JAARGANG 1971 WEDSTRIJDEN O |
OBBICHT (20 juli).1971 Harry Jansen GELOOFDE MEER IN 'Wonder van Obbicht' DAN JOOP ZOETEMELK Toen de nu een jaar in Obbicht wonende Huub Canisius (35) het plan
opperde om een grote wielerdag in elkaar te zetten, werd dit idee
aanvankelijk kritisch bekeken. Vooral toen deze klaarblijkelijk heel
optimistische initiatiefnemer - heeft in Obbicht een cafe en een
schoonmaakbedrijf - dit evenement op een gewone werkdag wilde etaleren, een wielermaaltijd
vanaf 's morgens 9 uur met adspiranten, nieuwelingen, amateurs en profs. En
dan een profveld met Tour-cracks en andere vedetten. Huub Canasius zette
door, kreeg aller medewerking, en trakteerde bij voorbaar de voetbalclub
,Obbicht", de Carnavalsvereniging, de schutterij St. Willibrordus, de
harmovie St. Caecilia, de visclub en de vrouwenbond op de te maken winst,
elk een-zesde. Zelf wilde Canisius geen cent opstrijken. Aan winst geloofde
zowat geen mens. Ook niet toen de organisator een show-avond (met Corrie en
de Rekels) aan deze imposante sportdag toevoegde. De kosten van het geheel ?
Ruim f 25.000,- En ... winst werd gemaakt, want 17.000 kijkers passeerden de
loketten, een schier ongelooflijk aantal voor een doodgewone dinsdag. Om 9 uur 's morgens waren de adspiranten aan de beurt, daarna de
nieuwelingen en tegen het middaguur de amateurs, waara de profs de
hoofdschotel opdisten. IJverig waren die profs, want f 1800,- premies stonden
ook al op het programma. Zeer actief meteen Wim Wanders, vervolgens Alain
Vasseur, Ge v. d. Winden, Giovanni Jimenez en Georges Barras, de jongste
loot aan de Molteni-stam. Pech hadden Georges Pintens en Tino Tabak (werden
toeschouwers), aan de haal gingen tegen half koers Gerben Karstens, Jan v.
Katwijk, Matje Gerrits, Ge v. d. Winden en Rik Marion. Zij namen 45 see.,
maar moesten dit terrein prijsgeven toen Gerard Vianen, Ben Janbroers,
Georges Barras, Henk Benjamins, Leo Duyndam en Jos v. d. Vleuten veel spoed
bleken te hebben. De debuterende profs Karel Delnoy en Flor de Bree konden de finale niet
meemaken (Delnoy peck, De Bree tuimeling), ook Jan Krekels niet (eveneens
tegenslag). Harry v. Leeuwen poogde de roos te treffen, tevergeefs. Raak daarentegen was de uitval van Joop Zoetemelk en Harry Jansen met
nog Beroepsrenners: 1. H.
Jansen Amateurs: Nieuwelingen: Adspiranten: 1. H. Oberje Beroepsrenners: 1. H.
Jansen Amateurs: Nieuwelingen: Adspiranten: 1. H. Oberje OCHTEN (24 juli).1971 Amateurs: 1. J. Bakker, Nieuwelingen: 1. H.
Kamerhuis, OIRSBEEK (7 juni).1971 Amateurs: 1. J. Spetgens, 2. J.
Vrancken, 3. J. Zuydweg, 4. W. Kelleners, Nieuwelingen: 1. N.
Spronck, 2. J. Lempers, 3. P. v. Kollenburg, 4. P. Gorissen, Adspiranten: 1. N. Jacobs, 2. H.
Geerkens, 3. H. Oberje. Veteranen: Club: 1. T. Koek, 2. H. v.
Engelshoven, 3. J. Piosik. OISTERWIJK (16 mei).1971 Amateurs: 1. J. Smulders, 2. J.
Zuydweg, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. J. Akkermans, OLDENZAAL
(2 mei).1971 Amateurs: 1. H. Poppe, 2. H. Kuiper, 3. H. Snoeyink, Nieuwelingen: 1. J. v. Dijk, 2. E. Koersen, Adspiranten: 1. T. Werner, 2. J. Nijmeijer, 3. R. Krommendijk. OLYMPIA’S
TOUR.(7 mei t/m 13 mei).1971 Cees,
Koeken was een sterk aanvoerder in eerste dagen Vanavond,
in de Amsterdamse Van Swindenstrast, rolt het grootse gebeuren, de 20e
Olympia's Ronde van Nederland, weer binnen. Dan is het gebeurd met zeven
dagen helse strijd, met zeven dagen keihard jagen door een groot deel van
Nederland. Wie de eindwinnaar zal zijn, is op het moment dat wi j deze
regelen aan het papier toevertronwen maandagmorgen vroeg - nog niet bekend.
Ofschoon men met het noemen van de namen Fedor den Hertog, Cees Priem, Frits
Schur, Henk Poppe (de grote verrassing), Matthijs de Koning, Michas Berton,
Wil Luppers (ook al zo'n plotselinge “aasgier"), Wim Jansen, Peter van
den Donk, Juul Bruessing, Arie Hassink, Jan Aling en wellicht ook nog Theo
van der Loo wellicht de voornaamste concurrenten van de here
oranje-truidrager Cees Koeken heeft genoemd. En als we dan even in gedachten
de zeer lastige “sleuteletappe” Nijverdal-Wieringen, waarin opgesloten ligt
de Afsluitdijk, in gedachten nemen, tegelijkertijd aan de tijdrit denken,
wel dan menen wij dat het weleens een boeiende finale tussen Den Hertog,
Priem en Schur kon gaan worden. Een
finale, waarin men vergeefs naar een buitenlandse renner zal zoeken, omdat opnieuw
gebleken is hoezeer hat Nederlandse wielrennen op eigen bodem
“gespeciallseerd" is. Gelijk „centrifuges" tolt men rond, wind, smalle
wegen, bochtige trajecten. Het zijn de „klachten" die bij de Belgen,
Zwitsers, Zweden, Fransen, Polen, Oostenrijkers en deels ook bij de Russen en
Engelsen zijn te beluisteren. Deels bij de laatste landen omdat vooral de
Russen - en we noemen dan een Viktor Likkaehov, Alexei Vodjanikov, Boris
Shukhav Hetgeen
allemaal niet wegneemt, dat deze Ronde van Nederland opnieuw kan bogen op een
meer dan voortreflijke organisatie, op een perfecte begeleiding door de
Rijkspolltie en ook qua jurering zeker voor een hoge waardering in aanmerking
komt. Alles bij elkaar een bijzonder interessant evenement, dat van Amsterdam
tot Valkenburg het volgende liet optekenen ... Vakbekwame
Cees Priem hield het hoofd koel Het
is jammer dat men met een weekblad, zoals “Wielersport" er toch ook een
is, niet altijd zo up to date kan zijn. Want inmiddels hebben de Ronde om de
Haarlemmermeer en de Omloop van de Kempen alsmede diverse andere wedstrijden
het grootste licht van Olympia's Ronde van Nederland reeds voor een groot
deel doen verflauwen. De herinnering aan deze supersnelle etappe-wedstrijd
brandt evenwel bij iedereen die het meemaakte of nauwkeurig bijhield, nog
fel. Temeer omdat vooral de laatste dagen, de ritten na het Limburgse
Valkenburg, een reeks van gebeurtenissen hebben laten optekenen, die zonder
meer de waarde van dit zevendaagse etappe-evenement duidelijk omlijnden.
Niet alleen wat betreft de enorme inzet waarmede onze amateurtop zich op de
eerste rij wist te nestelen, ook de alleszins te waarderen poging van onze buitenlandse
gasten om enigszins gelijke trod met die pijlsnelle Nederlanders te houden. In
dit verband zou men kunnen stellen of het buitenland nu wel zo
“gelukkig" is hier te kunnen koersen, vooral omdat men er toch biijna
niet aan te pas komt. Enkele uitzonderingen daargelaten, vond men het een
gewaarwording, een “scholing" die terdege in het zo compleet mogelijk
zijn als wielrenner past. Wat aan de andere kant niet wegneemt - en wat wij
in onze laatste voorbeschouwing betreffende dit visitekaartje van de
Nederlandse wielersport reeds hebben aangehaald - dat de structuur van het
koersen, in welk land ook, wel degeliijk is gericht naar de aard van de
bevolking on de geologische gesteldheid van het desbetreffende land. Waarbij
men uiteraard ook het klimaat niet buiten beschouwing kan later als
belangriijke mogelijkheid om het verloop van een koers te beinvloeden.
Nederlands amateurs zijn driftig, ambitieus, bijna bezeten in hun honger naar
succes, maar rijden daardoor vaak „voor het vaderland wag". Met de mentaliteit
van neo-professionals, daartoe dikwijls nog aangespoord door sommige
ploegleiders, voor wie het succes duidelijk een consolideren van de positie
betekent. Daarom
moot men er als coureur wat van kunnen. Moet men er heel wat van kunnen. De
21-jarige Cees Priem uit Ovezande (Zealand) bezit deze kwaliteiten. Hij hield
het hoofd koel, kon met vakbekwaamheid en attent zijn alle aanvallen pareren.
Was ook present in het verraderlijke laatste ritje, terwijl zijn opmars naar
de eindzege vanaf Valkenburg eigenlijk al zo'n beetje stond afgetekend... „D'N
EERSTE DAG" Na
het gebruikelijke „Tableau de Zolang
de wegen breed en ruim waren, viel dat niet zo op. Zodra de banen echter
smaller werden, was hat oppassen geblazen. Er waren in die eerste bewogen
etappe naar Breda dan ook heel wat valpartijen te noteren. De ergste was wel
die aan de voet van de televisiemast in Lopik-IJsselstein, waar de Engelsman
Willy Moore met Jo de Boer uit Westergeest (de man uit Friesland stond in
onze notities reeds met een cirkeltje omgeven, ten bewijze dat deze prettige
verrassing van het voorjaar misschien wel voor een ritzege in aanmerking zou
komen) en de jonge Henri Sengers uit Budel tegen een auto klapten en door het
achterruit naar binnen sloegen, waarbij vooral Moore helaas nogal ernstig
werd gewond. Spijtig toch, dat deze dingen voorkomen. Aan
strijd had het inmiddels niet ontbroken. Er was een uitstap geweest van de
Pool Zdislaw Budek, die zijn uitdaging wel ten zeerste moest bekopen. Evenals
de Engelsman Phil Bayton, die met de Zweed Leif Hansson toch zowaar nog 20
seconden pakte. Ook de Zwitser Boland Schur mocht zijn “dure geld" even
waarmaken, zelfs nog een keer met Jan Adriaans, maar alles vloeide toch
steeds weer samen. Neen, eerst op de smalle wegen achter Utrecht, meer
bepaald voor en over de brug van Vianen, op weg naar Gorinchem, Raamsdonksveer
en door de uiterste Brabantse Westhoek heen, daar moest en ging het ook
gebeuren. Het
peloton brak in stukken, de begeleidende Rijkspolitie (deed het onder leiding
van kapitein Van der Moles meer dan voortreffelijk) moest op de Lekdijk, vlak
voor Lexmond, op een gegeven moment zelfs een “kalf van een hond"
beetgrijpen om te zorgen dat het op die dijk vol, ledig uiteengerafelde
peloton niet opnieuw met een vrij ernstige valpartij zou werden
geconfronteerd. Speciaal
willen wij dit even aanhalen omdat er in de wielrennerij te vaak te veel
onbegrip jegens streng lijkende maatregelen van de Rijkspolitie wordt opgebracht.
