JAARGANG 1970

                              WEDSTRIJDEN O

OCHTEN (18 juli).1970

Amateurs: 1. G. Hoven, 2. P. v. Katwijk, 3. J. Schipper, 4. F. Jansen, 5. H. v. Kilsdonk, 6. J. Meijer, 7. G. Blokland, 8. P. de Jong, 9. G. Jager, 10. H. v. Zandbeek.

Nieuwelingen: 1. M. Rietveld, 2. F. Veldhuizen, 3. G. v. Gerwen, 4. T. v. Hintum, 5. H. v. d. Kooy, 6. T. v. d. Berk, 7. F. Kregting.

 

OIRSBEEK (9 augustus).1970

Amateurs: 1. J. Vrancken, 2. N. Vermeulen, 3. W. Kelleners, 4. W. Wanders, 5. K. Moritz, 6. G. Siege., 7. A. Steuten, 8. M. Buckx, 9. P. Janssen, 10. C. Boensma.

Nieuwelingen: 1. J. Zuydweg, 2. K. Klinkers, 3. W. Wilms, 4. G. v. Gerwen, 5. N. Swelsen, 6. J. Corvers, 7. P. Wintraecken, 8. J. de Klein.

Adspiranten: 1. P. v. Kollenburg, 2. H. Neven, 3. J. v. d. Meer.

 

OIRSCHOOT (26 april).1970

Amateurs: 1. H. v. Vught, 2. D. Groen, 3. F. Zomer, 4. J. v. Riet, 5. M. Leijten,, 6. C. Moritz, 7. C. Swinkels, 8. A. Koster, 9. S. Zoontjens, 10. J. Jager.

Nieuwelingen: 1. A. Dekkers, 2. J. Nederlof, 3. J. Kuypers, 4. A. Vromans, 5. F. v. Rijswijk.

Adspiranten: 1. B. Huvenaar, 2. J. v. Kollenburg, 3. J. Dircks.

 

OISTERWIJK (31 mei).1970

Amateurs: 1. P. Legierse, 2. R. Liebrechts, 3. R. Schuiten, 4. W. de Louw, 5. T. Oudshoorn, 6. P. v. d. Donk, 7. N. v. Hest, 8. P. v. d. Weegen, 9. E. Diepeveen, 10. P. Oerlemans.

Nieuwelingen: 1. J. Hellemons, 2. J. Fresen, 3. A. Toepoel, 4. B. La­moen, 5. T. Huyberts, 6. L. Wijdeven, 7. H. v. Hulten, 8. A. Vromans.

Adspiranten: 1. K. Sterk, 2. J. Kruunenberg, 3. C.'Spapens.

 

OLDEBROEK (4 augustus).1970

Nieuwelingen: 1. W. Albersen, 2. G. Mohlmann, 3. J. v. Dijk, 4. T. Smit, 5. J. Bakker, 6. S. Smeets, 7. C. Bongers, 8. D. Schuurman.

Adspiranten: 1. J. Spijker, 2. G. Pirard, 3. E. Waasdorp.

 

OLDEMARKT (15 augustus).1970

Nieuwelingen: 1. H. Ponsteen, 2. G. Nederlof, 3. W. Albersen, 4. G. Mohlman, 5. A. Veelers, 6. A. Bas, 7. H. Kamerhuis, 8. D. Schuurman.

 

OLDENZAAL (3 mei)

Amateurs: 1. B. Boom, 2. H. Snoeijink, 3. H. Hoekstra, 4. T. Buur­meijer, 5. A. Hazewinkel, 6. P. Klein, 7. H. Luchies, 8. A. Hofman, 9. J. Bols, 10. J. Nijhof.

Nieuwelingen: 1. W. Aalbersen, 2. J. Poelman, 3. J. Zweerink, 4. G. Beem. 5. C. Bongers.

 

OLYMPIA’TOUR DOOR NEDERLAND ( 7 mei t/m 14 Mei).1970

      Ronde van Nederland beleefde stormachtige aanloop

Vier dagen Olympia's Ronde van Nederland, dit jaar al weer bezig aan de negentiende uitgave, hebben duidelijk bewezen, dat het wat betreft onze amateurs allemaal wel goed zit. De jonge knapen gooien zich met een elan in de strijd, zoals nog zelden is vertoond. Het gevolg daarvan is, dat de felbegeerde leiderstrui van man naar man ging, bleef “wapperen" in de stormachtige aanloop, doch na de rit van maandag tussen Elsloo en Oploo over de schouders van een regelrechte favoriet werd getrokken. Namelijk rond de stevige body van de 23­jarige Rotterdammer Wim Bravenboer, die reeds voor de aan­vang van dit zevendaags spektakel liet doorschemeren dat hij de verknoeide „poging" van de Ronde van Belgie voorgoed uit zijn plakboek wilde scheuren.

LEIDERSTRUI GING VAN MAN NAAR MAN

Weliswaar kon hij zich vereni­gen met de eindzege van Aad Duyker aldaar, maar dat hij voor het behoud van die toch wet schitterende eerste plaats van de tweede positie was verdrongen, dat “stak hem nog behoor­lijk".

Wim Bravenboer, een gekende vaderlandse topper, eerst na een wat langere periode dan normaal tot deze hoogte opgeklom­men en in de voorbije weken reeds sterk winnaar van de Om­loop van de Braakman en een ware held In de vreselijke etappe Diegem-Moerbeke Waas tijdens de Belgische rondrit, kon maandagavond jongstleden dan ook met enig optimisme de strijd van de laatste drie dagen in deze bewogen, zeer tot de verbeelding sprekende Olympia's Ronde tegemoet zien.

Nu, op deze dinsdagmorgen dat wij deze regels aan het papier toevertrouwen, durven wij reeds voorspellen, dat er veel, zeer veel zal moeten gebeuren om de sterke Rotterdamse stucadoor nog uit het oranje te rijden. Zijn voorsprong van 1 minuut en 10 seconden op naaste concurrent Piet van Katwijk kon wel­eens van doorslaggevende betekenis zijn.

                                                Verhief zich naar apart niveau

                  Klasrijke Frits Schur hield de teugels strak

In vergelijking met vele voorgaande edi­ties van Olympia's Tour door Neder­land, nu in verband met de plaatsing op de internationale UCI-kalender en het meetellen voor de Challenge de 1'AIOCC terecht van een nieuwe, meer sprekender naam voorzien, steekt de jongste uitgave van dit zevendaags etappen-evenement heel bijzonder af. Zo zelfs, dat men ge­voeglijk kan stellen dat er nog nimmer zo'n geweldig sportief spektakel binnen het kader van dit gebeuren heeft plaats gehad. De leiderstrui wisselde bijna iede­re dag, kwam via de schouders van Jans Vlot, Wicher Vlot, Hennie Kuiper en Win Bravenboer uiteindelijk definitief in bezit van de jonge, onbevangen Frits Schur. En daarmede heeft deze ontzaglijk mooie Ronde, diee zich qua parcours, qua inzet van de renners en vooral qua or­ganisatie zonder maar naar een apart niveau verhief, een schitterende eind­winnaar gekregen. Een man, wiens kwa­liteiten en talenten op het punt van volle ontluiking staan, een man bij wie geluk­kig nog geen vervelend aandoende ster­allures zijn te constateren, maar die in het door hem ten toon gespreide wel heel duidelijk heeft aangegeven dat hij met recht als een der, zo niet de meest be­loftevolle jongeren kan worden be­schouwd.

De grootste verdiensten van de op 22 juli 1950 in Zuidlaarderveen geboren en thans in het Groningse Hoogezand woonachtige Drent Frits Schyr liggen in het vlak dat hij zich bij iedere beslissing van impor­tantie heeft later zien. En daarin vaak het meeste werk of althans voor een zeer belangrijk deel ervan, op de schouders nam. Frits Schur, van professie lasser op een scheepswerf, bezit naast een goed koersinzicht dus ook het onontbeerlijke karakter. Durft te rijden, durft te gaan en kan ook in zijn eentje datgene op­brengen wat hem tot zo'n uitzonderlijk begaafde bestempelt. Uiteraard is deze jongste grote triomf geen maatstaf om hem gelijk een grote carriere als wielren­ner te voorspellen. Ook hij heeft nog veel te leren, zoals trouwens iedereen dat da­gelijks kan doen. Tenminste als men niet eigenwijs is en goede van slechte raad weet te onderscheiden. Want ongetwijfeld zal ook Schur, die nu zo in de belang­stelling is komen te staan, ontdekken dat velen hem zullen benaderen. Hem moge­lijk van nog andere adviezen zullen gaan dienen. Nuchter en verstandig als hij is zal hij waarschijnlijk gewoon op de tot nu toe bewandelde (pardon: befietste) weg voortgaan. Zal hij zich slechts die bege­leiding kiezen welke zijn verdere ont­plooiing als wielrenner niet in de weg staat.

Andere instelling

Deze Olympia's Ronde van Nederland leefde bepaald onder een gelukkig ge­sternte. Iedere dag prachtig weer, iedere dag een koersverloop dat niemand bij voorbaat had durven voorspellen. Wat het tweede aangaat, kan men zich afvra­gen waardoor dit komt. Zeer beslist dur­ven wij niet te gewagen dat er een bre­dere top van amateurs dan in vroeger jaren voorhanden is. Dat de krachtsver­schillen echter belangrijk zijn terugge­bracht is ook een vaststaand feit. Naar ons gevoel moet men het zoeken in de totaal andere instelling welke vooral de wat jongere generatie onder onze ama­teurs met zich brengt. Vrijwel na iedere Olympische Spelen ontstaat er een soort leemte, welke weliswaar door enkele „blijvers" niet peilloos diep wordt, maar toch voldoende ruimte laat voor-nieuw­komers die zich met een grote inzet daarin willen vastzetten. Reeds vorig jaar diende zich een aantal jongeren aan. Onder andere ook Frits Schur, die na zijn Gronings wegkampioenschap een bijzonder orgelpunt plaatste door de zwa­re etappe-wedstrijd Ronde van Belgisch Limburg tijdens de tijdrit in zijn voordeel te beslissen. En daar was het ook dat zijn manier van klimmen en dalen zoda­nig in de kijker liep dat vooral ploeg­leider Jefke Janssen er diep van onder de indruk geraakte.

Speciaal noemen we de Limburger, om­dat deze destijds niet zo heel veel in het meegaan van de toen nog onbekende Schur zag, maar nadien gewoon niet uit­gepraat raakte over hetgeen de jonge Groninger allemaal wist te presteren.

Enkele weken daarna beleefde hij met de jonge Jo van Pol, nu zo schitterend twee­de in Olympia's Ronde, nagenoeg een­zelfde wapenfeit. Ook een knaap die zich in 1969 tijdens een buitenlands optreden aandoende. Toen op grandiose wijze de Omloop der Twaalf Kantons in Luxem­burg won en tevens blijk gaf de juiste mentaliteit te bezitten. Het doet onze Nederlandse wielersport goed dat dit tweetal zich zo duidelijk vooraan heeft geplaatst. Met uiteraard een bijzondere vermelding voor Frits Schur omdat die ook in de individuele tijdrit zijn grote aanleg bewees en bij winnaar Popke Oosterhof slechts negen seconden tekort kwam, doch de grote specialist op dit gebied, Fedor den Hertog, afgetekend achter zich hield.

Overigens is het toch typerend dat deze twee grote favorieten, Oosterhof en Den Hertog, beiden bogend op rijke interna­tionale ervaring, zich de aandiening van een tweetal jongeren hebben laten wel­gevallen. Dat zij de generaalsstaf niet tot zich konden nemen ligt onomstotelijk vast in de verbetenheid waarmede deze twee jonge knapen, Frits Schur en Jo van Pol, zich op dit evenement hebben gestort. Fris en onbevangen, attractief en vol wils-kracht!

Nog vele jaren lang zal er over deze glanzende Olympia's Ronde van Neder­land, organisatorisch perfect en schitte­rend ten tonele gevoerd, worden nage­kaart. Dat moet de leden van het comite ongetwijfeld veel inspiratie geven om over slechts enkele maanden aan de voor­bereidingen voor de twintigste uitgave te beginnen.Proficiat!

Per etappe ging de strijd als volgt:

1e dag: Amsterdam-Bladel - Na de gebruikelijke ceremonie protoco­laire op het Amsterdamse Rembrandtsplein, waar UCI-praeses Adriani Rodoni de eer te beurt viel om de meute weg te schie­ten, trok het gezelschap dwars door het hart van Nederland naar het Brabantse Bladel. Een etappe van 180 km, die na wat schuchtere pogingen van onder andere Jans Vlot (toen al), Hennie Kuiper en Michel Bertou als trio, van Peter van der Kruijs, Louis Westrus en Jan Aling eerst tussen Andel en Veen in een beslissende fase werd gestuwd. Frits Schur wipte weg, Kuiper, de gebroeders Vlot, Van der Kruijs, Westrus (later teruggevallen) en de Noor Thorleif Andresen pikten aan. De voorsprong zat rap boven de minuut en toen ... kwam ineens de a1 zijn duivels ontbindende Fedor den Hertog met een sublie­me achtervolging binnen 10 kilometer ook zijn opwachting vooraan maken. De Amstel Bier-ploeg zat hiermede natuurlijk op fluweel. Wat en wie zou er nog een succes in de weg staan? Achteraan was er met de moedige pogingen van o.a. Phil Ed­wards, Wim Prinsen, Peter v. d. Donk, Matthijs de Koning en John Cornelissen reeds definitief afgerekend. Zij werden door de rest van Herman Krott's Amstelmannen aan banden gelegd. En vooraan moest de snelste spurter, Peter v. d. Kruijs, ervaren dat er tegen deze coalitie niet te knokken was. De manier waarop namelijk Jans Vlot de eerste leiderstrui “uit de kast" haalde, was niet eens zo moeilijk ...

Amateurs: l. J. Vlot 4.05.45, 2. v. d. Kruijs 4.06.18, 3. W. Vlot 4.06.23, 4. Schur 4.06.28, 5. Andresen (Noorw.), 6. Den Hertog, 7. Kuiper, 8. Balk 4.07.16, 9. Nieuwkamp, 10. Janbroers, 11. Cornelissen, 12. Braven­boer, 13. Harings, 14. v. Katwijk, 15. Bertou.

Dagploegenklassement: 1. Amstel Bier 12.18.56, 2. Ketting-Didam 12.20.12, 3. Trico Noble-Acifit 12.21.00, 4. Noorwegen, 5. Engeland 12.21.48.

2e dag: Bladel-Rosmalen - Wederom een bewogen dag, die voor Ket­ting-Didam wel bijzonder glorieus verliep. Want in de ploegen­tijdrit was er geen enkele andere formatie die aan het snijden­de tempo van deze homogene ploeg kon tippen. Geen Amstel Bier, dat weliswaar onderweg de wat op zijn retour zijnde Nanno Bakker verloor, geen Trico Noble-Acifit Accu's, geen Militair Team dat met zoveel gedoodverfde favorieten zoals Tabak, Aling en De Koning wel heel erg in de schaduw bleef en ook geen Noorwegen, dat het overigens in deze op „laag vliegen" gelijkende Olympia's Ronde toch lang niet gek deed.

Ketting, bogend op een zestal gelijkwaardige krachten, te weten Henk Nieuwkamp, Frits Schur, Hennie Kuiper, Klass Balk, Cees Stam en Fred Niemeijer, wist het meest efficiente ritme te vinden en sneed daar op het parcours van de zo pas nog verreden Ster van Bladel (de plaatsjes Netersel, Casteren, Hoogeloon, Hoge en Lage Mierde werden weer aangedaan) naar een bijzonder goede tijd van 33 min. en 20 sec., waarin de minuut bonificatie is verdisconteerd. Arnstel Bier kon er bijna veertig seconden op toeleggen...

En nog was het feest voor de in 't voorbije weekend zo formi­dabel dominerende Kettingploeg niet afgelopen, want na een hevige slagwisseling in de voorgaande kilometers, gelukte het good-old Henk Nieuwkamp zijn uiterst snelle benen in Ros­malen nogeens te laten gaan. Uit een kopgroep van vijftien renners, die na samensmelting van diverse groepen tot stand was gekomen (met o.a. Vrancken, Westrus, v. Leeuwen, Priem, Legierse, Tabak, v. Katwijk, Prinsen, Kuiper, de veel te lang in de schaduw vertoevende Oosterhof, de op de eerste dag „zwemmende" wielrenner Meijer, Wicher Vlot, Andresen en Italiaan Emilio Bedendo) flitste Nieuwkamp naar een spreken­de zege. Een triomf die voor Amstel Bier bijna een volledige afgang betekende, want al trok Wicher Vlot de trui van broer Jans aan, de achterstand die laatstgenoemde met vooral kans­hebber Fedor den Hertog had opgelopen, sprak boekdelen.

Uitslag ploegentijdrit 26 km: 1. Ketting-Didam 33.20.00, 2. Amstel Bier 33.59.50, 3. Noorwegen 34.54.00, 4. Militair Team 35.17.00, 5. Trico Noble­Acifit 35.27.90.

Uitslag etappe: 1. Nieuwksmp 125 km in 2.57.59, 2. Vrancken 2.58.04, 3. Westrus 2.58.09, 4. v. Leeuwen, 5. Priem, 6. Legierse, 7. Tabak, 8. v. Katwijk, 9. Prinsen, 10. Meijer, 11. Kuiper, 12. Andresen (N.), 13. Be­dendo (It.), 14. W. Vlot, 15. Oosterhof.

