JAARGANG 1973
WEDSTRIJDEN P T/M R |
PAPENDRECHT
- 2 juni.1973 Amateurs: Nieuwelingen: 1. J. Meijer, 2. J. de Rooy, 3. P. Valentijn, 4. J. Jonkers, 5. K.
St. Nicolaas, 6. E. Waasdorp, Adspiranten: 1. P. Meulblok, PHILIPPINE
- 16 juli.1973 Amateurs: Nieuwelingen: 1. K. St. Nicolaas, Adspiranten: 1. J. Thijs, PIJNACKER
- 28 juli.1973 Amateurs: 1. B. Pronk, Nieuwelingen: Adspiranten: POELDIJK
6 oktober.1973 Amateurs: 1. Peter Godde, 2. Jan Breur, 3. Piet Franken, Adspiranten: 1. Phil de Jong, 2. Theo van Tol, 3. N. Scheiders, PRINSENBEEK
- 24 juni.1973 Amateurs: 1. J. Cooremans, 2. Fr. Pirard, 3. B. Broere, 4. J.
Damen, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. J. Thijs, 2. P. Heeren, PUTTEN
- 28 juli.1973 Amateurs: 1. W. Holstege, 2. J. Ribbers, 3. J. Schipper, Nieuwelingen: 1. P. v. d. Heuvel, PUTTERSHOEK
- 26 mei Amateurs: Adspiranten: 1. J. Thijs, RAALTE -
30 april.1973 Liefhebbers: RAAMSDONKSVEER
- 31 mei.1973 Amateurs: Nieuwelingen: 1. P. Valentijn, 2. W. Lugtenburg, Adspiranten: 1. Veeke, 2. P. Koppert, 3. Ph.
de Jong, 4. J. Thijs, 5. Chr. Hollemans. RANSDAAL
– 1973 Amateurs: 1. Jos Schipper, 2.---- RENESSE
- 11 juli.1973 Amateurs: 1. J Konings, 2. P. Godde, REUSEL -
25 maart.1973 Amateurs: 1. J. Ruckert, 2. B. Huveneers, 3. B. Bathoorn, 4. J. v. d. Horst, Nieuwelingen: 1. B. v. Est, 2. J. Akkermans, Dames: 1. W. Kwantes, 2. K. Hage, Liefhebbers A en
veteranen: 1. N. v. Uden, REUVER (14
september).1973 'Nacht van
Reuver' winnaar Leo
Duyndam, tweede Wim Kelleners De heren Ton
Vissers, Leo van der Velden en Piet Janssen gaven het in Reuver - een nijver
dorp en mooie woonplaats gelegen tussen Roermond en Venlo - op te dissen
avondcriterium eerst de bepaald zwierige naam van “Nacht van
Midden-Limburg", naderhand werd met het etiket “Nacht van Reuver"
volstaan. Toen de genoemde organisatoren (geruchten zeggen dat dit trio het
volgend jaar een uitgebreide serie van zulke koersen wil etaleren) de Nacht
van Reuver aankondigden, was het niet alleen overdag maar ook 's avonds erg
warm, vrijdag jl. een zomerse middag gevolgd door (kil) een herfstachtige
avond. Om 9 uur 's avonds dienden de profs in actie te komen, nadat de
liefhebbers (twee reeksen) hun karweitjes hadden opgeknapt. Het veld mocht er
wezen - 46 vertrekkers -, de vaart zat er dra in en dit tempo bleef tot het
einde, evenwel is bij zo'n rapheid een Beroepsrenners: 1. Leo Duyndam REUVER
- 15 juli.1973 Amateurs: 1. J. Kruunenberg, Nieuwelingen: Adspiranten: 1. P. Pierik, RHEDEN -
14 juni.1973 Amateurs: RHENEN
- 11 augustus.1973 Liefhebbers
en veteranen: 1. H. Egberts, 2. J. 't Kate, Nieuwelingen: 1. R. Zuydweg, 2. J. Kuiken, 3. H. Rbks, 4. J. v.
Leeningen, 5. J. Tijdink, 6. J. v. Herwerden, 7. J. Groot-Boerle, 8. P. v.
d. Heuvel. Adspiranten: 1. S. de Bruin, 2. H. Plugers, RIDDERKERK
(14 april).1973 Amateurs: 1. H. Prinsen, 2. Th. Blom, Dames: 1. K. Hage, 2. W. Kwantes, RIED
- 2 september.1973 Amateurs: 1. T. Buurmeijer, RIJEN - 27
mei.1973 Harm Ottenbros
spijkerde 't hardst in Rijense Leren Zool SBB-coardinator
Jan Janssen was niet geheel content. Hij had, met organisator Ad Seelen en
diverse andere medewerkers, zeker een grotere belangstelling voor de „Leren
Zool" van Rijen verwacht. Ongetwijfeld heeft het uitermate prachtige
weer hier mede schuld aan. Vooral omdat de stralende zon zoveel andere
recreatiemogelijkheden bood en men de weg naar strand, bos en water vlugger
wist te vinden. Jan Janssen vindt trouwens ook dat de gehele aanpak rond het
renners voor wedstrijden interesseren wat stroef, wat minder vlot verloopt.