We weten echter allen hoe druk onze verkeerswegen zijn en als men bij
Loenersloot eerst een kilometerslange file ziet staan terwilie van Olympia's
Ronde van Nederland, bij de verkeersbrug Vianen hetzelfde beeld krijgt -en
bij zowel Gorinchem als Raamsdonksveer aan weerszijden kilometerslang auto
aan auto ziet staan, geduldig wachtend op de hardfietsers - en wie wil op
vrijdag (centendag) niet graag vlug naar huis? - dan komen wij daar alleen maar van order
de indruk. En dan vragen wij gewoon aan iedereen: pak even die op onrecht
lijkende beslissing, want aan de andere kant is het toch zo grandioos wat de
witgejaste en -gehelmde motormannen deden. Zij verdienen allen een zilveren
wiel, zeer zeker de “tussen onze wielen" overbekende kapitein Piet van
der Molen. Zoals
gezegd: de beruchte dijk na Vianen deed het peloton volledig uit elkaar
slaan. In drie grote waaiers, nog weer verder uitgedund door een omvangrijke
valpartij waarbij de Engelsman Bob Jones, de Fransman Bernard Lalanne,
verder onze landgenoten Jan Klomp, Hennie Huiper, Jans Vlot (de laatste twee
zaten vorig jaar zo op de voorgrond in de Olympia Ronde!), broer Wicher Vlot,
Jacques Deckers, Jan Kemps en Mathieu Pustjens betrokken waren. Vooral
onder druk van de duivelse Fedor den Hertog, die zijn, goede rijden voor het
vertrek al weer had aangekondigd door zijn eeuwige „'t gaat met mij niet al
te famous..." ging het spel nog meer op de wagen. Met de jonge
Rotterdammer Hans Perfors knalde hij eens weg. Het lukte niet. Even na Werkendam,
waar het evenals overal elders steendruk langs de weg was van toeschouwers
(wat een enorme belangstelling!) ging Den Hertog opnieuw. Nu kreeg hij zijn
evenknie, de schitterende Zeeuwse rouleur Cees Priem mee. Weer mislukte het,
voornamelijk echter door het onbegrijpelijke werk -van Amstel, rijder Arie
Hassink, die in het achtervolgende groepje, bestaande uit Pe van Stralen,
Peter Legierse, Cees Koeken (ja, de latere ritwinnaar reed bijzonder attent),
verrassing Wim Jansen en waar nog bijkwamen Jan Aling, Henk Poppe, Michas
Bertou, Frits Schur, Peter van den Donk, Juul Breussing, Matthijs de Koning,
Henk van de Laar en Theo van der Loo, teveel werk wilde verrichten. Met het
noemen van deze namen, waarbij spijtig genoeg geen enkele buitenlander, zijn
gelijk de directe kanshebbers voor de eindzege genoemd, want men reeg een
aantal minuten voorsprong bijeen, wat vooral bij deze kwaliteit niet meer weg
te werken viel. Was
het zo dat Wil Luppers, nadat Den Hertog en Priem voornamelijk onder druk
van Amstelrenners waren teruggehaald, in Oosterhout aan de haal ging en
eigenlijk een soort ,speelball' vormde voor Cees Priem, die zijn gramschap
aangaande de mislukking met een nieuwe demarrage trachtte te spuien, ook hij
kreeg meteen Den Hertog en Koeken in het wiel. Het drietal vocht zich
verbeten naar voren en toen was het streekfavoriet Koeken, die in het
uitgelopen Breda duidelijk de zege kon innen. Een - zeker na zo'n bewogen,
ididoot bevochten etappe - grootse zege. le
etappe Amsterdam-Breda 160 km:
Dagploegenklassement:
1. Acifit, 2. Amstel, 3.
Caballero, 4. Jan van Erg, 5. Ketting-Didam. „D'N
TWEEDE DAG" Zo
bewogen, zo vlammend als de eerste dag was, zo minder vol van boeiende
wielergevechten zat het op de tweede dag. Men had nog duidelijk de
openingsrit in de benen, bovendien moest er in Bladel nog een ploegentijdrit
worden verreden. En in die Maar
welke ploeg is niet wat tegen gekomen. Hoe daverde het machtige Trico Noble,
met 34.16 min. toch sterk op de voorgrond, niet door waar het een bocht had
moeten nemen. Hoe jammer was het niet dat in het toch zo bijzondere Kettingzestal
juist Aad van den Hoek plat reed. Merkwaardig was het overigens dat zowel
Frankrijk, Engeland als Belgie (laatstgenoemd land met slechts de drie
overgebleven renners Gregoire van Moer, Louis Dierckx en August Herygers,
een grandioze prestatie!) met dezelfde tijd uit de bus kwamen, namelijk
35.09 min. In
de “rit in lijn", slechts 2e
etappe Breda-Bladel, 112 km:
1. P. v. Katwijk 2.27.16 (bon.), 2. T. v. d. Bunder 2.27.21 (bon.), 3. R.
Schuiten 2.27.26 (bon), 4. K. Delnoy 2.27.31, Dagploegenklassement: 1. Ketting-Didam, 2. Militair Team, 3. Belgie, 4.
Ovis, 5. Trico Noble. Ploegentijdrit
Bladel, 26 km: 1. Ketting Didam 32.22 (bon.)
(gem. snelheid 46,753 km/u), 2. Caballero 33.05 (bon.), 3. Amstel Bier 33.23
(bon.), 4. Rusland 33.51, 5. Acifit 34.12, 6. Trico Noble 34.16, 7.
Mars-Flandria 34.33, 8. Jan van Erp 34.46, 9. Kroon 35.02, 10. Zweden 35.05,
11. Belgi6 35.09, 12. Engeland 35.09, 13. Frankrijk 35.09, 14. Militair Team
35.13, 15. Volkswagen-Autopon 35.18, 16. Felix Bonzo-Magneet 35.31, 17. Oostenr(jk
35.31, 18. Zwitserland 35.55, 19. Ovis $5.59, 20. Victoria 36.20, 21.
Peugeot-Michelin-BP 36.38, 22. Polen 36.40. „D'N
DERDE DAG" De
rit van Bladel naar Valkenburg over een afstand van Er
zat een definitieve beslissing in de maak, want nadat Jo v. Pol en Arie
Hassink eerstens worden teruggepakt, was de jump van Nanno Bakker, Jo v. Pol,
Kees Bal alsmede van de ook nog aanhakende Frits Schur en Mathieu Pustjens
eveneens raak. Acht renners aan de leiding, acht dapperen die bij Roosteren
al 15 seconden voorsprong telden, er bij Born nog vijftien streepjes bij
konden doen en waarschijnlijk toen nooit gedacht hebben dat nog een drietal
zou kunnen aansluiten. Dat drietal bestond uit Sjef v. d. Burg (en met Bal en
Duyker mede aan de spits zat Trico Noble gewoon op fluweel), Hennio Huiper -
ook al zo'n pechhebber op de eerste dag - en de 20-jarige Gerrie Knetemann
uit Amsterdam. De van professie stratemaker zijnde Knetemann - ook daarin
heeft hij al menig prijs voor zijn werkstukken weten te behalen --pas terug
van een uiterst geslaagd optreden in het France Circuit des Mines, rook een
kans. Als een furie reed hij de Cauberg op, loste de rest
en bekommerde zich nauwelgks om ploegmakker Nanno Bakker, die helaas lek reed
- evenals de eerder door hetzelfde euvel geloste Jo Vrancken -, toen een
verkeerd wiel kreeg en ver, heel ver in de achterhoede zou eindigen. Knetemann
bleef weg en hoe of vooral Aad Duyker het alleen nog probeerde en ook hoe Jan
Spetgens, die ineens in de voorste rij verscheen na een schitterend
geslaagde achtervolging, nog alles in et work stelde, de zege op de bomvolle
Cauberg was voor niemand anders dan voor deze jonge “vuurvreter" van de
Amstel Brouwerij. En dan te weten, dat hij in het voorjaar pas op het
allerlaatste moment in deze ploeg kon worden opgenomen ... Drie
dagen Olympia's Ronde van Nederland. Aan de leiding nog steeds Cees Koeken,
die weliswaar zijn gevaarlijkste concurrenten (Den Hertog, Priem en Schur)
dichterbij zag komen,maar met zijn rijden al heel duidelfjk de
rood-wit-blauwe trui van 1970 (Helmond) heeft bevestigd. Vanavond weet men of
de man uit Achtmaal zijn positie heeft kunnen verdedigen, dan wel in hoeverre
hij stand heeft kunnen houden tegen het beukende werk van de mannen die
naast het eigen „fond" ook de zo onontbeerlijke steun van een goede
ploeg kunnen aanspreken. 3e
etappe Bladel-Valkenburg, 167 km:
Dagploegenklassement: 1. Trico Noble, 2. Amstel, 3. Mans-Flandria, 4.,
getting-Didam, 5. Caballero. ALGEMENE
KLASSEMENTEN NA DE DERDE ETAPPE Individueel:
1. Koeken 9.43.18, 2. Den Hertog 9.43.28, 3. Prieun 9.43.33, 4. Schtir
9.43.50, 5. Poppe, 6. De Koning 9.44.12, 7. Bertou, 8. Luppers 9.44.17, 9.
Jamsen, 10. Van den Donk 9.44.22, „D'N
VIERDE DAG" Nadat
de etappe naar Valkenburg niet de verwachte omwenteling in het algemeen
klassement teweeg had gebracht, dreigde de vierde rit - onder een stralende
zon terug door het Limburgse land tot het Oostbrabantse wielerdorp Oploo -
een snelle maar eentonige wandeling te worden. Lange tijd leek het erop, dat
Hans Egberts uit Zutphen de enige van de 118 gestarte renners zou blijven,
wiens rugnummer in verband met een korte demarrage (in de buurt van Heythuizen,
na Maar
na bijna twee uur (de gemiddelde snelheid lag met wind in de rug bij de Maar
dat zat er toch niet in. Weliswaar bedroeg de voorsprong bij de eerste
doortocht van Oploo (na loton
trokken, redden die vier man een winst van 12 seconden op de meet, waar
Marcel Pennings zich weer eens de snelste toonde. Nog
steeds dus geen wezenlijke wijzigingen in het algemeen klassement, alleen de
vier koplopers schoven enkele plaatsen op en Kees Koeken bleef in de oranje
trui. Jurylid
Wim Jeremiasse bleek een strenge wedstrijdcommissaris te zijn: toen Jan
Klomp en de Zwitser Manfred Stucki na een valpartij bij Wessem ( 4e
etappe Valkenburg-Oploo, 142 km:
Dagploegenklassement: 1. Caballero, 2. Mars-Flandria, 3. Belgte, 4.
Ketting, 5. Rusland. „D'N
VIJFDE DAG" De
wonderen zijn de wielerwereld nog niet uit. De zondagse etappe naar de
getemde Cauberg had dus niet de beslissende gebeurtenissen opgeleverd, die
ervan verwacht werden en ook de reis naar Oploo had de rust in de
rangschikking niet verstoord. En „dus" zou het van de tocht over de
Afsluitdijk, op de voorlaatste dag van Olympia's Ronde van Nederland, moeten
komen. Daarvoor zouden de mannen vlak achter de oranjetrui-drager Kees
Koeken, daardoor zouden natuurlijk vooral Fedor den Hertog en Matthijs de
Koning met hun Amstel-legioen wel zorgen. Maar
het wielerlot (of was het de eerzucht van de acteursf) dacht er anders over.