3e dag: Rosmalen-Elsloo - Aan heft slot van deze meestal als de „koninginnerit" te kwalificeren etappe, omdat dikwijls de Lim­burgers daarin met hun “naar huis" rijden zo enorm vechten, wachtte een venijnig obstakel. Liefst viermaal moest de Slin­gerberg in Geulle worden genomen. Een klus die de kracht van velen deed verkrampen; helemaal omdat onderweg het spel volledig op de wagen werd gegooid. Amateurs rijden niet be­rekend, smijten vanaf het vertrek met hun krachten en zien wel hoe het verder loopt. Misschien is dat de grote kracht van de gedrongen Hennie Kuiper, die met zijn steevast in de aan­val rijden, het er altijd en overal „bij" zijn voor de allergrootste verrassing van het weekend zorgde.

De inleiding tot dit alles werd gevormd door de Italisan Mario Segato, die in de buurt van Neerkant en Meijel (omstreeks de 65e km) plotseling het hazepad koos. Hij kreeg de al even strijdvaardige Thorleif Andresen, Louis Westrus, vervolgens Wim Bravenboer en Jan Aling, maar ook warempel nog Hennie Kuiper en Aad Duyker bij zich en daarmede was on­herroepelijk de basis voor de enige en juiste ontsnapping ge­legd. Opnieuw hadden de Amstelmannen zich laten verrassen, opnieuw zou Ketting-Didam zich in het zonlicht plaatsen, ook al viel er tegen het einde dan letterlijk een licht regenbuitje op te merken. Wicher Vlot ging zijn kostbare trui verspelen, kreeg geen enkele steun van zijn ploegmakkers, in het minst nog van Den Hertog, die zich daarmede de toorn van ploeg­leider Krott duidelijk op de nek haalde. Nu was er eigenlijk ook geen ontkomen aan, want de mannen van chef d'equipe Ton Ketting vormden een te hechte schakel. Immers, voorop zat ,Kuipertje" en die kon, als hij even uitkeek, de trui pak­ken. Daarom werd de poort van het peloton door Nieuwkamp, Schur, Balk, Stam en Niemeijer zwaar vergrendeld, kregen zij nog enige assistentie van de andere ploegen (Noren, Italianen, Peugeot-Michelin-BP, Militair Team en in zekere zin ook Trico Noble-Acifit) omdat er van deze formaties mensen in de frontlinie zaten. De kloof werd al breder en breder, liep zelfs tot vier minuten aan om in de laatste fase, toen het te laat was en Bravenboer voor Westrus en Segato over de eindstreep bolde (daarmede de bonificaties net wegsnoepend voor de „trui-gegadigden" Kuiper en Andresen) nog enigszins te wor­den teruggebracht.

De uitslag: 1. Bravenboer 160 km in 3.37.41, 2. Westrus 3.37.46, 3. Segato (It.) 3.37.51, 4. Kuiper, 5. Aling, 6. Andresen (N.), 7. Duyker 3.38.09, 8. Koeken 3.39.46, 9. Janbroers, 10. Bedendo (It.), 11. Roach (Eng.), 12. Oosterhof, 13. Leferink, 14. Priem, 15. Hassink. Dagploegenklassement: 1. Peugeot-Michelin-BP 10.55.51, 2. Italie 10.57.53, 3. Ketting-Didam.

4e dag Elsloo-Oploo - Het kon bijna niet anders of er moest een reactie op de wat al te grote suprematie van de ploeg Ketting­Didam komen. De posities in de algemene klassementen (indi­vidueel, punten en ploegen) werkten te aanstekelijk om daar eens wat aan te gaan doen. Er waren nog mogelijkheden. Maar dan moesten die natuurlijk wel zo vlug mogelijk worden aan­gewend. Voor Piet Liebregts en zijn mannen bij voorbeeld, die buiten het goede rijden van Van der Kruijs en de toch wel sprekende etappe-zege van Wim Bravenboer eigenlijk wat onder de maat bleven. Daaraan kon zelfs ook de zo veel op superfenomeen Eddy Merckx gelijkende Zeeuw Cees Priem met al zijn hoopvolle rijden niets veranderen. De oogst was in ver­houding nog te karig. Hij nam zijn renners eens onder handen, evenals trouwens Herman Krott die het ,gelanterfanter" ook behoorlijk moe was.

Vanaf het begin werd er daarom „gevlamd". Keiharde demar­rages, aangevuld met een schrikbarend hoog tempo. De zaak goed verlammen, de mannen die na de derde dag zo in de top van hat klassement stonden, moesten hoe dan ook ,gekraakt" worden. En het was weer in de buurt van Meijel dat er zich definitief een omvangrijk gezelschap kon losrukken. Liefst achttien renners sterk, te weten Van Katwijk die later voor eigen publiek in Oploo zo knap de dagprijs in de wacht sleepte, dan Wim Bravenboer die met zijn tweede plaats gelijk ,lijst­aanvoerder" werd en verder: De Koning, Kelleners, Heeringa, animator van dit alles Bruessing, Bakker, Diepeveen, v. d. Donk, v. d. Vleuten, v. Pol, de Engelsman Edwards, v. Dam, Priem (toch weer erbij), Koot, Schur, Stam (dit tweetal moest voor Ketting de zaak nog redden) en Den Hertog.

De hele zaak werd door hen behoorlijk ondersteboven gekegeld, dat algemenn klassement onderging een drastische wijziging.

De uitslag: 1. v. Katwijk 165 km in 3.41.39, 2. Bravenboer 3.41.44, 3. De Koning 3.41.49, 4. Kelleners, 5. Heeringa, 6. Bruessing, 7. Bakker, 8. Schur, 9. Diepeveen, 10. v. d. Donk, 11. Edwards (Eng.), 12. v. d. Vleuten, 13. Stam, 14. v. Pol, 15. v. Dam.

Dagploegenklassement: 1. Amstel Bier 11.05.42, 2. Tricot Noble-Acifit z.t., 3. Mars-Flandria 11.12.34.

Alg. klassement na de 4e dag: 1. Bravenboer (Acifit-Trico Noble) 14.25.45, 2. v. Katwijk (Amstel Bier) 14.26.55, 3. Schur (Ketting) 14.27.12, 4. v. d. Kruijs (Trico Noble-Acifit) 14.27.27, 5. Stam (Ketting) 14.28.25, 6. Bakker (Amstel Bier), 7. v. Pol (Mars-Flandria). 8. v. d. Donk (Trico Noble-Acifit) allen 14.28.25, 9. Edwards (GB) 14.28.45, 10. Diepe­veen (Caballero) 14.28.9.

Puntenklassement: 1. v. Katwijk 50 pnt., 2. Bravenboer 48 pnt., 3. Kuiper 41 pnt.

Alg. ploegenklassement: 1. Amstel Bier 43.53.52, 2. Trico Noble-Acifit 43.58.39, 3. Ketting-Didam 44.00.00, 4. Militair Team 44.04.19, 5. Acifit­Trico Noble 44.04.22.

5e dag Doetinchem-Assen - Moest de gehele rennersmeute met autobussen en wagens naar Doetinchem worden overgebracht omdat men geen toestemming kreeg voor passage van de bruggen bij Nijmegen en Arnhem -(resp. Waal en Rijn) en twee­dens omdat er van KNWU-zijde altoos wordt voorgehouden de ritten absoluut niet te lang te maken, aan strijd heeft het ook op deze vijfde dag van Olympia's Ronde van Nederland beslist niet ontbro­ken. Dat is ons amateurlegioen trouwens wel toevertrouwd. Die mannen hebben een hekel aan een “rekenliniaal", rijden het liefst rechtuit. Zo ook “vlo" Wimke Prinsen, die in de voorgaande dagen maar heel moeilijk op gang kon komen, doch allengs zijn vorm voelde groeien en nu plots zijn neus aan het venster kon steken.

Op de Holterberg - toch altijd een lastig ding - spoot hij uit de eerste rijen. Weg was ie, met de bijzonder sterke Noor Thorleif Andresen, met Fedor den Hertog (die zich de donderspeech van zijn ploeg­leider Krott nog maar al te zeer herin­nerde), Jan Spetgens, Matthijs de Ko­ning, Tino Tabak, Harrie Schoofs, Louis Westrus, met de voor het klassement zo belangrijke mannen Frits Schur en de als laatste naar voren gejumpte Wim Bra­venboer alsmede met Popke Oosterhof. Deze laatste zat er natuurlijk bij. Immers de rit ging naar het noorden, naar Assen nog wel, waar zijn club Meteoor uiter­aard een stille hoop koesterde dat hun Popke hier enigszins zijn geschonden blazoen zou oppoetsen. Want gerekend naar hetgeen hij aan talenten bij zich draagt, was het met “d'n Oosterhof" tot nu toe eigenlijk maar povertjes gesteld. Er ging te3 weinig van hem uit, hij bleef veel te passief en wellicht ook te defen­sief. Wat Hennie Kuiper, die net als zo­vele andere kanshebbers zoals v. Katwijk en v. d. Kruijs en noem maar op, gran­dioos de slag miste, teveel heeft aan het opbrengen van ongebreidelde energie, dat heeft Popke Oosterhof jammer genoeg te weinig. Hij rijdt te berekenend of mist nog het nodige koersinzicht en dat heeft hem toch een voorname klassering in het eindklas- sement gekost.

In Assen echter waren de bloemen voor hem. Na een verwoed eindspurtje met Jo van Pol, de Mars-Flandria-renner die vorig jaar al zijn opwachting maakte en internationaal naam maakte met zijn op­zienbarende eindzege in de Omloop van de Twaalf Kantons in Luxemburg. Het voornaamste van deze rit was evenwel dat Wim Bravenboer zo sterk domineer­de en zijn kansen op de eindzege alleen maar duidelijker onderstreepte. Edoch ...

De uitslag: 1. Oosterhof 165 km in 3.52.18, 2. Van Pol 3.52.18, 3. Schoofs 3.52.23, 4. Westrus, 5. Bravenboer, 6. Spetgens, 7. De Konmg, 8. Prinsen. 9. Andresen (Noorw.), 10. Tabak, 11. Den Hertog, 12. Schiir, 13. Koeken 3.57.45, 14. Harings, 15. Van Katwijk.

6e dag: Assen-Hippolytushoef - Een stuivertje kan raar rollen, zegt men weleens. Ook in de sport blijkt zulks het geval te zijn, want onze voorzichtige prognose dat Wim Bravenboer - en daarbij dachten we ergens toch ook aan de al dan niet aanwezige hulp van zijn “nevenploeg" - met een beetje uitkijken en wat legale of zelfs illegale steun een sterk favoriet voor de eindzege zou zijn, is totaal de mist in gegaan. Dat maakt de zaak er alleen maar levendiger op, het decor frisser en attractiever. Accoord, maar aan de andere kant getuigt het toch ook dat in deze zo verwoed naar het einde gereden Olympia's Ronde van Nederland eigenlijk niemand was die werkelijk de generaalsstaf kon dragen. Met andere woorden: er was niemand - ook Braven­boer niet - die kon zeggen: „Tot hier en niet verder!"

Want wat gebeurde?  Nog maar nauwe­lijks op de fiets in Assen, waar men om vier uur 's middags de reis aanving naar de kop van Noord-Holland en iedereen eigenlijk dacht dat eerst de zo gevrees­de Afsluitdijk voor een mogelijke verras­sing zou zorgen, glipte zo maar een ploegje weg. Deels in de gelegenheid door een vrachtauto die op het parcours was, deels ook omdat er in de gelederen van Ketting een soort „plan de campagne" was opgesteld. Tenslotte was “vuurvre­ter" Frits Schiir nog niet geheel kans­loos. Zeker niet als hij er meteen bij zou zitten en wat belangrijker is: initiatief zou tonen. Welnu, Schur toonde zijn ware coureurs- hart, want met Henk Nieuw­kamp en Klaas Balk vormde hij zonder meer een hecht Ketting-bolwerk.Het trio ging resoluut in op de onver­wachte maar beslist inhoud hebbende de­

marrage van onder andere Juul Brues­sing, Frans v. d. Ruit (die zowaar de rit won), van het militaire drietal Matthijs de Koning, Tino Tabak en Jan Aling, van de Amstel Bier-renners Nanno Bakker (reed tenslotte op huis aan) en Piet v. Katwijk, verder Popke Oosterhof, Aad Duyker, Louis Westrus, Thorleif Andre­sen, Jo v. Pol, Ger Harings, Wim Prinsen, Eddy de Vos, Co Moritz, Ferry v. d. Vleu­ten en Peter v. d. Kruijs, die nog maar heel net kon aanhaken. Een groep van 21 renners, die steeds verder uitliep, onderweg nog een flitsende uitval van v. d. Ruit op de Afsluitdijk (deed hij het om zijn aankomst te scherpen?) intoom­de en de galop eerst in het uitgelopen Hippolytushoef beeindigde. Helaas kwa­men daar in de verwoede eindsprint zo­wel Ger Harings als Jo v. Pol nog ten val. Vooral voor laatstgenoemde was dat bezwaarlijk, omdat kij als derde in het algemeen klassement bij het vertrek in Assen, hierdoor mogelijk zijn positie had kunnen verspelen.

Voor Wim Bravenboer werd deze etappe zonder meer de grote ondergang. Hij ar­riveerde ruim elf minuten later. Naam­en roemloos in het grote peloton, omgord met een oranje-trui waarvan voor hem alle glans of was. Waarom was hij niet aanwezig en Schur wel?

De uitslag: 1. v. d. Ruit 141 km in 3.16.33, 2. Andresen 3.16.38, 3. Prinsen 3.16.43, 4. Brues­sing, 5. Bakker, 6. Oosterhof, 7. Duyker, 8. De Koning, 9. Westrus, 10. v. Katwijk, 11. v. d. Kruijs, 12. Moritz, 13. Aling, 14. Schur, 15. v. d. Vleuten.

Dagploegenklassement: 1. Militair Team, 2. Ketting-Didam, 3. Amstel Bier.

7e dag: Wieringen-Amsterdam - Na alle “re­volte's" die in de voorgaande dagen het verloop van deze werkelijk heel bijzon­dere Olympia's Ronde van Nederland zo attractief maakten, werd ook met span­ning uitgezien naar hetgeen misschien in de allerlaatste etappe nog zou plaats­vinden. In de morgenuren moest evenwel nog een individuele tijdrit worden afge­werkt en speciaal de verrichtingen van leider Frits Schur werden gewikt en ge­wogen omdat deze mogelijk ook door de mand zou vallen. En dan zou opnieuw de einduitslag volkomen open zijn. Althans zo dacht men. Maar Schur, het (nog) on­geslepen wielerdiamantje uit het Gro­ningse Hoogezand, geraakte door de “rit tegen de naakte waarheid" helemaal niet uit zijn doen. Integendeel zelfs, want achter winnaar Popke Oosterhof, die met zijn manier van rijden tijdens dit gehele zevendaagse evenement indruk maakte - zonder evenwel de dirigeerstok in han­den te kunnen nemen - reikte de Ket­ting-Didam-renner naar een meer dan prachtige tweede plaats. Zelfs beduidend beter dan specialist Fedor den Hertog, die evenwel direct na de start kreeg of te rekenen met een aflopende ketting en daardoor twintig kostbare seconden ver­speelde.

Daarmede waren de kaarten nu definitief geschud, want het zou wel zeer onwaar­schijnlijk zijn dat men in het “ritje" naar Amsterdam, slechts 95 km lang, nog iets spectaculairs zou gaan ondernemen.

Ploegleider Ton Ketting, die zijn cap­tains Henk Nieuwkamp en Cees Stam terzijde nam om over de te volgen taktiek te beraadslagen, gaf de rest van de ploeg opdracht om te zorgen dat er een snij­dend, alles verlammend tempo zou wor­den opgelegd. Geen enkele demarrage van gevaarlijke aard kon daardoor wor­den ondernomen. Ook Mars-Flandria deed geen enkele poging meer. Jo van Pol, zwaar ten val gekomen in de aan­komst van de rit tussen Assen en Hippo­lytushoef, had nog veel last van zijn ge­blesseerde pols. Kon zijn stuur nauwelijks vasthouden, maar volhardde. En Frits Schur?  Hij voelde het te kunnen redden, zweepte daarom mede het tempo op en was niet uit de eerste flarden van de voornaamste groep weg te denken. Hij controleerde en regeerde. Op een wijze zoals het een groot eindwinnaar betaamt.

Gaf daarmede onweerlegbaar aan dat hij wel degelijk recht op de zege kon doen gelden. Durfde in de eindfase zelfs ook wat te geven, toen in de Beemster Ben Kooken - won overigens zeer verras­send in Amsterdam - met Peter van der Kruijs, John Cornelissen en Jan Alders­hof na een felle slagwisseling bijeen­kwamen. Toch stuurde Schur er zijn ploegmakker Fred Niemeijer achteraan, hopend dat die misschien nog een laatste succes (het winners van de allerlaatste sprint) voor de ploeg als zodanig zou uitslepen. Niet dat men in het algemeen ploegenklassement nog kans maakte.