Het geeft nogal problemen om een zo representatief mogelijk veld samen te
stellen. Daarentegen hebben juist de kleinere ploegen zoals Kela Tapijt en
Frisol duidelijk aangegeven hoezeer hun aanwezigheid van grote waarde blijkt
te zijn. Het ware te hopen dat er nog een stuk of drie van deze ploegen op de
wielermarkt verschenen. Als bij voorbeeld eens Amstel Bier, Ketting-Shimano
en Kroon of ... Caballero ... Buiten enkele wel
aanwezige renners schitterde Canada Dry-Gazelle door afwezigheid. Juist bij
deze koers die dicht in de buurt werd verreden. Een nogal onbegrijpelijke
zaak, die het professionele wielrennen bepaald niet ten goede komt. Hoewel de 56
vertrekkers in Rijen zeker een knappe wedstrijd hebben gereden, werd de
beslissing vrij vroeg geforceerd. Acht renners, te weten Harm Ottenbros, Jos
van Beers, Jan Serpenti, Jo van Pol, Wim Schepers, Cees Stam en de beide
debutanten Nico Been en Cees Priem wisten zoveel afstand te nemen dat het
koersverloop daarmede gelijk getekend was. Ondanks 't feit dat Jo Vrancken,
Harrie van Leeuwen, Harrie Beurskens, Jos van der Vleuten en de Belg Roger
Kindt tenslotte nog eon jachtgroepje formeerden. De kloof van ruim twee en
een halve minuut kon evenwel niet meer overbrugd worden. Beroepsrenners: 1. Harm Ottenbros Amateurs: RIJSBERGEN
- 11 maart.1973 Amateurs: 1. R. Schuiten, 2. J. Raas, Nieuwelingen: 1. B. v. Est, 2. W. Lugtenburg, 3. J. Jonkers, 4. R. Verboom, 5. E.
Visschers, 6. J. Groote, 7. K. St. Nicolaas, Adspiranten: 1. H. v. Bruggen, 2. S. Snijders, ROCKANJE
- 6 juli.1973 Amateurs: RODEN
- 8 juli.1973 Amateurs: Adspiranten: ROLDE
- 7 juli.1973 Amateurs: RONDE VAN
DE ACHTERHOEK (8 september).1973 HARRIE LUNENBURG
naar puike solo-zege imagere Ronde van de Achterhoek Levendige koers
bleef verstoken van grootse finale We zitten met de
amateurwielrennerij volledig in de mist. Het nog langer verbloemen is al even
fout dan te stellen dat er niets aan te doen zou zijn. Door welke goede
gedachten ook bezield, organisatoren van grote wegwedstrijden voor sponsorploegen
krijgen naar verhouding maar bitter weinig beloond voor hun dikwijls zo
moeizaam tot stand gebrachte organisatie. Kon men bij voorbeeld een week
eerder in de Omloop van Het Zuiden - een gebeurtenis voor clubteams - een
verkwikkend brok wielerwerk aanschouwen, in de Ronde van de Achterhoek trad
andermaal de naakte waarheid aan het licht. Op dit werkelijk schitterende
parcours - kunnen we ons in Nederland een mooier dan wel gevarieerder traject
voorstellen? - maakten we wederom
kennis met het feit dat onze oudere amateurs momenteel volkomen leeggereden
zijn en dat de jongeren echt nog minstens een seizoen nodig zullen hebben om
het toch al zo schrale niveau aan te vullen. Slechts
drie-en-vijftig renners: Caballero schreef af omdat men geen representatieve
ploeg kon samenstellen, De Koning-Genderen bleef zomaar weg, Frisol Benzine
Maatschappij bleek voor de geschorste Fedor den Hertog geen waardige
vervanger te kunnen inzetten enzovoorts. Dan het bericht van sponsor Ton
Ketting, die het niet langer meer ziet zitten met de nieuwe aangekondigde
KNWU-maatregel en bij het uitblijven van een wat gunstiger alternatief
definitief zal terugtreden. “Financieel is het immers niet langer
verantwoord indien ik met slechts vijf of zes coureurs kan doorgaan. Zondag
7 oktober a.s. gaan we met de KNWU opnieuw praten, komen ook de andere
sponsors en de gespreksgroep van gesponsorde amateurs aan het woord. Komt er
geen langere overgangsfase, dan zal ik wel genoodzaakt zijn om te
stoppen," aldus de heer Ketting. En toch weten we dat er wat gebeuren
moet. Er verandering zal moeten komen omdat het volkomen mis is. Het
nationale amateurleger is volkomen uitgehold, heeft geen enkele macht meer.
Tja, de eerste honderd kilometer, precies de afstand van de criteria, zit nog
wel in de benen. Daarna is het evenwel gebeurd. Dan weet niemand meer
flitsende finales op te voeren, kan feitelijk niemand meer een groots
aandoende beslissing tot stand brengen. Voorbije
zaterdag, in de vijfde Ronde van de Achterhoek, hebben we het voor de
zoveelste maal dit seizoen geconstateerd. In een koers die aanvankelijk zo
prachtig mooi was. Een rit waar de vonken vanaf vlogen, de demarrages en
tegenaanvallen elkaar in een schier eindeloze reeks opvolgden. Totdat ineens
iedereen begon te hijgen, de vlam nog nauwelijks zuurstof kreeg. We behoeven er
niet jaloers op te zijn op hetgeen de KNWU-Sportcommissie komende winter te
doen krijgt. Het gehele klassiekerbestel zal op de helling moeten. En daarbij
pleiten wij er voor dat deze Ronde van de Achterhoek meteen een datum in het
voorjaar krijgt toegewezen. Gewoon omdat in het evenement van DR en TV De
Zwaluwen uit Doetinchem alles, maar dan ook alles ligt opgesloten om grote
renners te kweken. Hierbij moet men dan niet gaan zitten “sleutelen" aan
de afstand. Beter is het nog een stuk of vijf klassiekers in kilometrage te
verlengen. Ondanks alle voorschriften, bepalingen, reglementen,
verordeningen en wat al niet meer zij de UCI of FIAC zo botweg, maar zo mag
men zich afvragen zonder een grondige kennis van zaken die voorschrijven. Wil
Nederland weer een select amateurgezelschap krijgen - een stuk of vijftien
echte toppers - dan is dit absoluut de weg. Het moet niet meer zo zijn dat
men wel vijftig, zestig of zeventig kanshebbers voor een overwinning kan
aanwijzen. Te lang hebben we
gedacht dat het front zich inderdaad verbreedde. Het legioen heeft zich
echter jaar op jaar volkomen „dood" gereden op de geijkte afstanden van
rond de-160 kilometer, het is er “fietsblind" en volkomen
„koersmoe" door geworden. Met het bijsteken van een aantal grotere of
kleinere tandwielen(tjes) werden de “tekorten" weggemoffeld... Totdat... Totdat ...