Nauwelijks lag Arnhem blakerend in de zon achter de 114 renners, die de rit
over Het
voorste gedeelte - zo'n dertig man, die helemaal niet de indruk maakten dat
zij al demarrerend een gat wilden slaan - schoof toch van de rest van het
peloton weg en toen na Zodra
bleek dat het die jongens menens was (ook Schur, zonder grote steun in de
militaire ploeg, deed individueel zijn duit in het zakje van de grote
ontsnapping) begin men in de volgwagens te rekenen. De seconden werden
samengeteld en afgetrokken en al spoedig was men het eens: Priem rijdt vandaag
in de trui, misschien Schur, heel misschien (want de weg naar Nijverdal was
nog lang) Wim Jansen van Autopon, of zelfs Bruessing! Ja, ook Van der Loo,
Van de Laar, Bal, Legierse, Oosterhof, Jurriaans, Stander en Koot zouden in
het algemeen klassement naar voren schuiven. De hele lijst van 1 tot en met
30 zou radicaal overhoop wor den gesmeten! Onbegrijpelijk
dat Den Hertog en De Koning, toch kerels met etappekoers-ervaring, dit lieten
gebeuren! Wel trokken zij aan het peloton, maar zij kwamen niet weg, Bij
Enter kwam er eindelijk een begin van reactie. Henk Poppe ging er vandoor, De
Koning volgde, met Rink Cornelisse aan zijn wiel. Maar dat zette nog geen
zoden aan de dijk. Fedor-zelf moest komen. En hij kwam, de ongekroonde koning
der etapperenners. Rijssen, na Voorin
wilden drie man het helemaal zeker weten: Ben Jurriaans, Hans Koot en Kees
Bal sprongen op de met
een extra voorsprong van zes seconden. Seconden, die gevoegd bij de
bonificaties, wel eens van grote betekenis kunnen blijken te zijn. Cees
Priem - wie twijfelde er nog aan? - liet zich trots in de oranjetrui hijsen.
De Acifit-ploeg won het dagploegenklassement en bezette de eerste plaats in
het algemeen ploegenklassement. De triomf van glunderende Piet Liebregts was
compleet. 5e
etappe Arnhem-Nijverdal, 161 km:
1. B. Jurriaans 3.34.53 (bon.), 2. H. Koot 3.34.58 (bon.), 3. K. Bal 3.35.03
(bon.), 4. P. Oosterhof 3.35.14, 5. J. Aling, Dagploegenklassement: 1. Acifit, 2. Jan van Erp, 3. Ketting-Didam, 4.
Kroon, 5. Felix Bonzo. Alg.
klassement na de 5e etappe:
„D'N
ZESDE DAG" Het
voorbeeld van de vijfde dag maakte school tijdens de zesde etappe, die de
karavaan over de langste afstand van Nijverdal naar Wieringen ( Na
enkele niet serieus te nemen plaagstootjes scheen het na Achterin
viel het peloton in stukken uiteen, maar zelfs de besten uit de voorste groep
kregen geen vat meer op de koplopers. Op de Afsluitdijk ging het tempo nog
verder omhoog. Den Hertog, Duyker, Vermeulen, Voogt en Balk haalden nog eens
alles uit de „kast", distancieerden Kelleners, Van den Hoek, Van Stralen
en de Zweed Hansson nog met een halve minuut, de rest van de kopgroep met
bijna een minuut! En daarachter naderde al de spits van het peloton, waaruit
o.a. de Bus Likkachov, Schur, Bal, Van der Loo en Fons v. Katwijk zich nog
hadden weten los te rukken. Dat
in de eindsprint van vijf man de uiterst snelle Balk met de etappewinst ging
strijken, verbaasde niet, maar ook Duyker liet Den Hertog nog achter zich,
die dus maar vijf seconden bonificatie inde. De spurt van de grote groep, het
eigenlijke peloton dus, werd Jean-Louis
Danguillaume voor Swinkels en de ex-prof Cornelisse gewonnen. Ondanks
het feit, dat ploegleider Liebregts als straf voor zijn al te onstuimig
optreden in de voorgaande etappe naar de laatste plaats in de lange rij der
materiaalwagens was verwezen (een rechtstreekse bestraffing van de
ploegleider ware hier beter op haar plaats geweest dan deze risicovergroting
voor zijn renners), zorgden de Acifit-mannen ervoor, dat de oranjetrui en het
algemeen ploegenklassement in huis bleven. Fedor den Hertog reduceerde zijn
achterstand op koploper Cees Priem tot iets onder de drie minuten, nog
rijkelijk veel voor de individueee tijdrit, die maar over 6e
etappe Nijverdal-Wieringen, 210 km:
1. K. Balk 4.35.55 (bon.), Dagploegenklassement: 1. Amstel Bier, 2. Ketting-Didam, 3. MarsFlandria,
4. Acifit, 5. Felix Bonzo-Magneet. „D'N
ZEVENDE DAG" In
de persoonlijke tijdrit op deze laatste dag, met start en aankomst in het
toch wel voor de wielersport geporteerd zijnde Hippolytushoef - Wielerclub
Wieringen had alles heel knap georganiseerd -liet Fedor den Hertog nog eens
merken, dat hij en niemand andem dan hij als de meest getalenteerde amateur
van geheel wielrennend Europa zeg maar: van de gehele wereld moet worden
gezien. 't Is jammer dat zijn koersinzicht, zijn mentale instelling wat
minder is, want o ... Ach, daarover is al meer geschreven. Fedor beleeft het
meeste plezier aan gewoon lekker hardfietsen, aan het rijden van zulk een
hoog tempo dat iedereen er duizelig van wordt. In dat tijdritje over 16 kilometer
(en waarom zou men dit volgend jaar niet eens optrekken naar een kilometer
of veertig) heeft Den Hertog namelijk zo duidelijk zijn atletische
wielervermogen (tijd 22.40 min.) gedemonstreerd, dat men zich moet afvragen:
waar ligt precies zijn grens? Cees
Swinkels was met 24.05 min. lange tijd de beste, werd evenwel overtroffen
door Johan Lenferink uit Geesteren, die met 23.52 duidelijk aantoonde dat er
beslist nog betere tijden in de bus zaten. Nog weer beter deden Wim Welleners
(23.32 min.), Aad v. d. Hoek (23.31 min., zelfde tijd als Jan Aling) en de
blozende Belg August Herygers - een geboren wielrenner - het laatstgenoemde
moest zijn 23.28 min. delen met oranje-truidrager Cees Priem, van wie deze
tijd wat tegenviel. Tenminste
als men de tijd hoorde aankondigen van de Fransman Marcel Duchemin (23.04
min.) en die ... formidabele „klok"van de grootste ontdekking uit deze
felbevochten Ronde van Nederland: Wim Jansen uit Amstelveen. De Volkswagen Autopon-coureur
realiseerde een tijd van 23.17 min. en dat betekende uiteindelijk een derde
plaats. Eerste dus Den Hertog, die later op de dag nogmaals een staaltje van
zijn kunnen ten beste zou geven ... Meestal
wordt een slotritje in het teken van “gelatenheid" verreden. Men legt
zich neer bij het klassement, dat „gemaakt" is. 't Is maar zelden dat
nog eens even alles op alles wordt gezet om de ranglijst nogeens door elkaar
te halen. Wat betreft de topposities - Cees Priem individueel leider, Jan
Aling aanvoerder puntenklassement, Acifit op kop in de ploegenrangschikking
- was er misschien niet veel te verwachten. Edoch ... In
iedere Ronde zijn er renners die hun pech, de hen daardoor toebedeelde rol,
niet kunnen en willen “verknoersen". Aad Duyker, de lange Beverwijker,
was er zo een. Hij dacht aldoor maar aan die rottige lekke band in de eerste
etappe, waardoor hij meteen van een positie tussen de eerste vijf bleef
verstoken. Daarom
zou een eventuele ritzege in Amsterdam nog wat kunnen vergoeden. Het was in
de Trico Noble-gelederen trouwens een uitgemaakte zaak. Met de wind in de
rug naar „Groot-Mokum" moest het maar vanuit het vertrek gebeuren. De
55-plateaux werden voor de dag gehaald, het „rijksdaaldertje" (een
12-tands kransje) ging eveneens bij sommigen achterop. Duyker en zijn
ploegmakkers Sjef v. d. Burg (een dag tevoren beleefde de man uit Berkel alle
pech welke men zich maar kan indenken) en Kees Bal hadden zich van de eerste
kilometers terdege vergewist. Een nogal kronkelig parcours, wind wat priemend
in de flanken, voor de rest echter in de rug. Pats!
Het was meteen gebeurd. Zestien coureurs waaierden weg. Schur, Aling,
Oosterhof, Van der Loo, P. v. Katwijk, Bertou, De Koning, Den Hertog, Van den
Hoek, Koot (viel spoedig af, evenals de Rus Likkachov), lijstaanvoerder Priem
en de helaas zo ongelukkig gevallen (vloog door te grote snelheid letterlijk
de bocht uit) Van Stralen trokken met het eerder genoemde Trico-trio mee.
Het werd gewoon een lange, een kilometerslange spurt. Onvoorstelbaar wat ging
het hard! Wat hebben Frits Schur en Michas Bertou toen zij door de val van
Van Stralen (moest met een gapende hoofdwonde opgeven) achterop geraakten,
alles moeten geven om weer terug aan te sluiten. Alsof men van de duivel
bezeten was daar vooraan, waar vooral Den Hertog en Duyker, maar ook Priem
het tempo krankzinnig opzweepten. De Rus Viktor Likkachov kreeg geen lucht
meer en werd meedogenloos afgehaakt. Neen, men wilde wel renners kwijt. Dan paste
men nog beter als waaier over de weg en kon het ritme bij de doorkomsten van
langgerekte Noordhollandse dorpen tenminste gehandhaafd blijven. Vooral ook
de Ketting-renners Piet van Katwijk, Jan Aling en Aad van den Hoek begrepen
dat zij met een zo ver mogelijk doorgevoerde vlucht het algemeen
ploegenklassement in handen zouden krijgen. Want - en dat is een
onbegrijpelijke zaak - de jongens van Acifit hadden het - op Priem na -
lelijk laten liggen. Ze zaten er niet bij. Bruessing ('s morgens voor zijn doen
al een matige tijdrit), Van den Donk en Stander zaten in de tweede groep en
konden allengs steeds meer achterstand gaan optellen. En
toch zaten ze op een gegeven moment bijna bij ... Fedor den Hertog, die lek
gereden had. Matthijs de Koning wachtte hem op. Samen zouden ze het wellicht
beter klaren om terug in de spits te komen. Welnu, het is misschien wat
overdreven, maar terwijl de kop een dikke Even
voor Amsterdam probeerde Aad Duyker, die met juni dan toch overstapt naar de
profploeg van Frans Verbeeck, zijn slag binnen te halen. De wakkere Piet van
Katwijk (denkend aan de bonificatie) verstoorde echter alle illusies, trok
het spel weer samen en knalde naar de zege. De
20e Olympia's Ronde van Nederland was gereden. Organisatorisch was het weer
prima voor elkaar, sportief gezien zonder meer een groot succes. Met een
eindwinnaar die reeds vorig jaar zijn “komst" aankondigde - ook al werd
hij toen slechts dertigste! - en vanaf de eerste dag op het vinkentouw heeft
gezeten. Priem is een van de renners in wie dat ondefinieerbare “beetje
meer" zit. 't Zal z'n enige
triomf in een etappe-wedstrijd zeker niet blijven ... Individuele
tijdrit Wieringen, 16 km: Algemeen
klassement na de individuele tjjdrit:
1..C. Priem 21.23.08, 2. W. Jansen 21.23.42, 3. J. Aling 21.24.01, 4. J.
Bruessing 21.24.46, 7e
etappe Wieringen-Amsterdam, 95 km: 1.
P. v. Katwijk 1.57.40 (bon.), Dagploegenklassement: 1. Ketting Didam, 2. Trico
Noble, 3. Amsted Bier, 4. Acifit, 5. Caballero. EINDKLASSEMENTEN Individueel:
Ploegen: 1. Kehting-Didam 69.33.08, 2. Acifit 69.33.48, 3.
Amstel 69.37.28, 4. Mars-Flandria 69.43.47, 5. Caballero 69.46.41, 6. Trico
Noble 69.47.57, 7. Felix Bonzo-Magneet 69.56.21, 8. Jan van Erp 70.07.01, 9.
Volkswagen-Autopon 70.15.32, 10. Rusland 70.18.56, 11. Engeland 70.23.32,
12. Militair Team 70.31.33, 13. Kroon 70.33.57, 14. Belgih 70.38.37, 15:
Peugeot-Michelin-BP 70.39.27, 16. Ovis 70.50.07, 17. Frankrijk 70.55.21, 18.