Daarin hadden de mannen van het Mili­tair Team de zaak al te stevig in handen; waren Tino Tabak, Jan Aling en Matthijs de Koning na een wat minder begin toch steeds duidelijker naar het voorfront ge­komen. Maar evenals zovele andere kanshebbers, renners van wie men in de prognose zou gesteld hebben dat zij de zaak weleens zouden kunnen gaan be­heersen (we denken daarbij maar even aan ons totaal in de mist gaan" met Wim Bravenboer) kwamen ook zij tekort tegen het werkelijk verbluffende, soms zelfs speels aandoende gemak waarmede Frits Schur zijn eindzege vastlegde.

Wellicht een triomf die nog door vele an­dere gevolgd zal worden...

Uitslag individuele tijdrit (16 km): 1. P. Oos­terhof 22.08, 2. F. Schur 22.22, 3. F. den Her­tog 22.41, 4. T. Tabak 22.56. 5. F. v. d. Ruit 22.58, 6. A. Duyker 23.07., 7. W. Bravenboer 23.10, 8. B. Kooken 23.11, 9. G. Leferink 23.16, 10. T. Andresen en K. Delnoy beiden 23.20, 12. J. Bruessing 23.23, 13. M. de Koning 23.25, 14. P. Edwards 23.28, 15. W. Kelleners 23.29, 16. P. v. Katwijk 23.32, 17. P. v. d. Kruijs 23.35, 18. C. Stam 23.36, 19. J. Spetgens 23.37, 20. B. Jones 23.40, 21. M. Segato 23.43, 22. L. Westrus 23.46, 2%, M. v. Hoogstraten 23.47, 24. N. Bakker 23.49, 25. H. Brand 23.50, 26. J. Al­dershof 23.51, 27. J. v. Pol 23.55, 28. G. Hee­ringa en P. v. d. Donk beiden 23.57, 30. L. Yli 23.58.

De uitslag van de etappe (98 km) : 1. B. Kooken 2.01.12, 2. P. v. d. Kruijs 2.01.17, 3. J. Cor­nelissen 2.01.22, 4. J. Aldershof 2.01.27, 5. F. Niemeijer, 6. K. Balk 2.01.39, 7. B. Janbroers, 8. P. v. Katwbk, 9. E. Bedendo, 10. G. Hee­rings, 11. E. de Vos, 12. W. Bravenboer 2.01.43, 13. H. Nieuwkamp, 14. H. v. Leeuwen, 15, M. Segato.

Individueel eindklassement: 1. F. Schiir 24.00.56, 2, J. v. Pol 24.03.32, 3. M. de Koning 24.03.51, 4. T. Andresen (Noorw.) 24.05.33, 5. P. v. Katwijk 24.07.02, 6. P. v.d. Kruijs 24.07.15, 7. L. Westrus 24.07.34, 8. P. Oosterhof 24.07.42, 9. N. Bakker 24.08.30, 10. T. Tabak 24.08.45, 11. W. Bravenboer 24.11.09, 12. J. Bruessing 24.12.14, 13. J. Aling 24.14.17, 14. F. v. d. Ruit 24.14.31, 15. F. den Hertog 24.15.13, 16. E. Die­peveen 24.15.38, 17. H. Nieuwkamp 24.15.53, 18. W. Prinsen 24.16.18, 19. C. Stam 24.19.32, 20. P. v. d. Donk 24.19.53, 21. J. Spetgens 24.20.03, 22. E. de Vos 24.20.26, 23. K. Balk 24.20.38, 24. C. Moritz 24.20.41, 25. G. Harings 24.21.42, 26. P. Edwards (Eng.) 24.22.58, 27. H. Kuiper 24.23.38, 28. A. Duyker 24.25.35, 29. P. Legierse 24.26.22, 30. C. Priem 24.26.28, 31. M. v. Hoogstraten 24.26.37, 32. J. Cornelissen 24.28.10, 33. K. Koot 24.29.20, 34. G. Leferink 24.29.49, 35. J. Vlot 24.30.27, 36. J. Meijer 24.30.30. 37. M. Segato (It.) 24.30.34, 38. B. Jan­broers 24.'30.38, 39. D. Dailey (Eng.) 24.30.55, 40. J. Aldershof 24.31.30, 41. B. Kooken 24.31.33, 42. F. Niemeijer 24.32.52, 43. W. Vlot 24.33.01, 44. F. v. d. Vleuten 24.33.05, 45. W. Kelleners 24.36.15, 46. S. v. d. Burg 24.36.26, 47. H. v.Leeuwen 24.37.56, 48. P. v. Stralen 24.38.26, 49. S. Berkhout 24.39.15, 50. K. Delnoy 24.42.55, 51. H. Botterhuis 24.42.59, 52. M. Bertou 24.43.24, 53. T. Biseth (Noorw.) 24.45.59, 54. H. Brand 24.47.10, 55. G. Heeringa 24.48.07. 56. J. Knab (W.-Did.) 24.49.09, 57. E. Bedendo (It.) 24.49.13, 58. B. Jones (Eng.) 24.50.21, 59. P. . Vonck 24.54.49, 60. N. Bazzan (It.) 24.57.51, 61. J. v. Dam 24.59.25, 62. H. Schoofs 24.59.54, 63. C. Koeken 25.01.21, 64. J. Vrancken 25.01.27, 65. H. Westerweele 25.05.09, 66. C. Leunis 25.10.10, 67. W. Knoors 25.10.47, 68. D. Leitner(W.-Did.) 25.11.59, 69. L. Yli (Noorw.) 25.14.28, 70. B. Wlch (W.-Dld.) 25.17.11, 71. M. Maschi (It.) 25.17.41, 72. N. Bretegani (It.) 25.21.38, 73. A. Mellor (Eng.) 25.30.32.

Algemeen ploegenklassement: 1. Militair Team 71.43.42, 2. Ketting-Didam 71.44.20, 3. Amstel Bier 71.47.37, 4. Mars-Flandria 71.49.13, 5. Trico Noble-Acifit 71.58.49, 6. Acifit-Trico Noble 71.59.08, 7. Peugeot-Michelin 72.11.32, 8. Felix Bonzo 72.22.25, 9. Locomotief-Vredestein 72.31.22, 10. Caballero 72.33.14, 11. Noorwegen 72.44.11, 12. Batavus-Vredestein 72.45.49, 13. Engeland 72.59.54, 14. Ovis 73.19.22, 15. Itali)s 73.22.30, 16. West-Duitsland 74.36.45.

Puntenklassement: 1. W. Bravenboer 87 pnt., 2. P. v. Katwijk 85 pnt., 3. T. Andresen 82 pnt., 4. P. Oosterhof 73 pnt., 5. L. Westrus 71 pnt., 6. F. Schlir 66 pnt., 7. P. v. d. Kruijs 57 pnt., 8. M. de Koning 55 put,

PrestatieprUs over de gehele ronde: Thorleif Andresen (Noorwegen).

 

OMLOOP DER KEMPEN (24 mei).1970

   In 22e Omloop der Kempen reed Fedor den Hertog naar eerste klassieke zege

          Keiharde uithaal teveel voor robuuste Peter van den Donk

De Omloop der Kempen, een van onze oudste klassiekers, is een koers waarvoor men eens extra rechtop gaat zitten. Het fraaie Zuid-Brabantse land ten zuidoosten van Eindhoven leent zich namelijk bij uitstek voor een stuk onvervalst wieler­werk op de weg en bovendien leert de geschiedenis van dit pronkstuk van T & WC Tempo uit Veldhoven dat er steevast een groot winnaar uit te voorschijn komt. Een man die een plusje meer aan zijn wieler-antecedenten kan toevoegen. Voor­al omdat er terdege wat meer gevraagd wordt dan zich alleen maar “tussen de wielen" te bevinden en dan maar afwachten wat of de eventueel snelle benen aan de finish kunnen op­brengen. 't Is daar altoos koersen geblazen. Vanaf start tot finish. Op wegdekken die totaal verschillend van structuur zijn.

Wie daar wint, weet wat in zijn mars te hebben. En daarom zal het voorzitter Chris Willems en zijn trouwe secondanten van deze door en door gezonde wielerclub uit Veldhoven bij­zonder veel deugd doen, dat Fedor den Hertog nu eindelijk eens bewees ook op eigen bodem in staat te zijn een groot gebeuren te kunnen beheersen.

Inderdaad beheersen, want reeds vanaf de eerste meters liet de wonderlijke “wielermachine" uit Ermelo blijken dat hij zijn zinnen juist op deze klassieker had gezet. Niet dat hij zich in iedere demarrage stortte, maar toch verried zijn manier van rijden hoe Fedor momenteel weer naar een grote vorm toegroeit en hij binnen afzienbare tijd weer zijn vooraanstaande positie aan de top zal gaan innemen. Zijn glorie, zijn room taant bijna ieder voorjaar. Hij heeft er langere tijd voor nodig om „op punt" te komen dan een ander. Dat is van de uitzon­derlijke klasseman een onbegrijpelijk iets. Als ooit bewezen kan worden dat de snelheid met het mooie weer meekomt, dan is het wel bij hem. En het vreemde is, dat hij daarna meestal tot diep in het najaar geen enkel dieptepunt meer kent. Bijna zou men geneigd zijn om te stellen dat Den Hertog eigenlijk zijn winterse periode anders zou moeten gaan instellen. Dat hij bij voorbeeld met veel wedstrijden op de winterbaan zou moe­ten proberen door te blijven rijden. Daarover behoeft men niet met hem te gaan delibereren, omdat hij toch zijn eigen plan trekt en de gehele fietserij vanuit een totaal ander gezichts­punt bekijkt dan men in het „milieu" eigenlijk gewoon is. Toch is dat een verdienste van hem. Fedor wil namelijk geen afge­stompte „slaaf" van de racefiets zijn, wil het liefst zo gelukkig mogelijk leven. En mocht hij zin hebben om zich op de fiets uit te leven, welnu ...

Dan, ja dan kan men hem weer verwachten. Met een inzet, die hem tot zo'n geheel aparte, zo'n bijzondere coureur bestempelt. Daaraan valt niet te tornen. Niet door vriend, niet door vijand. Want al was ook na afloop van de door hem zo magnifiek gewonnen Kempenrit te bemerken dat hij nog niet helemaal in zijn grote vorm stak, de manier waarop hij onder­weg de koersvlam deed oplaaien, getuigde hoezeer het hem ernst was. Eindelijk ambieerde hij eens een klassieke zege, eindelijk wilde hij eens laten merken dat Fedor den Hertog zijn mislukt voorseizoen louter had gebruikt om op het huidige peil te komen.

Meestal is het zo dat een wedstrijd welke een vliegend vertrek kent, halverwege heel wat minder imposant is en dikwijls ook geen grootse finale kan laten optekenen. De 22e Omloop der Kempen vormde daarop geen uitzondering. Een hels tempo deed de meute vanuit de startblokken knallen, bracht een ver­geefse demarrage van Frans van de Ruit, Wim de Louw en Martin van de Voirle gelijk om zeep en smoorde ook de „push" die Rini van Lieshout, Jan Kemps en Jaak van Hoek - later nog aangevuld met Aad van den Hoek, Jacques Beurskens, Peter Hurkmans en Rini de Veer - trachtten te bewerkstel­ligen. Het was en bleef in deze helse tempojacht gaan en weer halen. Springen en weer terugvallen. Vergeefs zoeken naar openingen, die alsmaar door de favorieten in het peloton angst­vallig dicht worden gehouden. Rini de Veer en Jaak van Hoek deden tezamen nog eens alsof er geen jachtend peloton bestond, maar kregen toch lang niet zoveel ruimte als bij voorbeeld Klaas Koot uit Valkenswaard en Hans Koot uit Eindhoven (geen familie) alsmede Hans van de Berg. Dit drietal peurde er een winst van twintig seconden uit en werd toen ingelopen door Wim Wanders, Martin Leijten, Frans Kisner, Jan Romps en Wim de Louw, die opnieuw toonden wel wat voor een vroeg­tijdige afscheiding te voelen. Wicher Vlot op zijn beurt kwam ook nog een kijkje nemen en toen dachten zowaar ook Wim Bravenboer en Sjef van der Burg dat de fluit voor het “ver­zamelen" werd geblazen.

Al deze voorpostgevechten betekenden in feite niets, want maar even behoefde de groep - dikwijls tot actie ge­maantd door Den Hertog - zich de rug te krommen of alles zat weer broederlijk bijeen. Alles? Uiteraard niet, want er waren ondertussen al wat zwakke broeders en pechhebbers afgekapt. Misschien dachten Rink Cornelisse en Evert Diepe­veen voor Caballero een unieke daad te stellen, maar ook zij moesten weer terug. Nog was het niet afgelopen, want plots gingen Peter v. d. Kruijs (naarstig zoekend naar een groot succes), Theo v. d. Leeuw, Hennie Kuiper, Coos Tuyt en de sprekend op de Belgische beroepsrenner Julien Stevens lijkende Henk v. Kilsdonk doen alsof het menens werd. Bij Diessen (13 km) trokken zij weg; ontliepen daarmede tevens de grote valpartij, die voor Harrie Schoofs minder prettige gevolgen had (hij bleef als enige liggen), maar ook voor Ad Suyker­buyk, Gerrie van Gerwen, Jaak van Hoek, Gerrie van Helmond, Jans Vlot, Cor Salentijn, Jan v. d. Berg, Marcel van Dooren, Reno Leijten, Jan v. d. Linden, Andre Nijssen en Gerard Thiessen een wreed voorval betekende. Er waren trouwens nog meer gedupeerden, want ook Peter Godde, Chris Kipping, Cees Nijssen, Harrie van Seggelen, Jos Thissen, Martin Franssen, Jacques Beurskens en de uit de warboel van fietsen overeind gekrabbelde Jaak van Hoek kwamen te laat om nog weer een plaatsje in de meute terug te vinden.

Nieuwe vuurpijlen worden vooraan afgeschoten door Frans Otten en de moeizaam rijdende Wim Bravenboer, door Theo v+ d. Leeuw (begint weer terug te komen) en alweer Cees Tuyt, maar daarna duurde het tot voorbij Zeelst vooral­eer het spel werkelijk eens goed op de wagen ging. Twaalf koplopers, te weten Peter v. d. Donk, Martin v. Hoogstraten, animator Fedor den Hertog, Aad v. d. Hoek, Ben Kooken, Cees Frijters, Piet Buuts, Wim v. d. Bergen, Fred Niemeijer, Ben Ceulen, Gerrie Bruinsma en de veel te defensief rijdende Michel v. d. Heijden (op kop leert men koersen, jong!) alsmede Jan Aldershof waren voorop gekomen. Pakten bij Luykgestel (185 km) ruim twee minuten en voelden alleen een onderbreking van het ritme toen Den Hertog platreed. Hij zat er evenwel na een prachtige jacht weer vlug bij en toen kon het gevecht om vooruit te blijven nog eens extra worden aangescherpt.

Achteraan was inmiddels ook nogal het een en ander gebeurd. Bravenboer, Van der Burg, Leunis en Van de Ruit waren ge­demoraliseerd afgestapt, de grote groep onderging hevige ader­latingen. Bracht groep na groep op het „podium". Als voor­naamste “patrouille" een eerste flard van 24 renners, welke weer gesplitst werd door Hennie v. Zandbeek, Jos Dekker, George Zoontjens, Harrie v. Leent, Peter Oerlemans, Ton Gruy­ters, Peter Nijssen, Willy Meijs en Peter Kessels, maar later een dusdanige wijziging onderging dat Peter v. d. Kruijs, Klaas Balk (organiseerde deze grootscheepse jacht), Theo v. d. Loo, Piet v. Katwijk, Harrie Dohmen, Jan Adriaans, Wim de Louw, Henk Botterhuia en Klaas Koot daarmede meteen de rest van de nog aanwezige kwaliteit op het voorplan brachten. Waar nog Henk v. d. Laar, Rini de Veer en Hennie Kuiper bij aan­sloten, zodat het geen wonder was dat het dozijn vooraan eigenlijk weinig kans van slagen had om tot de finish bijeen te blijven.

Bij Wintelre, na 164,4 km, ward de groep-Den Hertog dan ook ingelopen. Maar de furieus rijdende Fedor en Peter v. d. Donk hadden het gevaar al zien komen en voelden er weinig voor om zich nog langer voor de anderen in te span­nen. Misschien had Van Hoogstraten de enige kunnen zijn die met het illustere tweetal had meegekund, doch hij trok een kabel van zijn derailleur stuk en was gedoemd “klein" te blij­ven rijden. Overigens het had toch de vraag geweest of hij het had kunnen volgen, want hoe heeft de in topvorm verkerende Peter v. d. Donk niet alles en alles moeten aanwenden om aan dat alsmaar ziedende achterwiel van Den Hertog te kunnen blijven? De man die nauwelijks 14 uur eerder in de Ronde om de Haarlemmermeer een grandioze triomf bevocht, maakte uiteraard een goede kans om iets unieks - twee klassiekers in twee dagen - te gaan verrichten. Ongetwijfeld zou hij immers aan de finish veel en veel sneller zijn. Vooral wanneer hij het vermogen nog had om de “grote zaag" op gang te brengen.

Maar Fedor, nog nooit als triomfator van een Nederlandse klassieker gehuldigd en vorig jaar in deze zelfde wedstrijd zo ,,in het pak" gedaan door Harrie Jansen en toenmalige winnaar

Jan Aling, maakte ditmaal geen fout. Hij smeet zijn belager, overigens de grote man van het voorbije weekend, op een kilo­meter voor de aankomst los. Gewoon met een simpele tempo­verhoging. En dan durft diezelfde Fedor nog te beweren, dat hij zich nog niet helemaal „tip top" voelde. Wat moet het dan wel niet als ...