inderdaad de ziekte volledig om zich been kon grijpen. En als men niet vlug
ingrijpt dan gaat het ook met de nieuwe lichting weer de verkeerde kant uit.
Reeds in Doetinchem bij voorbeeld werden de verzetten voor de tijdrit in de
komende Omloop van Zeeuwsch-Vlaanderen besproken. Knapen van een jaar of
achttien negentien praten over 54 x 13 alsof het maar niets is. Dat men hoger
wil rijden dan vroeger, Accoord! De gefraisde tandwielen, smallere tuben, nog
beter gebalaneeerde frames en ultra-lichte wieltjes alsmede de veel minder
wind pakkende kleding geven inderdaad veel meer „speed", maar of men dan
gelijk maar dergelijke plateaux moet steken? Wijst het niet op
een tekort aan vermogen, zo men wil aan „fond" .Op eveneens een manko
aan een regelmatig ritme, dat gevoed wordt door een met trainen aan te kweken
souplesse ? Waarom wordt Hugh Porter (33 jaar) dan toch maar eventjes voor de
zoveelste maal wereldkampioen achtervolging met een verzet dat vergeleken bij
de anderen meer op een centrifuge leek? Door opschorting
van de schorsingen, uitgevaardigd door de Protestcommissie, konden de
,plassers" in de beruchte Vierstromenlandronde ook nu aantreden. Henk
Botterhuis (moest opgeven door een val) en Frits Schur waren zodoende in de
Achterhoek aanwezig. Laatstgenoemde wilder duidelijk een stempel op deze
koers drukken, trok bij herhaling ten aanval maar kon toch - ook al een
gebrek aan macht - niet de beslissing forceren. Kon in de eindfase net zomin
als de anderen van de uiteindelijke kopgroep een kloof van omstreeks twaalf
seconden dichtrijden en dat alles stemt tot nadenken. Dat geeft aanleiding om
de huidige constitutie van het amateurkoersen in grote wegwedstrijden eens
flink te analyseren. Hierbij tekenen we tevens aan dat men niet moet aankomen
met het excuus dat “Schur, Van den Hoek, Gevers of wie dan ook wellicht hun
dag niet hadden," want wel degelijk hebben zij tot een bepaalde afstand
- zo rond kilometerpaal 120 - hun rol weten te vervullen. Daarna was bij
vrijwel iedereen de pijp leeg ... Reinier Hassink
legde de eerste lont aan. Bleef wat kilometers na het officiele vertrek
voorop. Daarna flitste Theo Smit weg en hij kreeg dra Gerrit Mohlmann, Rhett
van Trigt, Samuel Bishop (een Australier), Jimmy Kruunenberg, Jan Vogelaar,
Nico Rinkel, Wim Nooren, Gerrit Luymes, Bas Brouwer, Ad Dekkers, Frans de
Ninkelder en ook Reinier Hassink bij zich. Kort daarop trok
het zeer magere peloton weer samen, kreeg evenwel opnieuw een jacht voorgeschoteld
omdat alweer Reinier Hassink met Frit Schur, Martin Kaandorp en Henk Musters
een flinke plooi trok. Nog duidelijker deed dit echter Martin Fase, die met
Bas Brouwer dik twintig seconden kon pakken, maar toen door pech - kundige
Michelin-mecanicien Jaap de Wit probeerde het rijdende voort te verhelpen -
zijn poging moest staken. Tussen Ruurlo en
Zelhem, zo omstreeks de zestigste kilometer hebben vervolgens Gerrit
Mohlmann, Henk Lubberding, Frits Schiir (steeds err bij en dikwijls de
animator), Wim Nooren, Rhett van Trigt, Adrie van den Elsacker, Joop Ribbers
en Adrie van Houwelingen wederom voor een flinke splitsing gezorgd, maar
uiteindelijk konden slechts Van den Elsacker, Jan Lenferink en Gerrit Luymes
wat langer afgescheiden blijven. Het drietal kreeg
gezelschap van Sjaak van Dijk, Ton Wissink en Joop Ribbers, welke laatste in
deze door een bloedhete nazomerzon beschenen wegkoers trouwens een heel
opmerkelijke rol ging vervullen. Wat gebeurde
namelijk! Bij de doorkomst van Doetinchem ( Fase kreeg daarna
nog een lek bandje maar wist in een sterke rush weer aan te sluiten. Op het
moment echter dat Frits Schur, Rhett van Trigt en Joop Ribbers een verdere
splitsing wilden doorvoeren. Het gevolg was dat er wat lossers, onder andere
Giling, Rinkel en Van den Elsacker, Schuiten en Luymes vielen te noteren.
