JAARGANG 1971

                              WEDSTRIJDEN O

OBBICHT (20 juli).1971

Harry Jansen GELOOFDE MEER IN 'Wonder van Obbicht' DAN JOOP ZOETEMELK

Toen de nu een jaar in Obbicht wonende Huub Canisius (35) het plan opperde om een grote wielerdag in elkaar te zetten, werd dit idee aanvankelijk kritisch bekeken. Vooral toen deze klaarblijkelijk heel optimistische initiatiefnemer - heeft in Obbicht een cafe en een schoonmaakbedrijf - dit evenement op een gewone werkdag wilde etaleren, een wielermaaltijd vanaf 's morgens 9 uur met adspiranten, nieuwelingen, ama­teurs en profs. En dan een profveld met Tour-cracks en an­dere vedetten. Huub Canasius zette door, kreeg aller mede­werking, en trakteerde bij voorbaar de voetbalclub ,Obbicht", de Carnavalsvereniging, de schutterij St. Willibrordus, de har­movie St. Caecilia, de visclub en de vrouwenbond op de te ma­ken winst, elk een-zesde. Zelf wilde Canisius geen cent opstrij­ken. Aan winst geloofde zowat geen mens. Ook niet toen de organisator een show-avond (met Corrie en de Rekels) aan deze imposante sportdag toevoegde. De kosten van het ge­heel ? Ruim f 25.000,- En ... winst werd gemaakt, want 17.000 kijkers passeerden de loketten, een schier ongelooflijk aantal voor een doodgewone dinsdag.

Om 9 uur 's morgens waren de adspiranten aan de beurt, daarna de nieuwelingen en tegen het middaguur de amateurs, waara de profs de hoofdschotel opdisten. IJverig waren die profs, want f 1800,- premies stonden ook al op het program­ma. Zeer actief meteen Wim Wanders, vervolgens Alain Vas­seur, Ge v. d. Winden, Giovanni Jimenez en Georges Barras, de jongste loot aan de Molteni-stam. Pech hadden Georges Pintens en Tino Tabak (werden toeschouwers), aan de haal gingen tegen half koers Gerben Karstens, Jan v. Katwijk, Matje Gerrits, Ge v. d. Winden en Rik Marion. Zij namen 45 see., maar moesten dit terrein prijsgeven toen Gerard Vianen, Ben Janbroers, Georges Barras, Henk Benjamins, Leo Duyn­dam en Jos v. d. Vleuten veel spoed bleken te hebben.

De debuterende profs Karel Delnoy en Flor de Bree konden de finale niet meemaken (Delnoy peck, De Bree tuimeling), ook Jan Krekels niet (eveneens tegenslag). Harry v. Leeuwen poogde de roos te treffen, tevergeefs.

Raak daarentegen was de uitval van Joop Zoetemelk en Harry Jansen met nog 10 km voor de wielen. Zoetemelk begeerde de buit, ook Harry Jansen (door Sonolor voor de Tour gepas­seerd) en de knaap uit Westzaan is nu eenmaal rapper dan de „Tour-tweede". En zo was ook de ontknoping: Harry Jansen won de spurt gemakkelijk.

Beroepsrenners: 1. H. Jansen 120 km in 2.42.34, 2. J. Zoetemelk, 3. J. Janssen op 7 sec., 4. W. Bravenboer, 5. E. Dolman, 6. H. Ottenbros, 7. L. Duyn­dam, 8. M. Gerrits, 9. J. v. Katwuk, 10. R. Rosiers (B.), 11. G. Ha­rings, 12. J. v. d. Vleuten, 13. G. Barras (B.), 14. W. Prinsen, 15. G. Karstens, 16. G. Vianen, 17. H. Marion (B.), 18. H. Benjamins, 19. B. Janbroers, 20. F. Verhaegen (B.), 21. M. de Koning, 22. C. Stam, 23. P. de Wit, 24. A. Vasseur (Fr.), 25. C. Rentmeester, 26. N. Hill (Eng.), 27. H. v. Leeuwen, 28. P. Kisner, 29. P. Hoekstra, 30. G. v. d. Winden, 31. W. Wanders allen z.t. als Janssen.

Amateurs: 1. M. Dohmen 100 km in 2.17.54, 2. J. Vrancken op 3 sec., 3. J. Hordijk, 4. L. Meijers, 5. S. v. d. Burg, 6. J. v. Pol, 7. W. Kelle­ners, 8. J. Admans, 9. W. Wilms, 10. H. Botterhuis op 25 sec.

Nieuwelingen: 1. L. Pots 48 km in 1.09.34, 2. J. v. Dijk, 3, C. Stoutjes­djjk, 4. F. Verstappen, 5. L. Essers.

Adspiranten: 1. H. Oberje 24 km in 37.04, 2. J. v. Dijk, 3. E. Vissers.

 

Beroepsrenners: 1. H. Jansen 120 km in 2.42.34, 2. J. Zoetemelk, 3. J. Janssen op 7 sec., 4. W. Bravenboer, 5. E. Dolman, 6. H. Ottenbros, 7. L. Duyn­dam, 8. M. Gerrits, 9. J. v. Katwuk, 10. R. Rosiers (B.),

Amateurs: 1. M. Dohmen 100 km in 2.17.54, 2. J. Vrancken op 3 sec., 3. J. Hordijk, 4. L. Meijers, 5. S. v. d. Burg, 6. J. v. Pol, 7. W. Kelle­ners, 8. J. Admans, 9. W. Wilms, 10. H. Botterhuis op 25 sec.

Nieuwelingen: 1. L. Pots 48 km in 1.09.34, 2. J. v. Dijk, 3, C. Stoutjes­djjk, 4. F. Verstappen, 5. L. Essers.

Adspiranten: 1. H. Oberje 24 km in 37.04, 2. J. v. Dijk, 3. E. Vissers.

 

OCHTEN (24 juli).1971

Amateurs: 1. J. Bakker, 2. G. Mohlmann, 3. P. Kleine, 4. E. Dickhof, 5. H. Holstege, 6. J. Meijer, 7. W. v. Middelaar, 8. M. Pennings, 9. H. v. Kilsdonk, 10. W. Holstege.

Nieuwelingen: 1. H. Kamerhuis, 2. G. Pronk, 3. M. Schijf, 4. H. v. Rhee, 5. F. Diepenve~en, 6. H. Booij, 7. A. Gevers, 8. A. Veelers.

 

OIRSBEEK (7 juni).1971

Amateurs: 1. J. Spetgens, 2. J. Vrancken, 3. J. Zuydweg, 4. W. Kel­leners, 5. M. Pustjens, 6. H. Smits, 7. J. Adriaans, 8. G. v. Gerwen, 9. F. v. Katwijk, 10. F. Sluper.

Nieuwelingen: 1. N. Spronck, 2. J. Lempers, 3. P. v. Kollenburg, 4. P. Gorissen, 5. M. Maessen, 6. J. Lamerichs, 7. H. Franssen, 8. P. Win­traecken.

Adspiranten: 1. N. Jacobs, 2. H. Geerkens, 3. H. Oberje.

Veteranen: 1. C. Donker, 2. J. Willemsen, 3. J. Nolten, 4. R. Couwels, 5. G. Alberts.

Club: 1. T. Koek, 2. H. v. Engelshoven, 3. J. Piosik.

 

OISTERWIJK (16 mei).1971

Amateurs: 1. J. Smulders, 2. J. Zuydweg, 3. C. Vriens, 4. P. de Jong, 5. W. de Louw, 6. C. Tuit, 7. G. Meulman, 8. N. v. Hest, 9. R. Lie;b­rechts, 10. P. v. Beurden.

Nieuwelingen: 1. A. Dekkers, 2. F. Veldhuizen, 3. K. Sterk, 4. G. Pronk, 5. C. Schepers, 6. A. v. Houwelingen, 7. L. v. Uden, 8. T. Noy.

Adspiranten: 1. J. Akkermans, 2. F. v. Gils, 3. J. Meijer.

 

OLDENZAAL (2 mei).1971

Amateurs: 1. H. Poppe, 2. H. Kuiper, 3. H. Snoeyink, 4. A. Koster, 5. E. Dickhof, 6. R. Hassink, 7. G. Mohlmann, 8. B. Bruinsma, 9. A. Wiegersma, 10. J. Polleman.

Nieuwelingen: 1. J. v. Dijk, 2. E. Koersen, 3. A. Velers, 4. H. Aalbers, 5. J. Zwaagman, 6. H. Kuzee, 7. G. Leutscher, 8. G. Kemna.

Adspiranten: 1. T. Werner, 2. J. Nijmeijer, 3. R. Krommendijk.

 

OLYMPIA’S TOUR.(7 mei t/m 13 mei).1971

Cees, Koeken was een sterk aanvoerder in eerste dagen

Vanavond, in de Amsterdamse Van Swindenstrast, rolt het grootse gebeuren, de 20e Olympia's Ronde van Nederland, weer bin­nen. Dan is het gebeurd met zeven dagen helse strijd, met zeven dagen keihard jagen door een groot deel van Nederland. Wie de eindwinnaar zal zijn, is op het moment dat wi j deze regelen aan het papier toevertronwen maandagmorgen vroeg - nog niet bekend. Ofschoon men met het noemen van de namen Fedor den Hertog, Cees Priem, Frits Schur, Henk Poppe (de grote ver­rassing), Matthijs de Koning, Michas Berton, Wil Luppers (ook al zo'n plotselinge “aasgier"), Wim Jansen, Peter van den Donk, Juul Bruessing, Arie Hassink, Jan Aling en wellicht ook nog Theo van der Loo wellicht de voornaamste concurrenten van de here oranje-truidrager Cees Koeken heeft genoemd. En als we dan even in gedachten de zeer lastige “sleuteletappe” Nijverdal-Wieringen, waarin opgesloten ligt de Afsluit­dijk, in gedachten nemen, tegelijkertijd aan de tijdrit denken, wel dan menen wij dat het weleens een boeiende finale tussen Den Hertog, Priem en Schur kon gaan worden.

Een finale, waarin men vergeefs naar een buitenlandse renner zal zoeken, omdat op­nieuw gebleken is hoezeer hat Nederlandse wielrennen op eigen bodem “gespeciallseerd" is. Gelijk „centrifuges" tolt men rond, wind, smalle wegen, bochtige trajecten. Het zijn de „klachten" die bij de Belgen, Zwitsers, Zweden, Fransen, Polen, Oostenrijkers en deels ook bij de Russen en Engelsen zijn te beluisteren. Deels bij de laatste landen omdat vooral de Russen - en we noemen dan een Viktor Likkaehov, Alexei Vodjanikov, Boris Shukhav em Viktor Mikhallov - zich mede in het debat durfden mengen. En ook omdat Phil Edward, en Grant Thomas reeds zo vaak in Nederlandse wegwedstrijden zijn gestart, dat zijj drommels goed weten welk een krankzmmge temposlag er hier op na, wordt gehouden.

Hetgeen allemaal niet wegneemt, dat deze Ronde van Nederland opnieuw kan bogen op een meer dan voortreflijke organisa­tie, op een perfecte begeleiding door de Rijkspolltie en ook qua jurering zeker voor een hoge waardering in aanmerking komt. Alles bij elkaar een bijzonder interessant evenement, dat van Amsterdam tot Valkenburg het volgende liet optekenen ...

Vakbekwame Cees Priem hield het hoofd koel

Het is jammer dat men met een weekblad, zoals “Wielersport" er toch ook een is, niet altijd zo up to date kan zijn. Want inmid­dels hebben de Ronde om de Haarlemmermeer en de Omloop van de Kempen alsmede diverse andere wedstrijden het grootste licht van Olympia's Ronde van Nederland reeds voor een groot deel doen verflauwen. De herinnering aan deze supersnelle etappe-wedstrijd brandt evenwel bij iedereen die het meemaakte of nauwkeurig bijhield, nog fel. Temeer omdat vooral de laatste dagen, de ritten na het Limburgse Valkenburg, een reeks van gebeurtenissen hebben laten optekenen, die zonder meer de waar­de van dit zevendaagse etappe-evenement duidelijk omlijnden. Niet alleen wat betreft de enorme inzet waarmede onze amateur­top zich op de eerste rij wist te nestelen, ook de alleszins te waarderen poging van onze buitenlandse gasten om enigszins gelijke trod met die pijlsnelle Nederlanders te houden.

In dit verband zou men kunnen stellen of het buitenland nu wel zo “gelukkig" is hier te kunnen koersen, vooral omdat men er toch biijna niet aan te pas komt. Enkele uit­zonderingen daargelaten, vond men het een gewaarwording, een “scholing" die terdege in het zo compleet mogelijk zijn als wielrenner past. Wat aan de andere kant niet wegneemt - en wat wij in onze laatste voorbeschouwing betreffende dit visitekaartje van de Nederlandse wielersport reeds hebben aangehaald - dat de structuur van het koersen, in welk land ook, wel degeliijk is gericht naar de aard van de bevolking on de geologische gesteldheid van het desbetreffende land. Waarbij men uiteraard ook het klimaat niet buiten beschouwing kan later als belangriijke mogelijkheid om het verloop van een koers te beinvloeden. Nederlands amateurs zijn driftig, ambitieus, bijna bezeten in hun honger naar succes, maar rijden daardoor vaak „voor het vaderland wag". Met de mentaliteit van neo-professionals, daartoe dikwijls nog aangespoord door som­mige ploegleiders, voor wie het succes duidelijk een consolideren van de positie betekent.

Daarom moot men er als coureur wat van kunnen. Moet men er heel wat van kunnen. De 21-jarige Cees Priem uit Ovezande (Zealand) bezit deze kwaliteiten. Hij hield het hoofd koel, kon met vakbekwaamheid en attent zijn alle aanvallen pareren. Was ook present in het verraderlijke laatste ritje, terwijl zijn opmars naar de eindzege vanaf Valkenburg eigenlijk al zo'n beetje stond afgetekend...

„D'N EERSTE DAG"

Na het gebruikelijke „Tableau de la Troupe" op het propvolle Amsterdam­se Rembrandt-splein, waar de wethouder van sportzaken en recreatie, de heer A. A. Verhey, de renners officious uitzwaai­de, vertrok de immense wielerschare. Nagewuifd door duizen­den die met het prachtige zomerweer, aangevuld door een sterke, warme zuidenwind, wel degelijk beseften dat het gelijk van dik hout zaagt men planken zou worden. Tenslotte bezitten onze vaderlandse amateurs niet voor niets een grote naam in het buitenland en speciaal op de vlakke, open weggedeelten, zouden zij weleens even later zien dat koersen in Nederland heel wat anders is dan het kunnen bestijgen en afdalen van bergen. Op het allerlaatste moment lieten de Bulgaren en Italianen nog verstek gaan. Gezien het niet accepteren van Luxem- burg een nogal trieste zaak, aan de andere kant mis­schien - hoe-vreemd het ook moge klinken - niet zo be­treurenswaardig, omdat het deelnemersveld toch al meer dan groot genoeg was.

Zolang de wegen breed en ruim waren, viel dat niet zo op. Zodra de banen echter smaller werden, was hat oppassen ge­blazen. Er waren in die eerste bewogen etappe naar Breda dan ook heel wat valpartijen te noteren. De ergste was wel die aan de voet van de televisiemast in Lopik-IJsselstein, waar de Engelsman Willy Moore met Jo de Boer uit Westergeest (de man uit Friesland stond in onze notities reeds met een cirkeltje omgeven, ten bewijze dat deze prettige verrassing van het voorjaar misschien wel voor een ritzege in aanmerking zou komen) en de jonge Henri Sengers uit Budel tegen een auto klapten en door het achterruit naar binnen sloegen, waarbij vooral Moore helaas nogal ernstig werd gewond. Spijtig toch, dat deze dingen voorkomen.

Aan strijd had het inmiddels niet ontbroken. Er was een uit­stap geweest van de Pool Zdislaw Budek, die zijn uitdaging wel ten zeerste moest bekopen. Evenals de Engelsman Phil Bayton, die met de Zweed Leif Hansson toch zowaar nog 20 seconden pakte. Ook de Zwitser Boland Schur mocht zijn “dure geld" even waarmaken, zelfs nog een keer met Jan Adriaans, maar alles vloeide toch steeds weer samen. Neen, eerst op de smalle wegen achter Utrecht, meer bepaald voor en over de brug van Vianen, op weg naar Gorinchem, Raamsdonksveer en door de uiterste Brabantse Westhoek heen, daar moest en ging het ook gebeuren.

Het peloton brak in stukken, de begeleidende Rijkspolitie (deed het onder leiding van kapitein Van der Moles meer dan voortreffelijk) moest op de Lekdijk, vlak voor Lex­mond, op een gegeven moment zelfs een “kalf van een hond" beetgrijpen om te zorgen dat het op die dijk vol, ledig uiteengerafelde peloton niet opnieuw met een vrij ernstige valpartij zou werden geconfronteerd.

Speciaal willen wij dit even aanhalen omdat er in de wielrennerij te vaak te veel onbegrip jegens streng lijkende maatregelen van de Rijkspolitie wordt opge­bracht. We weten echter allen hoe druk onze verkeers­wegen zijn en als men bij Loenersloot eerst een kilo­meterslange file ziet staan terwilie van Olympia's Ronde van Nederland, bij de verkeersbrug Vianen hetzelfde beeld krijgt -en bij zowel Gorinchem als Raamsdonksveer aan weerszijden kilometerslang auto aan auto ziet staan, geduldig wachtend op de hardfietsers - en wie wil op vrijdag (centendag) niet graag vlug naar huis?  - dan komen wij daar alleen maar van order de indruk. En dan vragen wij gewoon aan iedereen: pak even die op onrecht lijkende beslissing, want aan de andere kant is het toch zo grandioos wat de witgejaste en -gehelmde motormannen deden. Zij verdienen allen een zilveren wiel, zeer zeker de “tussen onze wielen" overbekende kapitein Piet van der Molen.

Zoals gezegd: de beruchte dijk na Vianen deed het peloton vol­ledig uit elkaar slaan. In drie grote waaiers, nog weer verder uitgedund door een omvangrijke valpartij waarbij de Engels­man Bob Jones, de Fransman Bernard Lalanne, verder onze landgenoten Jan Klomp, Hennie Huiper, Jans Vlot (de laatste twee zaten vorig jaar zo op de voorgrond in de Olympia Ronde!), broer Wicher Vlot, Jacques Deckers, Jan Kemps en Mathieu Pustjens betrokken waren.