Amateurs: 1. F. den Hertog, Ermelo, 181,1 km in 3.56.21; 2. op 9 sec. P. v. d. Donk, Rosmalen; 3. up 1.42 min. J. Aldershof, Haarlem; 4. B. Kooken, Greven~bicht; 5. K. Balk, Badhoevedorp; 6. C. Frijters, Zegge; 7. P. v. Katwijk, Oploo; 8. P. v. d. Kruijs, Helmond; 9. F. Niemeijer, Hengelo; 10. H. Botterhuis, Sambeek; 11. A. v. d. Hoek, Dirksland; 12. B. Ceulen, Maastricht; 13. Th. v. d. Loo, Weert; 14. H. Dohmen, Rothem; 15. W. v. d. Bergen, Sint Maartensdijk; 16. H. Kuiper, Dene­kamp; 17. G. Bruinsma, Westerbork; 18. H. v. d. Laar, Son; 19. W. Vlot, Wanneperveen; 20. K. Koot, Valkensweard; 21. J. Adriaans, Haps; 22. M. v. d. Heiden, Eindhoven; 23. M. v. Hoogstraten, Sint Amthonis; 24. W. de Louw, Stiphout; 25.,op 3.50 min. P. de Jong, Til­burg; 26. E. Diepeveen, Bilthoven; 27. H. v. Leeuwen, Den Haag; 28. R. Cornelisse, Amsterdam; 29. op 3.56 min. C. v. d. Pluym, Made; 30. op 4.02 min. M. de Veer, Nuland; 31. op 4.36 min. W. Wanders, Meers­sen; 32. M. v. Venrooy, Heesch; 33. Th. v. d. Leeuw, Echt; 34. C. Fiktorie, Bergen op Zoom; 35. H. Prinsen, Hank; 36. H. Lunenburg, Loosbroek; 37. C. Geerts, Bavel; 38. op 4.59 min. R. v. Lieshout, Breu­gel; 39. op 5.05 min. F. Otten, Eindhoven; 40. W. v. Middelaar, Achter­veld; 41. J. Courage, Limbricht; 42. A. v. d. Boer, Echt; 43. J. v. Riet, Valkenswaard; 44. op 5.19 min. L. Rutten, Dommelen; 45. H. v. Kils­donk, Helmond; 46. G. Zoontjens, Tilburg; 47. P. v. d. Riet, Valkens­waard; 48. J. Dekker, Enkhuizen; 49. T. Gruyters, Stiphout; 50. op 5.31 min. M. Lenten, Nuenen; 51. P. Oerlemans, Tilburg; 52. op 5.39 min. C. Tuyt, Valkemswaard; 53. op 5.45 min. J. Smulders, Tilburg; 54. op 5.52 min. P. Kessels, Lieshout; 55. P. Nijssen, Eindhoven; 56: H. v. Leent, Goirle; 57. W. Meijs, Gulpen; 58. op 6 min. H. v. Zand­beek, Vught; 59. op 7.41 min. J. v. Kessel, Deurne; 60. J. v. d. Kamp, Arnhem; 61. N. Brouwers, Deurne; 62. op 7.59 min. P. v. Beurden, Diessen; 63. C. Hogervorst, Bunnik; 64. op 8.34 min. P. v. d. Weegen, Tilburg; 65. N. v. Hest, Tilburg; 66. P. Hurkmans, Lierop; 67. op 8.41 min. W. Biennans, Boekel; 68. op 8.46 min. M. Verhagen, Eerde; 69. op 11.50 min. J. v. Rossum, Den Haag; 70. J. v. Schuppen, Veenen­daal; 71. J. Kusters, Veldhoven; 72. P. Gddde, Zwijndrecht; 73. J. Kemps, Sprundel; 74. M. v. d. Voirle, Zealand; 75. H. v. Hooydonk, Zundert; 76. P. Kleine, Hollandscheveld; 77. F. v. Lachterop, Amster­dam; 78. F. v. Lokven, Den Bosch; 79. W. List, Amsterdam; 80. J. v. Boxmeer, Erp.

Ploegenklassement: 1. Ketting-Didam 25 pmt., 2. Amstel Bier 27 pnt., 3. Ovis Roggebrood 30 pmt., 4. Tegelhandel Van Erp 48 pnt.

 

OMLOOP DOOR HET ’T LAND VAN BARTJE (20 juni).1970

NIEUWELING GIJS NEDERLOF VOND ZIJN ,GELUK" IN 'T LAND VAN BARTJE

De grote nieuwelingenwedstrijd Door het Land van Bartje, een van de oudste evenementen over de lange afstand voor onze jonge knapen, is een zeer levendige koers geworden. Het afmattend warme weer weerhield de ruim 160 deelnemers er geenszins van om de koersvlam zo hoog mogelijk te houden. Nadat het peloton in drie, vier stukken uiteen was geslagen en een fraaie solo van de Apeldoorner Gerrit Mohlmann ook teniet was gedaan, kreeg de Limburger Mat Dohmen het hal­verwege de wedstrijd, in de buurt van Wijster, zodanig op zijn heupen dat zich zeven renners konden losmaken. Hoe Jan Zuidweg uit Rotterdam, kortelings winnaar van de Flevo­ Tour, en hoe ook Jan Raas uit Heinkenszand, winnaar van de Delta-Rit in Zeeland, zich tot en met inspanden, deze kopgroep waarin snelle mannen als een Andre Jansen en een Theo Smit, was niet meer te achterhalen. Op het TT-circuit sloeg de pas 18-jarige Gijs Nederlof zijn slag en zorgde dat hem geen con­frontatie met Andre Jansen te wachten stond.

Nieuwelingen: 1. G. Nederlof, Maarsen, 100 kin in 2.44.50; 2. A. Jansen, Westzaan; 3. M. Dohmen, Barn; 4. Th. Smit, Halfweg; 5. J. v. Dijk, Wehe den Hoorn; 6. op 1.04 B. Scheuneman, Veendam; 7. H. Krahwin­kel, Vroomshoop; 8. op 1.31 A. Veelens, Ootmarsum; 9. W. Albersen, Wierden; 10. J. Zuidweg, Rotterdam; 11. J. Raas, Heinkenszand; 12. H. Wolters, Smilde; 13. op 4.42 R. v. d. Berg, Noordwijk; 14. op 5.10 C. de Looze, Haarlem; 15. J. Blijleven, Halfweg.

Ploegenklassement: 1. De Zwaluwen B, Almelo, 16 pnt.; 2. De Vol­harding, Utrecht, 15 pnt. ; 3. De Bergklimmers, Stein, 13 pnt. ; 4. De Bataaf, Halfweg, 12 pnt.; 5. NWV, Groningen, 11 pnt.

 

OMLOOP VAN DE BARONIE (5 april).1970

Schitterende

   OMLOOP VAN DE BARONIE bevestigde wederom klassieke waarde

               Helse “wip”bracht MATTHIJS DE KONING de zege

Reeds in voorgaande jaren hebben we bij herhaling gememo­reerd welk een geheel aparte koers de klassieker Omloop van de Baronie toch wel is. Een stuk werk dat organisatorisch altijd tiptop in orde is, dat door het driemanschap Van Tilburg, Van de Wijngaard en Petrucco alsmede door diverse andere medewerkers bijzonder wordt geschraagd en daarom ook door de creme de la creme van de Nederlandse amateurwielrennerij met liefde onder handen wordt genomen.

Die Baronie-Omloop, voerend door het wijdse polderland van westelijk Noord-Brabant en ook gaande over de pittoreske binnenwegen van het middengedeelte, bezit een onuitwisbaar magnetisme. Een koers, waarin men iedere renner op zijn wer­kelijke waarde kan beoordelen, waarin voor de man zonder vorm of conditie de feiten keihard op tafel worden gesmeten.

Waarin ook echter altijd de factoren pech en vallen zijn ver­disconteerd en het zaak is de ,galop" van de sterksten vanaf het vertrek te volgen. Daar in het andere geval - met hoog­stens een enkele uitzondering daargelaten - de eventuele kan­sen tot een uiterst minimum worden beperkt. Daarmede wordt geenszins bedoeld dat de Omloop van de Baronie min of meer een lot uit de loterij is. Neen, het is een zuivere confrontatie met de al dan niet aanwezige kwaliteiten, met het absolute fond dat een renner wel of niet heeft.

En al heeft ongetwijfeld iedere klassieker of grote van stad tot stad-wedstrijd een geheel eigen iets, de Baronie bezit een ge­heel aparte waarde. Met “alles" erop en eraan, met vooral echter stukken wegdek die hopelijk van overheidswege nooit en tenimmer worden veranderd. Om de eenvoudige reden dat juist daar, de „Hel van Moerstraten" en de Langdonksestraat te Roosendaal alsmede de moeilijk begaanbare kasseiwegen tus­sen Gilze en Chaam, deze wedstrijd altoos tot een ongekende climax komt. Daar kunnen de “klokkeluiders" aan de kabel trekken, kunnen de mannen met een wat rijker “babage" hun koopwaar volledig uitstallen. Bij Moerstraten hebben we het kunnen zien van zowaar Gerrit de Wit, de oud-amateurkam­pioen van Nederland op de weg 1963, die een aantal jaren „stil" heeft gelegen na een mislukt optreden bij de profs - kwam echter terug middels het rijden in zogenaamd federatie-ver­band - maar nu toch weer opperbest meemarcheert. Hij is er nog een van de oudere garde, van de mannen die het „hart" hebben om te koersen. Om zomaar op de bonnefooi het geluk te beproeven. En al is de uiterst sympathieke vent uit 's-Gra­vendeel dan reeds 29 jaar, zijn manier van rijden kan vele „broekies" alleen maar tot voorbeeld strekken. In de vier criterium-wedstrijden welke hij “mocht" rijden (o, die start­kaarten toch!) werd hij tweemaal tweede en tweemaal vierde.

In de Omloop van de Baronie was hij het die het stuk groten­deels uit de doeken deed en aan het eind met een vijfde plaats vele, vele jongeren het schaamrood naar de kaken deed stijgen.

Zoiets klinkt hard, maar wij hebben voor Gerrit de Wit, die zijn wielerloopbaan grotendeels zag mislukken door chronische maagklachten, de allergrootste bewondering. Eveneens voor Popke Oosterhof, die met zijn bijzonder gemakkelijke pedaal­tred daar ook naar voren ging, voor Louis Westrus, voor Nan­no Bakker, voor Peter van der Kruijs, voor Peter van den Donk die er toch ook alleen maar heel netjes bijkwam en maar al te goed begreep dat het zware werk nu op de eigen schouders genomen moest worden. Hij nam daar het heft voor zijn zwaar gehavende ploeg van Trico Noble-Acifit Accu's - de favorieten Cor Leunis, Sjef van der Burg en Wim Bravenboer worden uit­geschakeld door respectievelijk valpartijen (Leunis liep daarbij een sleutelbeenbreuk op) en domme pech - in handen. Scheur­de zich eveneens los van de uit 28 renners bestaande kopgroep en waarin vrijwel alle „namen" zich al ploeterend en worste­lend om zoveel mogelijk beschutting te vinden, hadden ver­enigd. Ook echter nemen we de hoed diep of voor Wicher Vlot, die na een domme val tussen de wielen van dit gezelschap met een volgende jagersgroep wat op adem kwam en toen met een magnifieke sprong weer op zijn oude stelling terugvloog. En dan tevens voor de uit het verre niemandsland - ook al door een smak tegen het wegdek, waarbij onder andere Fedor den Hertog was betrokken - steeds verder naar voren oprukkende Albert Hulzebosch uit Beilen. Dat was toch allemaal heel knap werk, emplooi waarmede de stiel van wegrenner - en dat gaat nooit zonder vallen en opstaan gepaard - goed wordt ge­leerd.

Uit de eerste groep, die veel te groot was, moesten de Belg Ar­mand Oostvogels, Jan Buis en Henk Botterhuis (reed op dot moment wat te klein) ineens afhaken. Gretig werden zij opge­slokt door een tweede slagorde van omstreeks vijfentwintig renners en die vooral door de grandioos rijdende Hennie Kuiper uit Denekamp en de beslist meer publiciteit verdienende Martin van Hoogstraten uit Sint Anthonis alsmede door Arnold Voogt, Jaak van Kessel, Cees Frijters, Cas Fiktorie, Jan Kemps en Leo Embregts, maar ook door de teveel op het Belgische koer­sen afgestemde Peter Vonck, Henk Brand en nog vergeefs naar de grote macht zoekende Wimke Prinsen, Theo van der Leeuw en Frans van de Ruit tot alsmaar grotere spoed werd gemaand. Maar het eerstgenoemde tweetal spande daarin toch wel de kroon, zorgde ervoor dat de kloof beduidend kleiner werd.

Vooraan rook men dat gevaar, althans bij de grote jagers die Oosterhof, De Wit, Van der Kruijs en Bakker weer inrekende.

Maar toen toch meer dan vijftig kilometer heeft moeten “ge­ven" om de twee vermetelsten van deze wielerhoogtijdag, te weten Louis Westrus en Peter van den Donk te kunnen in­rekenen.

Westrus met zijn ,gegoten" zit, zijn stijl doet ons altijd aan de helaas in het “harnas" gesneuvelde Tommy Simpson herinne­ren, was op de hotsende en botsende keien blijven flitsen. Van links naar rechts over de weg. Zoekend naar het meest vlakke, gedeelte. Ook Van den Donk voelde, met de zucht van een bijna volledig hergroeperend peloton achter zich, wel wat voor avon­tuur. Vanaf Wouw (79 km) tot aan Gilze duurde hun uitstap.

Toen eerst konden Wicher Vlot, Nanno Bakker en Matthijs de Koning van Amstel Bier, Popke Oosterhof van Locomotief­-Vredestein, Gerrit de Wit van Pionier-Sport en Peter van der Kruijs (Trico Noble-Acifit Accu's) aansluiten. Net buiten schot van nog een verwoed rijdend groepje dat door Ger Harings, Rink Cornelisse, Martin van Hoogstraten (buitengewoon op dreef), Jans Vlot, Harrie Schoofs, Cees Priem (pure klasse), Juul Bruessing en Hennie Kuiper een waanzinnig hoog tempo voelde. Zij pikten de zo jammerlijk bij de eerste moot lek­rijdende Westrus op, maar konden toch niet ver genoeg door­stoten. De allerbeste kwaliteit zat onherroepelijk van voren, sneed met strak afwisselen verder en verder weg. Ook de over­moedige Hennie Kuiper, die het van drift dan toch nog alleen probeerde, moest ervaren dat het gebeurd was. Dat daar de wind veel harder in de zeilen blies en de vaart door niets meer kon werden afgeremd.

Het werden tien, vijftien, dertig, veertig seconden, zelfs aan de streep een dikke anderhalve minuut. Weliswaar geen brede wig en daarom bleef de onderlinge afmatting langer uit dan ver­wacht. Wie zou durven openen? Toch nog misschien Gerrit de Wit, die in zijn overmoed misschien ook dit voorname deel van Neerlands sterkste wielerjeugd een vervolg op zijn les wilde doceren? Wijselijk bleef hij tussen de wielen. ,Laat ze maar komen, laat ze maar gaan banjeren," flitste het hem door het hoofd. Als het komt zullen waarschijnlijk de Amstel Bier­renners, met drie man zo sterk vertegenwoordigd, wel het eerst de lont aansteken. Of zouden Van der Kruijs en Van den Donk, beiden in dat stekende oranje-zwart van Trico Noble-Acifit, de kluis openen?" Neen, het was Oosterhof, de begenadigde, die zichtbaar niet leed en zijn pedalen met speels gemak rond­wentelde. Vijftig meters, misschien nog eens vijftig erbij, nam hij en toen ... ja, toen ontbond Matthijs de Koning alle duivels en vlamde - overigens goed gedekt - er naar toe en sprong met een helse, doorgaande wip naar zijn eerste klassieke zege. Het zal er, gezien zijn kwaliteiten en instelling, wellicht niet, bij hen blijven ...

Amateurs: 1. M. de Koning, Scherpenzeel, 4.22.23; 2. P. Oosterhof, Eelde, 4.22.55; 3. P. v. d. Donk, Rosmalen; 4. N. Bakker, Wieringer­meer; 5. G. de Wit, 's-Gravendeel; 6. P. v. d. Kruijs, Helmond; 7. W. VlotA Wanneperveen; 8. R. Cornelisse, Amsterdam, 4.24.31; 9. M. v. Hoogstraten, St. Anthonis; 10. J. Bruessing, Bovenkerk; 11. G. Ha­rings, Scheulder, 4.24.54; 12. C. Priem, Goes; 13. J. Vlot, Wanneper­veen; 14. A. Schoofs, Bladel; 15. H. Kuiper, Denekamp; 16. L. Westrus, Amsterdam; 17. C. Frijters, Zegge, 4.27.20; 18. B. Solaro, Den Bosch; 19. T. Blom, Haarlem, 4.28.34; 20. S. Berkhout, Schipluiden; 21. A. Hulzebosch, Meppel; 22. M. Pronk, 't Zand; 23. G. Bruirmma, Wester­bork; 24. H. Botterhuis, Zandbeek; 25. L. Embregts, Stampersgat; 26. W. Kelleners, Born; 27. A. Konings, Sprundel; 28. C. Koeken, Acht­maal, 4.28.47; 29. J. Spetgens, Someren, 4.29.03; 30. P. v. Katwijk, Op­loo, 4.29.19; 31. J. Aldenshof, Haarlem; 32. C. v. d. Berghe, St. Maar­tensdijk; 33. A. Koster, Rotterdam; 34. P. Vonck, Heikant; 35. H. Per­fors, Rotterdam; 36. A. Voogt, Scherpenzeel; 37. T. Damen, Ulvenhout; 38. J. Kemps, Sprundel; 39. M. Pustjens, Roosteren, 4.30.37; 40. A. Bathoorn, Roderwolde; 41. H. Brand, Roderwolde; 42. C. Fictorie, Ber­gen op Z.; 43. J. Kieftenburg, Hoorn; 44. J. Cornelissen, Nijmegen, 4.33.01.