Ook dat Pirard, Van Houwelingen, Van Dijk, Rinkel, Kruunenberg, Lubberding,
Fase en Bulthuis alle zeilen moesten bijzetten om weer aansluiting te vinden
en dat tenslotte tien renners definitief de kaarten naar zich toe trokken. Dat waren Harrie
Lunenburg en Ad Gevers (beiden van Jan van Erp-Hutchinson), Ad Dekkers en
Prits Pirard (beiden van Amstel Bier), het Ketting-Shimano-drietal Jan
Lenferink, Frits Schur en Aad van den Hoek en voorts het nu bij zogenaamde
adoptantenploegen ondergebrachte trio Jan Raas (Trico Noble), Fons van
Katwijk (Hebro-Flandria) en Jan Overweg (Overdijk Beton). Joop Ribbers had
hierbij moeten afhaken omdat een lekke band hem danig parten speelde en hij
deze juist kreeg op het moment dat de grote beslissing zich aandiende.
Mohlmann, volledig ingespeeld op de criteria, kwam duidelijk adem te kort en
ook Bishop, die tot dan zo knap voor de dag wist te komen, kon onmogelijk
langer mere. Met enkele anderen hebben zij nog een jacht geopend, zijn zij
zich zelfs gaan verfrissen in een paardestal, maar niemand kreeg meer een
kans. Ook de formidabel terugknokkende Joop Ribbers niet. Na zijn
“platvaller" had hij het alleen op zich genomen. Er viel evenwel geen
eer meer te behalen. In de spits reed men broederlijk en eigenlijk
spelenderwijs steeds verder weg. In een tempo dat nu echt niet zo snijdend
was, dat daarna gedurende een kilometer over zeventig geen enkele harde
demarrage of verdere insubordinatie kende en dat ook op „'t Peeske" bij
's-Heerenberg nauwelijks tot verdere daden kon aansporen. In zijn boek
„Camera Obscura" schreef Hildebrand het verhaal: „Hoe ver het was en hoe
warm." Ook de Ronde van de Achterhoek kende dit verschijnsel, men kon
rustig het notitieboekje opbergen. Kennelijk wilden de renners alleen maar
„naar huis" rijden. In de slotfase kwam echter dan toch wat leven in de
brouwerij. Schur en Van den Hoek haalden een paar maal flink uit, ook de
jonge Pirard ging een keer, het sterkst evenwel Harrie Lunenburg, die al lang
begrepen had dat ze err allemaal duidelijk doorheen zaten. Twee, drier keer
viel hij aan, de vierde maal was het raak. Met een gaatje dat nauwelijks
twaalf seconden bedroeg, bijna nog door zijn ploegmakker Ad Gevers met alle
anderen aan het wiel werd gedacht, maar toen toch groter en groter werd. Voor Harrie
Lunenburg een werkelijk prachtige triomf. In die laatste twaalf kilometer,
van Hengelo naar Doetinchem hield hij op grootse wijze stand. Het „loze
bakkertje" uit Loosbroek - 's morgens altijd voor dag en dauw op - heeft
de laatste seizoenen erg veel pech moeten verwerken. Polsbreuken, sleutelbeenbreuken,
gebroken duimen, geblesseerde knieen. Steeds was er wat met de guitige knaap
die dit seizoen ook al naar bloemen reikte in Nuland, Bocholtz, Helvoirt,
Heesch, Sint Michielsgestel en in de vijfde etappe van de Ronde van Neder-Oostenrijk,
aan de hand. Met zijn 21 jaar heeft hij echter nog alle tijd om zijn erelijst
belangrijk uit te breiden. Zijn zege in de Ronde van de Achterhoek, resultaat
om tot het eind toe „wakker" te blijven en zijn aangeboren
“brutaliteit" geraffineerd uit te spelen, zal hem zeker alle kansen
geven. BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. Harrie Lunenburg, Loosbroek Ploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 14.26.30; 2. Jan van Erp-Hutchinson 14.37.49; 3.
Amstel Bier 14.38.30; 4. Verhoeve en Faber 14.59.37; 5. Rabo-Banken 15.25.58;
6. Steeman-Huipen 14.41.45. RONDE VAN
DE HAARLEMMERMEER – 19 mei.1973 Pechduivel sloeg
Jos Kieftenburg zege uit handen Piet Kuys kreeg
Omloop van de Haarlemmermeer cadeau Johnny Akkermans
vloerde favorieten in eindsprint nieuwelingenwedstrijd „'t Geluk vliegt ...