Vooral onder druk van de duivelse Fedor den Hertog, die zijn, goede rijden voor het vertrek al weer had aangekondigd door zijn eeuwige „'t gaat met mij niet al te famous..." ging het spel nog meer op de wagen. Met de jonge Rotterdammer Hans Perfors knalde hij eens weg. Het lukte niet. Even na Werken­dam, waar het evenals overal elders steendruk langs de weg was van toeschouwers (wat een enorme belangstelling!) ging Den Hertog opnieuw. Nu kreeg hij zijn evenknie, de schitte­rende Zeeuwse rouleur Cees Priem mee. Weer mislukte het, voornamelijk echter door het onbegrijpelijke werk -van Amstel, rijder Arie Hassink, die in het achtervolgende groepje, be­staande uit Pe van Stralen, Peter Legierse, Cees Koeken (ja, de latere ritwinnaar reed bijzonder attent), verrassing Wim Jansen en waar nog bijkwamen Jan Aling, Henk Poppe, Mi­chas Bertou, Frits Schur, Peter van den Donk, Juul Breussing, Matthijs de Koning, Henk van de Laar en Theo van der Loo, teveel werk wilde verrichten. Met het noemen van deze namen, waarbij spijtig genoeg geen enkele buitenlander, zijn gelijk de directe kanshebbers voor de eindzege genoemd, want men reeg een aantal minuten voorsprong bijeen, wat vooral bij deze kwaliteit niet meer weg te werken viel.

Was het zo dat Wil Luppers, nadat Den Hertog en Priem voor­namelijk onder druk van Amstelrenners waren teruggehaald, in Oosterhout aan de haal ging en eigenlijk een soort ,speel­ball' vormde voor Cees Priem, die zijn gramschap aangaande de mislukking met een nieuwe demarrage trachtte te spuien, ook hij kreeg meteen Den Hertog en Koeken in het wiel. Het drietal vocht zich verbeten naar voren en toen was het streek­favoriet Koeken, die in het uitgelopen Breda duidelijk de zege kon innen. Een - zeker na zo'n bewogen, ididoot bevochten etappe - grootse zege.

le etappe Amsterdam-Breda 160 km: 1. C. Koeken 3.37.39 (bon.), 2. C. Priem 3.37.44 (ban.), 3. F. den Hertog 3.37.49 (bon.),. 4. W. Luppers 3:38.21, 5. W. Jansen, 6. P. v. d. Donk 3.38.26, 7. J. Bruessing, 8. H. Poppe, 9. J. Alinig, 10. F. Schur, 11. P. v. Stralen 3.38.33, 12. M. Bertou, 13. A. Hassink, 14. H. v. d. Laar, 15. P. Legierse, 16. Th. v. d. Loo, 17. M. de Koning, 18. D. Groen 3.39.57, 19. H. Stander 3.40.09, 20. F. v. Katwijk, 21. B. Jurriaans, 22. H. Botterhuis, 23. H. Perfors, 24. P. Oosterhof, 25. G. v. Moer (B.), 26. N. Bakker, 27. H. Koot 28. K. Bal, 29. K. Balk, 30. H. Egberts, 31. P. v. Katwijk 3.44.43, 32. L. Dierckx (B.), 33. J. Hallam (Eng.), 34. N. Vermeulen, 35. N. Dmitruk (R.), 36. A. Herygers (B.), 37. C. Swinkels, 38. A. Vodjanikov (R.), 39. S. Berk­hout, 40. H. Smits, 41. K. Koot, 42. V. Mikhailov (R.), 43. G. Knete­mann, 44. T. Buurmijer, 45. A. v. d. Hoek, 46. M. Duchemin (F.), 47. B. Groen, 48. G. Thomas (Eng.), 49. S. v. d. Burg, 50. C. de Smit.

Dagploegenklassement: 1. Acifit, 2. Amstel, 3. Caballero, 4. Jan van Erg, 5. Ketting-Didam.

„D'N TWEEDE DAG"

Zo bewogen, zo vlammend als de eer­ste dag was, zo minder vol van boei­ende wielergevechten zat het op de tweede dag. Men had nog duidelijk de openingsrit in de benen, bovendien moest er in Bladel nog een ploegentijdrit worden verreden. En in die 26 kilometers „naakte waarheid", zag men minstens evenveel goden op een rijtje zitten. Tenslotte moet men de dans maar kunnen leiden, kunnen “sterven", bijten en toch ook voldoende kunnen geven om het tempo in geen geval af te zwakken. Meer nog: het moet bij herhaling, per beurt, per aflossing liefst worden opgezweept. Daarom waren eigenlijk de ploegen Ketting-­Didam, Caballero, Amstel en Acifit duidelijk favoriet. In die ploegen kon men de zo vereiste homogeniteit overleggen, net zoals de Russen, die met Likkachov, Dmitruk en Mikhailov toch drie mensen konden brengen die uiteraard niet voor niets in Leicester de regenboogtrui behaalden. Lange tijd bleven de Russen met hun 33 minuten en 51 seconden aan de leiding staan, daarna kwamen echter genoemde ploegen, van wie Ketting-Didam met een uitzonderlijke 33.22 min. heel duidelijk de eerste plaats behaalde. Caballero perste er een 33.35 min. uit, terwijl Amstel slechts drie seconden meer nodig had. Een totale verrassing, evenwel toch weer niet als men weet dat de sterrijders van Herman Krott het geluk niet bepaald aan hun zijde hadden. Scherp daverde Gerrie Knetemann door de boch­ten, sneed het liefst achter de bomen langs om toch vooral maar waar te maken dat hij een renner op komst is. Helaas, in Hoogeloon ging hij onderuit. Paniek! De Koning en Nanno Bakker kwamen zelfs in tuintjes terecht. Den Hertog, Hassink en Voogt moesten worden opgehouden, het ritme was verstoord en moest opnieuw worden teruggevonden. Alles bij elkaar toch een flink aantal seconden verlies.

Maar welke ploeg is niet wat tegen gekomen. Hoe daverde het machtige Trico Noble, met 34.16 min. toch sterk op de voorgrond, niet door waar het een bocht had moeten nemen. Hoe jammer was het niet dat in het toch zo bijzondere Ketting­zestal juist Aad van den Hoek plat reed. Merkwaardig was het overigens dat zowel Frankrijk, Engeland als Belgie (laatst­genoemd land met slechts de drie overgebleven renners Gre­goire van Moer, Louis Dierckx en August Herygers, een gran­dioze prestatie!) met dezelfde tijd uit de bus kwamen, namelijk 35.09 min.

In de “rit in lijn", slechts 112 kilometer lang, word zo onvoor­stelbaar hard gereden, dat wie door pech of andere oorzaken achterop kwam, gelijk was gezien. Was zulks achteraan een onloochenbaar feit - 't ging zo hard dat de ploegleiders bij pech niemand naar achteren durfden dirigeren om „op te halen", zelfs renners van wie wat te verwachten viel moesten maar zien terug te komen - aan de spits was eveneens genoeg op te merken. Een eerste uitstap op naam van Viktor Likka­chov, nog versterkt door de overkomst van Piet van Katwijk (de man uit Oploo had er kennelijk zin in) leverde weliswaar een prettige afwisseling op. Evenals de uithaal, die Hennie Kuiper deed. Het peloton, nagenoeg altijd onder leiding van de furious rijdende Fedor den Hertog, duldde geen speldeprikken. Gesloten spoorbomen in Bosschenhoofd deden de zaak opnieuw van start gaan. Er kwam een vlucht van Mikhailov en Sytnik, van Frits Schur, Aad van den Hoek, Kees Bal en Pierre Maas, alsmede van Jan Spetgens. Ze mochten niet lang van hun vrij­heid genieten, maar daarna wilde speciaal Boris Shukhov laten merken dat hij niet voor spek en bonen meerijdt. Daarentegen kreeg de ontsnapping van Siem Berkhout, die in Riel (82 km) ging, veel meer diepte toen ook de Engelsman Phil Bayton met Frits Schur, Theo van der Loo en Jo van Pol wegkletsten. Wat ging het allemaal verschrikkelijk hard. Onvoorstelbaar, dik 45 kilometer per uur rijden en dan nog wegkomen! Waar ligt de grens! Het vijftal pakte 85 seconden, moest weer toegeven en werd op 10 kilometer voor Bladel, waar een ontvangst­comite weer voor een prima ontvangst (aankomst) had ge­zorgd, teruggehaald. En prompt knalde daar Aad Duyker, die op de eerste dag door een lekke band voor een groot deel zijn kansen verspeelde - net als een Wim Selleners, een Jo van Pol, Sjef van der Burg en nog een hele rits anderen - weg. Het was te vroeg. Weer reageerde de groep, maar toen Piet van Katwijk met de jonge Toine van den Bunder, vervolgens Roy Schuiten, Karel Delnoy en de Belg Gregoire van Moer gingen, was dit korte ritje toch ook van de juiste sleutel voor­zien.

2e etappe Breda-Bladel, 112 km: 1. P. v. Katwijk 2.27.16 (bon.), 2. T. v. d. Bunder 2.27.21 (bon.), 3. R. Schuiten 2.27.26 (bon), 4. K. Del­noy 2.27.31, 5. G. v. d. Moer (B.), 6. W. Wanders 2.27.50, 7. K. Balk, 8. I. Hollam (Eng.), 9. J. Aling, 10. ex aequo hot complete peloton.

Dagploegenklassement: 1. Ketting-Didam, 2. Militair Team, 3. Belgie, 4. Ovis, 5. Trico Noble.

Ploegentijdrit Bladel, 26 km: 1. Ketting Didam 32.22 (bon.) (gem. snel­heid 46,753 km/u), 2. Caballero 33.05 (bon.), 3. Amstel Bier 33.23 (bon.), 4. Rusland 33.51, 5. Acifit 34.12, 6. Trico Noble 34.16, 7. Mars-Flandria 34.33, 8. Jan van Erp 34.46, 9. Kroon 35.02, 10. Zweden 35.05, 11. Belgi6 35.09, 12. Engeland 35.09, 13. Frankrijk 35.09, 14. Militair Team 35.13, 15. Volkswagen-Autopon 35.18, 16. Felix Bonzo-Magneet 35.31, 17. Oos­tenr(jk 35.31, 18. Zwitserland 35.55, 19. Ovis $5.59, 20. Victoria 36.20, 21. Peugeot-Michelin-BP 36.38, 22. Polen 36.40.

„D'N DERDE DAG"

De rit van Bladel naar Valkenburg over een afstand van 167 kilometer, werd min of meer als een soort „sleutel-etappe" bekeken. Vooral van de Limburgers, te weten Jo van Pol, Wim Kelle­ners, Jo Vrancken, Mathieu Pustjens, misschien ook nog Ja­cques Deckers was te verwachten dat zij bij het „naar huis" rijden de pedalen zouden ranselen. Dat is zo'n beetje traditie en daarom deed het eigenlijk wat onwezenlijk aan dat het alle­maal nogal lang duurde voordat er werkelijk leven in de brou­werij kwam. Achteraan in het peloton was een valpartij te constateren, waardoor de Zweed Wennlos, de Zwitser Leuen­berger en Peugeot-renner Co Moritz later de strijd moesten op­geven. Er viel trouwens nog een smak te constateren, waarbij Jan Aling een zeer pijnlijke schouder opliep, eerst niet en later weer wel van fiets mocht wisselen van ronde-arts Ab Rozijn (een kerel uit een stuk!), maar die - zij het met veel lijden - toch goed in Valkenburg arriveerde. Leif Hansson, de Zweed die volgens ploegleider Nillson Lennart de moest getalenteerde is, wipte eens weg, vormde een soort springplank waarop Alexei Vodjanikov (de Bus) met Arnold Voogt, Aad van den Hoek, Jans Vlot en Bert Broere (speciale ,controleur" voor Cees Koeken) wat doorgingen, maar toch in geen geval voor de splijtende kloof konden zorgen. Toch bleven in dat eerste stuk vooral de Russische renners op de trom roffelen, maar eerst de dreun van Louis Dierckx (Belgie), Grant Thomas (Engeland) en Alexei Vodjanikov bracht enig succes. In die zin, dat er tenminste wat te beleven viel. Het drietal pakte met gemak 35 seconden, liet het oplopen tot bijna een minuet. Vooral door het onvermoeibare werk van Dierckx, die zelfs nog een keer platreed - Thomas had zich toen al weer laten terug­zakken - en na zijn aansluiten bij Vodjanikov in Baexem al zijn moeite met niets beloond zag toen spoorbomen de door­gang blokkeerden. Dat betekende een nieuwe start voor het gehele spul, een heropening van het spel. Popke Oosterhof, rijdend in de zwarte schaduw van eigen kunnen (wat is er toch met de klasrijke man uit Eelde aan de hand?) probeerde het even. Aad Duyker, verbeten om zijn nogal aanzienlijke achter­stand, borduurde er op voort. Met Jo Vrancken, de Limbur­ger, en met Henk Poppe die men als de grote openbaring mag beschouwen. Formidabel zoals de Nijverdalse atleet zich weet in te zetten, na een jaar vol tegenslag (1970) gaat het dan nu toch echt komen!

Er zat een definitieve beslissing in de maak, want nadat Jo v. Pol en Arie Hassink eerstens worden teruggepakt, was de jump van Nanno Bakker, Jo v. Pol, Kees Bal alsmede van de ook nog aanhakende Frits Schur en Mathieu Pustjens even­eens raak. Acht renners aan de leiding, acht dapperen die bij Roosteren al 15 seconden voorsprong telden, er bij Born nog vijftien streepjes bij konden doen en waarschijnlijk toen nooit gedacht hebben dat nog een drietal zou kunnen aansluiten. Dat drietal bestond uit Sjef v. d. Burg (en met Bal en Duyker mede aan de spits zat Trico Noble gewoon op fluweel), Hennio Huiper - ook al zo'n pechhebber op de eerste dag - en de 20-jarige Gerrie Knetemann uit Amsterdam. De van professie stratemaker zijnde Knetemann - ook daarin heeft hij al menig prijs voor zijn werkstukken weten te behalen --pas terug van een uiterst geslaagd optreden in het France Circuit des Mines, rook een kans. Als een furie reed hij de Cauberg op, loste de

rest en bekommerde zich nauwelgks om ploegmakker Nanno Bakker, die helaas lek reed - evenals de eerder door hetzelfde euvel geloste Jo Vrancken -, toen een verkeerd wiel kreeg en ver, heel ver in de achterhoede zou eindigen.

Knetemann bleef weg en hoe of vooral Aad Duyker het alleen nog probeerde en ook hoe Jan Spetgens, die ineens in de voor­ste rij verscheen na een schitterend geslaagde achtervolging, nog alles in et work stelde, de zege op de bomvolle Cauberg was voor niemand anders dan voor deze jonge “vuurvreter" van de Amstel Brouwerij. En dan te weten, dat hij in het voorjaar pas op het allerlaatste moment in deze ploeg kon worden opgenomen ...

Drie dagen Olympia's Ronde van Nederland. Aan de leiding nog steeds Cees Koeken, die weliswaar zijn gevaarlijkste con­currenten (Den Hertog, Priem en Schur) dichterbij zag komen,maar met zijn rijden al heel duidelfjk de rood-wit-blauwe trui van 1970 (Helmond) heeft bevestigd. Vanavond weet men of de man uit Achtmaal zijn positie heeft kunnen verdedigen, dan wel in hoeverre hij stand heeft kunnen houden tegen het beu­kende werk van de mannen die naast het eigen „fond" ook de zo onontbeerlijke steun van een goede ploeg kunnen aan­spreken.

3e etappe Bladel-Valkenburg, 167 km: 1. G. Knetememn 3.36.57 (bon.); 2. A. Duyker 3.37.20 (bon.), 3. M. Pustiens 3.37.29 (bon.), 4. J. Spetgens 3.37.34, 5. H. Poppe, 6. F. Schiir, 7. J. v. Pol 3.37.42, 8. S. v. d. Burg, 9. H. Kuiper, 10. K. Bal, 11. M. Duchemin (Fr.) 3.37.49, 12. P. Oostter­hof, 13. P. v. Katwbk, 14. Dmitruk (R.), 15. Ph. Edwards (Eng.).

Dagploegenklassement: 1. Trico Noble, 2. Amstel, 3. Mans-Flandria, 4., getting-Didam, 5. Caballero.

ALGEMENE KLASSEMENTEN NA DE DERDE ETAPPE

Individueel: 1. Koeken 9.43.18, 2. Den Hertog 9.43.28, 3. Prieun 9.43.33, 4. Schtir 9.43.50, 5. Poppe, 6. De Koning 9.44.12, 7. Bertou, 8. Luppers 9.44.17, 9. Jamsen, 10. Van den Donk 9.44.22,

„D'N VIERDE DAG"

Nadat de etappe naar Valkenburg niet de verwachte omwenteling in het algemeen klassement teweeg had gebracht, dreigde de vierde rit - onder een stralende zon terug door het Limburgse land tot het Oostbrabantse wielerdorp Oploo - een snelle maar eentonige wandeling te worden. Lange tijd leek het erop, dat Hans Egberts uit Zutphen de enige van de 118 gestarte renners zou blijven, wiens rugnummer in verband met een korte de­marrage (in de buurt van Heythuizen, na 57 km) door motor­ordonnans Van den Enden genoemd zou worden.

Maar na bijna twee uur (de gemiddelde snelheid lag met wind in de rug bij de 46 km per uur!) kwam er toch beweging in het gebeuren. Elf man maakten zich los uit de groep, namen een voorsprong van 200 meter. Dat waren de Mars-mannen Jan Spetgens, Jo van Pol, Wim Kelleners en Peter Legierse en ver­der de Engelsman Bob Jones, Albert Hulzebosch, Ben Kooken, Nico Vermeulen, Matthijs de Koning, Peter van den Donk en Pe van Stralen. Met uitzondering van Jones en Van Stralen deden zij eendrachtig hun werk aan de kop om weg te komen. De afstand groeide zowaar tot 50 seconden, ja tot een minuut en dat betekende, dat De Koning of zelfs Van den Donk in de oranjetrui zou komen!

Maar dat zat er toch niet in. Weliswaar bedroeg de voorsprong bij de eerste doortocht van Oploo (na 119 km) nog 35 sec.; op de 23 km lange omloop over Sint Anthonis, Ledeacker en Landhorst ging de winst geheel verloren. Het peloton viel bij die harde jacht in tweeen en uit de spits formeerde zich een nieuw kopgroepje van vier man: Marcel Pennings, weer Jan Spetgens, weer Pe van Stralen en de Belg August Herygers. Hoewel Klaas Balk en de na pech en fietsverwisselen enorm hard terugkomende Piet van Katwijk als leeuwen aan het pe­

loton trokken, redden die vier man een winst van 12 seconden op de meet, waar Marcel Pennings zich weer eens de snelste toonde.

Nog steeds dus geen wezenlijke wijzigingen in het algemeen klassement, alleen de vier koplopers schoven enkele plaatsen op en Kees Koeken bleef in de oranje trui.