Ploegenklassement: 1. Amstel Bier A 12 put.; 2. Caballero 37 pnt. ; 3. Trico Noble-Acifit Accu's B 47 put.; 4. Amstel Bier B 69 pnt. ; 5. Mars­Flandria 72 pnt. ; 6. Mann-Toyota 96 pnt.

 

OMLOOP VAN DE BRAAKMAN (4 april).1970

         Omloop van de Braakman 'spuwde gal' over rennersveld

               Eindmeters van Wim Bravenboer beslissend

Het is beslist niet alleen omdat men aan de overzijde van de Westerschelde zo bijzonder goed weet wat koersen organiseren is. Ook niet omdat wij Zeeuwsch-Vlaanderen als een van de allermooiste stukjes Nederland beschouwen. 't Is gewoon om­dat het daar ons altijd “iets" doet en daarom wellicht komen wij er zo erg graag. Het lijkt ook alsof een wielerkoers daar een bijzondere “adem" heeft, het is omdat de zo duidelijk in een Belgische sfeer getrokken entourage daar een geheel aparte, ongedwongen bekoring met zich brengt.

Zo is het met de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen, die nu dan in de maand juli van veel meer belang zal blijken te zijn in verband met de kort daarop te verrijden wereldkampioen- schap­pen, zo is het ook met de Omloop van de Braakman. Een “neo­fiet" onder de grote eendagskoersen. Vorig jaar als “proef" voor nieuwelingen verreden en nu, anno 1970, opgemaakt en aangepast voor amateurs. Een koers die - mits de organisatie, in casu de hoofdpersonen Henk Seeghers en Paul Wiskerke van Wielercomite „Philippine", hetzelfde beleid en de strakke regie blijft voeren - gelijk zijn bestaansrecht heeft verworven en voor een coureur die hogerop wil zonder meer sterke examen­eisen stelt.

Winnaar van deze eersteling werd Wim Bravenboer. De sterke Rotterdammer, van wie men de kwaliteiten en mogelijkheden reeds kent. „Den Brav", met zijn 23 jaren niet meer tot onze jongste garde behorend, heeft in de Braakman getoond de op­gaande lijn, de opbouw naar de grote vorm, hervonden te heb­ben. Niet zozeer omdat hij in een verlammende eindsprint toon­de de hoogste prijs van de tafel te kunnen graaien, meer om de wijze waarop hij het samenspel tussen de zeven koplopers, te weten Aad Duyker, Jan Aling, Frits Schur, Peter van Stra­len, de bijzonder verrassende Ben Jurriaans (onthoud vooral deze naam) alsmede trouwe toeverlaat en vriend Sjef van der Burg en uiteraard zichzelf, wist te regeren. In de nimmer af­latende stormwind - dan op kop, dan in de flank of in de rug - waagde hij zich niet aan pogingen die wie dan ook zouden „verstikken". Rustig op tijd het werk doen, steeds meehelpen om te zorgen uit de greep van de steeds verder achteruit­geslagen groep te blijven. Voor het overige, het eigen belang, de nodige kracht verzamelen voor de eindmeters.

De Omloop van de Braakman was een koers waarin alleen de sterksten overeind bleven. Waarin door enkele valpartijen vlak na het begin voor enkelen, zoals Ko Tolhoek, Jaak Verwey, Jan Zoons, Cees Buyck en Wim Wielhouwer de lol er vlug af was en waarin vooral de

beukende wind zorgden dat het kaf heel vlug van het koren gescheide werd. Een aanvan-kelijke kopgroep van circa 35 man holde alsmaar verder uit, verloor steeds meer manschap­pen, totdat uiteindelijk de zeven genoemden overbleven. Als laatste was nog Johan Lenferink uit het Gelderse Haaksbergen afgehaakt. Bijna zou na een lekke band in de laatste 30 kilo­meter ook een dergelijk iets zijn overkomen aan de Hoogezan­der Frits Schur, die we nu dan eens werkelijk in zijn ware ge­daante als coureur - als een groot coureur wel te verstaan - hebben mogen aanschouwen. Zijn “terugkeer" naar de spits was in een woord formidabel, deed ons terugdenken aan helaas langvervlogen tijden, toen dergelijke spektakelstukken door meer mannen van het ware karakter konden worden opge­voerd.

Och, er was daar op het ingedamde polderland van de Braak­man, onder het „eeuwige" vuur van de Nederlands-Amerikaan­se fabriek Dow Chemicals Netherlands CA - de spitse schoor­steen bleef de toorts brandende houden - onvoorstelbaar veel moois te zien. Bij voorbeeld het boeiende rijden van de jonge Zeeuw Cees Bal, van zijn klasrijke provinciemakker Toine van den Bunder, van een Wim de Waal, die ook al door een “rottig steentje" zijn kansen teloor zag gaan. En dan van de zeer ge­routineerde Tino Tabak, die tweemaal „plat" ging en toch weer bij de achtervolgers wist te komen. Een groep, die vooral ge­inspireerd werd door het nimmer aflaten van de goed ontwik­kelde Ab Klaeysen, van Johan Westerweele, van Michas Ber­tou, van Gerrie Heeringa, Henk Stander, Siem Berkhout en nog veel meer durvers. Zij waren ook ontworsteld aan de hevige slagwisseling die in de achterhoede plaats had gevonden en waarbij het 80 deelnemers tellende veld (zonder meer het juiste aantal) totaal verwaaierd en verplinterd door Philippine, Mauritsfort, Hoek en de verdere ongereptheid van het wijde Zeeuwsch-Vlaamse land trok.

Vooraan geraakte de groep van Heeringa en Tabak niet meer. De smalste kloof bedroeg nog altijd 34 seconden en dat was na ongeveer 90 kilometer. Toen geleek het inderdaad of de ,snee" er bij de eerdergenoemde kopgroep wat uit was. Maar daarvoor hadden zij niet zo moeizaam de voorsprong opgebouwd! Ze kropen wat dieper in het zadel, kromden hun rug nog meer. Het ritme werd hervonden, kreeg vooral door Jan Aling, die zich in de plaatselijke omlopen wat te gretig op de premie­sprints gooide, weer het vloeiende van de prijswinnende dans.Trouwens ook de anderen hadden er bijzonder veel belang bij om de zo taai verworven winst in handen te houden.

De koers bleek dan ook gelopen, al haalde eerst Jurriaans met een vertwijfelde uitlooppoging nog een prettig aandoende stunt uit. Een jump, die sportief gezien voor het allermooiste succes had kunnen zorgen. De tot dan wat teveel afhoudende Peter van Stralen ging er vlot op in en pakte in de laatste kilometers naar Philippine een dertigtal meters. Van der Burg dichtte hat gat en daarmede lag voor ploegmakker Wim Bravenboer (Trico Noble-Acifit Accu's) de weg open, die hij beslist het stevigst en het meest resoluut bewandelde. Pardon: befietste!

Amateurs: 1. W. Bravenboer, Rotterdam, 3.35.40; 2. J. Aling, Bunne; 3. B. Jurriaans, Amsterdam; 4. P. v. Stralen, Heerhugowaard; 5. F. Schur, Hoogezand; 6. A. Duyker, Beverwijk; 7. S. v. d. Burg, Berkel; 8. G. Heeringa, Veendam, 3.37.55; 9. C. Bal, Kwadendamme; 10. H. Slander, Oude Tonge; 11. M. Bertou, Den Haag, 3.38.11; 12. T. Tabak, Egmond a. Zee; 13. S. Berkhout, Schipluiden, 3.38.34; 14. A. Klaeijsen, Biervliet; 15. W. Evertse, Zierikzee; 16. J. Lenferink, Haaksbergen, 3.45.34; 17. J. Westerweele, Sluis; 18. N. Vermeulen, Amsterdam, 3.49.42; 19. W. v. Steenis, Breda; 20. A. v. d. Blinder, Aardenburg; 21. P. Vonck, St. Jansteen; 22. P. Remijn, Goes, 3.51.55; 23. T. v. d. Valk, Zandvoort; 24. S. Boekhout, Aardenburg, 3.54.12; 25. B. Broere, Sprun­del; 27. W. Breukel, Rozenburg, 3.55.26; 27. A. v. Opdorp, Hoogerheide; 28. S. Wielhouwer, Sommelsdijk.

Ploegenprijs: 1. Ketting 19 pnt.; 2. Trico Noble-Acifit 22 pnt.; 3. Trico-Noble 32 pnt.; 4. Peugeot-Michelin 35 pnt.

Premieklassement Trico Noble: 1. J. Aling 15 pnt.; 2. W. Bravenboer 11 pnt.; 3. B. Jurriaans 7 pnt.; 4. S. v. d. Burg 6 pnt.

Strijdlustigste renner: F. Schur.

Grootste pechvogel: T. Tabak.

 

OMLOOP VAN DE KRIMPENERWEAARD (5 mei).1970

Verkwikkende Bevrijdingsomloop van de Krimpenerwaard

                                      toch op het conto van Popke Oosterhof

                 Pionier Gerrit de Wit diep ontgoocheld

Ergens beleven we dit seizoen een eigenaardig verschijnsel. Officieel als klassieker te boek staande koersen brengen niet of nauwelijks - een uitzondering echter voor de Omloop van de Baronie - de bekoring welke men ervan verwacht en zomaar nieuw-gepousseerde proeven over de lange adem geven een verloop weer, waar de vonken vanaf spatten. Hoe magni­fiek was bij voorbeeld de Omloop van de Braakman, hoe schit­terend de Ster van Bladel en hoe briljant de Bevrijdingsomloop van de Krimpenerwaard. Deze laatste wedstrijd, vorige week dinsdag verreden, heeft een ontwikkeling laten optekenen wel­ke verkwikkend aandeed, welke de toets der kritiek volledig kan weerstaan en wat ons betreft beslist wel een “blijver" mag zijn. Organisatorisch zeer knap in elkaar gezet door een goede samenwerking tussen RRC Feijenoord en Het Vrije Volk, ach­ter de schermen zeer sterk gestimuleerd door Pionier-Sport­ploegleider Koos Rook en KNWU-consul John Lakerveld.

Een koers, welke bestond uit vier flinke omlopen door het door veel scheepsbouw en andere industrie geaccentueerde gebied tussen Hollandse IJssel en Lek en het rennersveld voor een nogal ingewikkelde opgave plaatste.

 Daarom was het uitermate jammer dat de “close-finish" tussen Popke Oosterhof (tot winnaar verklaard) en Gerrit de Wit tot lange tijd na afloop verhitte debatten veroorzaakte, dat deze Omloop van de Krimpenerwaard die onderweg zo bij­zonder veel moois heeft laten zien, daardoor een wat onbevre­digend slot kende. Vele onpartijdige mensen gehoord hebbende, kwam ons onmiddellijk weer die in 1963 zoveel gerucht maken­de San Pellegrino-finale van Nootdorp voor de geest waar (sic!) Gerrit de Wit inderdaad winnaar werd, maar een foto in „Wielersport" nr. 33, dd. 19 september 1963, duidelijk aantoon­de dat Eef Dolman toen beslist geen vierde was achter Harrie Steevens en Cor Schuuring, doch met De Wit eigenlijk een zo­genaamde „dead heat" bereikte. Gelukkig voor allen toont ook de door ons nu gepubliceerde aankomstplaat dat Popke Ooster­hof zonder enige twijfel de winnaar is, dat aankomstrechter Piet Tijmersma op een juiste wijze de klassering van nummer een en nummer twee heeft waargenomen.

  In het feestelijk vlaggende Krimpen aan den IJssel beleef­de men de ontknoping van deze tot de verbeelding spre­kende wegkoers met gemengde gevoelens. En al kost het ons enige ruimte, we menen speciaal het bovenstaande te moeten aanvoeren omdat daarmede de twijfel, de onzekerheid, wordt weggenomen. 0ok binnen het kader van de aldaar „dienst" doende afvaardiging juryleden, waarin eveneens verdeelde meningen waren te beluisteren.

Wat het voorspel tot deze afloop betreft, rezen er geen enkele twijfels. Drie omlopen lang werd het kaf van het koren ge­scheiden, kon men renners waarnemen die de plotselinge over­gang van het slechte naar het uitermate mooie weer niet ge­heel hebben kunnen opvangen. Zoals bij voorbeeld Theo van der Loo, die weliswaar door een kleine valpartij wat achterop kwam, maar totaal geen macht bezat om weer aan te sluiten.

En later, tegen de slotfase aan, overkwam de tot dan toe zo strijdlustige Tino Tabak hetzelfde. Ook hij viel ten prooi aan slijtage, veroorzaakt door de bolderende voorjaarswind, die aangevuld met een stralende zon de benen loom en onwillig maakte. Het is teveel om op te noemen, maar we hebben er zo velen zien sneuvelen. Meestal namen die niet of nauwelijks bekend zijn, maar toch ook een Herman Nak, een Frank Ouwerkerk, een Bertus Slings, een Piet Oerlemans en een Nico Henskens, die toch indruk maakte met zijn machtig rouleren en met wat doeltreffender bedienen van zijn derailleur beslist niet in de naamloze achterhoede had behoeven te ge­raken.

 

van de materiaalwagens te geraken, de man uit Zaandam, die nu toch werkelijk „komen" gaat, haalde dit allemaal niet. Henk Uittenbogaart had het peloton na de eerste omloop al in drie brokken getrokken, kreeg assistentie van niemand minder dan Fedor den Hertog, die ook zijn vorm aan het hervinden is en op “doorbreken" staat. Peter Godde, van wie men beslist meer zal gaan horen, wipte er met Jan Adriaans achteraan en zorg­de daarmede dat de groep nog meer werd uitgedund. De Engelsman Phil Edwards liet zich daarbij evenmin onbetuigd en al werden de uitlopers weer ingelopen, de voorlopige schif­ting bracht toch zesentwintig renners op het voorplan. Dat waren Den Hertog, de gebroeders Vlot, Hassink, Uittenbogaart (later met pech afgestapt), Van Stralen, Knoops, v. d. Valk, Godde, Van Kessel, Tabak (tot hij roemloos de aftocht blies), Perfors, Edwards, Van Steenis, Van Hoogstraten en zijn kwie­ke ploegmakkers Botterhuis, Van Swinnen en Van Laar, Smul­ders, Adriaans, Hullemans (ook pech), Swinkels, Vermeulen, De Waard, Oosterhof en De Wit.

Alles wat daarachter zat – en  we ontwaarden daarbij toch v. d. Kamp, Breur, v. 't Geloof, Schelling, v. d. Heij­den, Vermaire en Hurkmans - was “gezien". Evenals de wat zwakkere broeders die voorin door allereerst een demarrerende Van Stralen en even daarna door Van Hoogstraten, vervolgens door Oosterhof, Edwards, Den Hertog en weer Van Stralen alsmede door de voor het laatst “stuiptrekkende" Tabak wer­den losgegooid. Het bleef vlammen op de eerste rij, er werd alsmaar naar openingen gezocht. Steevast door Den Hertog, evenzeer echter door Adriaans, Van der Valk en ook door Van der Laar, terwijl Wicher Vlot met zijn komst naar dit viertal beslist nog meer perspectief aan deze ontsnapping gaf. De rest, die meedogenloos met Tabak (staakte gelijk), Knoops, Van Swinnen en Hulleman afrekende, reageerde evenwel keihard en toen ... ja, toen ging Den Hertog opnieuw. Nu met ploeg­makker Arie Hassink, die qua stijl nagenoeg zijn evenbeeld is.

Het tweetal pakte een dikke minuut, doch werd door de eerder ook weggesprongen en door Oosterhof en Van Hoogstraten bijgehaalde Van Stralen na een kilometerslange achtervolging weer ingelopen.

Daarmee was een eventuele kans op de overwinning voor Fedor of misschien ook wel voor Arie verkeken, want de manier waarop vooral Oosterhof deze achtervolging leidde, daarbij werkelijk formidabel gesteund door Van Hoogstraten en Van Stralen, gaf duidelijk aan dat het de man uit Eelde ernst was. Maar ook hij had buiten de waard gerekend, want onder impuls van de alles gevende De Wit kwamen ook Ed­wards, Botterhuis, Vermeulen (de Peugeot-renner gaat steeds beter rijden), Jans Vlot en v. d. Laar steeds naderbij. Schoven zij dichter en dichter op de vijf koplopers toe. Meter voor meter,terugkomend van meer dan een halve minuut. Op nauwelijks 20 kilometer voor de streep was het lot bezegeld. Vlak voor doorkomst van Gouderak streken zij neer op een groep die kwalitatief veel meer inhoud bezat, maar door gebrek aan effi­ciente samenwerking de voornaamste beslissing weer uit han­den gaf.