die 't vangt, die heeft 't," zegt 'n Vlaams spreekwoord. Welaan, daaraan
mocht worden gedacht, toen de twee laatste en succesvolle vluchters in de
tweede Omloop van de Haarlemmermeer (de in totaal al 21e Haarlemmermeerronde)
te weten de Noordhollandse amateurtopper Jos Kieftenburg en Brabander Piet
Kuys in de slotfase van die door de Halfwegse Sport Club De Bataaf weer best
georganiseerde - ruim Het dramatische
slot van een slijtageslag waaruit iets meer dan dertig man zich staande
konden houden en waarvan de overigen om de andere prijzen in de eindsprint
knokten. Hiervan werd door de rappe Amsterdammer Gerrie Fens het grootste
brok met een beste derde plaats voor de neuzen van zijn stadgenoten Rink
Cornelisse, Nico Vermeulen en Jan Overweg weggekaapt. Met in die massasprint
Rhett van Trigt, Jimmy Kruunenberg en de wat teleurstellende, voordien
overigens best marcherende Theo Smit enz, enz. waaronder top-sprinter Peter
van Doorn had moeten ondervinden de weerslag te krijgen van inspanningen met
Hans Steekers in een veel te vroeg opgezette vlucht uit de hoofdmacht ... Tja, het liep
voor Kieftenburg dus niet zo best af. Daarentegen voordeel voor Piet Kuys, de
rustige 23-jarige timmerman uit Vlijmen, die weliswaar niet tot de werkelijke
grote toppers van ons amateurgilde behoort, doch niettemin zo nu en dan best
voor de dag kan komen. Er de ene dag veel, de andere niets van terecht
brengt. Niettemin vorig
jaar 67 x in de prijzen kwam, waarbij 25 x onder de eerste tien. Ook dit jaar
al enkele malen en nu dan, zij het met wat geluk, z'n eerste overwinning, in
een semiklassieker nog wel. Een race in negen
„omlopen" tussen Zwanenburg en Vijfhuizen terug naar Zwanenburg waarin
in de eerste zestien kilometer al een man of dertig moesten lossen en als verloren
konden worden beschouwd ... Namen van hen?
Ach, laten we ze vergeten. Slechts te hopen dat zij een volgend maal wat meer
geluk hebben. Ook Nidie den Hertog, broer van Fedor de Grote, zat er hij. In die fase
trachtten de beide broers Hans en Hennie van Leeuwen met Gerrie Fens en Voet
een gaatje te slaan, mogelijk alleen maar belust op een premie. Toen al een
hoofdmacht van een man of dertig: waaruit Nol de Kater en Nico van Geenen
door een valpartijtje waren uitgeschakeld. In die hoofdmacht
ontdekten we mannen als Sefton, Jacobs, Smit, Vermeulen , De Looze, Post,
Cornelisse, Overweg, Ketting, Van Trigt, Steensma, Akkermans, Blom,
Kieftenburg (toen al), Van de Laar, Van der Knaap, Van de Valk, Schonewille,
Schuurman, Van Doom, ook Piet Kuys, oud-professional Ge van den Winden en de
individuelen Moritz, Zuiker en De Vos. Terwijl in de vierde omloop nog
aansloten: Steekers, De Vries, Duineveld, Beusekamp, Zomer, Bakhuizen,
Zieleman, De Lange, Fens, Huibers, Van Lachterop en Hofstede. Intussen losten
Akkermans en Schuurman aan het front ... Halverwege,
enkele kilometers voor Zwanenburg, de vijfde omloop, vloeiden de groepen
samen en bestond de spits uit 36 man, waaruit Ton Zuiker ontsnapte en een
premie en wat meer voorsprong pakte, maar op weg naar Vijfhuizen tot de orde
werd geroepen. In die periode stond de Drent Schonewille met pech,- maar kwam
later, evenals de geloste Fries Steensma, weer netjes in de hoofdmacht terug.
Ook Jimmy Kruunenberg sprong nog even weg, daarna sprinter Peter van Doom met
Hans Steekers. Evenmin echter met succes ... De rest,
twee-en-twintig man, lag toen al zover achter dat de wedstrijdcommissarissen
het nodig achtten hen uit de strijd te nemen. In de slotronde kwamen Jan
Zomer, tot dan toe netjes mee, met Akkerman en Huibers ten val en gingen Piet
Kuys met Ton Zuiker en vervolgens Jos Kieftenburg op de vlucht, waarvan
eerstgenoemde en de laatste eerst op het einde succes kregen toen zij het
nogmaals probeerden. Daarna het drama, waarin Kieftenburg ten onderging en
Piet Kuys het geluk greep ... DE NIEUWELINGEN Voor de Brabander
Peynenborgh en ook de Zaankanter Goldenbeld begon de nieuwelingenwedstrijd
over Laten we ons
overigens verplaatsen naar de beslissende fase in de vierde van de zes
omlopen, waarvan in het begin de Limburger De Vos en Fridsma (de enige man
van Amstelland) een gaatje sloegen en worden nagejaagd door Kees van de
Wereld en Tijssen. Na ruim vijftig
kilometer sloeg de hoofdmacht uiteen met voorop een man of twintig waarin
Vixeboxse, Van Nieuwkerk, Neven, Akkermans, Hellemons, Van de Wereld, Van
Gils, Krijn Sint-Nicolaas, Lugtenburg, Valentijn, Visschers, Van Vliet,
Jacobs de voornaamste “gezagsdragers" waren. Ofwel dertien renners die
tenslotte zouden bepalen wie voor de zege, in aanmerking zou komen. Intussen hadden
we al heel vroeg enkele valpartijen gezien, waarbij onder meer de Fries
Helbig werd betrokken, die daardoor een schouderblessure opliep en in een
andere valpartij de Zuidhollander Toni Griep uit Spijkenisse, die met een
ernstige hoofdwonde naar een ziekenhuis moest worden vervoerd en stellig een
poos ter observatie moet blijven. Dat zijn niet weg te cijferen consequenties
van een sport die nu eenmaal risico's met zich meebrengt. Welnu, uit die
vluchtgroep van dertien sprongen in de eindfase zeven knapen weg van wie
Johnny Akkermans uit Zevenbergen, de nog steeds 16-jarige, maar morgen
(vrijdag 25 mei) zijn 17e verjaardag vierende Brabander, in Utrecht geboren
MTS-er zijn vierde overwinning in dit seizoen pakte. Na die in Haarsteeg,
Philippine en Etten-Leur. Een; tweedejaars nieuweling die vorig jaar in een
half jaar tijd ook al vier overwinningen in zak stak en die voordien als
adspirant maar liefst 34 maal met de bloemen stond. Dus ... een heel beste
winnaar, vooral omdat hij in de eindsprint stellig groter favorieten zoals
Michel Jacobs en Leo van Vliet versloeg. Deze laatste bracht vorig jaar de
Omloop van de Haarlemmermeer op zijn naam. Amateurs Verenigingsprijs: 1. De Bataaf A 71 put.; 2. De Zwaluwen (Vlijmen) 68 pnt.; 3.