Victoria 70.56.09, 19. Polen 71.41.02, 20. Zweden 71.41.53, 21. Zwitserland
72.38.02, 22. Oostenrijk 73.06.47. Punten: 1. J. Aling 91, OMLOOP
VAN DE BARONIE.(4 april).1971 Omloop
van de Baronie werd een tintelend gevecht Helse
strijd besloten met geweldige triomf van Piet van Katwijk We
hebben al eens meer geschreven dat iedere grote wegwedstrijd een geheel eigen
karakter heeft. Dat er koersen zijn waarin men eigenlijk al van te voren de
gedragslijn van de heren amateurs kan bepalen, dat er echter ook
„proeven" zijn waarin men op geen stukken na het verloop vooraf kan
peilen. Dat zijn uiteraard de koersen, die men zonder meer van een aparte
aantekening mag voorzien. In
Nederland bezitten we gelukkig een aantal van die wedstrijden. Een ervan is
ongetwijfeld de Omloop van de Baronie, ofwel de “Parijs-Roubaix" voor
amateurs. In deze wedstrijd ligt van alles opgesloten. Moet men kunnen
rouleren en duwen, “kantje kunnen rijden", bovenal echter sterk zijn om
zelf te gaan rijden. Verder te zorgen niet vanuit de eerste rijen weg te
vallen, durven aanvallen op momenten dat er zich kansen voordoen. De
Baronie is een lastig gebeuren. Een gebeuren, dat daarom altijd zo'n grote
indruk zal blijven maken. Op iedereen die volgt, ook echter op de renners,
die allemaal even begerig zijn juist deze klassieker op de erelijst te
krijgen. Voorbije
zondag hebben we dan de twaalfde uitgave beleefd. Natuurlijk hebben ook de
voorgaande edities geweldige wapenfeiten laten optekenen. We denken daarbij
slechts aan de heroische strijd van Eddy Beugels (1966) met zijn achtervolger
Wim du Bois, aan het verwoede “knokkelen" van Wimke Prinsen en Cor
Baars, aan de totale ineenstorting van Fedor den Hertog enkele jaren geleden,
toen Beverwijker Ge van der Winden triomfeerde. En zouden we alle regels,
die aan deze prachtkoers - ook nu weer door de heren Van den Wijngaard, Van
Tilburg en Petrucco voortreffelijk georganiseerd - in de loop der jaren zijn
gewijd, nazoeken en nalezen, wel dan zouden er zeker nog meer bijzondere gebeurtenissen
te verhalen zijn. Gewoon omdat het in die heel wijde Omloop rond de stad van
het Turfschip allemaal ligt verankerd. Het altijd wisselende parcours,
geaccentueerd door de “Hel van Moerstraten" en de al evenveel
“pijn" bezorgende kasseitjes tussen Galder, Ulvenhout, Bavel, Gilze,
Alphen, Chaam en Strijbeek, geeft alle gelegenheid om juist daar een
wedstrijd tot volle ontwikkeling te brengen. En
brengen die bonkige “kinderkoppen" meestal voor velen de genadeslag,
op de smalle, winderige wegen in de beginfase kan eveneens al veel gebeuren.
Nu was het afgelopen zondag uitzonderlijk mooi weer. Niet te koud, niet te
warm, een flets schijnend zonnetje, een lichte bries welke nauwelijks
voelbaar was. Gevolg: een enorm hoog tempo, dat daarentegen toch niet kon instaan
voor een volledige verbrokkeling. Het
werd meer een “kappen" in moten, in grote stukken. 't Werden meer klonters,
die tegen het einde weliswaar verder werden gespleten, maar die elkaar
nauwelijks moeilijkheden opleverden. Het was alleen zaak er voor te zorgen in
de eerste, althans in de directe-buurt daarvan, ploeg te bivakkeren. Want
het wilde aan sommigen nog weleens lukken om toch nog terug te komen. Bij
voorbeeld aan Cees Swinkels, Cees Koeken en Henk Cornelisse, die alle drie
geveld door een lekke band, de handen eendrachtig ineensloegen. Terugkeren
was daarentegen niet weggelegd voor de winnaar van vorig jaar Matthijs de
Koning (na een val derailleur aan puin), evenmin voor Gaby Minneboo, Hennie
Kuiper, Jan Hordijk, Peter Legierse en Rinus Paul. Wie “panne" had of
ten val was gekomen, moest van uitzonderlijke klasse zijn om terug te kunnen
komen. Bovenal speelde het een grote rol waar en in wiens gezelschap men kon
gaan „treinen" om de rest weer in te halen. Misschien had Cees Priem in
die beginfase geluk dat ook Aad van den Hoek een ander wiel moest steken ... Misschien
was de „pijl" die Leo van der Wiel in die eerste heuse kilometers
afvuurde de inleiding, in ieder geval boorde er vlak voor en na Oud Gastel ineens
een heel sterke kopgroep voorop. Een grote waarin nagenoeg alle voorhanden
zijnde kwaliteit van dit moment aanwezig was. En waarbij even later nog wat
sterke mannen zouden aansluiten, mannen als een Fedor den Hertog en Gerrit de
Wit, Dick Aardoom (rijdt veel te veel aan het staartje), Henk Stander, Siep
Berkhout, Cees Swinkels, Has Fiktorie, Karel Delnoy, Henk Botterhuis, Klaas
Koot, Piet van Katwijk (ja, eerst later zorgde hij er bij te zijn!), Henk van
de Laar, Wim Dielemans, Jantje de Bruyn, Koos Akkermans, Andre Jansen, Wil
Luppers, Henk van Dongen en Jo de Boer. Zij haalden het nog net, konden nog
precies meespringen. Want
even daarvoor waren Arie Hassink en Arnold Voogt (Amstel), Peter v. d. Donk,
Cees Priem, Ben Jurriaans en Juul Bruessing (Acifit), Theo v. d. Loo, John
Cornelissen, Ted Blom, Marcel Pennings en Cees van Dongen (Caballero), Klaas
Balk (Ketting),Popke Oosterhof, Wicher Vlot en Albert Hulzebosch (Kroon), Wim
Smeekens (Limfa), Jo van Pol en Jan Spetgens (Mars-Flandria), Hans Hoot (Jan
van Erp), Ben Kooken (Ovis), Sjef Smulders (Overdijk), Sjef v. d. Burg en Wim
de Waal (Trico Noble), Wim Jansen (Autopon), Cees Koeken (Victoria) en Nico
Vermeulen (Peugeot-Michelin BP) definitief uit de ketens van het langgerekte
peloton losgerukt: En
dat alles had zich reeds voor Kruisland ( Zelfs
een lek bandje op de keien van Bavel weerhield hem niet om zijn verlammende
taktiek, het alsmaar aangaan en toch ook weer niet gaan, opnieuw op te
nemen. Overigens, wat reed hij na zijn pech weer grandioos sterk terug. Dit
in vergelijking met Cees Koeken, onze nationale kampioen die in het begin -
we haalden het reeds aan - ook al eens had moeten repareren en zowaar wilt
aan te sluiten, maar nu in de finale wederom een buitengewone inspanning
moest opbrengen. Koeken, de „captain" van Victoria, is op weg een
werkelijk goed wegrenner te worden. Hij durft in het zware werk zijn mannetje
te staan, durft ook te koersen ... als het moet. Koeken, een van onze
klasrijkste amateurs, is geen gokker, evenmin echter een klokkenluider. Hij
rijdt met het „koppie" en zal zeker op een gegeven moment gaan toeslaan.
Waarschijnlijk had hij dat in de Baronie al gekund, ware het niet dat Koeken
een nogal slopende achtervolging heeft moeten rijden om weer terug aan te
sluiten. Terug te komen bij de groep waar toen het spel volledig op de wagen
ging en men met Priem, v. d. Donk, Vermeulen, Voogt, Koot en de ineens
uitgeblust zijnde Bruessing (waaide zo terug naar achteren) in de
hoofdrollen, alles in het werk stelde om duivelskun- stenaar op de fiets, Den
Hertog (o, wat zou hij bij de beroepsrenners een prachtige tegenpartij voor
Eddy Merckx vormen!) in bedwang te houden. Het was al flink uitgedund, ook al
door de Zeeuwsvlaming De Waa1, die met de handjes op het stuur net deed of al
dat keiharde rijden hem geen pijn deed. Kortom het flitste in die eindfase
alsof er geen eind aan kon en zou komen. Alsof men pas aan de Omloop van de
Baronie was begonnen. Onbegrijpelijk / Onvoorstelbaar mooi! Ineens
trokken Van Katwijk en Den Hertog weg. Prompt reageerden Hassink, v. d. Donk,
Priem, Voogt, v. d. Laar, Spetgens, Smulders en Koeken. Dat was de
voorlaatste ontknoping, want in een mum van tijd zaten deze tien kleppers een
halve minuut en later zelfs drie-kwart minuut vooruit. De slag was gevallen.
Zonder enige twijfel zou de winnaar uit deze afscheiding te voorschijn
komen. Wie? Toch de snelle Koeken, of Fedor die misschien nog een versnelling
harder zou gaan rijden? Plots een
flitsende demarrage van Arie Hassink die weliswaar sterk maar toch ook in
zekere zin onopvallend in de wielen was meegegaan. Piet van Katwijk rekende
hem weer in en ging toen zelf om op zijn beurt zowaar weer door Hassink te
worden bijgebeend. Samen vochten ze zich uit de greep van de achtervolgers,
bij wie uiteraard Den Hertog geen streep werk meer verzette en zelfs ook nog
de kans liet aan Arnold Voogt om te gaan. De anderen t Men was evenzeer
verrast als aangeslagen, het plots : openritsen" van deze tintelende
koers door Van Katwijk en Hassink deed hen een moment twijfelen. De zaak was
verkeken. Ook voor Hassink, die duidelijk te vroeg aanging en zag hoe het
felle vechtertje Piet van Katwijk een van zijn mooiste triomfen ging
behalen. Amateurs: 1. P. v. Katwijk Ploegenklassement:
1. Amstel Bier 12.24.08 (15 Put.), 2. Acifit 12.25.29 (31 put.), 3. Jan van
Erp 12.27.16 (45 pnt.). OMLOOP VAN
DE BRAAKMAN.(27 maart).1971 Charles de Smit
maakte zich eens echt kwaad...... OMLOOP VAN DE
BRAAKMAN slechts voorbestemd voor sterke mannen Als men het goed
optelt, dan heeft speciaal de provincie Zeeland, waar de verbindingen aan
deze kant van de Westerschelde geen enkel probleem meer opleveren, maar waar
men om in Terneuzen of andere plaatsen in het aan Belgie grenzende gedeelte
te komen toch altijd nog twintig minuten moet varen, nogal een aantal
wedstrijden over de lange adem. Daar is de Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen, de
Ronde van Midden-Zeeland. Daar is ook de nu voor de derde maal uitgegeven
Omloop van de Braakman en daar zullen van de Stichting Inter Scaldis in de
komende maanden een aantal evenementen verschijnen, die met recht de
wielersport in Zeeland zullen animeren. En ten besluite is er dan ook nog de
rondrit van Schouwen-Duiveland, maar deze vindt pas plaats in september,
zodat we voorlopig nog even de tijd hebben. Neen, de aandacht richtte zich
ditmaal op de Braakman. Een koers, die misschien door velen werd of nog wordt
onderschat, maar voor hen die hebben deelgeno- men zeker de ware gedaante heeft getoond. Het zijn daar in
Philippine een aantal wakkere wielermannen geweest. Mannen die begrepen dat
het ingepolderde brakwatergebied een uitgelezen terrein voor wielersport in
groepsver-band dan wel als individueel zou betekenen. Daar op de kaarsrechte
wegen door het vlakke, winderige land, waar slechts enkele huizen en hier en
daar een plukje verdwaalde bomen de kans op wat beschutting geven, is het
lastig. Verschrikkelijk lastig zelfs. Vooral, omdat er op de doorgaans erg
smalle wegen eigenlijk niet meer dan negen renners in een “waaier" gaan.