Jurylid Wim Jeremiasse bleek een strenge wedstrijdcommis­saris te zijn: toen Jan Klomp en de Zwitser Manfred Stucki na een valpartij bij Wessem (45 km) tegen halfkoers al 16 minu­ten achter het peloton lagen, nam hij hen wegens te verwach­ten tijdsoverschrijding (en ook om hen tegen het weer rollende verkeer te beschermen) uit koers, evenals (na 100 km) Ton Damen, die zijn achterstand door “stayeren" trachtte te ver­kleinen.

4e etappe Valkenburg-Oploo, 142 km: 1. M. Pennings 3.03.19 (bon.), 2. A. Herygers (B.) 3.03.23 (bon.), 3. P. v. Stralen 3.03.29 (bon.), 4. J. Spetgens 3.03.34, 5. K. Balk 3.03.46, 6. P. v. Katwijk, 7. J. Danguillau­me (Fr.), 8. F. Schur, 9. T. Buurmeijer, 10. B. Groen, 11. J. Aling, 12. H. Botterhuis, 13. A. Scheffer, 14. F. v. Katwijk, 15. N. Sytnik (Rust.), 16. C. Priem, 17. H. Perfors, 18. C. Swinkels, 19. V. Mikhailov (Rust.), 20. 1. Schmid (7rcvits.).

Dagploegenklassement: 1. Caballero, 2. Mars-Flandria, 3. Belgte, 4. Ketting, 5. Rusland.

„D'N VIJFDE DAG"

De wonderen zijn de wielerwereld nog niet uit. De zondagse etappe naar de getemde Cauberg had dus niet de beslissende gebeurtenissen opgeleverd, die ervan verwacht werden en ook de reis naar Oploo had de rust in de rangschikking niet verstoord. En „dus" zou het van de tocht over de Afsluitdijk, op de voorlaat­ste dag van Olympia's Ronde van Nederland, moeten komen. Daarvoor zouden de mannen vlak achter de oranjetrui-drager Kees Koeken, daardoor zouden natuurlijk vooral Fedor den Hertog en Matthijs de Koning met hun Amstel-legioen wel zorgen.

Maar het wielerlot (of was het de eerzucht van de acteursf) dacht er anders over. Nauwelijks lag Arnhem blakerend in de zon achter de 114 renners, die de rit over 155 km naar Nijver­dal aanvatten, of het langgerekte peloton, vechtend tegen de oostenwind in de richting van Rheden, Doesburg, Doetinchem, scheen nog langer te worden. Er viel een gat, neen, het was geen kopgroep, die er vandoor ging, de rits werd gewoon zoetjesaan in tweeen gesmeten.

Het voorste gedeelte - zo'n dertig man, die helemaal niet de indruk maakten dat zij al demarrerend een gat wilden slaan - schoof toch van de rest van het peloton weg en toen na 18 km Doetinchem in zicht kwam, was er zowaar een afstand van 200 meter, die heel spoedig tot een minuut en meer aangroeide. Pas toen de namen van de renners in die grote groep genoteerd werden, die met een vervaarlijke snelheid wegkoersten, werd het duidelijk: Piet Liebregts, de beminnelijke Brabander met de lange koerservaring, was zijn gevaarlijkste colega's, Her­man Krott van Amstel en Ge Peters van Caballero, weer eens te slim af geweest. Want in die voorste gelederen streden drie accu-mannen, Priem, Bruessing en Jurriaans, tegen maar een van Krott's formatie (Voogt) en slechts een sigarettenjongen, Theo van der Loo.

Zodra bleek dat het die jongens menens was (ook Schur, zonder grote steun in de militaire ploeg, deed individueel zijn duit in het zakje van de grote ontsnapping) begin men in de volgwagens te rekenen. De seconden werden samengeteld en afgetrokken en al spoedig was men het eens: Priem rijdt van­daag in de trui, misschien Schur, heel misschien (want de weg naar Nijverdal was nog lang) Wim Jansen van Autopon, of zelfs Bruessing! Ja, ook Van der Loo, Van de Laar, Bal, Le­gierse, Oosterhof, Jurriaans, Stander en Koot zouden in het algemeen klassement naar voren schuiven. De hele lijst van 1 tot en met 30 zou radicaal overhoop wor den gesmeten!

Onbegrijpelijk dat Den Hertog en De Koning, toch kerels met etappekoers-ervaring, dit lieten gebeuren! Wel trokken zij aan het peloton, maar zij kwamen niet weg, 100 km lang niet. En inmiddels groeide die voorsprong, bij elk nieuw timing-punt werden er weer enkele seconden toegevoegd aan de trotse winst, die de zegedriftige koplopers, al stampend door die heerlijke Gelderse en Overijsselse dreven, aan het boeken waren!

Bij Enter kwam er eindelijk een begin van reactie. Henk Poppe ging er vandoor, De Koning volgde, met Rink Cornelisse aan zijn wiel. Maar dat zette nog geen zoden aan de dijk. Fedor-zelf moest komen. En hij kwam, de ongekroonde koning der etapperenners. Rijssen, na 110 km, zou de victorie brengen, hij tegen de wind optornen, pas veel later sprongen o.a. Koeken, Pennings en Poppe, Jans Vlot en Duyker op zijn nek, nog veel later Swinkels, de Belg Herygers en anderen. Edoch, het gat werd niet of nauwelijks kleiner. Den Hertog was ge­woon te laat uit zijn krammen geschoten en nu zagen zijn makkers in de zeventien man sterke achtervolgende groep het niet meer. De krachtsinspanning, die Fedor nagenoeg alleen moest leveren, haalde slechts uit dat hij van zijn tweede plaats niet al te ver naar onderen duikelde, van een verdedigen van zijn plaats was allang geen sprake meer.

Voorin wilden drie man het helemaal zeker weten: Ben Jur­riaans, Hans Koot en Kees Bal sprongen op de 7 km lange omloop rond Nijverdal nog weg en finishten in deze volgorde

met een extra voorsprong van zes seconden. Seconden, die ge­voegd bij de bonificaties, wel eens van grote betekenis kunnen blijken te zijn.

Cees Priem - wie twijfelde er nog aan? - liet zich trots in de oranjetrui hijsen. De Acifit-ploeg won het dagploegenklasse­ment en bezette de eerste plaats in het algemeen ploegen­klassement. De triomf van glunderende Piet Liebregts was compleet.

5e etappe Arnhem-Nijverdal, 161 km: 1. B. Jurriaans 3.34.53 (bon.), 2. H. Koot 3.34.58 (bon.), 3. K. Bal 3.35.03 (bon.), 4. P. Oosterhof 3.35.14, 5. J. Aling, 6. C. Priem, 7. F. v. Katwijk, 8. Th. v. d. Loo, 9. B. Groen, 10. C. de Smit„ 11. N. Vermeulen, 12. G. Thomas (Eng.), 13. F. Schur, 14. A. Koster, 15. A. v. d. Hoek, 16. J. Bruessing, 17. P. Legierse, 18. H. Botterhuis, 19. B. Shukhov (Rust.), 20. H. Egberts.

Dagploegenklassement: 1. Acifit, 2. Jan van Erp, 3. Ketting-Didam, 4. Kroon, 5. Felix Bonzo.

Alg. klassement na de 5e etappe: 1. C. Priiem 16.22.33, 2. F. Schiir 16.22.50, 3. W. Jansen 16.23.17, 4. J. Bruessing 16.23.22, 5. J. Aling 16.23.22, 6. Th. v. d. Loo 16.23.29, 7. H. v. d. Laar, 8. K. Bal 16.24.22, 9. P. Legierse 16.24.35, 10. W. Jurriaans 16.24.44,

„D'N ZESDE DAG"

Het voorbeeld van de vijfde dag maakte school tijdens de zesde etappe, die de karavaan over de langste afstand van Nijverdal naar Wieringen (191 km) zou voeren. Door een vergissing van de begeleidende Rijkspolitie kwamen er in de buurt van Ommen nog eens 20 km bij, zodat de tocht wet op een „echte" Tour­etappe ging lijken. Waarom werd overigens het peloton op dat moment, toen er nog niets gebeurd was, niet geneutraliseerd op het juiste pad teruggebracht en daar opnieuw van start geschoten?  Gelukkig maar, dat de wind de coureurs voor een groot deel van de rit in de rug blies (vooral op de Afsluitdijk, waar snelheden tot boven de 65 km worden bereikt!), anders had men bij de aankomst in Hippolytushoef de straatverlich­ting nog moeten aansteken ...

Na enkele niet serieus te nemen plaagstootjes scheen het na 100 km in de buurt van het Friese Oldeberkoop raak te worden. Jo van Pol en Jan Spetgens, Ben Kooken en Siem Berkhout zeilden er vandoor. Daarvoor was het natuurlijk wel de meest ongeschikte etappe. Want nu waren de „grote mannen" klaar wakker. Vierentwintig man stormden er achteraan, met uit­zondering van de door een valpartij gehinderde groene-trui­drager Frits Schur, zaten alle favorieten in die groep. Spoedig haaden zij de vluchters te pakken, gesloten spoorbomen in Ak­krum begunstigden de sprong met 1 min. en 15 sec., al vlug kon er een voorsprong van tweeeneenhalve minuut, ja, zelfs meer dan drie minuten worden genoteerd.

Achterin viel het peloton in stukken uiteen, maar zelfs de besten uit de voorste groep kregen geen vat meer op de kop­lopers. Op de Afsluitdijk ging het tempo nog verder omhoog. Den Hertog, Duyker, Vermeulen, Voogt en Balk haalden nog eens alles uit de „kast", distancieerden Kelleners, Van den Hoek, Van Stralen en de Zweed Hansson nog met een halve minuut, de rest van de kopgroep met bijna een minuut! En daarachter naderde al de spits van het peloton, waaruit o.a. de Bus Likkachov, Schur, Bal, Van der Loo en Fons v. Katwijk zich nog hadden weten los te rukken.

Dat in de eindsprint van vijf man de uiterst snelle Balk met de etappewinst ging strijken, verbaasde niet, maar ook Duyker liet Den Hertog nog achter zich, die dus maar vijf seconden bonificatie inde. De spurt van de grote groep, het eigenlijke peloton dus, werd

Jean-Louis Danguillaume voor Swinkels en de ex-prof Cor­nelisse gewonnen.

Ondanks het feit, dat ploegleider Liebregts als straf voor zijn al te onstuimig optreden in de voorgaande etappe naar de laatste plaats in de lange rij der materiaalwagens was ver­wezen (een rechtstreekse bestraffing van de ploegleider ware hier beter op haar plaats geweest dan deze risicovergroting voor zijn renners), zorgden de Acifit-mannen ervoor, dat de oranjetrui en het algemeen ploegenklassement in huis bleven. Fedor den Hertog reduceerde zijn achterstand op koploper Cees Priem tot iets onder de drie minuten, nog rijkelijk veel voor de individueee tijdrit, die maar over 16 km zou lopen!

6e etappe Nijverdal-Wieringen, 210 km: 1. K. Balk 4.35.55 (bon.), 2. A. Duyker 4.36.00 (bon.), 3. F. den Hertog 4.36.05 (bon.), 4. A. Voogt 4.36.10, 5. N. Vermeulen, 6. P. v. Stralen 4.36.37, 7. L. Hansson (Zwed.), 8. A. v. d. Hoek, 9. W. Kelleners, 10. J. Aling 4.37.08, 11. A. Koster, 12. J. Bruessing, 13. P. Oosterhof, 14. J. Spetgens, 15. C. Priem, 16. M. de Koning, 17. B. Jurriaans, 18. W. Jansen, 19. A. Scheffer, 20. J. Lenferink.

Dagploegenklassement: 1. Amstel Bier, 2. Ketting-Didam, 3. Mars­Flandria, 4. Acifit, 5. Felix Bonzo-Magneet.

„D'N ZEVENDE DAG"

In de persoonlijke tijdrit op deze laat­ste dag, met start en aankomst in het toch wel voor de wielersport geporteerd zijnde Hippolytushoef - Wielerclub Wieringen had alles heel knap georganiseerd -liet Fedor den Hertog nog eens merken, dat hij en niemand andem dan hij als de meest getalenteerde amateur van geheel wielrennend Europa zeg maar: van de gehele wereld moet worden gezien. 't Is jammer dat zijn koersinzicht, zijn mentale instelling wat minder is, want o ... Ach, daarover is al meer geschreven. Fedor beleeft het meeste plezier aan gewoon lek­ker hardfietsen, aan het rijden van zulk een hoog tempo dat iedereen er duizelig van wordt. In dat tijdritje over 16 kilo­meter (en waarom zou men dit volgend jaar niet eens op­trekken naar een kilometer of veertig) heeft Den Hertog namelijk zo duidelijk zijn atletische wielervermogen (tijd 22.40 min.) gedemonstreerd, dat men zich moet afvragen: waar ligt precies zijn grens?

Cees Swinkels was met 24.05 min. lange tijd de beste, werd evenwel overtroffen door Johan Lenferink uit Geesteren, die met 23.52 duidelijk aantoonde dat er beslist nog betere tijden in de bus zaten. Nog weer beter deden Wim Welleners (23.32 min.), Aad v. d. Hoek (23.31 min., zelfde tijd als Jan Aling) en de blozende Belg August Herygers - een geboren wiel­renner - het laatstgenoemde moest zijn 23.28 min. delen met oranje-truidrager Cees Priem, van wie deze tijd wat tegenviel.

Tenminste als men de tijd hoorde aankondigen van de Frans­man Marcel Duchemin (23.04 min.) en die ... formidabele „klok"van de grootste ontdekking uit deze felbevochten Ronde van Nederland: Wim Jansen uit Amstelveen. De Volkswagen ­Autopon-coureur realiseerde een tijd van 23.17 min. en dat betekende uiteindelijk een derde plaats. Eerste dus Den Hertog, die later op de dag nogmaals een staaltje van zijn kunnen ten beste zou geven ...

Meestal wordt een slotritje in het teken van “gelatenheid" ver­reden. Men legt zich neer bij het klassement, dat „gemaakt" is. 't Is maar zelden dat nog eens even alles op alles wordt gezet om de ranglijst nogeens door elkaar te halen. Wat be­treft de topposities - Cees Priem individueel leider, Jan Aling aanvoerder puntenklassement, Acifit op kop in de ploegen­rangschikking - was er misschien niet veel te verwachten. Edoch ...

In iedere Ronde zijn er renners die hun pech, de hen daardoor toebedeelde rol, niet kunnen en willen “verknoersen". Aad Duyker, de lange Beverwijker, was er zo een. Hij dacht aldoor maar aan die rottige lekke band in de eerste etappe, waardoor hij meteen van een positie tussen de eerste vijf bleef verstoken.

Daarom zou een eventuele ritzege in Amsterdam nog wat kunnen vergoeden. Het was in de Trico Noble-gelederen trou­wens een uitgemaakte zaak. Met de wind in de rug naar „Groot-Mokum" moest het maar vanuit het vertrek gebeuren.

De 55-plateaux werden voor de dag gehaald, het „rijksdaalder­tje" (een 12-tands kransje) ging eveneens bij sommigen ach­terop. Duyker en zijn ploegmakkers Sjef v. d. Burg (een dag tevoren beleefde de man uit Berkel alle pech welke men zich maar kan indenken) en Kees Bal hadden zich van de eerste kilometers terdege vergewist. Een nogal kronkelig parcours, wind wat priemend in de flanken, voor de rest echter in de rug.

Pats! Het was meteen gebeurd. Zestien coureurs waaierden weg. Schur, Aling, Oosterhof, Van der Loo, P. v. Katwijk, Bertou, De Koning, Den Hertog, Van den Hoek, Koot (viel spoedig af, evenals de Rus Likkachov), lijstaanvoerder Priem en de helaas zo ongelukkig gevallen (vloog door te grote snel­heid letterlijk de bocht uit) Van Stralen trokken met het eer­der genoemde Trico-trio mee. Het werd gewoon een lange, een kilometerslange spurt. Onvoorstelbaar wat ging het hard! Wat hebben Frits Schur en Michas Bertou toen zij door de val van Van Stralen (moest met een gapende hoofdwonde opgeven) achterop geraakten, alles moeten geven om weer terug aan te sluiten. Alsof men van de duivel bezeten was daar vooraan, waar vooral Den Hertog en Duyker, maar ook Priem het tempo krankzinnig opzweepten. De Rus Viktor Likkachov kreeg geen lucht meer en werd meedogenloos afgehaakt. Neen, men wilde wel renners kwijt. Dan paste men nog beter als waaier over de weg en kon het ritme bij de doorkomsten van langgerekte Noordhollandse dorpen tenminste gehandhaafd blijven. Vooral ook de Ketting-renners Piet van Katwijk, Jan Aling en Aad van den Hoek begrepen dat zij met een zo ver mogelijk doorgevoerde vlucht het algemeen ploegenklassement in handen zouden krijgen. Want - en dat is een onbegrijpelijke zaak - de jongens van Acifit hadden het - op Priem na - lelijk laten liggen. Ze zaten er niet bij. Bruessing ('s morgens voor zijn doen al een matige tijdrit), Van den Donk en Stander zaten in de tweede groep en konden allengs steeds meer ach­terstand gaan optellen.

En toch zaten ze op een gegeven moment bijna bij ... Fedor den Hertog, die lek gereden had. Matthijs de Koning wachtte hem op. Samen zouden ze het wellicht beter klaren om terug in de spits te komen. Welnu, het is misschien wat overdreven, maar terwijl de kop een dikke 55 km per uur “wegtolde", kwam Den Hertog met aan zijn wiel een naar adem snakkende De Koning, toch binnen een tiental kilometers terug. Enorm, wat liet de Ermeloer zijn drift de vrije teugel, wat heeft - hoe beroerd ook - juist die lekke band een zoveelste facet van zijn fysiek vermogen belicht.

Even voor Amsterdam probeerde Aad Duyker, die met juni dan toch overstapt naar de profploeg van Frans Verbeeck, zijn slag binnen te halen. De wakkere Piet van Katwijk (denkend aan de bonificatie) verstoorde echter alle illusies, trok het spel weer samen en knalde naar de zege.

De 20e Olympia's Ronde van Nederland was gereden. Organi­satorisch was het weer prima voor elkaar, sportief gezien zonder meer een groot succes. Met een eindwinnaar die reeds vorig jaar zijn “komst" aankondigde - ook al werd hij toen slechts dertigste! - en vanaf de eerste dag op het vinkentouw heeft gezeten. Priem is een van de renners in wie dat on­definieerbare “beetje meer" zit.  't Zal z'n enige triomf in een etappe-wedstrijd zeker niet blijven ...