Amstelland' 20 put. De Bataaf,won de Schipholtrofee. Nieuwelingen 99
km: 1. John Akkermans, Zevenbergen 2.20.30; 2. E.
Visschers, Sweykhuizen; 3. P Valentijn, Sprundel; Clubtrofee: 1. De Bergklimmers, Stein 56 pnt.; 2. Breda 40 pnt.; 3. WWV 36 pnt.;
4. WWV 's-Gravendeel 36 pnt.; 5. De Ster, Geleen 27 pnt.; 6. Delta 24 pnt. ;
7. Trap met Lust 18 pnt.; 8. Uithoorn 16 pnt.; 9. 's-Gravendeel 15 pnt.; 10.
De Zwaluwen, Almelo 14 pnt.; 11. De Mol 13 pnt.; 12. Zuidwesthoek 12 pnt.;
13. De Zwaluw, Vlijmen 10 pnt.; 14. Oldenzaal 8 pnt.; 15. De Germaan 7 pnt. ;
16. Kennemerland 5 pnt.; 17. De Jonge Renner 4 pnt.; 18. Maastricht 3 pnt.;
19. De Kampioen 2 pnt. ; 20. DTS 1 pnt. RONDE VAN
DRENTHE – 21 april.1973 Ploeg Jan van
Erp-Hutchinson toonde volwassenheid in levendige RONDE VAN DRENTHE Gerry van Gerwen en Piet van der Kruijs
“regelden”geraffineerde eindsprint Moest de
overwinning terecht komen bij de man die het meeste werk verzette, dan zou
dat voor wat de Ronde van Drenthe betreft, ongetwijfeld Arie Hassink zijn.
Onvoorstelbaar zoals de frele rouleur uit Neede zich er in durfde gooien. Hoe
hij steeds weer aan de spits van het peloton een meedogenloos tempo aangaf en
later ook in de uiteindelijke kopgroep de hoofdrol vervulde. De talentvolle Amstel-rijder
kon zelfs na een lekke band het gat van een halve minuut weer dichtrijden en
heeft ontegenzeggelijk gezorgd dat de koplopers Gerry van Gerwen, Piet van
der Kruijs, Henk Prinsen en hijzelf, bij wie in de slotfase nog Bert Bathoorn
en de totaal in de vernieling zittende Wim Nooren als overtollige ballast
werden afgeworpen, konden wegblijven. Een tekort aan “aankomst" en ook
het gemis aan vermogen om zijn belagers tenslotte nog los te gooien, heeft
hem bij het verdelen van de voornaamste prijzen danig parten gespeeld. Achter
Gerry van Gerwen, Piet van der Kruijs en Henk Prinsen werd Arie Hassink
slechts vierde ... Niettemin maakte
Hassink op ons (en ook op vele anderen) een grootse indruk. Hij groeit weer
naar een sterke vorm, won een week eerder in Duitsland reeds een flinke
wegkoers en zal in de vierdaagse etappe-wedstrijd welke Amstel Bier als voorbereiding
op Olympia's Ronde van Nederland op het Spaanse Mallorca gaat rijden, zeker
zijn conditie en wedstrijdritme nog aanscherpen. Arie Hassink kon weleens een
heel belangrijk man worden de komende weken. Waarbij we voorts
zeker niet aan de mogelijkheden van juist de jonge ploeg Jan van
Erp-Hutchinson willen voorbij gaan. De paarse formatie uit het Brabantse
Schijndel is duidelijk de kinderschoenen ontgroeid, is een volwassen
zelfstandige groepering geworden waarin het enorme werk van sponsor Jan van
Erp zelf, van manager Jan Gisbers en ploegleider Cas Vulders (die er in
Drente spijtig genoeg niet bij was) eindelijk beloond werd. Jaren heeft men
moeten wachten op de grote doorbraak. Weliswaar wezen
de formidabele successen in het merkenkampioenschap 1970, diverse andere
triomfen, o.a. eerste etappe Tweedaagse Zuidwest-Nederland (1972) en vooral
de prachtige winst in het ploegenklassement van de Omloop van de Baronie
kortgeleden, dat men zeker dicht aan de top huisde. Evenwel ontbrak nog
altijd de laatste en voornaamste schakel, het winnen van een klassieker. Het heeft ons
altijd verwonderd welk een enorme sfeer er in deze ploeg heerst. Zonder er bewust
de nadruk op te leggen; nemen alle renners uit zichzelf de juiste discipline
in acht. Men heeft er uitermate verstandig aan gedaan om een man als Piet van
der Kruijs aan te trekken. De Helmonder bezit routine, heeft een formidabel
koersinzicht en kan als het moet ook zelf geweldig koersen. De wijze waarop
hij bij voorbeeld de “slepende" Wim Nooren - de man uit Tollebeek
verstoorde nogal het ritme in de spits - ,naar achteren bracht" en ook
de rappe finisher Henk Prinsen ineens voor het blok plaatste tijdens de
eindsprint, getuigt hoezeer Van der Kruijs zijn “vak" als klassiekerrijder
verstaat. Was het tot voor enkele jaren Martin van Hoogstraten die een Klaas
Koot en een Henk van de Laar, ook een Harrie Lunenburg en Henk Botterhuis
tijdens de koers kon dirigeren, thans neemt Piet van der Kruijs binnen het
kader van deze blije ploeg een bijzondere sleutelpositie in. Bewust liet hij