Het spel ging nu volledig op de wagen. Botterhuis deed een poging, pakte vijftig meter, Hassink en Oosterhof haalden hem weer terug. Edwards, de man met de meest klovende demarra­ge, ging twee, driemaal. En altijd weer was het die dekselse Arie Hassink die de zaak recht trok. Ook bij de jump van Van der Laar, ook bij die van de ontketende De Wit. En Popke Oosterhof ? De stralend gezonde Eeldenaar, van wie we steeds meer onder de indruk komen, begreep dat slechts een daveren­de eindsprint - te vroeg ingezet door Edwards en verder ge­dragen door De Wit - de ontknoping zou brengen.

Een ontknoping die helaas veel stof zou doen opwaaien ...

Amateurs: 1. P. Oosterhof, Eelde, 183 km in 4.26.27; 2. G. de Wit, 's-Gravendeel ; 3. J. Vlot, Wanneperveen : 4. M. v. Hoogstraten, St.­Anthonis; 5. Ph. Edwards, Engeland; 6. P. v. Stralen, Heerhugowaard; 7. A. Hassink, Neede; 8. F. den Hertog, Ermelo; 9. N. Vermeulen, Am­sterdam; 10. H. Botterhuis, Sambeek; 11. H. v. d. Laar, Son; 12. op 4.14 min. W. Vlot, Wanneperveen; 13. C. Swinkels, Goirle; 14. op 4.16 min. T. v. d. Valk, Zandvoort; 15. op 4.33 min. W. v. Steenis, Hoog­Blokland; 16. W. Knoors, Scheveningen; 17. J. v. Kessel, Deurne; 18. J. Smulders, Tilburg; 19. op 4.39 min. H. Perfors, Rotterdam; 20. J. Adriaans, Haps; 21. P. Godde, Zwijndrecht; 22. op 15.33 min. A. v. Hest, Tilburg.

Ploegenklassement:

1. Amstel Bier 18 pnt. ; 2. Pionier Sport 22 pnt. ; 3. Van Erp's Tegelhandel 25 pnt. ; 4. Batavus-Vredestein 36 pnt.

 

OMLOOP VAN HET ZUIDEN.(5 september).1970

Omloop van Het Zuiden vierde eerste lustrum

Het is al weer vijf jaar geleden dat de Eindhovense Wielerclub Het Zuiden, dit jaar bezig het vijftigjarig bestaan te vieren en dat is zonder meer een welgemeende felicitatie waard, met een geheel nieuw soort wedstrijd voor nieuwelingen op de proppen kwam. Een wedstrijd zo in de trant van bij voorbeeld Door het Land van Bartje, de Omloop van de Maasvallei. Kortom een soort ,klassieker", zij het dat er driemaal een parcours van 31 kilometer moet worden gereden. Allemaal ten zuiden van de Nederlandse “lichtstad", in de buurt van Oir­schot. Een grote lus die over Moorland, Oirschot, Oostelbeers, Middelbeers, Vessem en Wintelre langs het Beatrixkanaal te­rug naar de Eindhovense Dijk in Oirschot voert.

Achtereenvolgens wisten Marinus Smallegange (1966), Siem Noordzij (1967), Hans Koot (1968) on Jan Zuydweg (1969) deze heuse nieuwelingenwedstrijd te winnen.

En kwam die eerste uitgave dus in Zeeland (Smallegange komt uit Ellewoutsdijk) terecht, ook deze lustrumwedstrijd van vorige week zaterdag verhuisde naar de meest waterrijke provincie. Middels Jan Raas uit Heinkenszand, die 120 deel­nomers, verdeeld over 31 clubs, duidelijk de baas was. In het zware weer (harde wind) kwam na 60 kilometer een kopgroep tot stand waarin de sterkste nieuwelingen van ons land ver­tegenwoordigd waren. Namelijk Henk Mutsaars, Piet Laan, Ronny Kroep, Jan Bakker, Jac. Spronkmans, Gerrie van Ger­wen, Ton Huyzen en uiteraard Jan Raas. Het achttal kwam een en een kwart minuut vooruit op het peloton en word door de snelle Raas over de eindstreep geleid.

Nieuwelingen: 1. Raas, Heinkenszand, 93 km in 2.12.55; 2. Huyzen, Kloe­tinge; 3. Van Gerwen, Olland; 4. Spronkmans, Elsloo; 5. Bakker, Ste­dum; 6. Kroep, Rotterdam; 7. Laan; 8. Mutsaars, Schijndel; 9. op 1.15 min. Van Houwelingen, Heesselt; 10. Broeren, Bolnes.

Verenigingsklassement: 1. ZR & TC Theo Middelkamp 27 pnt. ; 2. RRC Feijenoord 49 pnt. ; 3. RC De Hoekse Renners 49 pnt. ; 4. W. C. Roosen­daal 84 pnt.

EXTRA

In verband met genoemde festiviteiten van WC Het Zuiden mochten ook de amateurs aantreden. Men trof het niet bepaald dat juist op die dag ook de Om­loop van Schouwen-Duiveland draaide. Zo kon er niet met merkenteams, wat oorspronke­lijk in de bedoeling lag, gereden worden. Toch vertrokken er voor dit extra 19 ploegen van verenigingen.

Een fel tempo met wat uitloop­pogingen, welke resulteerde in een vlucht van Piet van Beur­den, Cees van der Meijden, Klaas Koot, Frans Otten en Cor Tuyt. Er word een voorsprong van 40 seconden bereikt, maar met nog anderhalve ronde (on­geveer 50 km) te gaan, werd deze ,uitstap" afgebroken. Di­rect daarop kwam een nieuwe vlucht, tot stand gebracht door alweer Cees v. d. Meijden, die Henk Botterhuis, Henk v. d. Laar, Peter de Jong en Nico v. Hest meetrok. Met een formi­dabele inzet kwamen zowaar ook Hans Koot en Gerrit Oos­terbosch er nog bij en daarme­de was ook deze wedstrijd, die later toch weer samentrok, uit de doeken gedaan. Zij het op de eindsprint na, welke door Henk Botterhuis uit Sambeek op knappe wijze word “be­tegeld".

Amateurs: 1. H. Botterhuis, Sambeek, 155 km in 3.3403; 2. C. v. d. Meijden, Puttershoek; 3. H. Koos, Eindhoven; 4. G. Oosterhoek, Eind­hoven; 5. P. de Jong, Tilburg; 6. K. Koot, Valkenswaard; 7. H. v. d. Laar, Son; 8. N. v. Host, Tilburg; 9. W. de Louw, Stiphout; 10. J. Balneger, Rotterdam; 11. F. Seekers, Eindhoven; 12. C. Swinkels, Goirle; 13. F. Oaten. Eindhoven; 14. P. v. Bourdon, Diessen; 15. W. v. Helvoirt, Tilburg; 16. M. v. d. Heijden, Eindhoven; .17. A. v. Ham, 's-Gravendeel; 18. H. v. Kilsdonk, Mierlo-Hout; 19. F. Jansen, Oss; 20. C. Tuyt, Valkenswaard.

Verenigingsklassement: 1. R & TC Wilhehnina 14 pnt.; 2. RKTWC Pijnenburg 28 pnt. ; 3. RC De Hoekse Renners 49 pnt. ; 4. T & WC De Kempen 53 pnt.

 

OMLOOP VAN NIEKERK.(22 augustus).1970

THEO SMIT SNEL AAN FINISH VAN NIEKERKSE OMLOOP

De tweede Omloop van Niekerk, een zgn. semi-klassieke weg­-wedstrijd voor nieuwelingen, leverde een zege op voor Theo Smit uit Halfweg, die zich na 91 km de snelste toonde in de eindsprint van een grote kopgroep.

Smit boekte hiermede zijn vierde overwinning in dit seizoen. Het is bij lange na geen eenvoudige koers geworden voor de nieuwelingen, die van heinde en verre naar Niekerk waren gekomen. Door de aanhoudende regen heeft men het kwaad te verduren gehad op de veelal vlakke wegen. Het is dan ook een koers voor de sterken geworden. Vooral de renners, die het volgend seizoen over willen gaan naar de rijen der amateurs, weerden zich prima. Toch kregen zij, die zich van meet of kranig weerden, eigenlijk geen loon naar werken. We doelen in dit verband op de Denekamper Tonny Bruns, de grote ani­mator in deze uitstekend georganiseerde 2e Omloop van Nie­kerk. Enkele keren probeerde hij een succesvolle demarrage uit te voeren.

In de slotfase kwam deze Bruns zelfs - tezamen met de ta­lentvolle Bert Scheuneman uit Veendam (ook een van de favo­rieten voor de zege) - ten val. Beiden werden uitgeschakeld. De blessures vielen gelukkig mee. Wel had men materiele schade.

Ook vielen er nogal wat lekke banden omdat door de aan­houdende regen veel grind was losgeweekt.

Nieuwelingen:1. Th. Smit, Halfweg, 91 km in 2.21.38; 2. W. Albersen, Wierden; 3. H. Ponsteen, Nijverdal; 4. J. v. Dijk, Wehe den Hoorn; 5. J. Bakker, Stedum; 6. W. Vekens, Rosmalen; 7. T. de Jong, Jubbega; 8. T. Trentelman, Brummen; 9. T. Sijm, Zwaagdijk; 10. R. Martens, Assen; 11. N. Rinkel, Aalsmeer; 12. J. Poelman, Veendam; 13. R. Groen, Giethoorn; 14. H. v. Bergen, Heeswijk; 15. H. Waanders, Nijverdal.

 

OMLOOP VAN SCHOUWEN-DUIVELAND.(5 september).1970

              Omloop van Schouwen-Duiveland was geen peuleschil

       Winnaar Sjef van der Burg pareerde Aad Duyker bij herhaling

Als voorlaatste grote wegkoers van wielerseizoen 1970 neemt de eerste Omloop van Schouwen-Duiveland in de rij van geweldige evenementen zeker geen plaats in die met een aparte mar­kering dient te worden aangegeven. Het „plusje" ontbrak nog, hetgeen dan slaat op het wat mindere rennersveld, het was allemaal nog wat nieuw, misschien wat onwennig.

Maar toch liet deze eerste uitgave beslist veel positiefs optekenen. Ondanks het feit dat de vaderlandse kalender eigenlijk al te zwaar belast is met dergelijke koersen over de lange adem. We zijn blij daarvoor nimmer een selectie te moeten maken, want vrijwel iedere wedstrijd heeft een eigen karakter. Zo ook Schou­wen-Duiveland, dat met haar wijdse polders en kronkelende dijken zo uitne­mend het specifieke van Zeeland ver­tolkt.

Het is echter te hopen dat deze wedstrijd de Ronde van Midden-Zeeland of de Om­loop van Zeeuwsch-Vlaanderen nimmer concurrentie gaat aandoen, want alle drie koersen horen thuis “in het land waar het leven nog zo goed is".

Zij het bovenstaande zo terloops opge­merkt, het wielergevecht aan de over­zijde van de Grevelingen was eigenlijk met een ferme, sterke demarrage in de eerste kilometers al gelijk beslist.

Zierikzee, ook al een plaats waar men uitgestrekte wijken nieuwbouw optrekt en beslist groter van omvang dan menigeen denkt, ontving de wielren­ners met open armen. Waarschijnlijk en­thousiast gemaakt door Wim Evertse, die al enige jaren koerst en zich vooral in wedstrijden door zijn prachtige pro­vincie altijd van z'n beste zijde wil laten zien. Ook nu zorgde hij meteen in de eer­ste waaier aanwezig te zijn. Ver vooruit de valpartij, die voor Henk van Hooy­donk nogal hard aankwam en waarbij ook de Utrechter Joop de Jager en de Rotterdammer Henk Ensing waren be­trokken. Het peloton was toen al in vier flinke groepen uiteengeslagen. Voorop een formatie van twintig man, die onder aanvoering van speciaal Sjef van der Burg steeds meer wilde en die plots ook weer een afscheiding kende. Want Wim Dielemans, Peter Remijn, Hennie Gijzel en Piet Maas, maar ook Peter van den Donk kwamen op de smalle dijk naar Bruinisse plots zodanig op het kantje, dat zij twaalf verwoede knokkers moes­ten laten schieten. Twaalf renners, die het verdere verloop volledig in handen namen ...

Sjef v. d. Burg, het gehele seizoen al naarstig strevend naar een grote zege - steeds vergeefs - en voor vol­gend jaar als “captain" bij de jeugdige Trico Noble-ploeg geengageerd, bleef rijden. En met hem ook de oersterke Aad Duyker, die in Belgie al heel wat crite­riumwedstrijden heeft gewonnen om daarmede zijn triomf in de Belgische rondrit maar zo duidelijk mogelijk te on­derstrepen.

En deze twee geroutineerden, die zonder de dramatische ontwikkelingen in de profsector vrij zeker zouden overstappen doch nu maar blijven waar ze zijn, trok­ken met de bijzonder goed rijdende Ton Damen, verder met Aad van den Hoek en Henk van Dongen, Bert Visser, Henk Stander, Wim Evertse, Frans Hoeks en de twee ,gladde" Zeeuwtjes Cees Bal (bijzondere klasse) en Wim de Waal als­mede de Engelsman Grant Thomas (goe­de wijn behoeft geen krans) steeds ver­der weg, Stapelden minuut op minuut en verplaatsten daarmede deze eerste Om­loop van Schouwen-Duiveland in het vlak van een wat mat verlopende koers. Althans voor de periode tot aan de voor- en eigenlijke finale.

Want in de tweede, achtervolgende groep mochten Peter v. d. Donk, Jo­han Lenferink, Peter v. Doorn (ja, de sprinter waagde zich ook aan deze lange opdracht), Hans Egberts, Ko Blok, Toine v. d. Bunder, Hennie Gijzel, Piet Kette­nis, Tom Kuzee, Peter Remijn, Leo v. d. Parel en nog wat sterke jongens zitten, hun bundeling van krachten sorteerde geen enkel effect. Deze groep kon zich veel minder snel over de dijken en door de dorpjes bewegen. Men had er gewoon de macht niet voor of wellicht niet ver­wacht dat een zo vroege aanval serieus was bedoeld.

Vooraan gebeurde echter, bij binnen­komst van Scharendijke, ook wat. Wim Evertse, wat te scherp sturend, kwam met Henk v. Dongen ten val. De laatste kon vrij spoedig weer aansluiten. Kon in het ,zog" van de volgwagens zijn plaats direct weer opeisen, maar Evertse (lekke band) moest eerst repareren en werd toen op onbegrijpelijke wijze door zijn ploegleider op een „gat" geplaatst. In de moderne wielrennerij geldt dat zij die pech hebben met hulp van de auto's mo­gen terugkeren. Dat lijkt misschien te­gen de regels in, de praktijk leert dat hij, bij wie de “pijp" uit is, er toch geen enkel voordeel van heeft.

Kort voor Renesse kon Evertsen na een bijzondere krachtsinspanning weer terug aansluiten. Gelukkig lag het toen wat stil. Er werd weliswaar in tem­po gereden, maar demarrages en jachten waren op dat moment nog niet aan de orde.

Was dit drama weer rechtgetrokken, vlak voor Burgh-Haamstede maakte Frans Hoeks een rare buiteling. Teveel op het kantje rijdend sloeg hij de dijk af.

Ging een aantal malen over de kop, krabbelde terug de weg op en toen be­gon de keiharde “Man(n) van Toyota" aan een furieuze achtervolging. Ja, we noemen deze renner uit de ploeg van Jac. Mangelaars met ere “keihard", want later toen hij na vele, vele kilome­ters alleen-rijden toch weer kon aanslui­ten maar bij de eerste de beste demarra­ge moest lossen en toen door de op vele minuten achter liggende tweede en derde groep kansloos werd voorbijgereden, kwam uit wat hij in werkelijkheid bij zijn buiteling had opgelopen. Namelijk een gebroken sleutelbeen. Hoe moeilijk en pijnlijk ook, wat moet Frans Hoeks in dat lange stuk om opnieuw bij de eersten te komen, een moraal hebben op­gedaan. Indien hij weer volledig hersteld is, volgend seizoen uiteraard, kon men zijn naam weleens veelvuldig gaan te­genkomen.

Deed een haastig in elkaar gezet jachtje van Peter v. Doorn (de baan­sprinter kan toch ook op de weg wel wat), Peter v. d. Donk, Piet Kettenis en Wim Dielemans niets of nauwelijks iets veranderen, in de spits trok de jonge Cees Bal er ineens tussenuit. Op weg naar de premie bij de caissons van Ouwerkerk, het zo bijzonder getroffen dorp tijdens de watersnood van februari 1953. Wat een machtig brok tragiek ligt daar, wat werden ook onze gedachten daar weer teruggedraaid naar die vrese­lijke rampspoed. Maar ook: wat komt het Zeeuwse devies “Luctor et Emergo" hier goed tot uitdrukking.