Individuele tijdrit Wieringen, 16 km:

1. F. den Hertog 22.25 (met bon), 2. M. Duchemin (Fr.) 23.04 (met bon.), ,3. W. Jansen 23.17 (met ban.), 4. A. Herygers (B.) 23.28, 5. C. Priem 23.28, 6. A. v. d. Hoek 23.31, 7. J. Aling 23.31, 8. W. Kelleners 23.33, 9. P. Oosterhof 23.36, 30. H. Poppe 23.38, 11. M. Pennlngs 23.41, 12. A. Duyker 23.45, 13. J. Lenferink 23.52, 14. K. Bat 23.52, 15. G. v. Moer (B.) 23.53, 16. A. Hassink 23.57, 17. W. Vlot 24.02, 18. R. Sch&r (Zwlts.) 24.02, 19. C. Duterme (Fr.) 24.03, 20. C. Swinkels 24.05, 21. F. Schur 24.08, 22. 1. Hollam (Eng.) 24.12, 23. G. Knetemann 24.15, 24. H. v. d. Laar 24.15, 25. J. Bruessing 24.16.

Algemeen klassement na de individuele tjjdrit: 1..C. Priem 21.23.08, 2. W. Jansen 21.23.42, 3. J. Aling 21.24.01, 4. J. Bruessing 21.24.46, 5. F. den Hertag 21.25.03, 6. P. Oosterhof 21.25.32, 7. B. Jurriaans 21.26.28, 8. F. Schiir 21.27.10, 9. K. Bal 21.28.27, 10. Th. v. d. Loo 21.28.31.

7e etappe Wieringen-Amsterdam, 95 km:

1. P. v. Katwijk 1.57.40 (bon.), 2. F. den Hertag 1.57.45 (bon.), 3. P. Oosterhof 1.57.50 (bon.), 4. M. de Koning 1.57.55, 5. J. Aling, 6. K. Bal, 7. S. v. d. Burg, 8. F. Schur, 9. C. Priem, 10. M. Bertou, 11. A. v. d. Hoek 1.58.03, 12. Th. v. d. Loo, 13. A. Duyker, 14. A. Herygers (B.) 2.00.28, 15. J. Spetgens, 16. J. Hollam (Enig.), 17. R. Cornelisse, 18. V. Likkachov (Rust.), 19. L. Westrus, 20. H. Poppe.

Dagploegenklassement:

1. Ketting Didam, 2. Trico Noble, 3. Amsted Bier, 4. Acifit, 5. Caballero.

EINDKLASSEMENTEN

Individueel:

1. C. Priem 23.21.03, 2. J. Aling 23.21.56, 3. F. den Hertog 23.22.48, 4. P. Oosterhof 23.23.22, 5. W. Jansen 23.24.10, 6. F. Schur 23.25.05, 7. J. Bruessing 23.25.14, 8. K. Bal 23.26.22, 9. Th. v. d. Loo 23.26.34, 10. B. Jurriaans 23.26.56, 11. A. v. d. Hoek 23.27.50, 12. M. de Koning 23.30.34, 13. P. Legierse 23.31.16, 14. F. v. Katwijk 23.31.20, 15. K. Balk 23.31.37, 16. H. Poppe 23.32.36, 17. A. Duyker 23.33.15, 18. M. Bertou 23.33.23, 19. H. v. d. Laar 23.33.58, 20. H. Koot, 23.35.23, 21. P. v. d. Donk 23.36.01, 22. A. Hassink 23.36.02, 23. G. Knetemann 23.36.59, 24. H. Stander z.t., 25. K. Koeken 23.37.29, 26. A. Herygers (B.) 23.38.36, 27. A. Voogt 23.39.45, 28. H. Botterhuis 23.39.53, 29. G. v. Moer (B.) 23.40.16, 30. P. v. Katwijk 23.40.30, 31. Ph. Edwards (Eng.) 23.41.20, 32. N. Bakker 23.41.46, 33. J. v. Pal 23.42.24, 34. I. Hallam (Eng.) 23.42.31, 35. S. Berkhout 23.42.48, 36. G. Thomas (Eng.) 23.44.24, 37. N. Vermeulen 23.44.46, 38. C. Swinkels 23.44.53, 39. H. Perfors 23.44.56, 40. V. Likkachov (Rust.) 23.44.59, 41. R. Cornelisse 23.45.04, 42. J. Len­ferink 23.45.16, 43. W. Kelleners 23.47.02, 44. M. Pennings 23.47.20, 45. V. Mikhailov (Rust.) 23.48.37, 46. C. de Smit 23.48.37, 47. H. E,gberts 23.48.50, 48. W. Luppers 23.50.44, 49. A. Vodjanikov (Rust.) 23.50.56, 50. T. v. d. Bunder 23.50.59, 51. M. Duchemin (Fr.) 23.51.02, 52. K.Koot 23.51.08, 53. J. Spetgens 23.51.36, 54. H. Kuiper 23.51.37, 55. N. Dmitruk (Rust.) 23.52.35, 56. H. Kruims 23.53.06, 57. B. Groen 23.53.52, 58. A. Scheffer 23.54.39, 59. R. Schuiten 23.54.48, 60. S. v. d. Burg 23.54.57, 61. Z. Budek (Pol.) 23.57.01, 62. J. Danguillaume (Fr.) 23.57.50. 63. L. Dierckx (B.) 23.58.01, 64. P. Bayton (Eng.) 23.58.36, 65. M. Dohmen 23.58.38, 66. A. Hulzebosch 24.00.48, 67. L. Hansson (Zwed.) 24.01.04, 68. H. Smits 24.01.28, 69. A. Koster 24.02.59, 70. D. Groen 24.03.42, 71. F. v. d. Ruit 24.04.27, 72. P. Maas 24.04.48, 73. B. Lalanne (Fr.) 24.05.07, 74. K. v. d. Knaap 24.05.44, 75. J. Adriaans 24.06.08, 76. K. Fiktorie 24.07.50, 77. L. Westrus 24.08.28, 78. T. Buurmeijer 24.09.18, 79. W. Wanders 24.09.49, 80. B. Broere 24.10.08, 81. H. Cornelisse 24.10.10, 82. J. Deckers 24.10.38, 83. C. Duterme (Fr.) 24.10.55, 84. K. Delnoy 24.10.58, 85. A. v. Opdorp 24.12.24, 86. G. Huisjes 24.12.46, 87. B. Jones (Eng.) 24.13.18, 88. B. Shukhov (Rust.) 24.15.59, 89. 1. Schmid (Zwits.) 24.19.19, 90. J. Klimczak (Pol.) 24.19.22, 91. M. Pustjens 24.19.59, 92. H. Snoeijink 24.20.04, 93. W. Vlot 24.20.39, 94. R. Schdr (Zwits.) 24.21.02, 95. L. Ericsson (Zwed.) 24.21.52, 96. R. Valkenbert (Zwed.) 24.24.52, 97. J. Thomazeau (Fr.) 24.29.22, 98. H. K6nigshofer Most.) 24.29.35, 99. R. Karlsson (Zwed.) 24.32.07, 100. J. Vrancken 24.32.17, 101. J. Kowalczuk (Pal.) 24.33.57, 102. J. Vlot 24.46.00, 103. M. LeMbvre (Fr.) 24.48.21, 104. A. Jalcubowski (Pot.) 24.50.31, 105. H. Linhart Most.) 24.51.15, 106. W. Priglhofer (Oost.) 24.59.36, 107. R. Mitteregger (Oost.) 25.17.28, 108. F. Battig (Zwits.) 25.20.23.

Ploegen: 1. Kehting-Didam 69.33.08, 2. Acifit 69.33.48, 3. Amstel 69.37.28, 4. Mars-Flandria 69.43.47, 5. Caballero 69.46.41, 6. Trico Noble 69.47.57, 7. Felix Bonzo-Magneet 69.56.21, 8. Jan van Erp 70.07.01, 9. Volks­wagen-Autopon 70.15.32, 10. Rusland 70.18.56, 11. Engeland 70.23.32, 12. Militair Team 70.31.33, 13. Kroon 70.33.57, 14. Belgih 70.38.37, 15: Peugeot-Michelin-BP 70.39.27, 16. Ovis 70.50.07, 17. Frankrijk 70.55.21, 18. Victoria 70.56.09, 19. Polen 71.41.02, 20. Zweden 71.41.53, 21. Zwitser­land 72.38.02, 22. Oostenrijk 73.06.47.

Punten: 1. J. Aling 91, 2. F. den Hertog 85, 3. C. Priem 80, 4. P. Oos­terhof 75, 5. F. Schiir 67, 6. P. v. Katwijk 63, 7. K. Bal 58, 8. A. Duyker 55, 9. A. Herygers 54, 10. J. Spetgens 54.

 

OMLOOP VAN DE BARONIE.(4 april).1971

Omloop van de Baronie werd een tintelend gevecht

Helse strijd besloten met geweldige triomf van Piet van Katwijk

We hebben al eens meer geschreven dat iedere grote wegwedstrijd een geheel eigen karakter heeft. Dat er koer­sen zijn waarin men eigenlijk al van te voren de gedragslijn van de heren ama­teurs kan bepalen, dat er echter ook „proeven" zijn waarin men op geen stuk­ken na het verloop vooraf kan peilen. Dat zijn uiteraard de koersen, die men zonder meer van een aparte aantekening mag voorzien.

In Nederland bezitten we gelukkig een aantal van die wedstrijden. Een ervan is ongetwijfeld de Omloop van de Baronie, ofwel de “Parijs-Roubaix" voor ama­teurs. In deze wedstrijd ligt van alles op­gesloten. Moet men kunnen rouleren en duwen, “kantje kunnen rijden", bovenal echter sterk zijn om zelf te gaan rijden. Verder te zorgen niet vanuit de eerste rijen weg te vallen, durven aanvallen op momenten dat er zich kansen voordoen.

De Baronie is een lastig gebeuren. Een gebeuren, dat daarom altijd zo'n grote indruk zal blijven maken. Op iedereen die volgt, ook echter op de renners, die allemaal even begerig zijn juist deze klassieker op de erelijst te krijgen.

Voorbije zondag hebben we dan de twaalfde uitgave beleefd. Natuurlijk hebben ook de voorgaande edities gewel­dige wapenfeiten laten optekenen. We denken daarbij slechts aan de heroische strijd van Eddy Beugels (1966) met zijn achtervolger Wim du Bois, aan het ver­woede “knokkelen" van Wimke Prinsen en Cor Baars, aan de totale ineenstorting van Fedor den Hertog enkele jaren ge­leden, toen Beverwijker Ge van der Win­den triomfeerde. En zouden we alle re­gels, die aan deze prachtkoers - ook nu weer door de heren Van den Wijngaard, Van Tilburg en Petrucco voortreffelijk georganiseerd - in de loop der jaren zijn gewijd, nazoeken en nalezen, wel dan zouden er zeker nog meer bijzondere ge­beurtenissen te verhalen zijn. Gewoon omdat het in die heel wijde Omloop rond de stad van het Turfschip allemaal ligt verankerd. Het altijd wisselende parcours, geaccentueerd door de “Hel van Moerstraten" en de al evenveel “pijn" bezorgende kasseitjes tussen Galder, Ul­venhout, Bavel, Gilze, Alphen, Chaam en Strijbeek, geeft alle gelegenheid om juist daar een wedstrijd tot volle ontwikkeling te brengen.

En brengen die bonkige “kinderkop­pen" meestal voor velen de genade­slag, op de smalle, winderige wegen in de beginfase kan eveneens al veel ge­beuren. Nu was het afgelopen zondag uitzonderlijk mooi weer. Niet te koud, niet te warm, een flets schijnend zon­netje, een lichte bries welke nauwelijks voelbaar was. Gevolg: een enorm hoog tempo, dat daarentegen toch niet kon in­staan voor een volledige verbrokkeling.

Het werd meer een “kappen" in moten, in grote stukken. 't Werden meer klon­ters, die tegen het einde weliswaar ver­der werden gespleten, maar die elkaar nauwelijks moeilijkheden opleverden. Het was alleen zaak er voor te zorgen in de eerste, althans in de directe-buurt daar­van, ploeg te bivakkeren. Want het wilde aan sommigen nog weleens lukken om toch nog terug te komen. Bij voorbeeld aan Cees Swinkels, Cees Koeken en Henk Cornelisse, die alle drie geveld door een lekke band, de handen eendrachtig ineen­sloegen.

Terugkeren was daarentegen niet weg­gelegd voor de winnaar van vorig jaar Matthijs de Koning (na een val derailleur aan puin), evenmin voor Gaby Minneboo, Hennie Kuiper, Jan Hordijk, Peter Le­gierse en Rinus Paul. Wie “panne" had of ten val was gekomen, moest van uit­zonderlijke klasse zijn om terug te kun­nen komen. Bovenal speelde het een grote rol waar en in wiens gezelschap men kon gaan „treinen" om de rest weer in te halen. Misschien had Cees Priem in die beginfase geluk dat ook Aad van den Hoek een ander wiel moest steken ...

Misschien was de „pijl" die Leo van der Wiel in die eerste heuse kilome­ters afvuurde de inleiding, in ieder geval boorde er vlak voor en na Oud Gastel in­eens een heel sterke kopgroep voorop. Een grote waarin nagenoeg alle voor­handen zijnde kwaliteit van dit moment aanwezig was. En waarbij even later nog wat sterke mannen zouden aansluiten, mannen als een Fedor den Hertog en Gerrit de Wit, Dick Aardoom (rijdt veel te veel aan het staartje), Henk Stander, Siep Berkhout, Cees Swinkels, Has Fik­torie, Karel Delnoy, Henk Botterhuis, Klaas Koot, Piet van Katwijk (ja, eerst later zorgde hij er bij te zijn!), Henk van de Laar, Wim Dielemans, Jantje de Bruyn, Koos Akkermans, Andre Jansen, Wil Luppers, Henk van Dongen en Jo de Boer. Zij haalden het nog net, konden nog precies meespringen.

Want even daarvoor waren Arie Hassink en Arnold Voogt (Amstel), Peter v. d. Donk, Cees Priem, Ben Jurriaans en Juul Bruessing (Acifit), Theo v. d. Loo, John Cornelissen, Ted Blom, Marcel Pennings en Cees van Dongen (Caballero), Klaas Balk (Ketting),Popke Oosterhof, Wicher Vlot en Albert Hulzebosch (Kroon), Wim Smeekens (Limfa), Jo van Pol en Jan Spetgens (Mars-Flandria), Hans Hoot (Jan van Erp), Ben Kooken (Ovis), Sjef Smulders (Overdijk), Sjef v. d. Burg en Wim de Waal (Trico Noble), Wim Jan­sen (Autopon), Cees Koeken (Victoria) en Nico Vermeulen (Peugeot-Michelin­ BP) definitief uit de ketens van het lang­gerekte peloton losgerukt:

En dat alles had zich reeds voor Kruisland (65 km) afgespeeld. 't Lag in deze snel verreden Baronie geen mo­ment stil, want nog maar nauwelijks waren er de eerste stenen van de Moer­straatsebaan of daar trok de tomeloze Juul Bruessing dit gezelschap tot een lang, dun lint, dreunde Gerrit de Wit naar voren, deden Nico Vermeulen, Piet v. Katwijk (ook toen al), Ben Jurriaans, Klaas Hoot, Arnold Voogt, Klaas Balk en ook Dick Aardoom, eveneens echter Marcel Pennings, die later met Wim Smeekens nog zo prachtig terugkwam, de rest naar adem happen. Formidabel zoals men daar over dat erbarmelijk slechte stuk weg dokkerde. Er werd daar “gezeefd" op een niet mis te ver­stane wijze. Vooral door Fedor den Her­tog, die gewoon van geen ophouden wil­de weten en de ene demarrage na de an­dere plaatste. Niemand kreeg er rust en op zijn bij herhaling gegeven speldeprik­ken zijn heel wat renners “getippeld". Een Bruessing heeft het voor de eindfase zelfs een lichte „knock out" gekost, Cees Priem, die Den Hertog van repliek wilde en bleef dienen, zag er ook zijn illusies door in rook opgaan. Koot, v. d. Donk, Balk, v. d. Laar, ach eigenlijk allemaal geraakten ze er geirriteerd onder. Nu leek het van Fedor ook meer op “wiel­rennertjes pesten" dan op een serieus bedoelen om weg te komen. Want als hij dat werkelijk gewild had.. ?

Zelfs een lek bandje op de keien van Bavel weerhield hem niet om zijn verlammende taktiek, het alsmaar aan­gaan en toch ook weer niet gaan, op­nieuw op te nemen. Overigens, wat reed hij na zijn pech weer grandioos sterk te­rug. Dit in vergelijking met Cees Koeken, onze nationale kampioen die in het begin - we haalden het reeds aan - ook al eens had moeten repareren en zowaar wilt aan te sluiten, maar nu in de finale wederom een buitengewone inspanning moest opbrengen. Koeken, de „captain" van Victoria, is op weg een werkelijk goed wegrenner te worden. Hij durft in het zware werk zijn mannetje te staan, durft ook te koersen ... als het moet. Koeken, een van onze klasrijkste ama­teurs, is geen gokker, evenmin echter een klokkenluider. Hij rijdt met het „koppie" en zal zeker op een gegeven moment gaan toeslaan. Waarschijnlijk had hij dat in de Baronie al gekund, ware het niet dat Koeken een nogal slo­pende achtervolging heeft moeten rijden om weer terug aan te sluiten. Terug te komen bij de groep waar toen het spel volledig op de wagen ging en men met Priem, v. d. Donk, Vermeulen, Voogt, Koot en de ineens uitgeblust zijnde Bruessing (waaide zo terug naar achte­ren) in de hoofdrollen, alles in het werk stelde om duivelskun- stenaar op de fiets, Den Hertog (o, wat zou hij bij de be­roepsrenners een prachtige tegenpartij voor Eddy Merckx vormen!) in bedwang te houden. Het was al flink uitgedund, ook al door de Zeeuwsvlaming De Waa1, die met de handjes op het stuur net deed of al dat keiharde rijden hem geen pijn deed. Kortom het flitste in die eindfase alsof er geen eind aan kon en zou komen. Alsof men pas aan de Omloop van de Baronie was begonnen. Onbegrijpelijk / Onvoorstelbaar mooi!

Ineens trokken Van Katwijk en Den Hertog weg. Prompt reageerden Hassink, v. d. Donk, Priem, Voogt, v. d. Laar, Spetgens, Smulders en Koeken. Dat was de voorlaatste ontknoping, want in een mum van tijd zaten deze tien kleppers een halve minuut en later zelfs drie-kwart minuut vooruit. De slag was gevallen. Zonder enige twijfel zou de winnaar uit deze afscheiding te voor­schijn komen. Wie? Toch de snelle Koe­ken, of Fedor die misschien nog een ver­snelling harder zou gaan rijden?  Plots een flitsende demarrage van Arie Has­sink die weliswaar sterk maar toch ook in zekere zin onopvallend in de wielen was meegegaan. Piet van Katwijk reken­de hem weer in en ging toen zelf om op zijn beurt zowaar weer door Hassink te worden bijgebeend. Samen vochten ze zich uit de greep van de achtervolgers, bij wie uiteraard Den Hertog geen streep werk meer verzette en zelfs ook nog de kans liet aan Arnold Voogt om te gaan. De anderen t Men was evenzeer verrast als aangeslagen, het plots : openritsen" van deze tintelende koers door Van Kat­wijk en Hassink deed hen een moment twijfelen. De zaak was verkeken. Ook voor Hassink, die duidelijk te vroeg aan­ging en zag hoe het felle vechtertje Piet van Katwijk een van zijn mooiste triom­fen ging behalen.

