 8. J. van Driel, Werkendam; 9. K. Vermeulen, Benthui­zen; 10. G. van Veldhuizen, Maasdam.

Nieuwelingen (56 km): 1. F. Koreman, Honselersdijk, in 1.17.57; 2. D. Groen, St. Pancras; 3. H. Moorhoff, Gorinchem; 4. W. Klinkenberg, Utrecht; 5. H. Homan, Enter; 6. H. van Rijswijk, Tilburg; 7. A. Cardol, Bilthoven; 8. W. Luppers, Purmerend; 9. R. Schilder, Amsterdam; 10. S. Slieker, Naaldwijk.

 

ROZENBURG (20 juni).1967

Amateurs: 1. Bram Breur, 2. Piet Kettenis, 3. Cor Baars,

 

RUCPHEN (10 SEPTEMBER).1967

Amateurs: 1. M. van Groezen (Made), 2. M. pennings (Vennep), 3. A. Wouters (Baarle Hertog), 4. Bob Kroone (Dordrecht), 5. F. van Gaal, 6. J. Corvers (Dordrecht), 7. H. van Leeuwen (Den Haag), 8. A. Konings (Sprundel), 9. Michel bertou (Den Haag), 10. S. van de Burg (Berkel)

Dames: 1. Janny Jonkers, 2. Keetie Hage, 3. Truus Smulders,