Het is dus zaak om er vanaf de eerste meter bij te zitten, om te zorgen dat
er liefst geen centimeter „licht" is te bespeuren. Wie er zich niet aan
houdt of wordt geveld door pech, kan gelijk een kruisje over deze belevenis
slaan. En mochten er knapen zijn die denken dat hun tekort aan kwaliteiten of
hun mogelijke taktiek van “profiteren" wel te handhaven zou zijn ... de
Braakman is net zo kaal en naakt als de waarheid. Er valt daar niets, maar
dan ook helemaal niets te verbloemen. Onder dergelijke
omstandigheden is het normaal wanneer er gelijk een ontsnapping valt te
registreren. En zo gebeurde het dan ook. Twaalf dapperen vochten zich naar
voren, te weten Aad van Hoek, Peter Remijn, Klaas Balk en Frits Schur van
Ketting, Jacques Deckers van Ovis (als eenling,hetgeen hem later toch parten
speelde); dan Sjef v. d. Burg, Aad Duyker en Charles de Smit als Trico
Noble-mannen (de laatste te noteren als invaller voor de zieke Grant Thomas)
en tenslotte vier knapen die de anderen naar de “Kroon" trachtten te
steken, te weten Jans en Wicher Vlot, Albert Hulzebosch en de zo meevallende
Epi Boekholt. Voorwaar een spits met van alles wat, met ook voldoende inhoud
om het spel volledig op de wegen te plaatsen. Hetgeen dan ook gebeurde, maar
eerst nadat een aantal drama's de grote kansen van al deze koplopers voor
een groot deel reduceerden. Want speciaal de coureurs van Ketting schenen een
voorliefde voor platrijden te bezitten. Eerst Remijn, die bepaald weer op een
“gat" moest proberen terug te komen. Dan viel Frits Schur in een
herhaling van vorig jaar toen hij juist in de Braakman na een lekke band zo
formidabel terugkwam. Opnieuw kreeg hij een tube zonder lucht, evenals
trouwens Klaas Balk in een nog weer wat latere fase. Het ritme, de
speed om een vlucht tot een goed einde te brengen, werd daarmede nogal
duidelijk verstoord. Want vooraan kon eigenlijk niemand gemist worden. Temeer
niet omdat Hans en Klaas Koot, Dick Groen, Henk Stander (ook nog eens
achteruit geslagen met een lekke band), Joop van Rossum, Gerrie Habets (later
gelost), Adrie van Opdorp, de ook lossende Dick Aardoom en Henk Hellemons
alle krachten bundelden teneinde de vluchters tot de orde te roepen. Overigens
haalde Hellemons nag een prachtige stunt uit, door in de laatste grote omloop
als “veldrijder" een heel stuk of te steken en zodoende zijn
“executie" - de 's-Gravendeelse knaap zag alle goden op een rijtje
zitten - ofwel zijn moeten lossen wat te kunnen uitstellen. Kortom het werd
een uiterst boeiend en interessant gevecht, dat eerst een beslissing liet
optekenen toen alle pechhebbers van de eerste rij (ook Jans Vlot zou daartoe
gaan behoren) terecht kwamen bij de jachtende, maar geen streep naderbij
komende mannen van het tweede plan. En ook daarin vielen bij herhaling
„gaten" omdat de koude wind eenvoudig de spieren verlamde en ook de
adem afsneed. Terugkomen? Dat was er beslist niet bij. Wie wat tegenkwam, was
gezien. Vooraan bleven de
mannen van Trico Noble het ritme aangeven. Zij wilden wel, konden in het
geheel niet treuren over de pech van de anderen. Dat waren tenminste weer een
aantal concurrenten minder. Ondanks het feit dat de schouders er nog meer
onder moesten worden gezet am uit de jachtige adem van de totaal verbrokkelde
rest te blijven. Misschien was het
een te groot geloof aan zelfvertrouwen. In ieder geval wilde Aad Duyker
voortijdig, net bij het ingaan van de drie kleinere omlopen, zijn slag slaan.
Het lukte niet. Zijn markante figuur gaat niet “ongemerkt" weg. Dat
lukte wel aan Charles de Smit, het bijna reeds geheel vergeten Zeeuwse
„wielerbriljantje" van enkele jaren her. In een mum van tijd had hij een
flinke bres geslagen. Kreeg toen Sjef v. d. Burg, zijn ploegmakker, net op
tijd bij zich, terwijl Aad Duyker bijna de kansen van dit tweetal weer teniet
deed door op een wat onverstandige manier ook naar voren te willen flitsen.
Daarna echter verrichtte hij - tot besef gekomen van zijn niet al te slimme
daad - prima ploegwerk. Kregen Wicher
Vlot en Albert Hulzebosch, Jacques Deckers geen kans en konden zij precies
in de laatste ronde gewaar worden dat die tweede formatie, zo lekker
aangevuld met de pechhebbers van vooraan, beduidend sterker was geworden. De
Smit en Van der Burg bleven net buiten schot, voornamelijk door het
onvermoeibare werk van de Berkelse meesterknecht-captain. Net buiten schot
van Klaas Balk, die nogeens alle duivels ontbond en wel datgene wist te
bewerkstelligen waarin Siem Berkhout in zijn vertwijfelde sprong was tekort
geschoten. De Smit, eens een
zeer op de voorgrond tredende nieuweling, de laatste jaren min of meer
afgegleden tot een ,kwakkel", thans nog eens “alles of niets"
spelend voor dit seizoen (lukt het weer niet dan is het definitief
,fini"), liet zich de kans niet ontnemen. Met alle respect voor Van der
Burg, die met zijn tekort aan pure snelheid altijd een dankbaar iemand voor
de wat klasrijkeren zal blijven ... Amateurs: 1. Ch. de Smit Ploegenklassement: 1. Trico Noble 10.20.47, 2. Kroon 10.21.09, 3. Jan van Erp 10.31.58,
4. Ketting Didam 10.33.27. OMLOOP VAN
DE KEMPEN.(16 mei).1971 Omloop van de
Kempen spoelde bijna van de weg.... Gewiekste Arie
Hassink "tikte" het eerst aan Elders in deze
uitgave hebben wij onze persoonlijke mening gegeven omtrent de Ronde om de
Haarlemmermeer. Speciaal omdat aangaande die klassieker altijd de mening
wordt geopperd dat er zoveel valpartijen en wat dies meer zij in liggen
opgesloten. Hier en daar zou men die rondrit zelfs liever zien verdwijnen ...
Ook wij moeten erkennen weleens ons hart te hebben vastgehouden. Maar dat
gebeurt eigenlijk iedere wedstrijd omdat er zich altijd onvoorziene omstandigheden
kunnen voordoen. Omstandigheden die voor de coureurs grote gevaren inhouden.
Niemand kan zulks evenwel voorzien. Neem nu de
voorbije zondag verreden Omloop van de Kempen. Startend in loom, zwaar
drukkend weer, zat het er meer dan dik in dat er regen was te verwachten. Wat
zou het dan op die klinker- en kasseiweggetjes door de mooie Kempen (de
prachtige streek tussen Peel en Meijerij) gevaarlijk zijn. Spekglad, een
glijbaan gelijk ... Nog voor de regen
met bakken uit de door hevige donderbuien verscheurde hemel kwam vallen,
gebeurde het reeds. Een enorme valpartij volgde nadat Juul Bruessing in Oerle
( Inderdaad
favorieten, want een Klaas Balk, Peter van den Donk (later zou hij na een
formidabele inspanning toch weer bijkomen en groots en sterk rijden), Jan
Spetgens, Ferry van der Vleuten, Wim Pater, Eddy de Jong, Ben Jurriaans,
Matthijs de Koning (ja, ook "!), Ted Blom, Henk
Botterhuis, Louis Westrus, Fons van Katwijk en anderen waren toch minstens
met dezelfde gedachten en intentie naar deze klassieker gekozen dan latere
winnaar Arie Hassink. Waar ligt evenwel iemands geluk of iemands ongeluk? 't
Is maar goed dat we het geen van allen van tevoren weten, 't zou de eigendunk
of het beangstigend tegemoet treden van bepaalde handelingen alleen maar
duidelijk in de hand werken. Dit jaar tegen
het decor van “Veldhoven viert vijftig" (de meest uitgestrekte
dorpsgemeenschap van Nederland; 28.000 inwoners) had de Kempen Omloop het
geluk niet bepaald aan zijn zijde. De coureurs spoelden letterlijk van de
weg, tropische regenbuien ontlaadden zich, opgaven en teleurstellingen waren
het gevolg. En in dit
beestenweer - een echte coureur trotseert echter alles - durfden Frans
Janssen, Fedor den Hertog en de jonge Theo Smit toch een eerste rimpel te
trekken. Een ontsnapping die door Cees Swinkels, Giuseppe Siega (de Limburgse
Italiaan), John Cornelissen, Jan Adriaans, Ben Ceulen en Gerrie Bruinsma nog
wat verder werd uit gediept. Edoch, het was nog allemaal veel te vroeg. Men
kon of wilde elkaar nog niet missen. Even daarna
zouden liefst 29 renners trachten de sleutel in het slot te steken en om te
draaien, maar hoe Brands, Van den Donk, Blokland, Lunenburg, Poppe, Hassink,
Cornelissen, Van der Vleuten, Jurriaans, Dekkers, Van Bergen, Bruinsma, Piet
v. Katwijk, Den Hertog, Van de Laar (uit Son) en Van der Laar (uit Rossum),
Hulzebosch, Kleine, Thijs, Oosterhof, Kuiper, Van Helvoirt, Koot, Van Ravel,
Segers, Adriaans, Rouw en Prinsen alsmede de sterke De Boer ook eendrachtig
naar voren dreunden, voor hen sorteerde dit alles niet het minste effect.
Tussen Casteren en Netersel, waar Hans Geldens bij een val zijn dijbeen brak,
waar Matthijs de Koning na een nieuwe val prachtig terugkeerde, even daarna
gevolgd door Theo v. d. Loo en waar Siega, Wicher Vlot en de Belg Geboers en
Koot moesten lossen, deden Van Ravel en Janssen na de hergroepering nog eens
een poging. Ook Huub Dohmen en Jan Blokland gingen wat in de “erker"
rijden. Het gevolg was dat het peloton in drie groepen uiteen werd getrokken,
maar spoedig vloeiden kop en jagers weer ineen en vond Arnold Voogt het in
Waalre ( Het valt
tegenwoordig ook niet mee. Ze rijden allemaal een aantal tandjes harder, de
kwaliteit neemt beduidend in de breedte toe. Toch durfde
diezelfde Voogt uit Scherpenzeel (waarschijnlijk geprikkeld -door de
successen van plaatsgenoot De Koning) het opnieuw aan. In Eersel
“klokte" hij al bijna een halve minuut, maar toen was het v. d. Loo die
hem inrekende en terugbracht in de groep. De vermoeidheid
ging duidelijk spreken. De mannen met “rodage" gingen zich daarentegen
meer en meer roeren. Bovendien waren er door het alechte weer - soms scheen
evenwel toch ook nog de zon en dan was het benauwend warm - al vele renners
afgestapt en telde men in de koers nog nauwelijks dertig mannen. In dit
opzicht deed de Kempense Omloop zijn naam wel eer aan, want zoals het een
echte zware wegkoers betaamt - en nu gaan we iets geks schrijven - mogen er
eigenlijk niet teveel renners aan de streep komen. Dat levert namelijk het
bewijs hoe zwaar het allemaal is geweest, hoe moeilijk, hoe lastig. Een koers over de
lange adem moet liever geen gelegenheid bieden voor een stel
“meerijders" en al hebben de weersomstandigheden in deze bijzonder veel
invloed, ook bij droog weer weten we dat het juist in de Kempen altijd tot
een hevige slagwisseling komt. Een boeiend wielergevecht dat op het scherp
van de snede wordt gevoerd en waaruit altoos grote winnaans te voorschijn
zijn getreden. Als Cees Swinkels
bij Bergeyk ( En als men terug
uit de Keine omloop bij Oerle doer volledig blank staande straten komt, is
het de jonge Arie Hassink die met een splijtende demarrage alle rust
verstoort en in combinatie met de naar hem toe vliegende Henk van de Laar,
Jan Adiraans, Piet Kleine en John Cornelissen duidelijk naar de triomf spurt.