Amateurs: 1. P. v. Katwijk 169 km in 4.07.44, 2. A. Hassink, 3. op 26 sec. A. Voogt, 4. op 20 sec. H. v. d. Laar, 5. C. Koeken, 6. P. v. d. Donk, 7. J. Spetgens, 8. S. Smulders, 9. C. Priem, 10. F. den Hertog, 11. op 47 sec. M. Pennings, 12. B. Jurriaans, 13. J. Bruessing, 14. W. Smeekens, 15. H. Stander, 16. K. Balk, 17. W. Jansen, 18. N. Vermeulen, 19. Th. v. d. Loo, 20. H. Koot, 21. K. Koot, 22. W. Vlot, 23. S. v. d. Burg, 24. op 1.47 min. W. de Waal, 25. H. Botterhuis, 26. op 2.19 min. D. Aardoom, 27. op 5.44 min. J. Comelissen, 28. op 8.19 min. C. Swinkels, 29. H. v. Dongen, 30. S. Berkhout, 31. G. de Wit, 32. op 8.27 min. W. Luppers, 33. op 8.38 min. W. Dieleman, 34. op 10.41 min. J. de Boer, 35. C. v. d. MQden, 36. Th. v. d. Leist, 37. C. Vermeire, 38. M. Hesemans, 39. H. Prinsen, 40. B. Broere, 41. G. Paridaen, 42. G. Zoontjens, 43. C. v. Dongen, 44. W. v. Steenis, 45. R. v. d. Burg, 46. K. Fictorie, 47. E. Kroon, 48. G. Habets, 49. H. Smits, 50. K. Delnoy, 51. G. Scheffer, 52. J. Adriaans, 53. J. Vrancken, 54. W. Liebrechts, 55. H. Broere, 56. J. Schelling, 57. H. Gijzel, 58. H. v. Deude­kom, 59. J. v. Pol, 60. L. Hoffschlag, 61. B. Kooken, 62. F. v. d. Goes, 63. H. Vos, 64. J. de Jager, 65. B. Geense, 66. M. v. d. HQden, 67. L. v. d. Wiel, 68. H. v. Grinsven.

Ploegenklassement: 1. Amstel Bier 12.24.08 (15 Put.), 2. Acifit 12.25.29 (31 put.), 3. Jan van Erp 12.27.16 (45 pnt.).

 

OMLOOP VAN DE BRAAKMAN.(27 maart).1971

Charles de Smit maakte zich eens echt kwaad......

OMLOOP VAN DE BRAAKMAN slechts voorbestemd voor sterke mannen

Als men het goed optelt, dan heeft speciaal de provincie Zeeland, waar de verbindingen aan deze kant van de Wes­terschelde geen enkel probleem meer opleveren, maar waar men om in Terneuzen of andere plaatsen in het aan Belgie grenzende gedeelte te komen toch altijd nog twintig minuten moet varen, nogal een aantal wedstrijden over de lange adem. Daar is de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen, de Ronde van Midden-Zeeland. Daar is ook de nu voor de derde maal uit­gegeven Omloop van de Braakman en daar zullen van de Stichting Inter Scaldis in de komende maanden een aantal evenementen verschijnen, die met recht de wielersport in Zee­land zullen animeren. En ten besluite is er dan ook nog de rondrit van Schouwen-Duiveland, maar deze vindt pas plaats in september, zodat we voorlopig nog even de tijd hebben. Neen, de aandacht richtte zich ditmaal op de Braakman. Een koers, die misschien door velen werd of nog wordt onderschat, maar voor hen die hebben deelgeno- men  zeker de ware ge­daante heeft getoond.

Het zijn daar in Philippine een aantal wakkere wieler­mannen geweest. Mannen die begrepen dat het ingepol­derde brakwatergebied een uitgelezen terrein voor wielersport in groepsver-band dan wel als individueel zou betekenen. Daar op de kaarsrechte wegen door het vlakke, winderige land, waar slechts enkele huizen en hier en daar een plukje ver­dwaalde bomen de kans op wat beschutting geven, is het lastig. Verschrikkelijk lastig zelfs. Vooral, omdat er op de doorgaans erg smalle wegen eigenlijk niet meer dan negen renners in een “waaier" gaan. Het is dus zaak om er vanaf de eerste meter bij te zitten, om te zorgen dat er liefst geen centi­meter „licht" is te bespeuren. Wie er zich niet aan houdt of wordt geveld door pech, kan gelijk een kruisje over deze be­levenis slaan. En mochten er knapen zijn die denken dat hun tekort aan kwaliteiten of hun mogelijke taktiek van “profite­ren" wel te handhaven zou zijn ... de Braakman is net zo kaal en naakt als de waarheid. Er valt daar niets, maar dan ook helemaal niets te verbloemen.

Onder dergelijke omstandigheden is het normaal wanneer er gelijk een ontsnapping valt te registreren. En zo ge­beurde het dan ook. Twaalf dapperen vochten zich naar voren, te weten Aad van Hoek, Peter Remijn, Klaas Balk en Frits Schur van Ketting, Jacques Deckers van Ovis (als eenling,hetgeen hem later toch parten speelde); dan Sjef v. d. Burg, Aad Duyker en Charles de Smit als Trico Noble-mannen (de laatste te noteren als invaller voor de zieke Grant Thomas) en tenslotte vier knapen die de anderen naar de “Kroon" trachtten te steken, te weten Jans en Wicher Vlot, Albert Hulzebosch en de zo meevallende Epi Boekholt. Voorwaar een spits met van alles wat, met ook voldoende inhoud om het spel volledig op de wegen te plaatsen. Hetgeen dan ook gebeurde, maar eerst nadat een aantal drama's de grote kansen van al deze kop­lopers voor een groot deel reduceerden. Want speciaal de coureurs van Ketting schenen een voorliefde voor platrijden te bezitten. Eerst Remijn, die bepaald weer op een “gat" moest proberen terug te komen. Dan viel Frits Schur in een herhaling van vorig jaar toen hij juist in de Braakman na een lekke band zo formidabel terugkwam. Opnieuw kreeg hij een tube zonder lucht, evenals trouwens Klaas Balk in een nog weer wat latere fase.

Het ritme, de speed om een vlucht tot een goed einde te brengen, werd daarmede nogal duidelijk verstoord. Want vooraan kon eigenlijk niemand gemist worden. Temeer niet omdat Hans en Klaas Koot, Dick Groen, Henk Stander (ook nog eens achteruit geslagen met een lekke band), Joop van Rossum, Gerrie Habets (later gelost), Adrie van Opdorp, de ook lossende Dick Aardoom en Henk Hellemons alle krachten bundelden teneinde de vluchters tot de orde te roepen. Overi­gens haalde Hellemons nag een prachtige stunt uit, door in de laatste grote omloop als “veldrijder" een heel stuk of te steken en zodoende zijn “executie" - de 's-Gravendeelse knaap zag alle goden op een rijtje zitten - ofwel zijn moeten lossen wat te kunnen uitstellen.

Kortom het werd een uiterst boeiend en interessant gevecht, dat eerst een beslissing liet optekenen toen alle pechhebbers van de eerste rij (ook Jans Vlot zou daartoe gaan behoren) terecht kwamen bij de jachtende, maar geen streep naderbij komende mannen van het tweede plan. En ook daarin vielen bij herhaling „gaten" omdat de koude wind eenvoudig de spie­ren verlamde en ook de adem afsneed. Terugkomen? Dat was er beslist niet bij. Wie wat tegenkwam, was gezien.

Vooraan bleven de mannen van Trico Noble het ritme aan­geven. Zij wilden wel, konden in het geheel niet treuren over de pech van de anderen. Dat waren tenminste weer een aantal concurrenten minder. Ondanks het feit dat de schouders er nog meer onder moesten worden gezet am uit de jachtige adem van de totaal verbrokkelde rest te blijven.

Misschien was het een te groot geloof aan zelfvertrouwen. In ieder geval wilde Aad Duyker voortijdig, net bij het ingaan van de drie kleinere omlopen, zijn slag slaan. Het lukte niet. Zijn markante figuur gaat niet “ongemerkt" weg. Dat lukte wel aan Charles de Smit, het bijna reeds geheel vergeten Zeeuwse „wielerbriljantje" van enkele jaren her. In een mum van tijd had hij een flinke bres geslagen. Kreeg toen Sjef v. d. Burg, zijn ploegmakker, net op tijd bij zich, terwijl Aad Duyker bijna de kansen van dit tweetal weer teniet deed door op een wat onverstandige manier ook naar voren te willen flitsen. Daarna echter verrichtte hij - tot besef gekomen van zijn niet al te slimme daad - prima ploegwerk.

Kregen Wicher Vlot en Albert Hulzebosch, Jacques Deck­ers geen kans en konden zij precies in de laatste ronde gewaar worden dat die tweede formatie, zo lekker aangevuld met de pechhebbers van vooraan, beduidend sterker was ge­worden. De Smit en Van der Burg bleven net buiten schot, voornamelijk door het onvermoeibare werk van de Berkelse meesterknecht-captain. Net buiten schot van Klaas Balk, die nogeens alle duivels ontbond en wel datgene wist te bewerk­stelligen waarin Siem Berkhout in zijn vertwijfelde sprong was tekort geschoten.

De Smit, eens een zeer op de voorgrond tredende nieuweling, de laatste jaren min of meer afgegleden tot een ,kwakkel", thans nog eens “alles of niets" spelend voor dit seizoen (lukt het weer niet dan is het definitief ,fini"), liet zich de kans niet ontnemen. Met alle respect voor Van der Burg, die met zijn tekort aan pure snelheid altijd een dankbaar iemand voor de wat klasrijkeren zal blijven ...

Amateurs: 1. Ch. de Smit 145,5 km in 3.26.52, 2. S. v. d. Burg, 3. Op 11 sec. K. Balk, 4. A. Duyker, 5. H. Stander, 6. J. de Boer, 7. J. Vlot, 8. W. Vlot, 9. A. v. Opdorp, 10. S. Berkhout, 11. F. Schur, 12. H. Koot, 13. D. Groen, 14. op 18 sec. J. Deckers, 15. op 35 sec. K. Koot, 16. op 54 sec. E. Boekholt, 17. op 1.01 min. A. Hulzebosch, 18. op 7.22 min. J. v. Rossum, 19. op 10.26 min. B. Solaro, 20. M. Bertou, 21. B. Slings, 22. H. v. d. Lacer, 23. J. Adriaans, 24. R. Schuiten, 25. W. Knoors, 26. op 10.45 min. H. Gijzel, 27. op 12.29 min. A. v. Hoek, 28. op 12.35 min. P. Remijn, 29. op 15.25 min. J. Hinneman, 30. op 16.23 min. W. Evertse, 31. C. v. d. Berg, 32. K. Blok, 33. op 19.25 min. W. Westdorp, 34. J. Cooremans.

Ploegenklassement: 1. Trico Noble 10.20.47, 2. Kroon 10.21.09, 3. Jan van Erp 10.31.58, 4. Ketting Didam 10.33.27.

 

OMLOOP VAN DE KEMPEN.(16 mei).1971

Omloop van de Kempen spoelde bijna van de weg....

Gewiekste Arie Hassink "tikte" het eerst aan

Elders in deze uitgave hebben wij onze persoonlijke mening ge­geven omtrent de Ronde om de Haarlemmermeer. Speciaal omdat aangaande die klassieker altijd de mening wordt geopperd dat er zoveel valpartijen en wat dies meer zij in liggen opgesloten. Hier en daar zou men die rondrit zelfs liever zien verdwijnen ... Ook wij moeten erkennen weleens ons hart te hebben vastgehouden. Maar dat gebeurt eigenlijk iedere wedstrijd omdat er zich altijd onvoorziene omstandig­heden kunnen voordoen. Omstandigheden die voor de coureurs grote gevaren inhouden. Niemand kan zulks evenwel voorzien.

Neem nu de voorbije zondag verreden Omloop van de Kempen. Star­tend in loom, zwaar drukkend weer, zat het er meer dan dik in dat er regen was te verwachten. Wat zou het dan op die klinker- en kassei­weggetjes door de mooie Kempen (de prachtige streek tussen Peel en Meijerij) gevaarlijk zijn. Spekglad, een glijbaan gelijk ...

Nog voor de regen met bakken uit de door hevige donderbuien ver­scheurde hemel kwam vallen, gebeurde het reeds. Een enorme valpartij volgde nadat Juul Bruessing in Oerle (8 km) op kop onderuit ging. Wel een man of 20 (of waren hat er meer dan 30?) smakten tegen het wegdek. Op die plaats verloor de 23e uitgave van de Omloop van de Kempen in een klap een hele ris favorieten.

Inderdaad favorieten, want een Klaas Balk, Peter van den Donk (later zou hij na een formidabele inspanning toch weer bijkomen en groots en sterk rijden), Jan Spetgens, Ferry van der Vleuten, Wim Pater, Eddy de Jong, Ben Jurriaans, Matthijs de Koning (ja, ook "!),

Ted Blom, Henk Botterhuis, Louis Westrus, Fons van Katwijk en anderen waren toch minstens met dezelfde gedachten en intentie naar deze klassieker gekozen dan latere winnaar Arie Hassink. Waar ligt evenwel iemands geluk of iemands ongeluk? 't Is maar goed dat we het geen van allen van tevoren weten, 't zou de eigendunk of het be­angstigend tegemoet treden van bepaalde handelingen alleen maar duidelijk in de hand werken.

Dit jaar tegen het decor van “Veldhoven viert vijftig" (de meest uit­gestrekte dorpsgemeenschap van Nederland; 28.000 inwoners) had de Kempen Omloop het geluk niet bepaald aan zijn zijde. De coureurs spoelden letterlijk van de weg, tropische regenbuien ontlaadden zich, opgaven en teleurstellingen waren het gevolg.

En in dit beestenweer - een echte coureur trotseert echter alles - durfden Frans Janssen, Fedor den Hertog en de jonge Theo Smit toch een eerste rimpel te trekken. Een ontsnapping die door Cees Swinkels, Giuseppe Siega (de Limburgse Italiaan), John Cornelissen, Jan Adriaans, Ben Ceulen en Gerrie Bruinsma nog wat verder werd uit­ gediept. Edoch, het was nog allemaal veel te vroeg. Men kon of wilde elkaar nog niet missen.

Even daarna zouden liefst 29 renners trachten de sleutel in het slot te steken en om te draaien, maar hoe Brands, Van den Donk, Blok­land, Lunenburg, Poppe, Hassink, Cornelissen, Van der Vleuten, Jur­riaans, Dekkers, Van Bergen, Bruinsma, Piet v. Katwijk, Den Hertog, Van de Laar (uit Son) en Van der Laar (uit Rossum), Hulzebosch, Kleine, Thijs, Oosterhof, Kuiper, Van Helvoirt, Koot, Van Ravel, Se­gers, Adriaans, Rouw en Prinsen alsmede de sterke De Boer ook een­drachtig naar voren dreunden, voor hen sorteerde dit alles niet het minste effect. Tussen Casteren en Netersel, waar Hans Geldens bij een val zijn dijbeen brak, waar Matthijs de Koning na een nieuwe val prachtig terugkeerde, even daarna gevolgd door Theo v. d. Loo en waar Siega, Wicher Vlot en de Belg Geboers en Koot moesten lossen, deden Van Ravel en Janssen na de hergroepering nog eens een poging. Ook Huub Dohmen en Jan Blokland gingen wat in de “erker" rijden. Het gevolg was dat het peloton in drie groepen uiteen werd getrokken, maar spoedig vloeiden kop en jagers weer ineen en vond Arnold Voogt het in Waalre (105 km) weleens tijd om te gaan. Alleen dreunde hij een pooisje voorop, kreeg toen assistentie van Henk Smits uit Baarlo, terwijl Henk v. d. Laar, Albert Hulzebosch, Hennie Kuiper, Henk Poppe. Arie Hassink eh Fedor den Hertog zorgden dat wederom een hergroepering tot stand kwam.

Het valt tegenwoordig ook niet mee. Ze rijden allemaal een aantal tandjes harder, de kwaliteit neemt beduidend in de breedte toe.

Toch durfde diezelfde Voogt uit Scherpenzeel (waarschijnlijk ge­prikkeld -door de successen van plaatsgenoot De Koning) het op­nieuw aan. In Eersel “klokte" hij al bijna een halve minuut, maar toen was het v. d. Loo die hem inrekende en terugbracht in de groep.

De vermoeidheid ging duidelijk spreken. De mannen met “rodage" gingen zich daarentegen meer en meer roeren. Bovendien waren er door het alechte weer - soms scheen evenwel toch ook nog de zon en dan was het benauwend warm - al vele renners afgestapt en telde men in de koers nog nauwelijks dertig mannen. In dit opzicht deed de Kempense Omloop zijn naam wel eer aan, want zoals het een echte zware wegkoers betaamt - en nu gaan we iets geks schrijven - mogen er eigenlijk niet teveel renners aan de streep komen. Dat levert name­lijk het bewijs hoe zwaar het allemaal is geweest, hoe moeilijk, hoe lastig.

Een koers over de lange adem moet liever geen gelegenheid bieden voor een stel “meerijders" en al hebben de weersomstandigheden in deze bijzonder veel invloed, ook bij droog weer weten we dat het juist in de Kempen altijd tot een hevige slagwisseling komt. Een boeiend wielergevecht dat op het scherp van de snede wordt gevoerd en waaruit altoos grote winnaans te voorschijn zijn getreden.

Als Cees Swinkels bij Bergeyk (140 km) zjjn lange benen strekt is dit gelijk het sein voor een laatste, woedende jacht, waaraan slechts Rutten en Henk van der Laar uit Rossum niet kunnen deelnemen, welke laatste twee men overigens -ook de schamele resten van het eens zo compacte en trotste peloton zou kunnen noemen ...

En als men terug uit de Keine omloop bij Oerle doer volledig blank staande straten komt, is het de jonge Arie Hassink die met een splijtende demarrage alle rust verstoort en in combinatie met de naar hem toe vliegende Henk van de Laar, Jan Adiraans, Piet Kleine en John Cornelissen duidelijk naar de triomf spurt. Misschien met wat geluk, omdat Fedor den Hertog zich in een val nog de hele bibs bloot valt en Piet van Katwijk over hem heen duikelt. Want o wee, indien dit tweetal keiharde prijsvechters mede op de eerste rij was gekomen!