Het is goed dat te overdenken, ook tij­dens het beoefenen van sport, welke meestal blije gevoelens vertolkt en een belangrijke plaats in ons leven inneemt. Bal, onbevangen en natuurlijk nog vol karakter van de West-Brabant Pijl (won hij immers) ging op pad. Prompt trok­ken Aad Duyker, Grant Thomas, Ton Damen en vooral Sjef v. d. Burg naar hem toe. Te laat reageerden Henk Stan­der, Wim Evertse en De Waal, die op hun beurt de anderen losgooiden, maar ondanks een soms dichtbij komen, toch de expresse steeds harder en verder za­gen wegtrekken. Langs Dreischor, Zon­nemaire, Brouwershaven, Scharendijke, Ellemeet, Renesse, Burgh-Haamstede, Burghsluis en Serooskerke.

Op weg naar Zierikzee. Met onder­weg twee verschrikkelijke ,ontplof­fingen van Aad Duyker, die perse wilde winnen. Cees Bal moest er zelfs af, ging ten gronde aan dit geweld waarin de wat afzijdige Ton Damen (reed niet zo erg veel aan de leiding) zowaar overeind bleef. En Grant Thomas, volgend jaar ook bij Trico Noble, liet zich evenmin verschalken door het grote gevecht tus­sen Duyker en Van der Burg. Twee kemphanen, die elkaar tenslotte in een verwoede eindsprint nogmaals tot de bo­dem uitputten, maar waarbij Sjef v. d. Burg zich net even eerder over de eind­streep kon werpen en zich door Ronde­miss Annie Stoutjesdijk kon laten om­helzen.

Een wedstrijd die toch maar moest blij­ven...

Amateurs: 1. S. v. d. Burg 160 km in 3.51.29, 2. A. Duyker, 3. G. Thomas (Eng.), 4. T. Damen, 5. C. Bal 3.52.11, 6. W. Evertse 3.55.14, 7. H. Slander, 8. W. de Waal, 9. P. v. d. Donk 3.59.18, 10. J. Lenferink 3.59.29, 11. Ii. v. Dongen 4.00.01, 12. H. Gijzel, 13.. P. Maas, 14. K. Blok, 15. C. Vermaire 4.00.14, 16. Chr. de Jonge 4.00.30, 17. P. v. Doorn 4.01.02, 18. H. Westerweele, 19. J. Moelker, 20. W. Dielemans 4.01.10, 21. A. Visser 4.01.18, 22. H. Egberts 4.03.25, 24. L. v. d. Wiel 4.03.157, 24. P. Remijn, 25. A. Kuzee, 26. D. Smalle­gange 4.04.04, 27. J. Brinkman 4.10.22, 28. R. Pols 4.10..35, 29. H. Brinkman 4.11.19, 30. C. Kortsmit, 31. J. Marijs, 32. L. Hoffschlag, 33. J. v. Eijk 4.11.24, 34. P. Markus.

Ploegenklassement: 1. Trico Noble 11.47.26, 2. Clarijs-Braat 11.50.29, 3. Trico Noble-Acifit Accu's 11.51.49, 4. ZR & TC Theo Middelkamp, 5. Ketting-Di;dam 12.06.51.

 

OMLOOP VAN ZEEUWSCH-VLAANDEREN 11 juli t/m 12 juli).1970

 Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen kende boeiende finale

                      Sterke Juul Bruessing presenteerde kunde en aanleg

Ondanks het feit dat vele vooraanstaande amateurs - speciaal had men de voorlopig voor Leicester geselecteerden mogen en zelfs moeten verwachten; dat wil zeg­gen zij die “ vrij" waren - schitterden door afwe­zigheid, is de Internatio­nale Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen

toch weer uitgegroeid naar een machtig stuk wielerwerk. Een twee­daagse etappe-wedstrijd uitstekend georganiseerd door de Wielercomitees van Terneuzen en Oost­burg, ten tonele gevoerd door een aantal ploegen waarin diverse sterke kleppers waren vertegen­woordigd. Een koers die uiterst lastig is, veel slechte wegen kent en met twee ritten in lijn en een zware ploegentijdrit alles van de deelnemers vergt.

De jonge, pas 20-jarige uitdeuker,spuiter Juul Bruessing uit Bovenkerk kon deze moeilijkheden het best aan. Sterker uit­gedrukt: hij reed domine­rend. Bewees zowel op de eerste als op de tweede dag zijn onmiskenbare kunde en aanleg. Meldde zich met deze klinkende victorie meteen bij Neer­lands meest in het oog lopende amateurs en mits hij zich in acht neemt en de taken serieus aanpakt, zien wij in diezelfde Bruessing een renner die mogelijk een ,generaals­staf" in handen kan ne­men.

Uiteraard heeft ook hij nog veel te leren. Dat is echter niet erg. Ze­ker niet als hij blijft open staan voor goede adviezen en zijn soms te impulsie­ve karakter weet te be­teugelen. Fysiek is hij zonder meer volgroeid, sterker zelfs dan de meesten van zijn leeftijd­ genoten. Mentaal ligt het nogal eens anders. Hij is vlug geimponeerd, vindt het te gauw goed. Toch behaalde hij de laatste tijd een knap aantal overwinningen. In Duitsland, in Engeland en in Nederlandse criteria. Ook in het koersen over de lange adem heeft men hem stee­vast bij de voornaamste demarrages aanwezig gezien. Daar heeft hij met zijn grenzeloze brutaliteit om zich er tussen te „wurmen", zelfs een fijne neus voor. Als het grote ogenblik aanbrak, deftig gesproken: het psychologisch hoogtepunt van de koers op de proppen kwam, ont­brak hij echter op het appal.

In die keiharde Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen - zonder meer een van de mooiste wedstrijden van ons land - toonde Juul Bruessing echter dat zijn „leerschool" binnen het kader van de Trico Noble­ Acifit Accu's-formatie vruchten gaat afwerpen.

Het zwaarste brok van de Internationale Omloop van Zeeuwsch­-Vlaanderen was zonder meer de etappe welke op de eerste dag, zaterdag 11 juli, verreden diende te worden. Een heuse rit welke door de afstand en bovendien door het afmattende zomerweer niet bepaald gemakkelijk was.

Kilometerslang draafde het gezelschap voort. Met allerlei kleine ont­snappingen, die niets of nauwelijks iets te betekenen hadden, maar toch wel zoveel kabaal in de groep brachten dat er om de haverklap een jacht viel te constateren. De eerste 100 km werden aldus gekenmerkt door vergeefse pogingen van allerlei stoutmoedigen. Van wie de Belg Ghislain de Clerq de eerste was die flink aan de ketting ging rammelen. Piet Oerlemans, de sterke Tilburger, en John Hill brachten ook wat lever in de brouwerij. Evenals Peter van den Donk, Cor Leunis en Jan van Dam, Wim Breukel, Wim Ponse en Jos de Couwer, de groots marcherende Henk Stander. Het betokende echter allemaal nog weinig. Evenmin de uitval die Ronny de Bisschop, Ab Klaeysen en wederom Van Dam plaatsten in de buurt van Axel, evenmin de verwoede attaque die Leunis, Ben Jurriaans, Leo Boose (een zeer kwiek rennertje), Klaeysen (nogmaals) en de na pech zo formidabel teruggekomen Pe v. Stralen in de buurt van Zaamslag (84 km) te berde brachten. Het was met recht gaan en komen, rekken en krimpen.

Achteraan hadden zich al heel wat kleine en grote drama's afgespeeld. Van lekke banden, zoals bij voorbeeld Piet Idema die driemaal achter­een moest repareren. Van ook de sterke Wim Knoors, die moest over­stappen op een veel te kleine fiets en toch het ongelooflijke presteerde door alleen weer bij te komen. Dat will zeggen bij een ander groepje achterblijvers, te weten Frans Meyaard, Jan de Groot, Jan de Blok en de Belg Ronny de Bisschop, die ook al door tegenslag achteruit was geslagen.

Vooraan echter plots een uitval van Ghislain de Clerq, van zijn ploegmakkers Antoine Bauwens en latere etappe-winnaar Romain Vercauter. Bij wie ook Wim Evertse en de bijzonder intensief rijdende Georges Zoontjens zich aansloten.

Met een schitterende sprong kwam ook Cor Leunis er nog bij en toen was de deur in het slot gevallen. Althans voorlopig, want allengs groeide de voorsprong, kwam de kloof zelfs tot boven de minuut. Achteraan ging men evenwel in allerijl een jachtgroep formeren. Voor­namelijk onder druk van de sterk rijdende Siep Berkhout, van Peter Vonck, Piet Oerlemans en de kwikzilverige Ben Jurriaans, die ondanks zijn achttien jaren opperbest kon meegaan. Ook de met grote plannen zittende Juul Bruessing sprong er met Cees Tuyt en de later door een slepend achterwiel sterk geremde Wim Bravenboer nog bij. Vooraan maakten de twee wakkere Belgen De Clerq en Vercauter dat zij buiten schot kwamen, dat de “patrouille" bij wie Jan Zoons, Leo Boose, Johan Westerweele, Theo van Poecke, Jes Smulders, Pe van Stralen en de Belg Jos de Couwer zich in de slotfase eveneens nog deden opmerken, niet helemaal toekwam. Ondanks de iets te laat ingezette sprong van Bruessing en De Couwer. Het overwicht van de Oostvlamingen was typerend, de eerste etappe namen zij volledig in hanen.

Daarom was het des te onbegrijpelijker dat de Belgen op de tweede en laatste dag zich zo willoos ter slachtbank lieten voeren. In de ploegentijdrit tussen bet kraakheldere Terneuzen en het al even schone Oostburg werden zij finaal weggereden. Door de ploeg van Faas-Bata­vus welke derde werd, door Reisbureau Rouw (2e) en helemaal door de als een geoliede machine rijdende equipe Trico Noble-Acifit. Ge­weldig zoals captain Wim Bravenboer met Sjef van der Burg, Ben Jurriaans, Peter van den Donk (de sterkste van allen), Cor Leunis en de alsmaar meer gevende Juul Bruessing daar op de drukke Zeeland­weg opereerde. Na 5 kilometer reeds een winst van 20 seconden. Na 10 km 1.15 min., aan de streep liefst 3.27 min. Het ploegen- klassement was daarmede gelijk vergeven. Temeer daar in het slotritje over 116 km een allesoverheersend offensief een zo compleet mogelijke triomf in de hand meest werden. Niet alleen als ploeg, ook in het individueel klassement en de puntenrangschikking.

Wat zijn zowel leider Romain Vercauter als zijn secondant Ghislain de Clerq (kortelings nog winnaar in de Ster van Henegouwen en een regelrechte knecht van Belgie's grote man bij de amateurs Rik van Linden) in de val gelopen. Wat hebben zij en trouwens ook de Engelsen moeten ervaren hoe Nederlandse amateurs te keer kunnen gaan.

Oostburg was namelijk nog maar net verlaten of daar - op weg naar het toeristisch zo idyllisehe plaatsje Cadzand - werd een “bombardement" ondernomen waarin Vercauter roemloos ten order ging. Hij had niet verwacht dat een zo vroege ontsnapping effect zou sorteren. Maar niet voor iets had ploegleider Piet Liebregts vijf man­nen (en als Van der Burg niet zo spijtig had lek gereden op dat moment zouden het er zelfs zes - dus zijn complete ploeg - zijn geweest) naar het front gestuurd. Ze waren er als de kipper bij om mee te gaan met Peter Godde, die de hele boel op stelten zette. Twee­entwintig renners liefst, die gelijk het decor een totaal ander aanzicht gaven. Van wie de Belg Jos de Couwer, als gastrenner bij Schrijver­-Boidin opgenomen, door lossen en stayeren uit de koers word ge­nomen. Voor Bruessing betekende dat een lastige klant minder. Hij zou er, zonder er zelf iets voor te moeten doen, nog twee kwijtraken.

Namelijk de lekgeredende Van Stralen die het slachtoffer werd van een foutieve beslissing van de jury. Hij werd op een „gat” gezet, mocht niet profiteren van de auto's. Bovendien kon Van Dam op de kasseien van Sint-Kruis niet meer mee. De anderen maalden niet om deze tegenslag. Gingen onverdroten voort. Godde, Van den Meijden, Van den Valk, Berkhout, Van Poecke, Jurriaans, Leunis, Stander, Van den Donk, De Vos, Knoors, Smulders, Bravenboer, Evertse, Janbroers en ... de wakkere Bruessing, alsmede de Belgen De Bisschop, Bauwens en Ferket.

Een hoog en droog tempo. Nimmer aflatend in de stevige zonnen­bries die op de alsmaar kronkelende wegen en dijken niet bepaald bevorderlijk was voor de cadans. Toch kon Leunis na een lekke band alleen nog prachtig terugkomen, deed Godde nog eens een hernieuwd uitstapje en gleed ver, heel ver in de achterhoede de ontluisterde Romain Vercauter naar een steeds grotere achterstand. En in die tweede jagende groep waarachter hij zat, kon De Clerq evenmin zijn kansen verdedigen. Eenvoudig omdat alles wat werkelijke kwaliteit bezit van voren zat -en door de Trico-Acifit-renners wel zodanig werden opgezweept,dat er geen kijk meer op een andere ontwikkeling mogelijk was. Wim Bravenboer wipte met Jurriaans en Knoors even weg. Het was een soort eerste oorvijg om de mannen van Clarijs-Braat, te weten Van Poecke, Evertse, Berkhout en Stander uit te dagen. De laatste trapte er zelfs in en nam een 200 meter. Prompt reageerde Van den Donk en toen heeft men overduidelijk kunnen zien hoe waardevol deze renner voor een ploeg wel is. Als een superknecht pareerde hij Stan­der's aanval. Van den Donk, de meest regelmatige van alle grote Nederlandse wegkoersen, is niet gekozen voor de selectie van de wereld­kampioenschappen. De reden daartoe is niet vermeld„ maar toch ge­loven wij (wat zeggen we: weten het zeker!) dat hij deze plaats ver­diende. Vooral door zijn opofferingsgezindheid, zijn hulpvaardigheid, zijn grote koersinzicht, zijn enorme inzet.

     Omstreeks de 83e kilometer, in de buurt van Biervliet en Driewegen, gebeurde het. Daar patsten Evertse, Stander en v. d. Donk weg. Meteen reageerde Juul Bruessing met Ben Janbroers, die jammer genoeg een te zwakke ploeg om zich heen had en 's morgens in de tijdrit vrijwel alles alleen had moeten opknappen. De klap was ge­vallen, want afschoon Wim Bravenboer nog hemel en aarde bewoog om er alleen bij te komen en de Belgen De Bisschop en Bauwens, Van den Valk (rijdt weer Opperbest), Berkhout en Jurriaans  hem nog kwa­men assisteren, de vijf op kop lieten zich niet meer verschalken. Altijd maar weer bleven Janbroers en vooral Bruessing en Van den Donk het tempo aangeven. Evertse raakte er vole kilometers door op zijn knieen, vocht zich er doorheen maar kon toch geen gevaar meer opleveren voor Bruessing, omdat deze zelf de koers volkomen regelde en waar hij mogelijk tekort schot, uitstekend werd aangevuld door Van den Donk. In de sprint, waardeloos door een veel te lastige aankomst, toonde Evertse zich de rapste, maar kon de aanstormende Bruessing maar nauweiijks voor blijven.

Deze had aan zijn tweede plaats echter meer dan voldoende om de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen, die qua organisatie, datum (vlak voor de wereldkampioenschappen), parcours en opzet zeer beslist een grotere aandacht verdient, prachtig op zak te steken. Juul Bruessing presenteerde zich en het zal zeker niet de eerste en enige keer zijn ...

1e Rit Terneuzen-Terneuzen 160 km: 1. R. Vercauter (B.) 3.48.32, 2. G. de Clerq (B.) 3.48.39, 3. J. Bruessing 3.49.09, 4. J. de Couwer 3.49.19, 5. L. Boose 3.49.24, 6. Th. v. Poecke 3.49.27, 7. W. Evertse, 8. P. v. Stralen, 9. J. Sulders, 10. J. Zoons, 11. A. Bauwens (B), 12. G. Zoontjens, 13. C. Leunis, 14. J. Westerweele, 15. B. Janbroers 3.50.02, 16. B. Jurriaans, 17. J. v. Dam, 18. R. die Bisschop (B.), 19. P. Godde, 20. P. Vonck.

2e Rit Ploegentiidrit Terneuzen-Oostburg 37,5 km: 1. Trico Noble-Acifit 50.38, 2. Reisbureau Rouw 53.21, 3. Batavus-Faas 53.43, 4. Belgie 53.57, 5. Clarijs-Braat 54.10, 6. Trappist Bier 54.21, 7. Van Nelle 54.31, 8. Spronk­-Acifit 54.36, 9. Schrijver-Boidin 55.21, 10. Middelkamp A 55.31, 11. Kle­dingbokser 59.45, 12. Er op en er over 1.44.41.

3e rit Oostburg-Oostburg 116 km: 1. W. Evertse 2.47.21, 2. J. Bruessing 2.47.26, 3. P. v. d. Donk 2.47.31, 4. H. Stander 2.47.36, 5. B. Janbroers, 6. W. Bravenboer 2.49.09, 7. B. Jurriaans 2.49.12, 8. S. Berkhout, 9. R. die Bisschop (B.) 2.49.54, 10. A. Bauwens (B.), 11. T. v. d. Valk 2.49.57, 12. P. Vonck 2.50.14, 13. G. de Clerq (B.), 14. P. v. Stralen, 15. P. Smul­ders, 16. G. Zoontjens, 17. J. Hill, 18. J. Hinneman, 19. B. v. Dorth, 20. L. Boose.