Misschien met wat geluk, omdat Fedor den Hertog zich in een val nog de hele
bibs bloot valt en Piet van Katwijk over hem heen duikelt. Want o wee, indien
dit tweetal keiharde prijsvechters mede op de eerste rij was gekomen! Amateurs: Ploegenklassement: 1. Amstel 18 pnt., 2. Jan van Erp 20 put., 3. Caballero, 4. Kroon,
5. Ovis. OMLOOP VAN DE KRIMPENERWAARD.(1
mei)1971 Toine van
den Bunder “rondde”het snelst en sterkst
Omloop van de Krimpenerwaard Voor wie het misschien nog niet wist: heren
amateurs, de Zeeuwen zijn in aantocht! Het zou lichtelijk overdreven zijn te
stellen, dat de opvolger van Jo de Boo reeds volgende week kan aanbellen,
maar feit is dat Zeeland niet alleen de provincie blijkt waar het fietsen
goed was, maar terdege nog altijd is. Bewijzen? Terwijl “grotere broers" als
Bal en De Smit het de jury in Overijssel pijnlijk lastig maakten, dicteerde
de jongste lichting de semi-klassieker voor neo-liefhebbers (toch eigenlijk
een veel aardiger woord dan eerste-anderhalfjaars of, nog erger,
eenendriekwartjaars amateurs), de Omloop van de Krimpenerwaard. Het waren Wim
de Waal, Tonny Huyzen en - in het bijzonder - Toine van den Bunder, die op de
opnieuw stormachtige dijkjes langs de Hollandse IJssel en de Lek voor de
hoofdrollen tekenden. De 19-jarige Van den Bunder maakte het Trico
Noble-succes van zaterdag met zijn overwinning totaal. Insiders voorspelden een paar jaar geleden
reeds, dat de Zeeuwen er weer „aan kwamen". Het was slechts een kwestie
van tijd, rijping en goede programmering. Wat dat laatste betreft werd de
juiste balans tussen het koersen in Belgie en in Nederland bedoeld. Met “d'n
Bels" voor de Zeeuwsvlamingen zo pal naast de deur was het nogal eens
verleidelijk over de grens te trekken en Nederland maar te vergeten. Nu zal
niemand ontkennen, dat er van de wedstrijden in Belgie niets valt te leren,
maar wie zich internationaal wil gaan waarmaken, die zal ook de Nederlandse
waaiers moeten kunnen openen en sluiten. Wedstrijden als deze Omloop van de
Krimpenerwaard zijn daar ideaal voor. Althans in deze vorm. Vorig jaar hadden
organisator Koos Rook en sponsor Het Vrije Volk de inschrijving nog voor alle
amateurs opengelaten. Maar op verzoek van wegcoach Middelink was de Omloop
dit keer beperkt tot de na juli 1969 amateur gewordenen. Gevolg: een
eerlijke, heerlijke krachtmeting tussen leeftijdsgenoten van verschillende
kwaliteit. En de Zeeuwtjes voelden zich daartussen als vissen in het water. OPBOUWEND Joop Middelink: “Je kunt in dit soort
wedstrijden zo goed zien wat de jongens werkelijk kunnen. Ze fietsen wel mee
tussen de ouderejaars, maar aan bod komen doen ze nauwelijks. Ze zijn nog te
bang om in een waaier te rijden. En dan loop je de kans, dat jongens moreel
kapot gaan." Dat laatste zou zeker het geval zijn geweest
met een aantal van hen als ze, na zo'n kilometer of tien, in de waaier die
voorin was afgescheiden “grote namen" hadden gezeten. Want wat zo
ongeveer iedereen had voorspeld kwam uit: het veld brak vrijwel onmiddellijk.
Maar, door verbeten knokken in de gezamenlijkheid van het peloton werd de groep
vluchters (zo'n 25 man) vrij vlug weer tot de orde geroepen. Men voelde zich
elkaars gelijken. Het omgekeerde bewijs van de stelling werd
met dit voorval - en later in de wedstrijd nog vele malen meer - eveneens
bewezen. Renners, die zich met de prestatielijst in de hand, bij de
nieuwelingen tot de top konden rekenen, moesten het in dit zwaardere werk ook
maar eens waar proberen te maken. En dat lukte - op enkele uitzonderingen na
- niet altijd. Echt serieuze ontsnappingspogingen heeft de
Omloop van de Krimpenerwaard niet gekend. Of eigenlijk, op een keer na. Want
juist toen voorin de zoveelste hergroepering en kaf-van-korenscheiding had
plaatsgegrepen - in de eerste kilometer van de derde en laatste Omloop -
sprongen Andre Jansen en Willy van Helvoirt weg. Het leek menens, maar Andre
Jansen ging zitten piekeren en werd mentaal plotseling zo aangetast, dat hij
het beter vond af te stappen. OPBEURENTD Van Helvoirt ging nog
even door en kreeg bij stukjes en beetjes gezelschap van Ron Smit, Theo Smit,
Huyzen, Van den Bunder, De Waal, Spronkmans, Sengers, Klomp, Venix, Van 't
Geloof, Joore, Bas Hordijk, Mohlmann, Van Bragt, Dohmen, Bakens en Van Trigt. De komst van het
Rotterdammertje Martin Venix was een ander bewijs van het nut van wedstrijden
als deze. Op een gegeven moment kwam hij “door te zitten", zag het niet
meer en wilde zich laten terugzakken naar een groep later. Een aantal opbeurende
woorden vanuit een auto waren genoeg voor Venix om niet voor zijn
leeftijdsgenoten te willen onderdoen. Hij werd uiteindelijk
nog vierde, een ereplaats, die slechts was weggelegd voor de
„afgescheidenen". Want toen Toine van den Bunder zo'n tvraalf kilometer
voor de streep in Krimpen aan den IJssel definitief de Zeeuwse suprematie
wilde onderstrepen was de tijd in de kopgroep wel rijp voor demarrages - met
goede afloop. Ron Smit en Van Helvoirt trachtten Van den Bunder nog terug te
halen, maar de IJzendijkse timmerman kreeg zo'n groot verzet rond, dat hij
met iedere wielomwenteling verder uitliep.BRON:PETER OUWERKERK Amateurs:1.
T. v. d. Bunder, IJzendijke, OMLOOP VAN DE MAASVALLEI.(22 mei t/m 23 mei).1971 BELGISCHE JUNIOREN BEHEERSTEN OMLOOP VAN DE MAASVALLEI Voor de 8e
uitgave van de Omloop van de Maasvallei, een wederom tot en met geslaagde
organisatie van Wielercomite Elsloo en tot en met geanimeerd door
Mars-Flandria-ploegleider Jefke Janssen, kwam ook nu weer een flink aantal
Belgische ploegen aan de start. De Nederlandse deelname heeft het geweten,
want heel duidelijk bleven onze Zuiderburen de baas. Dat begon al in de
ploegentijdrit over Voor de rit in lijn
van Mechelen-Elsloo over Ook de
individuele tijdrit Elsloo-Geulle ever Nog kon de
Belgische suprematie niet door een van onze deelnemers worden bedwongen,
want in Elsloo-Dilsen, gaande over Eindklassement
individueel: 1. J. Jacobs (B.) 51 pnt., OMLOOP VAN
HET ZUIDEN ( 4 september).1971 In Omloop van Het
Zuiden plaatste Henk van de Laar een geweldige uitdaging
Nieuweling Alfons Veelers opnieuw aan de eer Met nog een kilometer of acht te gaan demarreerde Henk van de Laar. De
man, die dit seizoen zoveel tegenslag ondervond bij zijn zware val tijdens
een trainingsrit en die vele weken op bed moest vertoeven, was niet te
houden. Hij had het trouwens van te voren gezegd en daarom waren die
tweehonderd meter voorsprong op zijn achtervolgers, van wie vooral Peter van
den Donk en Cees Swinkels alle duivels ontbonden om Van de Laar terug te
halen, meer dan genoeg. Ze dienden tevens om zijn voorspelling te staven. En daarmede kreeg deze 6e uitgave van de Omloop van Het Zuiden,
voortreffelijk georganiseerd door de gelijknamige club uit Eindhoven, beslist
een goede winnaar op de erelijst. Met als curiositeit dat het evenals vorig
jaar (Henk Botterhuis) opnieuw een renner is, die bij Tegelhandel Jan van Erp
het sponsorship vertegenwoordigt. Maar dat deed op deze dag, de vierde september 1971, niet ter zake.
Wielerclub Het Zuiden meende - en terecht - dat ook niet-gesponsorde renners
eens een klassieker moesten rijden en daarom werd deze koers (vijf omlopen
van LATE ONTKNOPING De eerste drie omlopen van Vessem over Wintelre, Oirschot, Moorland,
Oostelbeers en Middelbeers gaven niet zo erg veel spectaculairs te zien. Er
brandde wat strovuur, men plaatste een aantal demarrages van ondergeschikt
belang, ofschoon het er in de tweede toer op geleek alsof men de meute van
125 renners volledig wilde uiteenrafelen. Het vloeide evenwel toch weer
aaneen, totdat na zo'n kilometer of honderdenvijf Jan Brinkman (de zoon van
Manus), Henk van Kilsdonk, Harrie van Groezen, Gerrit Oosterbosch en Harry
Lunenburg wegsprongen. Het vijftal kwam bijna een minuut vooruit en toen
kwamen Jan Breur, Peter Nijssen (gelukkig weer helemaal hersteld en steeds
goed in de prijzen in Belgische koersen) en Henk van Dongen in actie. Maar
dat alles kon de hoofdmacht niet gedogen en een grote reactie had tot gevolg
dat alles weer tot een compacte massa werd samengesmolten. Juist dat zijn de
momenten waarop de meest geslaagde ontsnappingen worden gedaan en zo zorgden
een twaalftal kleppers dat zij buiten schot kwamen. Weer ging het spel
volledig op de wagen, de sliert verbrokkelde en het eind van alles was dat er
25 renners op kop kwamen. Daarbij zaten gewoon alle kanshebbers en het was
voor Wil van Helvoirt spijtig dat hij door pech tenslotte nog moest afhaken.