Amateurs: 1. A. Hassink 181,4 km in 4.05.07, 2. K. Delnoy, 3. J. Adriaans, 4. H. Smits, 5. op 14 sec. H. v. d. Laar (Son), 6. J. Cornelis­sen, 7. P. Kleine, 8. op 24 sec. A. Hulzebosch, 9. C. Swinkels, 10. M. de Koning, 11. P. v. d. Donk, 12. H. Koot, 13. P. Oosterhof, 14. Th. v. d. Loo, 15. J. de Boer, 16. H. Poppe, 17. op 1.19 min. B. Jurriaans, 18. H. Kuiper, 19. H. Prinsen, 20. B. Ceulen, 21. H. Lunenburg, 22. P. v. Bergen, 23. W. v. Helvoirt, 24. A. Voogt, 25. op 1.52 min. P. v. Kat­wijk, 26. op 2.05 min. Th. Smit, 27. op 2.14 min. F. den Hertog, 28. op 15.35 min. L. Rutten, 29. H. v. d. Laar (Rossum).

Ploegenklassement: 1. Amstel 18 pnt., 2. Jan van Erp 20 put., 3. Ca­ballero, 4. Kroon, 5. Ovis.

 

OMLOOP VAN DE KRIMPENERWAARD.(1 mei)1971

Toine van den Bunder “rondde”het snelst en

                                sterkst Omloop van de Krimpenerwaard

Voor wie het misschien nog niet wist: heren amateurs, de Zeeuwen zijn in aantocht! Het zou lichtelijk overdreven zijn te stellen, dat de opvolger van Jo de Boo reeds volgende week kan aanbellen, maar feit is dat Zeeland niet alleen de provincie blijkt waar het fietsen goed was, maar terdege nog altijd is.

Bewijzen? Terwijl “grotere broers" als Bal en De Smit het de jury in Overijssel pijnlijk lastig maakten, dicteerde de jongste lichting de semi-klassieker voor neo-liefhebbers (toch eigenlijk een veel aardiger woord dan eerste-ander­halfjaars of, nog erger, eenendriekwartjaars amateurs), de Omloop van de Krimpenerwaard. Het waren Wim de Waal, Tonny Huyzen en - in het bijzonder - Toine van den Bunder, die op de opnieuw stormachtige dijkjes langs de Hollandse IJssel en de Lek voor de hoofdrollen tekenden.

De 19-jarige Van den Bunder maakte het Trico Noble-succes van zaterdag met zijn overwinning totaal.

Insiders voorspelden een paar jaar geleden reeds, dat de Zeeuwen er weer „aan kwamen". Het was slechts een kwestie van tijd, rijping en goede programmering. Wat dat laatste betreft werd de juiste balans tussen het koersen in Belgie en in Nederland bedoeld. Met “d'n Bels" voor de Zeeuwsvlamingen zo pal naast de deur was het nogal eens verleidelijk over de grens te trekken en Nederland maar te vergeten. Nu zal niemand ontkennen, dat er van de wed­strijden in Belgie niets valt te leren, maar wie zich inter­nationaal wil gaan waarmaken, die zal ook de Nederlandse waaiers moeten kunnen openen en sluiten.

Wedstrijden als deze Omloop van de Krimpenerwaard zijn daar ideaal voor. Althans in deze vorm. Vorig jaar hadden organisator Koos Rook en sponsor Het Vrije Volk de inschrijving nog voor alle amateurs opengelaten. Maar op verzoek van wegcoach Middelink was de Omloop dit keer beperkt tot de na juli 1969 amateur gewordenen. Gevolg: een eerlijke, heerlijke krachtmeting tussen leeftijdsgenoten van verschillende kwaliteit. En de Zeeuwtjes voelden zich daartussen als vissen in het water.

OPBOUWEND

Joop Middelink: “Je kunt in dit soort wedstrijden zo goed zien wat de jongens werkelijk kunnen. Ze fietsen wel mee tussen de ouderejaars, maar aan bod komen doen ze nauwelijks. Ze zijn nog te bang om in een waaier te rijden. En dan loop je de kans, dat jongens moreel kapot gaan."

Dat laatste zou zeker het geval zijn geweest met een aantal van hen als ze, na zo'n kilometer of tien, in de waaier die voorin was afgescheiden “grote namen" hadden gezeten. Want wat zo ongeveer iedereen had voorspeld kwam uit: het veld brak vrijwel onmiddellijk. Maar, door verbeten knokken in de gezamenlijkheid van het peloton werd de groep vluchters (zo'n 25 man) vrij vlug weer tot de orde geroepen. Men voelde zich elkaars gelijken.

Het omgekeerde bewijs van de stelling werd met dit voorval - en later in de wedstrijd nog vele malen meer - even­eens bewezen. Renners, die zich met de prestatielijst in de hand, bij de nieuwelingen tot de top konden rekenen, moesten het in dit zwaardere werk ook maar eens waar proberen te maken. En dat lukte - op enkele uitzonde­ringen na - niet altijd.

Echt serieuze ontsnappingspogingen heeft de Omloop van de Krimpenerwaard niet gekend. Of eigenlijk, op een keer na. Want juist toen voorin de zoveelste hergroepering en kaf-van-korenscheiding had plaatsgegrepen - in de eerste kilometer van de derde en laatste Omloop - sprongen Andre Jansen en Willy van Helvoirt weg. Het leek menens, maar Andre Jansen ging zitten piekeren en werd mentaal plotseling zo aangetast, dat hij het beter vond af te stappen.

OPBEURENTD

Van Helvoirt ging nog even door en kreeg bij stukjes en beetjes gezelschap van Ron Smit, Theo Smit, Huyzen, Van den Bunder, De Waal, Spronkmans, Sengers, Klomp, Venix, Van 't Geloof, Joore, Bas Hordijk, Mohlmann, Van Bragt, Dohmen, Bakens en Van Trigt.

De komst van het Rotterdammertje Martin Venix was een ander bewijs van het nut van wedstrijden als deze. Op een gegeven moment kwam hij “door te zitten", zag het niet meer en wilde zich laten terugzakken naar een groep later.

Een aantal opbeurende woorden vanuit een auto waren ­genoeg voor Venix om niet voor zijn leeftijdsgenoten te willen onderdoen.

Hij werd uiteindelijk nog vierde, een ereplaats, die slechts was weggelegd voor de „afgescheidenen". Want toen Toine van den Bunder zo'n tvraalf kilometer voor de streep in Krimpen aan den IJssel definitief de Zeeuwse suprematie wilde onderstrepen was de tijd in de kopgroep wel rijp voor demarrages - met goede afloop. Ron Smit en Van Helvoirt trachtten Van den Bunder nog terug te halen, maar de IJzendijkse timmerman kreeg zo'n groot verzet rond, dat hij met iedere wielomwenteling verder uitliep.BRON:PETER OUWERKERK

Amateurs:1. T. v. d. Bunder, IJzendijke, 140 km in 3.21.45 u.; 2. op 43 sec. W. van Helvoirt, Tilburg; 3. R. Smit, Haarlem; 4. op 48 sec. M. Venix, Rotterdam; 5. B. Joore, Raamsdonkveer; 6. op 1.13 T. Smit, Halfweg; 7. C. van Bragt, Lage Zwaluwe; 8. B. Hordijk, Rotterdam; 9. W. de Waal Axel; 10. M. Dohmen, Born; 11. J. Spronkmans, Elsloo; 12. G. Mohlmann, Apeldoorn; 13. R. van Trigt, Hille­gom; 14. H. Sengers, Budel; 15. H. Bakens, Venray;16. J.Klomp Groot Ammers; 17. G. van 't Geloof, Lage Zwaluwe 18. H. Vos, Rotterdam; 20. B. Pronk, Scheveningen; 21. A. Deusing, Halsteren; 22. R. Aversteeg, Rotterdam; 23. G. Koop, Wateringen;24. A.v.d Spiegel Den Haag; 25. B. ter Harmsel, Lage Zwaluwe;26 op 6.05 min P.Kuilen Den Bosch; 27. J. van Rossum, Den Haag: 28. J. Brinkman, Rotterdam; 29 G. van Gerwen Olland; 30. H. Gijzel, Heikant; 31. J. Blijleven, Amsterdam ;32. op 9.48 min. R. van Lieshout, Breugel: 33. T. van Hintum, Eindhoven; 34. P. Harkman, Lierop; 35. F. van Lokven, Den Bosch; 36. C. Brouwer, Amstelveen; 37. P. d'Hane, Vijf­huizen; 38. F. v. d. Ende, Monster

 

OMLOOP VAN DE MAASVALLEI.(22 mei t/m 23 mei).1971

BELGISCHE JUNIOREN BEHEERSTEN OMLOOP VAN DE MAASVALLEI

Voor de 8e uitgave van de Omloop van de Maasvallei, een wederom tot en met geslaagde organisatie van Wielercomite Elsloo en tot en met geanimeerd door Mars-Flandria-ploeg­leider Jefke Janssen, kwam ook nu weer een flink aantal Belgische ploegen aan de start. De Nederlandse deelname heeft het geweten, want heel duidelijk bleven onze Zuider­buren de baas. Dat begon al in de ploegentijdrit over 4 km te Eykhoven (Belgie) welke door WC Turnhout voor het Geffense De Windmolens werd gewonnen. Puntenstand 36 tegen 31. Als derde klasseerde zich Genk (Belgie) 27 pnt., vierde De Ster uit Geleen met 22 pnt.

Voor de rit in lijn van Mechelen-Elsloo over 72 km trok de Belg Jef Jacobs (tijd 1.52.10) aan het langste eind. Tweede op 1.03 min. zijn landgenoot Jos Arnols uit Tongeren, 3e Rene Leyssen (Leopoldsburg), 4e Gregoire van Bouwel (Turnhout), 5e Jos Cardenaels (Genk). Ala eerste Nederlander kwam Bennie Pots van R & TC Buitenlust uit Helmond op de 12e plaats en werden Jan Verbocht en Cees Stoutjesdijk van WV Roozendaal respectievelijk 14e en 15e.

Ook de individuele tijdrit Elsloo-Geulle ever 6,8 km werd een prooi voor de sterke Jef Jacobs, die precies een seconde voor­bleef op Ad Dekkers van De Windmolens. Tijden respectievelijk 9.45 min. tegen 9.46 min. Derde Boudewijn Jarenke (Belgie) in 9.49.5 min., 4e Jan van Kollenburg van De Ster, 5e Ronald Debacker van WC Turnhout in 9.50 min.

Nog kon de Belgische suprematie niet door een van onze deel­nemers worden bedwongen, want in Elsloo-Dilsen, gaande over 71 kilometer, trok August Delcroux (Turnhout) in 1.55 uur naar een prachtige zege. Tweede zijn landgenoot Gregoire van Bouwel, 3e Boudewijn Schepmans (St. Truiden), 4e Rene Leyssen, 5e Alfons Dewolf, 6e Herman Mutsaarts van GWC De Windmolens, 7e Jan Ruckert (De Bataaf), 8e Eddy Pels (St.-Truiden), 9e Nico Rinkel (De Bataaf), 10e Jef Jacobs (WC Turnhout).

Eindklassement individueel: 1. J. Jacobs (B.) 51 pnt., 2. G. v. Bouwel (B.) 50 pnt., 3. R. Leyssen (B.) 50 put., 4. Alfons Dewolf (B.) 41 pnt., 5. B. Jarenko (B.) 39 pnt.. 6. B. Schepmans (B.) 26 pnt., 7. H. Mut­saarts (N.) 26 pnt., 8. R. Debacker (B.) 26 pnt., 9. J. Amolds (B.) 24 pnt., 10. A. Dekkers (N.) 22 pnt., 12. R. Adriaans (N.) 21 pnt., 14. J. v. Kollenburg (N.) 17 put., 15. J. Ruckert (N.) 14 pnt., 16. N. Rinkel (N.) 12 put., 17. H. Franssen (N.) 12 pnt., 19. J. Lamerichs (N.) 11 pnt.

 

OMLOOP VAN HET ZUIDEN ( 4 september).1971

In Omloop van Het Zuiden plaatste Henk van de Laar een geweldige uitdaging

                          Nieuweling Alfons Veelers opnieuw aan de eer

Met nog een kilometer of acht te gaan demarreerde Henk van de Laar. De man, die dit seizoen zoveel tegenslag ondervond bij zijn zware val tijdens een trainingsrit en die vele weken op bed moest vertoeven, was niet te houden. Hij had het trouwens van te voren gezegd en daarom waren die tweehonderd meter voorsprong op zijn achtervolgers, van wie vooral Peter van den Donk en Cees Swinkels alle duivels ontbonden om Van de Laar terug te halen, meer dan genoeg. Ze dienden tevens om zijn voorspelling te staven.

En daarmede kreeg deze 6e uitgave van de Omloop van Het Zuiden, voortreffelijk georganiseerd door de gelijknamige club uit Eindhoven, beslist een goede winnaar op de erelijst. Met als cu­riositeit dat het even­als vorig jaar (Henk Botterhuis) opnieuw een renner is, die bij Tegelhandel Jan van Erp het sponsorship vertegenwoordigt.

Maar dat deed op de­ze dag, de vierde sep­tember 1971, niet ter zake. Wielerclub Het Zuiden meende - en terecht - dat ook niet-gesponsorde ren­ners eens een klassie­ker moesten rijden en daarom werd deze koers (vijf omlopen van 32 km) alleen met clubploegen gereden. De belangstelling van de zijde der verenigingen was dan ook overweldigend en nu men start en aankomst verlegde naar Vessem, waar adspiran­ten een afwachtingswedstrijd reden, bleek duidelijk dat deze Omloop van Het Zuiden zich daarmede wel degelijk een geheel apart en zelfs verkwikkend karakter heeft geschapen. Ondanks het feit dat het financieel misschien meer inspanningen vraagt dan wel gewenst, lijkt het toch goed indien de Eindhovenaren op deze voet doorgaan. Want juist hierdoor wordt een zijde van de wielersport (de nogal te dikwijls vergeten clubs) in het volle daglicht geplaatst.

LATE ONTKNOPING

De eerste drie omlopen van Vessem over Wintelre, Oirschot, Moorland, Oostelbeers en Middelbeers gaven niet zo erg veel spectaculairs te zien. Er brandde wat strovuur, men plaatste een aantal demarrages van ondergeschikt belang, ofschoon het er in de tweede toer op geleek alsof men de meute van 125 renners volledig wilde uiteenrafelen. Het vloeide evenwel toch weer aaneen, totdat na zo'n kilometer of honderdenvijf Jan Brinkman (de zoon van Manus), Henk van Kilsdonk, Harrie van Groezen, Gerrit Oosterbosch en Harry Lunenburg weg­sprongen. Het vijftal kwam bijna een minuut vooruit en toen kwamen Jan Breur, Peter Nijssen (gelukkig weer helemaal hersteld en steeds goed in de prijzen in Belgische koersen) en Henk van Dongen in actie. Maar dat alles kon de hoofdmacht niet gedogen en een grote reactie had tot gevolg dat alles weer tot een compacte massa werd samengesmolten. Juist dat zijn de momenten waarop de meest geslaagde ontsnappingen wor­den gedaan en zo zorgden een twaalftal kleppers dat zij buiten schot kwamen. Weer ging het spel volledig op de wagen, de sliert verbrokkelde en het eind van alles was dat er 25 renners op kop kwamen. Daarbij zaten gewoon alle kanshebbers en het was voor Wil van Helvoirt spijtig dat hij door pech ten­slotte nog moest afhaken. De anderen? Zij worden volledig in bedwang gehouden door Peter van den Donk en Cees Swinkels, terwijl toch ook een Hans Koot en Henk van de Laar, Frans Beckers, Jan Breur, Theo van der Leist, Ton Gruyters en Frans

Otten alsmede Harrie van Groezen de neus meer dan eens aan het venster staken. De beste van allen was evenwel Henk van de Laar. In de buurt van Middelbeers ging hij een brutale uit­daging aan tegen een stel achtervolgers, die zonder meer het overwicht vormden, maar die het toch niet konden klaren.

OP KOMST

Na zijn zege in de Omloop van Niekerk kortgeleden, heeft de jonge Alfons Veelers nu wederom zijn visitekaartje afgegeven. Volgend seizoen zal hij zijn opwachting als amateur gaan ma­ken bij de Frisolploeg, maar op deze dag van de Omloop van Het Zuiden bracht Veelers de naam van zijn vereniging de Oldenzaalse Wieler Club eens op veler lippen. Attent zat hij er bij toen na een eindeloos gevecht en vele demarrages toch een negental renners voorgoed wegkwam. Die negen luisterden naar bekende namen, want Jan van Houwelingen, Jan van Dijk, Anton Gevers, Fons Veldhuizen, Jean Lamerichs, Ben Arentsen, Karel Stoutjesdijk en vooral ook Nico Rinkel en uiteraard Alfons Veelers vertegenwoordigden immers een zeer vooraanstaand deel van deze categorie. Deze kopgroep was ontstaan vlak na het ingaan van de laatste ronde, toen het peloton murw gereden was door de herhaalde ontsnappingen van vele van genoemde namen. Speciaal echter door een alles­gevende Nico Rinkel, bij wie het krachtenreservoir schier on­uitputtelijk lijkt. Rinkel zou tenslotte derde worden omdat hij minder snelle benen bezit dan een Veelers en een Veldhuizen, maar misschien gaat hij zich in de toekomst wel het beste aan­passen in de amateurcategorie.

DE UITSLAGEN

Amateurs: 1. H. v. Laar 165 km in 3.34.07, 2. J. Breur op 9 sec., 3. P. v. d. Donk, 4. H. v. Groezen, 5. H. Knot, 6. C. Swinkels, 7. Chr. Geerts, 8. Th. v. d. Leist, 9. J. Roemerman, 10. J. Overweg, 11. P. Franken, 12. H. Prinsen, 13. H. Sengers, 14. J. v. Swinnen, 14. F. v. Leeuwen. 16. W. Pater, 17. G. v. Gerwen. 18. C. v. d. Meiiden. 19. A. Gruyters, 20. J. Smulders, 21. P. Nijssen, 22. C. v. d. Pluym, 23. W. Liebrechts, 24. F. Beckers, 25. W. v. Helvoirt op 22 sec., 26. H. v. Kasteren op 2.14 min., 27. F. Otten op 2.42 min., 28. K. St. Nicalaas, 29. H. Peels, 30. J. Voesenek op 2.27 min., 31. M. v. d. Heuvel, 32. M. v. d. Heijden, 33. K. St. Nicalaas op 4.36 min., 34. L. Rutten op 5.08 min., 35. T. v. Hintum op 5.33 min., 36. H. Bakker, 37. W. Bellemakers, 38. H. Jacobs, 39. H. Lunenburg.

Clubklassement: 1. Wilhelmina A, Eindhoven, 27 prat.; 2. Schiedam, 33 pnt. ; 3. De Jonge Renner, Dongen, 37 pnt. ; 4. 't Abattoir, Tilburg, 51 put.; 5. De Kempen A, Valkenswaard, 61 pnt. ; 6. Hoekse Renners, 's-Gravendeel, 79 pnt.