Algemeen eindklassement: 1. J. Bruessing 6.36.35, 2. W. Evertse 6.36.48, 3. P. v. d. Donk 6.37.393, 4. H. Stander 6.37.38, 5. B. Janbroers 6.37.38, 6. G. de Clerq (B.) 6.38.53, 7. S. Berkhout 6.39.14, 8. B. Jurriaans 6.39.14, 9. A. Bauwens (B.) 6.39.21, 10. L. Boose 6.39.38, 11. P. v. Stralen 6.39.41, 12. P. Vonck 2.50.14, 13. G. de Clerq (B.), 14. P. v. Stralen, 15. J. Smul­6.39.49, 15. R. de Bisschop (B.) 6.39.156, 16. T. v. d. Valk 6.39.59, 17. P. Vonck 6.40.16, 18. P. G5d,de 6.40.25, 19. J. Hill (Eng.) 6.40.54, 20. J. Hin­neman 6.40.54, 21. Th. v. Poecke 6.40.58, 22. B. Knoors 6.44.00, 23. W. Breukel 6.44.35, 24. C. v. d. Meijden 6.45.37, 25. C. Leunis 6.48.37, 26. R. Vercauter (B.) 6.49.40, 27. J. de Vos 6.50.13, 28. P. de Jong 6.50.13, 29. J. Zoons 6.50.18, 30. A. Suykerbuyk 6.50.53, 31. K. Tolhoek 6.51.31, 32. J. Moelker 6.51.31, 33. P. Oerlemans 6.51.31, 34. A. Klaeysen 6.51.58, 35. A. Kuzee 6.51.58, 36. A. v. Ham 6.52.04, 37. J. v. Rossum 6.52.37, 38. R. v. Doorn 6.56.24, 39. W. Ponse 6.56.35, 40. J. v. Dam 6.57.06, 41. A. Lubke 6.57.37, 42. C. Tuyt 6.57.44, 43. P. v. Beurden 6.57.44, 44. B. v. Dorth 6.57.53, 45. R. Ferket (B.) 7.00.03, 46. P. Heijster 7.04.58, 47. H. Lammers 7.05.35, 48. J. v. Waas 7.07.18, 49. W. de Feber 7.08.30, 50. K. Blok 7.08.57, 51. L. v. d. Wely 7.18.10.

Algemeen ploegenklassement: 1. Trico Noble-Acifit 20.43.47, 2. Clarijs­-Braat 20.49.49, 3. Belgee 20.51.12, 4. Van Nelle 20.56.06, 5. Batavus-Faas 21.03.14, 6. Trappist Bier 21.03.18, 7. Schrijver-Boidin 21.00.03, 8. Reis­bureau Rouw 21.11.27, 9. Middelkamp A 21.18.30, 10. Erop en erover 21.30.38.

 

OOSTBURG (12 juli).1970

Dames: 1. B. Hage, 2. K. Rage, 3. T. v. d. Plaat, 4. T. Smulders, 5. A. McElmury, 6. I. Trompert, 7. U. Burger, 8. J. Jonkers, 9. D. Baerends, 10. H. Boeije.

Nieuwelingen: 1. A. Dubbeld, 2. A. Vasseur, 3. L. Lakeman, 4. J. Raas, 5. T. Huyzen, 6. J. Verbeeke, 7. L. Strobbe, 8. W. Westdorp.

 

OOSTBURG (27 september).1970

Amateurs: 1. G. Thomas, 2. B. Slings, 3. W. Evertse, 4. J. Westerweele, 5. A. v. d. Bunder, 6. J. Tolhoek, 7. J. Hinneman, 8. H. Gijzel, 9. J. Blok, 10. W. de Faber.

 

OOSTELBEERS (5 april).1970

Amateurs: 1. R. Schuiten, 2. K. v. d. Knaap, 3. P. Hobo, 4. M. Lambo, 5. J. Schipper, 6. M. Venix, 7. A. Mansvelders, 8. M. Hesemans, 9. P. Kuys, 10. R. Liebrechts.

Nieuwelingen: 1. R. Aversteeg, 2. H. Albersen, 3. J. Raas, 4. H. Gel­dens, 5. A. Dekkers, 6. H. Pronk, 7. H. Bellemakers.

Adspiranten: 1. K. Sterk, 2. J. Ruckert, 3. R. Sentjens.

 

OOSTERHESSELEN (24 mei).1970

Amateurs: 1. B. Bathoorn, 2. F. Boertien, 3. T. Udding, 4. D. Middel­veld, 5. J. Schonewille, 6. A. Hopman, 7. A. Strijbosch, 8. N. Been, 9. E. Boekholt, 10. F. Franke.

Adspiranten: 1. J. Spijker, 2. G. Schalk, 3. L. Aalders.

 

OOSTERHOUT (20 september).1970

Amateurs: 1. N. Vermeulen, 2. D. Groen, 3. W. Smeekens, 4. B. v. Dorth, 5. G. Zantingh, 6. C. Moritz, 7. K. v. d. Knaap, 8. J. Meijer, 9. J. Jager, 10. W. Prinsen.

Nieuwelingen: 1. M. Rehorst, 2. C. Stoutjesdijk, 3. J. Vroegrijk, 4. A. Oprins, 5. J. Voesenek, 6. C. de Looze, 7. J. Vos, 8. G. Broers.

Adspiranten: 1. J. Verbruggen, 2. J. Kloos, 3. K. de Brouwer.

 

OOSTERHOUT.(13 september).1970

PETER POST HERNIEUWT ZIJN KEIZERSCHAP IN OOSTERHOUT

Reeds enige weken rijdt Peter Post - dat is inmiddels bekend - weer op de racefiets. Aan diverse wegkoersen in Nederland en Belgie deed de 36-jarige Amstelvener reeds mee. Z'n beste prestatie was een tweede plaats achter Theo Verschueren op de Rotterdamse Coolsingel, waar achter de derny werd ge­koerst. Post was weer “terug" na zijn ingrijpende operatie, maar zou de karaktervolle zesdaagse-keizer ooit nog weer het zoet van een overwinning mogen smaken ? Zou de ingreep toch niet zodanig zijn geweest dat hij, gerekend naar zijn vermin­derde omstandigheden en zijn leeftijd, nu toch de hoogste eer aan anderen zou moeten laten?

Peter Post, de laatste van een roemruchte garde die een car­riere op topniveau over meer dan tien jaren kan maken, nam niet langer genoegen met zijn “meerijden". In het Molencrite­rium van Oosterhout plaatste hij een nieuwe parel in zijn kroon. Misschien nog niet met eenzelfde overtuigende macht als vroeger, maar ongetwijfeld zal Peter er zoveel “moraal" mee hebben opgedaan, dat hij vol goede moed eerdaags aan het inspannende zesdagenleven kan beginners. Zijn manege annex bowlingcentrum in Bovenkerk, waar met iedere “kegelbaan" het slordige bedrag van 28.000 gulden gemoeid gaat - en er zijn er vier - zal het voorlopig nog zonder de eigenaar moeten stellen. En vrouwlief Loek, die misschien steels gehoopt had dat zij Peter wat meer thuis zou hebben, zal bemerken hoe haar man opnieuw een wieler-nomadenbestaan zal gaan leiden.

In het Brabantse Oosterhout waar vele honderden (of waren het duizenden?) aanwezig waren, ging de strijd in hoofdzaak tussen Post en Verschueren. Twee kemphanen, die elkaar al jarenlang het vuur na aan de schenen leggen. Toch ook een bijzonder optreden van Joop Zoetemelk, die zowaar de tweede serie won en in de eindrangschikking achter Post en Ver­schueren de derde plaats innam. Het ging er hard, bikkelhard aan toe, zo zelfs dat Verschueren nog een protest indiende.

Het werd hem, aangaande de aankomst van de tweede serie, niet toegewezen en om alle twijfels wag te nemen, liet Post in de derde en laatste rit met een formidabele eindsprint zien wie de sterkste was.

le series 1. Verschueren 25 km in 39.37, 2. Post, 3. Zoetemelk;

2e serie: 1. Zoetemelk 25 km in 39.25, 2. Post, 3. Verschueren;

3e serie: 1. Post 25 km in 39.23, 2. Verschueren, 3. Beugels.

Eindklassement: 1. Peter Post 28 pnt., 2. Theo Ver­schueren 27 pnt., 3. Joop Zoetemelk 23 pnt., 4. Jaap Oudkerk 21 pnt., 5. Eddy Beugels 15 pnt., 6. Ehrenfried Rudolph 13 pnt., 7. Leo Duyndam 12 pnt., 8. Piet de Wit 10 pnt., 9. Klaus Bug­dahl 10 pnt., 10. Leo Proost 4 pnt.

Nieuwelingen: 1. Rob Kroep, 2. Wim Hofstede, 3. Co Hoogendoorn,

Dames: 1. Bella Hage, 2. Ketie Hage, 3. Christine Geerts,

Adspiranten: 1. Ad Prinsen, 2. John Akkermans, 3. Jan Damen,

 

OOSTERWOLDE (30 mei).1970

Amateurs: 1. A. Schroten, 2. A. Hulsebos, 3. A. Scheffer, 4. D. v. Wijhe, 5. J. v. Dam, 6. J. Meijer, 7. J. Buikema, 8. J. Schipper, 9. P. Penne­kamp, 10. W. Nooren.

 

OOSTVOORNE – KAMPLAAN (25 juli).1970

Amateurs: 1. M. Pennings 2. W. Braveboer, 3. D. Groen, 4. J. Breur, 5. H. v. Leeuwen, 6. H. Nak, 7. W. Breukel, 8. P. Kettenis, 9. A. Naaktgeboren, 10. H. Vos.

Nieuwelingen: 1. J. Zuijdweg, 2. J. Bakker, 3. C. de Loom 4. F. Kloot­wijk, 5. H. Pronk, 6. M. Rietveld, 7. W. Schuurhuizen, 8. R. Kroep.

 

OPLOO (26 spril).1970

Amateurs: 1. T. Blom, 2. J. Adriaans, 3. M. v. Hoogstraten, 4. T. Ta­bak, 5. R. Schuiten, 6. J. Aldershof, 7. J. v. Kegsel, 8. P. Edwards, 9. C. Stein, 10. B. Groen.

Nieuwelingen: 1. A. Jansen, 2. R. Vink, 3. J. Smeets, 4. J. Overweg, 5. F. Veldhuizen.

Adspiranten: 1. M. Jacobs, 2. R. Zieleman, 3. R. Sentjens.

 

OPMEER (2 augustus).1970

Amateurs: 1. P. v. Stralen, 2. N. Vermeulen, 3. S. Schuitemaker, 4. W. v. Dok, 5. R. Cornelisse, 6. G. Kamper, 7. L. de Vries, 8. A. Stet, 9. W. Pronk, 10. N. Hendriks:

Nieuwelingen: 1. R. Smit, 2. G. Janmaat, 3. T. Smit, 4. P. Laan, 5. R. Bakker, 6. T. Bakhuizen, 7. J. Blijleven, 8. P. Gorter.

Adspiranten: 1. J. Kruunenberg, 2. R. Zieleman, 3. J. Brink.

 

OSS (21 juni).1970

Amateurs: 1. J. v. Pol, 2. M. v. Venrooy, 3. A. v. Uden, 4. M. de Veer, 5. A. Iiassink, 6. R. v. Doorn, 7. L. Hesen, 8. F. Jansen, 9. G. de Wit, 10. H. Botterhuis.

Nieuwelingen: 1. M. Dohmen, 2. H. Pronk, 3. W. Albersen, 4. T. v. Hintimn, 5. B. v. Lamoen, 6. W. Veekens, 7. J. Smeets, 8. G. v. Gerwen.

Adspiranten: 1. L. Steur, 2. P. Stork, 3. C. Spapens.

 

OSS (21 juni).1970

Amateurs: 1. Jo van Pol, 2. Mary van Venrooy, 3. Corne Spapens.

Nieuwelingen: 1. Mathieu Dohmen, 2. Bert Pronk, 3. Wim Albersen.

Adspiranten: 1. Leo Steur, 2. Klaas Sterk, 3. Corne Spapens.

 

OSSENDRECHT (23 juni).1970

Amateurs: 1. J. Spetgens, 2. W. v. Steenis, 3. P. Legierse, 4. W. Lup­pers, 5. P. v. d. Donck, 6. A. de Waard, 71 B. Broere, 8. W. Prinsen, 9. M. Hezemans, 10. C. Swinkels.

Nieuwelingen: 1. J. Zuidweg, 2. J. Raw, 3. W. Schuurhuizen, 4. W. Rombouts, 5. M. Dohmen, 6. B. Hordijk, 7. F. v. d. Enden, 8. Sebregts.

 

OSSENDRECHT (23 augustus).1970

Amateurs: 1. M. de Koning, 2. C. v, d. Meijden, 3. A. v. Opdorp, 4. W. Breukel, 5. T. Zuiker, 6. G. Mumeboo, 7. C. v. Bostelen, 8. A. Jouve­naar, 9. J. Tolhook, 10. J. Kemps.

Nieuwelingen: 1. J. Solders, 2. J. Rovers, 3. L. Schenk, 4. J. Helle­mans, 5. J. Vroegrijk, 6. J. Akkerman, 7. A. Hopman, 8. L. v. Campo.

 

OUDE TONGE (11 juli).1970

Amateurs: 1. P. Legierse, 2. H. v. Leeuwen, 3. A. v. d. Hoek, 4. P. Drost, 5. K. v. d. Knaap, 6. G. de Wit, 7. G. v. 't Geloof, 8. R. Lieb­rechts, 9. J. Schelling, 10. J. Zomer.

Nieuwelingen: 1. A. Aversteeg, 2. B. Geense, 3. J. Muilwijk, 4. A. v. d. Burg, 5. A. Deussing, 6. B. Hordijk, 7. J. Luysterburg, 8. Lakerveld.

 

OUDEMIRDUM (29 juli).1970

Amateurs: 1. G. Bruinsma, 2. E. Boekholt, 3. A. Koster, 4. T. Buur­meijer, 5. A. Hofman, 6. J. de Boer, 7. M. Pronk, 8. J. Palland, 9. J. v. Hooff, 10. A. Stet.

 

OUDENBOSCH.(20 september).1970

Amateurs: 1. Henny Gijsel, 2. Cas Fiktorie, 3. Wim Liebrechts,

Nieuwelingen: 1. Bas Hordijk, 2. A. Dubbeld, 3. Arie Deusing,

Adspiranten: 1. Arie van de Voet, 2. John Akkermans, 3. Jan Damen,

 

OUDERKERK a.d. AMSTEL (28 juni).1970

Amateurs: 1. R. Cornelisse, 2. P. de Vos, 3. E. de Vos, 4. L. v. d. Berg, 5. C. Moritz, 6. F. Zomer, 7. B. Jurriaans, 8. K. Balk, 9. T. Oudshoorn, 10. J. Buis.

Nieuwelingen: 1. G. Nederlof, 2. J. Schaafsma, 3. H. Pronk, 4. F. v. d. Enden, 5. R. Onos, 6. P. Laan, 7. R. de Vries, 8. H. Versteeg.

Adspiranten: 1. J. Kruunenherg, 2. A. Mulder, 3. R. Zieleman.

 

OUD-GASTEL (12 april).1970

Amateurs: 1. A. Damen, 2. M. Hesemans, 3. J. Vlot, 4. S. Berkhout, 5. B. Broere, 6. C. v. Bostelen, 7. C. v. d. Pluym, 8. C. Koeken, 9. L. Hoogerwerf, 10. T. v. Hasselt.

Nieuwelingen: 1. J. Akkermans, 2. J. Brinkman, 3. J. Verbeek, 4. J. v. d. Lugt, 5. J. Voesenek.

 

OUD-VOSSEMEER (25 juli).1970

Amateurs: 1. C. Koeken, 2. G. de Wit, 3. B. Solaro, 4. C. Priem, 5. T. Damen, 6. J. Schelling, 7. J. Kemps, 8. H. Stander, 9. C. v. Dongen, 10. R. Cornelisse.

Adspiranten: 1. N. v. Nispen, 2. A. Prinsen, 3. J. Damen.

 

OVERDINKEL (27 September).1970

Amateurs: 1. H. Poppe, 2. P. Kleine, 3. H. Snoeijink, 4. E. Boekholt, 5. H. Kuiper, 6. F. Niemeter, 7. J. de Boer, 8. A. Koster, 9. A. Wie­gersma, 10. H. Homan.

Nieuwelingen: 1. G. Mohlmann, 2. T. Kroeze, 3. J. Stiggelbout, 4. J. Poelman, 5. H. Ponsteen, 6. H. Wolters, 7. D. Schuurman, 8. Veelers.

Adspiranten: 1. J. Spijker, 2. R. den Otter, 3. F. de-Brouwer.

 

OVERLOON (17 mei).1970

Amateurs: 1. H. Koot, 2. C. de Wit, 3. K. Balk, 4. J. Spetgens, 5. W. de Louw, 6. T. v. d. Loo, 7. J. v. Dam, 8. T. v. Dam, 9. J. v. Riet, 10. L. Rutten.

Nieuwelingen: 1. B. Liebregts, 2. A. Velers, 3. J. Smeets, 4. P. Laan, 5. W. Albertson, 6. K. Hoogendoorn, 7. T. v. Hintum, 8. J. Spronkmans.

Adspiranten: 1. B. Huceneens, 2. J. Ruckert, 3. J. v. Abeelen.