Gerry van Gerwen winnen, wilde zelf met Prinsen afrekenen om zo in ieder
geval ook de tweede plaats veilig te stellen. Waardoor ook het
ploegenklassement overtuigend in de wacht kon worden gesleept. TYPISCH Ook in deze Ronde
van Drenthe, die vooral op de smalle, slechte wegen bij Laaghalen - voorbij
het Asser TT-circuit - naar grote hoogte groeide en daarmede tevens het zoveelste
bewijs leverde dat men klassiekers en van stad tot stad-wedstrijden liefst
over minder goede wegen moet laten gaan, is het typische van dit nog zo jonge
seizoen opnieuw naar voren getreden. Men mist dit jaar zogenaamde constante
prijsrijders, mannen die keer op keer hun wil weten op te leggen. Weliswaar
geraakten Cees Priem (Ster van Zwolle) en Piet van Katwijk (Noord-Holland)
in een valpartij betrokken, maar in de wielersport kent men al jaren de
geijkte term: zorg dat ze achter je vallen. Niet altijd is er aan te
ontkomen, maar te dikwijls ziet men dat „namen"-renners van wie men
redelijkerwijze iets mag verwachten, teveel halverwege of achterin de groep
huizen. Dat duidt op een
gebrek aan macht, op een tekort om bewust de generaalsstaf in handen te
nemen. Men rijdt teveel op het geluk bij een eventuele ontsnapping aanwezig
te zijn, men neemt ook nog steeds teveel manschappen mee. Enkele seizoenen
terug nog, sloegen een aantal werkelijke “kleppers" de handen ineen en
rammelden en rafelden de kluwen net zo lang uiteen dat slechts een select
gezelschap overbleef. Niet voor een keer, neen nagenoeg iedere wedstrijd ging
men hetzelfde patroon ontvouwen. Geen enkel jaar
is met het andere te vergelijken. En ook doet het deugd dat er zeker wat
jongeren in aantocht zijn die mogelijk een nieuwe, meer aantrekkelijke
dimensie weten aan te brengen. Een Jan Ruckert bij voorbeeld, een Barend
Huveneers (knap zevende), een Ton van der Spiegel, Ad Dekkers, Jan Breur en
zeker ook Gerrie Stint Nicolaas. Ook echter Gerry van Gerwen, de 20-jarige
kok uit Olland, mag er toe gerekend worden al ligt zijn grootste kracht
wellicht meer in de aankomst dan onderweg. Hetgeen ook voor de frisse Fons
van Katwijk geldt, hoewel het “broertje" van Jan en Piet, zich de
laatste weken toch steeds meer weet te manifesteren. TAAK Klassiekers en
van stad tot stad-wedstrijden moeten meer hebben dan de bevrediging van een
goede organisatie. We weten allen in de wielersport dat zelfs de jeugdrenner
van acht of negen jaar eens beroeps hoopt te worden. Is men eenmaal amateur,
dan moeten juist die grote wegwedstrijden de laatste belangrijke
opleidingsstage tot dat professionalisme vormen. Ook om het als amateur op
internationaal niveau volledig te kunnen maken. Bewust dient er daarom in
deze wedstrijden een soort “taak" te liggen opgesloten. We hebben het in
Drenthe, welke wedstrijd overigens voortreffelijk door WSV De Peddelaars uit
Hoogeveen op poten werd gezet, meer dan duidelijk gezien. Op de prachtige
asfaltwegen wordt het alom een geweldige „vluchtkoers" waarin echter
vrijwel iedereen meekan. Zoekt men meer bewust naar wat B-wegen, naar
klinkerweggetjes, naar flink lastige brokken, dan komt een en ander meer tot
zijn recht. Misschien zijn we te conservatief ingesteld en zijn we in tegenstelling tot de moderne
tijd waarin alles op snelheid is gebaseerd teveel gecharmeerd van de
werkelijke “dwangarbeid" op de weg. Maar mogen er in een koers- over de
lange adem eigenlijk niet hooguit veertig man aankomen? We weten dat men er
bij de KNWU-Sportcommissie ook zo over denkt en dat er eerlang zeker over de
huidige constitutie van de grote wegwedstrijden gesproken gaat worden. De
massale aankomsten geven namelijk te duidelijk aan dat er iets fout zit. Sommigen
beweren dat het komt omdat er te weinig vooraanstaande amateurs naar de
beroepsklasse overstappen... Dit voorjaar is er inderdaad een heel stel
gegaan, we weten allen hoe ze door de mand zijn gevallen en dat slechts een
enkeling (Hennie Kuiper onder andere) zich weet te handhaven. Er zal - en dat
is dringend noodzakelijk - wat aan gedaan moeten worden ... De koers in korte
trekken ... Amateurs: Ploegenklassement: 1. Jan van Erp-Hutchinson 11.22.34; 2. Amstel Bier 11.22.50; 3.