De anderen? Zij worden volledig in bedwang gehouden door Peter van den Donk
en Cees Swinkels, terwijl toch ook een Hans Koot en Henk van de Laar, Frans
Beckers, Jan Breur, Theo van der Leist, Ton Gruyters en Frans Otten alsmede Harrie van Groezen de neus meer dan eens aan het venster
staken. De beste van allen was evenwel Henk van de Laar. In de buurt van
Middelbeers ging hij een brutale uitdaging aan tegen een stel achtervolgers,
die zonder meer het overwicht vormden, maar die het toch niet konden klaren. OP KOMST Na zijn zege in de Omloop van Niekerk kortgeleden, heeft de jonge
Alfons Veelers nu wederom zijn visitekaartje afgegeven. Volgend seizoen zal
hij zijn opwachting als amateur gaan maken bij de Frisolploeg, maar op deze
dag van de Omloop van Het Zuiden bracht Veelers de naam van zijn vereniging
de Oldenzaalse Wieler Club eens op veler lippen. Attent zat hij er bij toen
na een eindeloos gevecht en vele demarrages toch een negental renners
voorgoed wegkwam. Die negen luisterden naar bekende namen, want Jan van
Houwelingen, Jan van Dijk, Anton Gevers, Fons Veldhuizen, Jean Lamerichs, Ben
Arentsen, Karel Stoutjesdijk en vooral ook Nico Rinkel en uiteraard Alfons
Veelers vertegenwoordigden immers een zeer vooraanstaand deel van deze
categorie. Deze kopgroep was ontstaan vlak na het ingaan van de laatste
ronde, toen het peloton murw gereden was door de herhaalde ontsnappingen van
vele van genoemde namen. Speciaal echter door een allesgevende Nico Rinkel,
bij wie het krachtenreservoir schier onuitputtelijk lijkt. Rinkel zou
tenslotte derde worden omdat hij minder snelle benen bezit dan een Veelers en
een Veldhuizen, maar misschien gaat hij zich in de toekomst wel het beste aanpassen
in de amateurcategorie. DE UITSLAGEN Amateurs: 1. H. v. Laar Clubklassement: 1. Wilhelmina A, Eindhoven, 27 prat.; 2. Schiedam, 33
pnt. ; 3. De Jonge Renner, Dongen, 37 pnt. ; 4. 't Abattoir, Tilburg, 51
put.; 5. De Kempen A, Valkenswaard, 61 pnt. ; 6. Hoekse Renners,
's-Gravendeel, 79 pnt. Nieuwelingen: Ploegenklassement voor clubs (Nieuwelingen Club Trofee 1971) 1. De Batauwers, Tiel 53 pnt. 2. De Windmolens, Geffen 53 pnt. 3. De
Bergklimmers, Stein 64 pnt.4. De Bataaf, Halfweg 65 pnt.5. “Oldenzaal",
Oldenzaal 69 pnt. 3e OMLOOP VAN NIEKERK-OLDEKERK ( 21 augustus).1971 AD VEELERS sprintte naar mooie zege in
3e Omloop van Niekerk-Oldekerk De uit het Overijsselse Ootmarsum afkomstige Ad Veelers, een van de
meest veelbelovende nieuwelingen en regelmatig tot de sterkste prijswinnaars
behorend, heeft het bestaan om ook wegkampioen Ad Dekkers te kloppen. Daartoe
moet men zonder meer wat mans zijn, vooral omdat de Udenhoutse reus ook nog
sprintkampioen is en de wijze waarop hij een maand of wat geleden in
Rotterdam naar de nationale trui reed, bepaald imponerend was. En toch
presteerde ook toen die Veelers geweldig. Zoals hij trouwens in de
Flevo-Tour, de Drentse wegkoers Door het Land van Bartje en waar dan ook
reeds liet zien. Hij is een man met mogelijkheden. In de door de Noordelijke Wieler Vereniging Groningen georganiseerde
derde Omloop van Niekerk-Oldekerk - te beschouwen als een prachtige koers -
lieten de nieuwelingen meteen zien dat vooral zij die op de nominatie staan
om volgend jaar als amateur te gaan koersen, wel durf hebben. Jan Ruckert
uit Amsterdam was de eerste die het vuur aan de lont stak en dat deed hij in
de buurt van Gaarkeuken. Jan Zwanenveld en Gerard van Rooyen, Tinus
Trentelman en Gerrie Robertsen drukten de speldeprikken nog wat harder door
om daarna ook Piet Akkerman en Bert Scheuneman een kans te geven. Die nam het
tweetal tempolopers dan ook, vooral toen Jan Ruckert en Gerrie Robertsen
welkome assistentie kwamen verlenen. Met z'n vieren werd een voorsprong van bijna
een minuut bijeengefietst, maar toen kon de groep waarin men inmiddels al
hevig aan het ,schudden" was geslagen, niet langer wachten. Dat wil
zeggen: speciaal Ad Veelers en Ad Dekkers maakten dat zij er bijkwamen en op
Jan Ruckert na (viel terug) kwam een vijftal op kop dat niet meer werd
teruggehaald. Bij Trimunt - na slechts Nieuwelingen: OMLOOP
VAN NIEW-BORSELE.(17 april).1971 THEO
SMIT bracht zijn ervaring in praktijk en won Speciaal
om de wieleraport in Zeeland te activeren, maar ook om te stimuleren, heeft
het Comite „Inter Scaldis" (Latijn voor: tussen Ooster- en
Wester-Schelde) - te onderkennen in de comitees van Kapelle, Middelburg,
's-Gravenpolder en Kwadendamme, uitstekend bijeengebracht door voorzitter
Jan Moerdijk - een aantal wedstrijden op papier gezet, waarvan er voorbode
zaterdag inmiddels een is verreden. Namelijk de Omloop van de Gewesten Borsele,
de verzamelnaam voor de kerkdorpen Kwadendamme, Hoedekenskerke, Waarland,
Oudelande, Ellewoutsdiijk, Driewegen, Ovezande, Nisse, Heinkenzand, 's-Heer
Abtskerke en 's-Gravenpolder. In deze wedstrijd voor eerste- en zgn.
anderhalfjaars amateurs, zonder meer een inslaand gebeuren, toonde de
Halfwegger Theo Smit zich de beste. Zijn opgedane ervaringen als
gerespecteerd nieuweling en met een alleszins bevredigend debuut van de Ronde
van Drente op zak, hebben hem terdege bijgestaan. Het
was in deze verkwikkende koers door Zuid-Beveland niet gemakkelijk. De harde
wind blies nogal venijnig, gaf weinig gelegenheid om „luw" te zitten en
daarom moest men zich wel torten. In de eerste Met
alle geweld wilde hij zijn fout, het laten vertrekken van de goede
“trein", herstellen. Evenwel natuurlijk te laat komend, omdat de zeven
koplopers - ook de Rotterdammer Ronny Kroep was er nog bij gekomen - zich
niet meer lieten verschalken. De
woorden van ploegleider Joop Stoop goed in zich opgenomen hebbend, spurtte
Theo Smit geheel rechts van de weg naar de triomf. Daarbij de anderen
duidelijk in de wind latend, luisteren en ook- doen kunnen zo medebepalend
zijn. De jonge Smit zal er voor de toekomst ongetwijfeld zijn lering uit
hebben getrokken. Het kon voor velen den toch nog weleens „oppassen
geblazen" zijn ... Amateurs
1e jaars: 1. Th. Smit
OMLOOP VAN
WALCHEREN (24 april).1971 Nieuwelingen: 1. Ad Dekkers, 2. Frits Pirard, 3. Cees Stoutjesdijk, Adspiranten: 1. Wim Lugtenburg, 2. John Akkermans, 3. Johan Verbrugge OMLOOP VAN ZEEUWS-VLAANDEREN ( 18 t/m 19 september).1971 In prachtige Omloop van Zeeuwsch-VIaanderen verrekende iedereen zich
op Grant Thomas.... TRICO NOBLE-formatie liet de teugel nimmer vieren Bijzonder mooi nazomerweer heeft de achtste uitgave van de opnieuw zo
voortreffelijke Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen uiteraard nog weer glans
gegeven. Ofschoon er aan de andere kant misschien wat minder werkelijk
,vuurwerk" was te aanschouwen. Het enorme tempo, op beide dagen
aangehouden, is er mede oorzaak van geweest dat we niet de zo vurig verlangde
gevechten op de koersfiets hebben kunnen nanschouwen. Er werd, zoals de
Vlamingen zeggen: beduidend minder „geknokkeld", maar was het eigenlijk
wel mogelijk.Immers, de Trico Noble-formatie uit Aardenburg zit dit seizoen
best in elkaar. Loopt over van kwaliteit en bovendien nog rijend in eigen
streek, zou het min of meer een ,schande" zijn geweest indien de zo briljante
machtsgreep van de 25-jarige Engelsman Grant Thomas op de eerste dag niet
met hand en tand was verdedigd. Toch leek het alsof het in de oranjezwarte
ploeg soms niet helemaal klopte en daarom moest ploegleider Hennie Schouten
menigmaal ingrijpen om het naderend ,onheil" ten opzichte van Thomas
resoluut af te wenden. De „jochies" Toine van den Bunder en Wim de Waal
waren namelijk nogal eens ondeugend, deden vooral in of in de buurt van de
eigen woonplaats soms uitvallen die mogelijk de concurrentie tot en met
hadden kunnen prikkelen. Prompt werden ze dan ook steeds weer naar achteren
gedirigeerd. Het rijden in een ploeg brengt nu eenmaal verplichtingen. Ook
tegenover renners die doorgaans zelf de rol van ,domestique" vervullen,
maar toch door enkele bijzondere uitslagen in de laatste weken hun gezicht
bij herhaling hebben weten te tonen. Zo een is Grant Thomas. Een uiterst frisse knaap van wie we in het
verleden al meer knap fietswerk hebben gezien. Dat valt als buitenlander
tussen die als een raket rijdende Nederlandem niet mee, maar de in de buurt
van Birmingham geboren Thomas leerde de „stiel" hier allengs beter.
Verblijf houdende in Philippine, waar George Roegeist hem als een ware vader
heef t opgevangen en hem naar iedere wedstrijd begeleidt, heeft Grant Thomas
zelfs een aantal knappe criteriumoverwinningen weten te bewerkstelligen. En
was hij het voorbije voorjaar niet gehinderd door een vrij lastige
knieblessure, wellicht had men diezelfde „Tommy" dan al eerder als
triomfator in een grote wegkoers kunnen verwachten. Toch mist hij wat, namelijk „inhoud" oftewel het zo raak en
juist betitelde „fond". In zijn solo van omstreeks dertig kilometer naar
Terneuzen hebben we het meer dan eens met eigen ogen kunnen aanschouwen. Maar
wat geeft het als er toch een eerste prijs kan warden behaald, wat geeft het
daarvoor „op het tandvdees" te moeten rijden. s Grimassen makend en
bekketrekkend, psychisch zich overal aan vastklampend, hortend en stotend,
biddend en misschien zelfs vloekend. Oh, die vermaledijde eindstreep: wat
kan dat ding toch verschrikkelijk veraf zijn ... WIST ZICH VEILIG Soms is die aangever van prijs en ook van „niet" te dichtbij.
Zoals in het geval van bij voorbeeld Arie Hassink, Aad van den Hoek, Harrie
van Groezen, Jan Raas en Gerrie Knetemann die zich gewoon het „lebber" reden
mr Grant Thomas weer in te rekenen. Soms hadden ze hem bijna te pakken, aan
de streep scheelde het zelfs bijna niets meer. Uiteraard voor Thomas een zege
om trots op te zijn, vooral omdat het - achteraf bezien - de basis was
waarop de uiteindelijke triomf kan warden opgebouwd. Geholpen door zijn
ploegmakkers Toine van den Bunder, Wim de Waal (onvoorstelbaar hoe fanatiek
- bij het idiote zelfs af - de supporters van deze talentrijke knapen
tegenover elkaar staan), Hennie Gijsel, Kees Bal en vooral door trouwe
toeverlaat Aad Duyker, die zich ook wel eens als een ,vreemde eend" in
de Zeeuwsvlaamse bijt voelt, wist Grant Thomas zich tot en met veilig. Duyker
kan een stukje koersen, weet hoe het precies moet en behoort te gaan en daarom
kreeg niemand eigenlijk de kans om Grant Thomas meer te gaan halen. De premie
welke deze in zijn woonplaats met een verpletterende demarrage ging innen,
bleek tevens het absolute certificaat voor de hoofdprijs. Wat er zich daarvoor zoal had afgespeeld? Hetzelfde als in vrijwel
iedere koers. Een flinke scheut pechvogels, een paar valpartijen (in Sas van
Gent kwam de Tilburger Henk de Kok zo zwaar ten val dat hij met een
gescheurde schedel naar een ziekenhuis in Sluiskil moest worden vervoerd) en
uiteraard de talrijke pogingen. Adrie van Hest - weer helemaal terug en
stevig op weg opnieuw aan de top te komen - probeerde het. Evenals wat later
Pe van Stralen, Engelsman Michael Foster en Nico Vermeulen of zoals Henk
Poppe en de rap pedalerende Peter de Vos uit het Haarlemmermeerse Rijsenhout
het deden. Daarna moest er even worden gejaagd op Pierre Maas en dat kostte
prompt een hele ploeg losers. Trouwens, de groep was te groot en leek het
alsof die eerste lus aan de oostzijde van het kanaal Terneuzen-Gent weinig
spektafel liet optekenen, de tussen Vogelwaarde-Hengstdijk en Axel
gepleegde demarrage van Jo Hinneman en ... Grant Thomas bracht ineens het
nodige kabaal. Negentien renners kwamen voorop, namelijk Arie Hassink,
Gerrie Knetemann, Cees Priem, Henk Stander, Henk Poppe, John Cornelissen, Pe
van Stralen, Hans Hellemons, Harrie van Groezen, Aad van den Hoek, Jan Raas
en Nico Vermeulen, verder: Toine van den Bunder, Kees Bal, Aad Duyker, Wim de
Waal en Grant Thomas die als Trico Noble-vijftal het sterkst in formatie
waren, en de twee Belgen Theo Fierens en Ribert Ferket. Spijtig voor hem,
begreep Jo Hinneman waarschijnlijk niet dat de goede trein vertrokken was? O
f kon hij niet meer ? En deze kopgroep, waarbij Van den Bunder na een lekke band weer sterk
terugkwam, heeft na die eerste doorkomst van het drukke Terneuzen wel
degelijk laten merken dat alle kwaliteit voorop zat. Er kwamen minuten
verschil te voorschijn. Er kwamen ook voorin herhaalde demarrages. Van o.a.