Nieuwelingen: 1. A. Veelers 96,3 km in 2.10.46, 2. F. Veldhuizen, 3. N. Rinkel, 4. A. Gevers, 5. J. Lamerichs, 6. J. v. Dijk, 7. J. v. Houwe­lingen, 8. B. Arentsen op 8 sec., 9. K. Stoutjesdijk op 42 sec., 10. T. Trentelman, 11. G. Buying, 12. A. v. Houwelingen, 13. K. Heijne, 14. T. Huybers, 15. L. v. Uden op 55 sec., 16. F. Pirard op 1.04 min., 17. P. Wintraecken, 18. H. Mutsaars, 19. B. Bellekom, 20. H. Franssen, 21. J. Solberg, 22. A. Klomp op 1.11 min., 23. J. Jansen op 1.42 min., 24. C. Raetsen op 1.51 min., 25. G. Pronk.

Ploegenklassement voor clubs (Nieuwelingen Club Trofee 1971)

1. De Batauwers, Tiel 53 pnt. 2. De Windmolens, Geffen 53 pnt. 3. De Bergklimmers, Stein 64 pnt.4. De Bataaf, Halfweg 65 pnt.5. “Oldenzaal", Oldenzaal 69 pnt.

 

3e OMLOOP VAN NIEKERK-OLDEKERK ( 21 augustus).1971

AD VEELERS sprintte naar mooie zege in  3e Omloop van Niekerk-Oldekerk

De uit het Overijsselse Ootmarsum afkomstige Ad Veelers, een van de meest veelbelovende nieuwelingen en regelmatig tot de sterkste prijswinnaars behorend, heeft het bestaan om ook wegkampioen Ad Dekkers te kloppen. Daartoe moet men zonder meer wat mans zijn, vooral omdat de Udenhoutse reus ook nog sprintkampioen is en de wijze waarop hij een maand of wat geleden in Rotterdam naar de nationale trui reed, be­paald imponerend was. En toch presteerde ook toen die Veelers geweldig. Zoals hij trouwens in de Flevo-Tour, de Drentse weg­koers Door het Land van Bartje en waar dan ook reeds liet zien. Hij is een man met mogelijkheden.

In de door de Noordelijke Wieler Vereniging Groningen ge­organiseerde derde Omloop van Niekerk-Oldekerk - te be­schouwen als een prachtige koers - lieten de nieuwelingen meteen zien dat vooral zij die op de nominatie staan om vol­gend jaar als amateur te gaan koersen, wel durf hebben. Jan Ruckert uit Amsterdam was de eerste die het vuur aan de lont stak en dat deed hij in de buurt van Gaarkeuken. Jan Zwanen­veld en Gerard van Rooyen, Tinus Trentelman en Gerrie Ro­bertsen drukten de speldeprikken nog wat harder door om daarna ook Piet Akkerman en Bert Scheuneman een kans te geven. Die nam het tweetal tempolopers dan ook, vooral toen Jan Ruckert en Gerrie Robertsen welkome assistentie kwamen verlenen. Met z'n vieren werd een voorsprong van bijna een minuut bijeengefietst, maar toen kon de groep waarin men in­middels al hevig aan het ,schudden" was geslagen, niet langer wachten. Dat wil zeggen: speciaal Ad Veelers en Ad Dekkers maakten dat zij er bijkwamen en op Jan Ruckert na (viel te­rug) kwam een vijftal op kop dat niet meer werd teruggehaald. Bij Trimunt - na slechts 44 kilometer koersen - was de grote slag geslagen. Weliswaar hebben Gerrit Schalk, Ronald Akker, Gerard Brokkelman, Leo Feiken en Paul Gorissen nog gepro­beerd de zaak recht te zetten, maar meer dan 200 meter kwa­men zij niet van de groep los. En toen zaten de vijf koplopers toch reeds zover vooruit, dat er geen kijk op was om nog een andere stand aan te brengen. Later, in de slotfase, wisten zich evenwel toch nog vijftien renners van het peloton los te rukken, maar zij kwamen niet verder dan op 28 seconden van de spits.

Nieuwelingen: 1. A. Veelers, Ootmarsum, 91 km in 2.07.52; 2. A. Dekkers, Udenhout; 3. G. Robertsen, Ede; 4. B. Scheuneman, Veendam; 5. P. Akkerman, Waskermeer; 6. op 28 sec. F. Veld­huizen, Culemborg; 7. H. Fransen, Uden; 8. M. Maessen, Els­loo; 9. H. Mutsaars, Schijndel; 10. A. v. Houwelingen, Heesselt; 11. P. Wintraecken, Elsloo; 12. P. Gorissen, Beek; 13. C. de Looze, Haarlem; 14. L. Feiken, Veendam; 15. B. Arentsen, Arnhem; 16. N. Hilbrink, Den Ham; 17. H. den Otter, Arnhem; 18. H. Crijns, Hoensbroek; 19. P. v. Leeuwen, Zoeterwoude; 20. op 38 sec. G. Buying, Rotterdam; 21. J. Kruunenberg, Zwa­nenburg; 22. R. d'Hane, Tilburg; 23. J. Jansen, Voorschoten; 25. H. Keizer, Deventer; 26. G. v. Rooyen, Utrecht; 27. R. Akker, Wisnum; 28. J. Loots, Veendam; 29. J. Ruckert, Am­sterdam; 30. op 1.33 min. H. Booy, Ermelo; 31. S. Lankman; 32. N. Rinkel, Aalsmeer; 33. R. Adriaans, Stiphout; 34. G. Brokkelman, Hardenberg; 35. H. Drent, Kollum; 36. F. de Jong, Jubbega; 37. H. Kamerhuis, Vriezenveen; 38. S. Met, Hoorn; 39. G. Golbach, Zwolle; 40. Z. Walter, Moersgestel; 41. H. Nederlof, Breukelen; 42. H. Lubberding, Voorst; 43. H. Witteveen, Deventer; 44. C. Valentin, Voorschoten; 45. B. Hoekstra, Ureterp; 46. J. Wechsel, Twello; 47. J. Feiken, Veen­dam; 48. op 1.46 min. P. v. Spreeuwel, Hilvarenbeek; 49. T. Sijm, Zwaagdijk; 50. T. de Groot, Hieuwert; 51. op 9.18 min. L. Daniels, Helmond; 52. L. Vos, Dwingelo.

 

OMLOOP VAN NIEW-BORSELE.(17 april).1971

THEO SMIT bracht zijn ervaring in praktijk en won

Speciaal om de wieleraport in Zeeland te activeren, maar ook om te stimuleren, heeft het Comite „Inter Scaldis" (Latijn voor: tussen Ooster- en Wester-Schelde) - te onderkennen in de comitees van Kapelle, Middelburg, 's-Gravenpolder en Kwadendamme, uitstekend bijeenge­bracht door voorzitter Jan Moerdijk - een aantal wedstrijden op papier gezet, waarvan er voorbode zaterdag inmiddels een is verreden. Namelijk de Omloop van de Gewesten Borsele, de verzamelnaam voor de kerkdorpen Kwadendamme, Hoedekenskerke, Waarland, Oudelande, Ellewoutsdiijk, Driewegen, Ovezande, Nisse, Heinkenzand, 's-Heer Abtskerke en 's-Gravenpolder. In deze wedstrijd voor eerste- en zgn. anderhalfjaars ama­teurs, zonder meer een inslaand gebeu­ren, toonde de Halfwegger Theo Smit zich de beste. Zijn opgedane ervaringen als gerespecteerd nieuweling en met een alleszins bevredigend debuut van de Ron­de van Drente op zak, hebben hem ter­dege bijgestaan.

Het was in deze verkwikkende koers door Zuid-Beveland niet gemakkelijk. De harde wind blies nogal venijnig, gaf wei­nig gelegenheid om „luw" te zitten en daarom moest men zich wel torten. In de eerste 40 kilometer werd een wat af­wachtende houding aangenomen, daarna echter wipten Bennie Geldens, Jan Leij­ten en Martin Rietveld naar voren. Het drietal kwam tot een halve minuut, werd teruggepakt, maar zowel de eerst- als de laatstgenoemde wilde zich er niet bij neerleggen. Direct na de aansluiting gingen zij weer en toen organiseerde Ste­dumse Jantje Bakker met Theo Smit, even later ook met assistentie van Jan Poelman en Hein Sengers een stevige jacht. Eerst op 25 kilometer voor het einde kwam dit zestal samen, terwijl in de achterhoede vooral de Wierdense Wim Pater een zeer sterke indruk achterliet.

Met alle geweld wilde hij zijn fout, het laten vertrekken van de goede “trein", herstellen. Evenwel natuurlijk te laat komend, omdat de zeven koplopers - ook de Rotterdammer Ronny Kroep was er nog bij gekomen - zich niet meer lieten verschalken.

De woorden van ploegleider Joop Stoop goed in zich opgenomen hebbend, spurtte Theo Smit geheel rechts van de weg naar de triomf. Daarbij de anderen duidelijk in de wind latend, luisteren en ook- doen kunnen zo medebepalend zijn. De jonge Smit zal er voor de toekomst ongetwij­feld zijn lering uit hebben getrokken. Het kon voor velen den toch nog weleens „oppassen geblazen" zijn ...

Amateurs 1e jaars: 1. Th. Smit 102 km in 2.33.15, 2. J. Bakker, 3. H. Sengers, 4. M. Rietveld, 5. B. Geldens, 6. J. Poelman, 7. R. Kroep, 8. W. van der Akker in 2.34.07, 9. C. van den Bergh in 2.34.18, 10. C. van Bragt in 2.34.24, 11. J. Spronkmans, 12. H. Pronk, 13. A. Duessing, 14. J. Leijten, 15. J. Luisterburg, 16. W. West­dorp, 17. R. Smit, 18. T. van Hintum, 19. J. Raas, 20. J. Akkkermans in 2.34.33, 21. G. van Gerwen in 2.35.42, 22. T. Huizen, 23. J. Voe­senek, 24. W. Pater, 25. I. Nilson (Zweden).

 

OMLOOP VAN WALCHEREN (24 april).1971

Nieuwelingen: 1. Ad Dekkers, 2. Frits Pirard, 3. Cees Stoutjesdijk,

Adspiranten: 1. Wim Lugtenburg, 2. John Akkermans, 3. Johan Verbrugge

 

OMLOOP VAN ZEEUWS-VLAANDEREN ( 18 t/m 19 september).1971

In prachtige Omloop van Zeeuwsch-VIaanderen verrekende iedereen zich op Grant Thomas....

TRICO NOBLE-formatie liet de teugel nimmer vieren

Bijzonder mooi nazomerweer heeft de achtste uitgave van de opnieuw zo voor­treffelijke Omloop van Zeeuwsch-Vlaan­deren uiteraard nog weer glans gegeven. Ofschoon er aan de andere kant mis­schien wat minder werkelijk ,vuurwerk" was te aanschouwen. Het enorme tempo, op beide dagen aangehouden, is er mede oorzaak van geweest dat we niet de zo vurig verlangde gevechten op de koers­fiets hebben kunnen nanschouwen. Er werd, zoals de Vlamingen zeggen: be­duidend minder „geknokkeld", maar was het eigenlijk wel mogelijk.Immers, de Trico Noble-formatie uit Aardenburg zit dit seizoen best in elkaar. Loopt over van kwaliteit en bovendien nog rijend in eigen streek, zou het min of meer een ,schande" zijn geweest indien de zo bril­jante machtsgreep van de 25-jarige En­gelsman Grant Thomas op de eerste dag niet met hand en tand was verdedigd. Toch leek het alsof het in de oranje­zwarte ploeg soms niet helemaal klopte en daarom moest ploegleider Hennie Schouten menigmaal ingrijpen om het naderend ,onheil" ten opzichte van Thomas resoluut af te wenden. De „jochies" Toine van den Bunder en Wim de Waal waren namelijk nogal eens on­deugend, deden vooral in of in de buurt van de eigen woonplaats soms uitvallen die mogelijk de concurrentie tot en met hadden kunnen prikkelen. Prompt wer­den ze dan ook steeds weer naar achte­ren gedirigeerd. Het rijden in een ploeg brengt nu eenmaal verplichtingen. Ook tegenover renners die doorgaans zelf de rol van ,domestique" vervullen, maar toch door enkele bijzondere uitslagen in de laatste weken hun gezicht bij her­haling hebben weten te tonen.

Zo een is Grant Thomas. Een uiterst frisse knaap van wie we in het verleden al meer knap fietswerk hebben gezien. Dat valt als buitenlander tussen die als een raket rijdende Nederlandem niet mee, maar de in de buurt van Birming­ham geboren Thomas leerde de „stiel" hier allengs beter. Verblijf houdende in Philippine, waar George Roegeist hem als een ware vader heef t opgevangen en hem naar iedere wedstrijd begeleidt, heeft Grant Thomas zelfs een aantal knappe criteriumoverwinningen weten te bewerkstelligen. En was hij het voor­bije voorjaar niet gehinderd door een vrij lastige knieblessure, wellicht had men diezelfde „Tommy" dan al eerder als triomfator in een grote wegkoers kunnen verwachten.

Toch mist hij wat, namelijk „inhoud" of­tewel het zo raak en juist betitelde „fond". In zijn solo van omstreeks dertig kilometer naar Terneuzen hebben we het meer dan eens met eigen ogen kunnen aanschouwen. Maar wat geeft het als er toch een eerste prijs kan warden be­haald, wat geeft het daarvoor „op het tandvdees" te moeten rijden. s Grimassen makend en bekketrekkend, psychisch zich overal aan vastklampend, hortend en stotend, biddend en misschien zelfs vloekend. Oh, die vermaledijde eind­streep: wat kan dat ding toch verschrik­kelijk veraf zijn ...

WIST ZICH VEILIG

Soms is die aangever van prijs en ook van „niet" te dichtbij. Zoals in het geval van bij voorbeeld Arie Hassink, Aad van den Hoek, Harrie van Groezen, Jan Raas en Gerrie Knetemann die zich gewoon het „lebber" reden mr Grant Thomas weer in te rekenen. Soms hadden ze hem bijna te pakken, aan de streep scheelde het zelfs bijna niets meer. Uiteraard voor Thomas een zege om trots op te zijn, vooral omdat het - achteraf be­zien - de basis was waarop de uiteinde­lijke triomf kan warden opgebouwd. Ge­holpen door zijn ploegmakkers Toine van den Bunder, Wim de Waal (onvoorstel­baar hoe fanatiek - bij het idiote zelfs af - de supporters van deze talentrijke knapen tegenover elkaar staan), Hen­nie Gijsel, Kees Bal en vooral door trou­we toeverlaat Aad Duyker, die zich ook wel eens als een ,vreemde eend" in de Zeeuwsvlaamse bijt voelt, wist Grant Thomas zich tot en met veilig. Duyker kan een stukje koersen, weet hoe het precies moet en behoort te gaan en daar­om kreeg niemand eigenlijk de kans om Grant Thomas meer te gaan halen. De premie welke deze in zijn woonplaats met een verpletterende demarrage ging in­nen, bleek tevens het absolute certifi­caat voor de hoofdprijs.

Wat er zich daarvoor zoal had afge­speeld? Hetzelfde als in vrijwel iedere koers. Een flinke scheut pechvogels, een paar valpartijen (in Sas van Gent kwam de Tilburger Henk de Kok zo zwaar ten val dat hij met een gescheurde schedel naar een ziekenhuis in Sluiskil moest worden vervoerd) en uiteraard de tal­rijke pogingen. Adrie van Hest - weer helemaal terug en stevig op weg opnieuw aan de top te komen - probeerde het. Evenals wat later Pe van Stralen, En­gelsman Michael Foster en Nico Ver­meulen of zoals Henk Poppe en de rap pedalerende Peter de Vos uit het Haar­lemmermeerse Rijsenhout het deden. Daarna moest er even worden gejaagd op Pierre Maas en dat kostte prompt een hele ploeg losers. Trouwens, de groep was te groot en leek het alsof die eerste lus aan de oostzijde van het kanaal Ter­neuzen-Gent weinig spektafel liet op­tekenen, de tussen Vogelwaarde-Hengst­dijk en Axel gepleegde demarrage van Jo Hinneman en ... Grant Thomas bracht ineens het nodige kabaal. Negen­tien renners kwamen voorop, namelijk Arie Hassink, Gerrie Knetemann, Cees Priem, Henk Stander, Henk Poppe, John Cornelissen, Pe van Stralen, Hans Hel­lemons, Harrie van Groezen, Aad van den Hoek, Jan Raas en Nico Vermeulen, verder: Toine van den Bunder, Kees Bal, Aad Duyker, Wim de Waal en Grant Thomas die als Trico Noble-vijftal het sterkst in formatie waren, en de twee Belgen Theo Fierens en Ribert Ferket. Spijtig voor hem, begreep Jo Hinneman waarschijnlijk niet dat de goede trein vertrokken was? O f kon hij niet meer ?

En deze kopgroep, waarbij Van den Bun­der na een lekke band weer sterk terug­kwam, heeft na die eerste doorkomst van het drukke Terneuzen wel degelijk laten merken dat alle kwaliteit voorop zat. Er kwamen minuten verschil te voor­schijn. Er kwamen ook voorin herhaalde demarrages. Van o.a. Toine van den Bun­der, die net als een ,duveltje uit een doosje" de anderen uitdaagde en vooral Arie Hassink helemaal doodop liet rijden om hem bij te halen. Net zat de klasse­rijke renner uit Neede bij de Zeeuw of hij moest eraf en toen maakten Harrie van Groezen, Ribert Ferket en zowaar toch weer Arie Hassink definitief een eind aan de uitstap van Van den Bun­der. Zijn IJzendijkse plaatsgenoten had­den hem echter voldoende kunnen toe­juichen en bewonderen, want altijd weer bij het doortrekken van deze plaats zorg­de het ,ventje" voorop te zitten. Behal­ve ... toen Grant Thomas ging. Maar dat was weer een dorp verderop ...

OPPERMACHTIG

Spijtig dat in de ploegentijdrit tussen Terneuzen en Oostburg een drietal ploe­gen verkeerd reed. Organisatorisch was het zonder meer een misgreep want juist op dat verkeerspunt, net voorbij de gi­gantische sluis, stonden de mensen zo­danig opgesteld dat het inderdaad leek alsof men rechtsaf moest. Is er natuur­lijk geen juiste analyse omtrent de af­loop te maken, vrij zeker durven we te stellen dat Caballero heel hoog zou zijn geeindigd. Het vijftal Henk Poppe, John Cornelissen, Pe van Stralen, Dick Groen en Rink Cornelisse reed onbedaarlijk hard. Nu verloor men minstens een mi­nuut of drie, misschien zelfs meer. Was dit niet gebeurd, dan hadden ze de Trico Noble-ploeg zonder meer naar de kroon gestoken. In deze formatie moest aan­voerder Thomas al vlug loslaten en kreeg hij - volgens het boekje - Kees Bal bij zich om tenminste niet al te veel te ver­liezen. Ook in de andere ploegen, zoals bij Amstel (Hassink en Knetemann), Acifit (Priem en Stander) en Frisol (Harrie van Groezen) stelde men het in­dividuele belang boven dat van de ploeg. Daarmede werd de ploegentijdrit - niet meetellend voor het persoonlijk klasse­ment - van alle ,versierselen" ontdaan. Het is daarom Peter indien men dit tref­fen hetzij als opening aanhoudt, waar­door tevens de volgorde van de ploeg­leiderswagens bekend is, of dat men de tijden van de renners ook in dit evene­ment apart (een heidens karwei) door­telt. In ieder geval zal er, wil men het karakteristieke van de Omloop van Zeouwsch-Vlaanderen behouden, naar een andere, meer aangepaste formule gezocht dienen te worden.

Nu was het eigenlijk volledig gebeurd. Want in het korte ritje 's middags tus­sen Oostburg en Oostburg - koersend door het westelijk gedeelte van dit won­derschone stuk Nederland - lieten de Trico renners geen enkele steek meer vallen. Aan ieder wegflitsend wiel, ging er een wee en voor in de toch wel flink geslonken groep kon men de markante figuur van Aad Duyker steeds ontwaren, terwijl ook Kees Bal en Hennie Gijsel de zaak hermetisch gesloten hielden. Het kleine ,vlindertje" Toine van den Bun­der legde de sprong van Guido Paridaen en Dick Groen lam, was present toen Cees Koeken ging en trok alles bijeen toen zowaar ook Aad van den Hoek een sollicitatie indiende.

Het bleef flitsen, want Gregoire van Moer, de Belg die op de vreselijke kas­seien van St. Kruis ten val was ge­komen, stormde naar voren met Henk Poppe en Tonny Huyzen, het nieuwe Zeeuwse talent. Vergeefs. Ook de bru­tale uitdaging van Henk Stander werd gecontroleerd, nu door Wim de Waal die zelfs door ploegleider Hennie Schouten persoonlijk werd geinstrueerd om geen meter kop over te nemen. Daarna pro­beerde Cees Koeken, die zeer lange tijd in Eede heeft gewoond, het nogmaals, maar opnieuw ”popte" Van den Bunder hem in.

En zo bleef het achter elkaar doorgann. Zelfs Cees Priem - kreeg van zijn pro­vinciegenoten geen meter ruimte -, die het nogmaals met Henk Poppe probeer­de, moest ervaren hoe hecht en sterk dat bolwerk rondom Grant Thomas wel was. Toch scheidde er zich door al dit goede een groep van dertig renners af en daar­uit sprong vlak voor Groede (met nog een twintigtal kilometers naar de aan­komst) ineens Gerry Catteeuw weg. De Belg nam zowaar twintig, dertig, veer­tig seconden, liep zelfs tot omstreeks een minuut weg. Alles rijdend, sloeg hij zelfs een kruisje over de goede afloop, in de rug afgeschermd door zijn ploeg­makker Rudy Heyns die Pe van Stralen inrekende, terwijl wat dichter op Oost­burg toe ook Dick Groen, Cees Koeken en Josh de Couwer (ook al een ploeg­makker van Catteeuw) met Theo Fie­rens meetrokken. Bij de uitloper konden zij evenwel niet meer komen. En ook konden zij de eindzege van Grant Tho­mas niet meer in gevaar brengen. Het sluitstuk van het wegseizoen op de grote route was weer met klank en verve aangebracht...

DE UITSLAGEN

1e etappe TERNEUZEN-TERNEUZEN (165 km)

1. G. Thomas (Eng.) 3.37.412. A. Hassink 3.37.56 3.A. v. d. Hoek 3.38.01 4.H. van Groezen 3.38.06 5.J. Raas 6.G. Knetemann  7.T. v. d. Bunder  8.H. Stander 9.R. Ferket (BeIg.) 10.H. Poppe

11.P. van Stralen 12.A. Duyker 13.A. van Hest 14.H. Hellemons 15.Th. Fierens (Bel .) 16.K. Bal

17.N. Vermeulen 18.W. de Waal 19.C. Priem 20.G. Catteeuw (Belg.) 21.W. Luppers 22.J. de Couwer (Belg.) 23.B. Kroep 24.R. Heyns (Belg.) 25.E. Stofferis (Belg.) 26.C. Koeken 27.W. van Helvoirt 28.H. Perfors 29.E. Demedts (Belg.) 30.Th. Smit 31.D. Groen 32.B.Bathoorn 33.E. v. Puymbroek 34.R. van Trigt 35.J. Siegel (Lux.)

Ploegenklassement

1. Amstel Bier 2. Trico-Noble 3. Frisol 4. Plasschaert (Belg.) 5. Caballero 6. Peugeot-Michelin-BP

2e etappe TERNEUZEN-OOSTBURG

1. Trico-Noble 2. Plasschaert (BeIg.) 3. Belgie 4. Amstel 5.Frisol 6. Peugeot-Michelin-BP 7.Van Nelle 8. Luxemburg 9.Faas Sport 10.Caballero 11. Schrijver-Boidin 12. Reisbureau Rouw 13. Overdijk-Beton 14. Acifit Sport 15. Wybert-Van Deursen 16. Verdeghem-Legrand 17. Kledingbokser 18. ADZ 19. VW-Autopon

3e etappe OOSTBURG-OOSTBURG (120 km)

1. G. Catteeuw (Belg.) 2.C. Koeken 3.J. de Couwer (Belg.) 4. D. Groen 5.Th. Fierens (Belg.) 6.P. van Stralen 7.H. Poppe 8. H. van Groezen 9.C. Priem 10.H. Stander 11.W. Luppers 12.J. Raas 13.R. Heyns (Belg.) 14.W. de Waal 15.T. v. d. Bunder 16. R. Ferket (Belg.) 17.G. de Clerq (Belg.) 18.H. Hellemons 19.J. Cornelissen 20.R. van Trigt 21.A. v. d. Hoek 22.G. Thomas (Eng.) 23.A. Duyker

24.G. van Moer (Belg.) 25.E. Stofferis (Belg.) 26.W. van Helvoirt 27.K. Bal 28.J. Overweg 29.P. Godde 30.A. Hassink 31.H. Gijsel 32.H. Lenferink 33.T. Moloney (Eng. 34.E. van Puymbroek (Belg.) 35.G. Knetemann

Ploegenklassement 3e etappe

1. Belgie 2. Caballero 3. VW-Autopon 4. Plasschaert (Belg.) 5. Trico-Noble 6. Frisol

EINDKLASSEMENTEN

1.G. Thomas (Eng.) 2. A. Hassink3. A. v. d. Hoek 4. H. van Groezen 5. J. Raas 6. H. Stander 7. T. v. d. Bunder 8. R. Ferket (Belg.) 9. P. van Stralen 10. H. Poppe 11.

13.W. de Waal 14.H. Hellemons 15. A. Duyker 16. K. Bal17. G. Catteeuw (Bel,g.) 18. W. Luppers 19. G. Knetemann 20. J. de Couwer (Belg.) 21.C. Koeken 22. D. Groen 23. R. Heyns 24. E. Stofferis (Belg.) 25.W. van Helvoirt 26.R. van Trigt 27. G. de Clercq (Belg.) 28. J. Overweg 29. J. Cornelissen 30. G. van Moer (BeIg.) 31.H. Gijsel 32. H. Lenferink 33. T. Moloney (Eng.) 34.E. van Puymbroek (Belg.) 35. L. Boose 36.A. van Hest 37.B. Biddle (Eng.) 38. E. Demedts (Belg.) 39. W. Evertse 40.T. Huyzen 41.G. Carland (Eng.) 42. M. Paauwe 43. D. Heyns 44. B. Bathoorn 45.H. Pronk 46. R. Cornelisse 47.

Ploegenklassement

1. Trico-Noble 2. Plasschaert (Belg.) 3. Frisol 4. Caballero 5. Amstel 6. Belgie 7.VW-Autopon 8. Faas Sport 9. Kledingbokser 10. Reisbureau Rouw

Puntenklassement

1. H. van Groezen 2. P. van Stralen 3. H. Poppe 4.J. Raas 5. H. Stander

 

OOSTELBEERS (20 mei).1971

Amateurs: 1. C. Swinkels, 2. P. v. Beurden, 3. H. Cornelisse. 4. R. Schuiten, 5. H. Kilsdonk, 6. C. Vermaire, 7. L. v. d. Wijdeven, 8. H. v. d. Laar, 9. G. Oosterbosch, 10. H. de Kok.

Nieuwelingen: 1. J. v. d. Rijdt, 2. L. v. Uden, 3. T. Huyberts, 4. G. Tabak, 5. C. Stoutjesdijk, 6. J. Spijkerboer, 7. F. Bruininx, 8. C. Schee­pens.

Adspiranten: 1. J. v. Dijk, 2. A. v. Vlijmen, 3. A. v. Bragt.

 

OOSTERHESSELEN (23 mei).1971

Amateurs: 1. B. Bulthuis, 2. G. Mohlman, 3. G. Hoven, 4. G. Heeringa, 5. J. Bakker, 6. D. Middelveld, 7. G. Scheper, 8. J. Meek, 9. W. Nooren, 10. A. Boys.

Adspiranten: 1. J. Wielinga, 2. H. Koerts, 3. T. v. d. Weide.

 

OOSTERHOUT (15 augustus).1971

Amateurs: 1. C. Priem, 2. H. Stander, 3. C. Schuuring, 4. C. v. Don­gen, 5. A. v. d. Hoek, 6. J. Aling, 7. H. Cornelisse, 8. C. Koeken, 9. F. den Hertog, 10. H. Prinsen.

Nieuwelingen: 1. B. ter Harmsel, 2. G. Broeren, 3. C. Stoutjesdijk, 4. M. Rehorst, 5. J. Verbocht, 6. J. Seldens, 7. M. Groosman, 8. S. Ver­beek.

Adspiranten: 1. J. Jonkers, 2. J. Akkermans, 3. M. Visser.

 

OOSTERWOLDE (29 mei).1971

Amateurs: 1. F. Niemeijer, 2. W. Albersen, 3. G. Mohlmann, 4. B. Bat­hoorn, 5. A. Scheffer, 6. H. Ponsteen, 7. W. Nooren, 8. M. Sprakel, 9. J. v. d. Broek, 10. H. Voorhuis.

 

OOSTVOORNE – KAMPLAAN ( 31 juli).1971

In het zelfde weekeinde waarin Gerard Vianen twee overwin­ningen boekte in Portugal, Ger Harings in het Belgische Kwintens-Lennik als eerste finishte en Charles Ruys op de proppen kwam met goed nieuws (zie elders in deze uitgave), hebben Jan van Katwijk en Ben

Janbroers prachtige overwin­ningen behaald.

In Oostvoorne - parcours dijk op, dijk of - speelde de wind een grote rol. De koers was daardoor goed moeilijk en de 51 vertrekkers hebben dan ook knap hard moeten werken. Het publiek had hier waardering voor. Toejuichingen regenden op de rennersruggen neer. Jan van Katwijk werd winnaar van de leidersprijs en uiteindelijk winnaar van de wedstrijd. Het was een Vrije Volk-koers (dus geen entree-geld).

Zeventien man kwamen in ge­sloten formatie over de finish, heroptredende Rene Pijnen zat alleen, daarna licht afgeschei­den drie coureurs en tenslotte de rest van het veld. Een op­vallend goede wedstrijd werd gereden door de kersverse prof Karel Delnoy, terwijl Wim Bravenboer zijn leiderspositie in het Vrije Volk-klassement weer sterker stelde.

Beroepsrenners: 1. J. v. Katwijk 100 km in 2.22.07, 2. Th. Verschueren (B.), 3. K. Delnoy, 4. G. v. d. Winden, 5. T. Kelligher (Austr.), 6. W. Bra­venboer, 7. G. Harings, 8. H. Ottenbros, 9. J. v. d. Vleuten, 10. M. de Koning, 11. L. Duyndam, 12. G. Gilmore (Austr.), 13. E. Dolman, 14. P. de Wit, 15. J. Zoons, 16. W. Prinsen, 17. C. Stam, 18. R. Pijnen, 19. J. Serpenti, 20. A. v. Midden, 21. T. Tabak, 22. D. Holst, 23. N. Hill (GB), 24. H. v. Leeuwen, 25. P. Kisner, 26. A. Jongkind, 27. M. Polansky (P.), 28. Th. v. Poecke, 29. B. Lelieveld, 30. W. Wanders.

 

OOSTZAAN (15 augustus)

Amateurs: 1. M. Pronk, 2. J. Bakker, 3. C. Moritz, 4. M. Pennings, 5. D. Groen, 6. W. v. Dok, 7. L. de Vries, 8. J. Kieftenburg, 9. H. Hul­leman, 10. R. v. Trigt.

Nieuwelingen: 1. J. Spijker, 2. J. Kokkelink, 3. G. Slot, 4, H. Jaring, 5. G. Helmus, 6. T. Sjjm, 7. J. Kruunenberg, 8. A, Hopman.

Adspiranten: 1. T. Gase, 2. J. Vooijs, 3. J. Meijer.

 

OPLOO (25 April).1971

Amateurs: 1. P. v. Katwijk, 2. K. Balk, 3. W. Albersen, 4. F. Niemeijer, 5. J. Swinnen, 6. R. Schuiten, 7. F. Otten, 8. F. v. Katwijk, 8. D. Hel­merhorst, 10. W. Pater.

Nieuwelingen: 1. B. Pots, 2. A. Veelers, 3. J. Smeets, 4. J. Spijkerboer, 5. H. Crijns, 6. M. Sohijf, 7. H. Bisseling, 8. J. v. d. Weyden.

Adspiranten: 1. M. Jacobs, 2. H. v. Kuyk, 3. F. Pierik.

 

OSS (20 juni).1971

Amateurs: 1. B. Jurriaans, 2. S. v. d. Burg, 3. M. v. Venrooy, 4. J. Hordijk, 5. P. v. d. Donk, 6. G. de Wit, 7. K. Palin (Eng.), 8. W. de Vlam, 9. A. Kleyssen, 10. H. v. d. Laar.

Nieuwelingen: 1. H. Mutsaars, 2. J. Schaafsma, 3. W. Broek­steeg, 4. A. Prinsen, 5. H. Fransen, 6. R. Zieleman, 7. R. den Otter, 8. M. Maessen.

Adspiranten: 1. M. Jacobs, 2. P. v. d. Pluym, 3. S. Huizinga.

 

OSS (10 oktober).1971

Amateurs: 1. K. v. d. Knaap, 2. J. Meijer, 3. H. v. d. Laar, 4. H. Prinsen, 5. P. Legierse, 6. L. Boose, 7. M. de Veer, 8. P. v. d. Kat­wijk, 9. P. v. Stralen, 10. C. van Bragt.

Nieuwelingen: 1. F. Veldhuizen, 2. A. v. Houwelingen, 3. P. Win­traecken, 4. Fr. Kregting, 5. P. v. Zantvoort, 6. M. Schijff, 7. H. Mut­saars, 8. J. Konings.

Adspiranten: 1. Th. Gevers, 2. K. St. Nicolaas, 3. F. Verlinden.

 

OSSENDRECHT (22 juni).1971

Amateurs: 1. H. Cornelisse, 2. K. Bal, 3. H. Nak, 4. S. v. d. Burg, 5. L. Boose, 6. H. Stander, 7. L. Verweij, 8. G. de Wit, 9. J. Cornelissen, 10. C. v. d. Meijden.

Nieuwelingen: 1. A. v. Houwelingen, 2. A. Dekkers, 3. H. Mut­saars, 4. A. Prinsen, 5. J. Verbeke, 6. C. Stoutjesdijk, 7. J. Sel­ders, 8. M. Rehorst.

 

OUD GASTEL (18 april).1971

Amateurs: 1. C. Koe­ken, 2. S. v. d. Burg, 3. J. de Bruyn, 4. A. v. Overveld, 5. P. v. d. Donk, 6. A. v. d. Hoek, 7. R. Aver­steeg, 8. A. Prinsen, 9. P. Godde, 10. B. Broere.

Nieuwelingen: 1. J. Damen, 2. J. v. d. Lugt, 3. J. Konings, 4. C. Stoutjesdijk, 5. J.

Senders, 6. T. tar Harmsel, 7. A. v. d. Burg.

 

OUDE TONGE (26 juni).1971

Amateurs: 1. C. v. d. Meijden, 2. B. Jurriaans, 3. J. Breur, 4. H. Stander, 5. P. Legierse, 6. A. v. d. Hoek, 7. P. Franken, 8. A. Coppens, 9. W. Liebrechts, 10. G. de Wit.

Nieuwelingen: 1. J. Muilwijk, 2. M. Rehorst, 3. J. Damen, 4. P. v. Leeuwen, 5. A. Valentijn, 6. A. v. d. Steen, 7. J. Jansen, 8. K. Spaans.

 

OUDEMIRDUM (14 juli).1971

Amateurs: 1. J. de Boer, 2. J. Vlot, 3. A. Hulsebosch, 4. P. Kleine, 5. A. Hofman, 6. B. Duit, 7. J. Poelman, 8. H. Roos, 9. L. Hulsebosch, 10. E. Koster.

 

OUD-VOSSEMEER (31 juli).1971

Amateurs: 1. W. de Waal, 2. P. v. Katwijk, 3. S. v. d. Burg, d. Hoek, 5. A. v. Opdorp, 6. P. Franken, 7. H. Prinsen, 8. A. Overveld, 9. C. v. d. Pluijm, 10. H. Hellemons.

Adspiranten: 1. A. v. Peer, 2. A. Verstijlen, 3. A. Bax.

 

OVERLOON (23 mei).1971

Amateurs: 1. J. Spetgens, 2. F. Sch(ir, 3. H. Kuyper, 4. W. de Vlam, 5. J. Aling, 6. L. Westrus, 7. C. Moritz, 8. J. Adriaans, 9. J. Lenferlnk, 10. H. v. Ravel.

Nieuwelingen: 1. J. v. d. Rijdt, 2. F. Kregting, 3. J. Smeets, 4. T. Trentelman, 5. A. Veelens, 6. B. Fluveneers, 7. H. v. d. Broek.

Veteranen: 1. P. Steenvoorden, 2. W. v. Heijden, 3. N. Regter, 4. J. Coone, 5. J. Boo, 6. D. Vervloet, 7. F. Rabe, 8. J. Koolhof, 9. H. Kuit­waard, 10. J. v. Kuyk.

Adspiranten: 1. M. Jacobs, 2. G. Looyestein, 3. J. v. Dbk.