Toine van den Bunder, die net als een ,duveltje uit een doosje" de
anderen uitdaagde en vooral Arie Hassink helemaal doodop liet rijden om hem
bij te halen. Net zat de klasserijke renner uit Neede bij de Zeeuw of hij
moest eraf en toen maakten Harrie van Groezen, Ribert Ferket en zowaar toch
weer Arie Hassink definitief een eind aan de uitstap van Van den Bunder.
Zijn IJzendijkse plaatsgenoten hadden hem echter voldoende kunnen toejuichen
en bewonderen, want altijd weer bij het doortrekken van deze plaats zorgde
het ,ventje" voorop te zitten. Behalve ... toen Grant Thomas ging. Maar
dat was weer een dorp verderop ... OPPERMACHTIG Spijtig dat in de ploegentijdrit tussen Terneuzen en Oostburg een
drietal ploegen verkeerd reed. Organisatorisch was het zonder meer een
misgreep want juist op dat verkeerspunt, net voorbij de gigantische sluis,
stonden de mensen zodanig opgesteld dat het inderdaad leek alsof men
rechtsaf moest. Is er natuurlijk geen juiste analyse omtrent de afloop te
maken, vrij zeker durven we te stellen dat Caballero heel hoog zou zijn
geeindigd. Het vijftal Henk Poppe, John Cornelissen, Pe van Stralen, Dick
Groen en Rink Cornelisse reed onbedaarlijk hard. Nu verloor men minstens een
minuut of drie, misschien zelfs meer. Was dit niet gebeurd, dan hadden ze de
Trico Noble-ploeg zonder meer naar de kroon gestoken. In deze formatie moest
aanvoerder Thomas al vlug loslaten en kreeg hij - volgens het boekje - Kees
Bal bij zich om tenminste niet al te veel te verliezen. Ook in de andere
ploegen, zoals bij Amstel (Hassink en Knetemann), Acifit (Priem en Stander)
en Frisol (Harrie van Groezen) stelde men het individuele belang boven dat
van de ploeg. Daarmede werd de ploegentijdrit - niet meetellend voor het
persoonlijk klassement - van alle ,versierselen" ontdaan. Het is daarom
Peter indien men dit treffen hetzij als opening aanhoudt, waardoor tevens
de volgorde van de ploegleiderswagens bekend is, of dat men de tijden van de
renners ook in dit evenement apart (een heidens karwei) doortelt. In ieder
geval zal er, wil men het karakteristieke van de Omloop van
Zeouwsch-Vlaanderen behouden, naar een andere, meer aangepaste formule
gezocht dienen te worden. Nu was het eigenlijk volledig gebeurd. Want in het korte ritje 's
middags tussen Oostburg en Oostburg - koersend door het westelijk gedeelte
van dit wonderschone stuk Nederland - lieten de Trico renners geen enkele
steek meer vallen. Aan ieder wegflitsend wiel, ging er een wee en voor in de
toch wel flink geslonken groep kon men de markante figuur van Aad Duyker
steeds ontwaren, terwijl ook Kees Bal en Hennie Gijsel de zaak hermetisch
gesloten hielden. Het kleine ,vlindertje" Toine van den Bunder legde de
sprong van Guido Paridaen en Dick Groen lam, was present toen Cees Koeken
ging en trok alles bijeen toen zowaar ook Aad van den Hoek een sollicitatie
indiende. Het bleef flitsen, want Gregoire van Moer, de Belg die op de
vreselijke kasseien van St. Kruis ten val was gekomen, stormde naar voren
met Henk Poppe en Tonny Huyzen, het nieuwe Zeeuwse talent. Vergeefs. Ook de
brutale uitdaging van Henk Stander werd gecontroleerd, nu door Wim de Waal
die zelfs door ploegleider Hennie Schouten persoonlijk werd geinstrueerd om
geen meter kop over te nemen. Daarna probeerde Cees Koeken, die zeer lange
tijd in Eede heeft gewoond, het nogmaals, maar opnieuw ”popte" Van den
Bunder hem in. En zo bleef het achter elkaar doorgann. Zelfs Cees Priem - kreeg van
zijn provinciegenoten geen meter ruimte -, die het nogmaals met Henk Poppe
probeerde, moest ervaren hoe hecht en sterk dat bolwerk rondom Grant Thomas
wel was. Toch scheidde er zich door al dit goede een groep van dertig renners
af en daaruit sprong vlak voor Groede (met nog een twintigtal kilometers
naar de aankomst) ineens Gerry Catteeuw weg. De Belg nam zowaar twintig,
dertig, veertig seconden, liep zelfs tot omstreeks een minuut weg. Alles
rijdend, sloeg hij zelfs een kruisje over de goede afloop, in de rug
afgeschermd door zijn ploegmakker Rudy Heyns die Pe van Stralen
inrekende, terwijl wat dichter op Oostburg toe ook Dick Groen, Cees Koeken
en Josh de Couwer (ook al een ploegmakker van Catteeuw) met Theo Fierens
meetrokken. Bij de uitloper konden zij evenwel niet meer komen. En ook konden
zij de eindzege van Grant Thomas niet meer in gevaar brengen. Het sluitstuk
van het wegseizoen op de grote route was weer met klank en verve
aangebracht... DE UITSLAGEN 1e etappe TERNEUZEN-TERNEUZEN ( 11.P. van Stralen
12.A. Duyker 13.A. van Hest 14.H. Hellemons 15.Th. Fierens (Bel .) 16.K. Bal 17.N. Vermeulen 18.W. de Waal Ploegenklassement
1. Amstel Bier 2.
Trico-Noble 3. Frisol 4. Plasschaert (Belg.) 5. Caballero 6.
Peugeot-Michelin-BP 2e etappe
TERNEUZEN-OOSTBURG 1. Trico-Noble 2.
Plasschaert (BeIg.) 3. Belgie 4. Amstel 5.Frisol 6. Peugeot-Michelin-BP 7.Van
Nelle 8. Luxemburg 9.Faas Sport 10.Caballero 11. Schrijver-Boidin 12.
Reisbureau Rouw 13. Overdijk-Beton 14. Acifit Sport 15. Wybert-Van Deursen
16. Verdeghem-Legrand 17. Kledingbokser 18. ADZ 19. VW-Autopon 3e etappe
OOSTBURG-OOSTBURG ( 24.G. van Moer
(Belg.) 25.E. Stofferis (Belg.) 26.W. van Helvoirt 27.K. Bal 28.J. Overweg
29.P. Godde 30.A. Hassink 31.H. Gijsel 32.H. Lenferink 33.T. Moloney (Eng.
34.E. van Puymbroek (Belg.) 35.G. Knetemann Ploegenklassement
3e etappe 1. Belgie 2.
Caballero 3. VW-Autopon 4. Plasschaert (Belg.) 5. Trico-Noble 6. Frisol EINDKLASSEMENTEN 1.G.
Thomas (Eng.) 13.W. de Waal
14.H. Hellemons Ploegenklassement 1. Trico-Noble 2.
Plasschaert (Belg.) 3. Frisol 4. Caballero 5. Amstel 6. Belgie 7.VW-Autopon
8. Faas Sport 9. Kledingbokser 10. Reisbureau Rouw Puntenklassement 1. H. van Groezen
2. P. van Stralen 3. H. Poppe 4.J. Raas 5. H. Stander OOSTELBEERS (20 mei).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J.
v. d. Rijdt, Adspiranten: 1. J. v. Dijk, OOSTERHESSELEN (23 mei).1971 Amateurs: 1. B. Bulthuis, Adspiranten: 1. J. Wielinga, 2. H.
Koerts, 3. T. v. d. Weide. OOSTERHOUT
(15 augustus).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. B. ter Harmsel, Adspiranten: 1. J. Jonkers, 2. J. Akkermans, OOSTERWOLDE (29 mei).1971 Amateurs: OOSTVOORNE – KAMPLAAN ( 31 juli).1971 In het zelfde weekeinde waarin Gerard Vianen twee overwinningen boekte
in Portugal, Ger Harings in het Belgische Kwintens-Lennik als eerste finishte
en Charles Ruys op de proppen kwam met goed nieuws (zie elders in deze
uitgave), hebben Jan van Katwijk en Ben Janbroers prachtige overwinningen behaald. In Oostvoorne - parcours dijk op, dijk of - speelde de wind een grote
rol. De koers was daardoor goed moeilijk en de 51 vertrekkers hebben dan ook
knap hard moeten werken. Het publiek had hier waardering voor. Toejuichingen
regenden op de rennersruggen neer. Jan van Katwijk werd winnaar van de
leidersprijs en uiteindelijk winnaar van de wedstrijd. Het was een Vrije Volk-koers
(dus geen entree-geld). Zeventien man kwamen in gesloten formatie over de finish,
heroptredende Rene Pijnen zat alleen, daarna licht afgescheiden drie
coureurs en tenslotte de rest van het veld. Een opvallend goede wedstrijd
werd gereden door de kersverse prof Karel Delnoy, terwijl Wim Bravenboer zijn
leiderspositie in het Vrije Volk-klassement weer sterker stelde. Beroepsrenners: 1. J. v.
Katwijk OOSTZAAN (15 augustus) Amateurs: Nieuwelingen: 1. J.
Spijker, 2. J. Kokkelink, Adspiranten: 1. T. Gase, 2. J. Vooijs,
3. J. Meijer. OPLOO (25
April).1971 Amateurs: 1. P. v. Katwijk, 2. K. Balk, 3. W. Albersen, Nieuwelingen: 1. B. Pots, Adspiranten: OSS (20 juni).1971 Amateurs: 1. B. Jurriaans, 2. S. v.
d. Burg, Nieuwelingen: 1. H.
Mutsaars, 2. J. Schaafsma, 3. W. Broeksteeg, Adspiranten: OSS (10
oktober).1971 Amateurs: 1. K. v. d. Knaap, 2. J. Meijer, 3. H. v. d. Laar, 4. H. Prinsen, 5.
P. Legierse, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. Th. Gevers, 2. K. St. Nicolaas, OSSENDRECHT (22 juni).1971 Amateurs: 1. H. Cornelisse, 2. K.
Bal, 3. H. Nak, 4. S. v. d. Burg, Nieuwelingen: OUD
GASTEL (18 april).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J. Damen, 2. J. v. d. Lugt, 3. J. Konings, Senders,
6. T. tar Harmsel, OUDE TONGE (26 juni).1971 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J.
Muilwijk, OUDEMIRDUM (14 juli).1971 Amateurs: 1. J. de Boer, 2. J. Vlot, OUD-VOSSEMEER (31 juli).1971 Amateurs: 1. W. de Waal, 2. P. v.
Katwijk, 3. S. v. d. Burg, d. Hoek, Adspiranten: OVERLOON (23 mei).1971 Amateurs: 1. J. Spetgens, Nieuwelingen: 1. J.
v. d. Rijdt, Veteranen: 1. P. Steenvoorden, 2. W.
v. Heijden, 3. N. Regter, 4. J. Coone, 5. J. Boo, 6. D. Vervloet, Adspiranten: |