Hebro-Flandria 11.23.06; 4. Delbana (A) 11.23.06 (43 pnt.); 5. Caballero (A)
11.23.06 (47 pnt.; Xroon Vlieswaren (A) 11.23.06 (59 pnt.); 7. Kroon
Vleeswaren (B) 11.24.14; .S. Delbana (B) 11.24.56; 9. Michelin 11.25.38;
10.,Ketting-Shimano 11.33.54. RONDE VAN
GELDERLAND – 18 april.1973 Ronde van Gelderland
ontkwam niet aan wurgende massa-greep Piet van Katwijk
ontwaakte aan de streep Tja, en daar
zaten we er weer mee. Met het idioot hoge tempo - Als we er aan
terugdenken, komt ook ons het schaamrood op de kaken. Jaren terug hebben we
dat grintpad bij Hoog-Soeren eens gekraakt. We vonden toen dat daardoor de
Ronde van Gelderland teveel een loterij werd. De geluksfactor had toen naar
onze ideeen een te grote invloed. Nu zijn we een totaal andere mening
toegedaan. Zouden we willen zeggen: waren of beter lagen die geniepige
kiezels er nog maar. Was het nog maar mogelijk om een klassieker als de Ronde
van Gelderland zodanig lastig te maken, dat er werkelijk splitsingen,
duivelse wielergevechten, rennersleed, drama's en wat al niet meer aan de
oppervlakte zouden komen. Daarmede zou het niveau naar alle kanten belangrijk
stijgen, daarmede zouden we ook renners kweken die harder zijn en weten wat
afzien of „sterven" betekent. In dit opzicht
moeten organisator Jo Kleisen en zijn mannen het gewoon eens aandurven om
deze gevestigde wedstrijd komend jaar goed moeilijk te maken. Zeker nu er
vrijwel iedere week opnieuw in glijdende “vogelvlucht" wordt gereden,
men steeds maar weer wenst te ,verzamelen'. 't Is toch te gek dat we voorbije
zaterdag geen enkele plooi van betekenis hebben kunnen observeren en zo het
er maar even op leek, dan streek de gehele “reutemeteut" met nauwelijks
waarneembare krachtsinspanning weer bij elkaar neer. VERDIENSTE De winnaar mag
men het niet euvel duiden dat hij bewust de aankomst heeft afgewacht. Piet
van Katwijk kan als het moet ook alleen koersen. Dat heeft hij vorig jaar in
Limburg meer dan duidelijk bewezen en ook in de Ronde van Oostenrijk heeft
hij in dat opzicht een sterke proeve van bekwaamheid afgelegd. Dit seizoen
tikte Van Katwijk ook als eerste. aan in NoordHolland. Op vrijwel identieke
wijze. Meegaan, meegaan en nog eens meegaan. Zorgen er altijd bij te -zitten,
tenslotte word je - met een beetje leep zijn - zo naar de streep gebracht,
„Pietee" had daarom ook nu de snelste benen. Voor hetzelfde
geld echter had men Janus van Tol als winnaar kunnen vieren. Ook hem hebben
we onderweg niet “gezien". Van Tol werd in de laatste galop nog opzij
gezwieperd en miste het aantrekken dat Roy Schuiten voor zijn ploegmakker Van
Katwijk deed. Toch was er op de streep nauwelijks een handbreedte verschil. Waarmee we maar
willen zeggen dat Gelderland weer door de snelle jongens werd beslist. Zou
het loon naar werken zijn geweest, dan had Albert Hulzebosch er misschien
meer recht op gehad. Hij heeft nog eens van een lek bandje moeten terugkomen,
zij het dat zijn ploegmakker Louis Westrus daardoor voor bewezen diensten uit
de koers moest worden genomen. Dat mag nu eenmaal niet. Misschien een punt om
over dit verouderde koersbegrip nog eens te gaan redetwisten, want wie
vooraan de meute bekijkt kan zo zien dat vrijwel iedere ontsnappingspoging
door ploegmakkers wordt gedekt. Dus ook: gesteund. Maar ja, zo'n bewijs is
uiteraard veel moeilijker te staven dan het open en bloot terugbrengen van
renners die om wat voor reden dan ook achterop zijn geraakt. Dat mag niet ... VACUUM Net zoals in 1965
en in 1969 was waar te nemen, verkeert de amateur-wielersport opnieuw in een
soort vacuum. Na de Olympische Spelen is er steevast een bepaalde terugval
van het niveau te constateren. Er zijn wat toppers verdwenen, ofwel naar de
profs ofwel hebben zij een wat langere aanloop nodig. Eerst nu in Gelderland
reden b.v. Frits Schur en ook Jan Aling weer zoals we dat van hen gewend
zijn. Tevens gaf Fedor den Hertog blijk dat hij weer gaat “komen". Enkele dagen
voordien hebben we nog vluchtig met wegcoach Joop Middelink over het
tegenwoordige Nederlandse wegkoersen gesproken. Hij is dezelfde mening
toegedaan, gaf te kennen: „Tijdens en na Olympia's Ronde van Nederland
selecteert zich zonder meer een nieuwe kern. Het is te hopen dat daar wat
nieuwe gezichten bij zitten, wat knapen die jong zijn en meer dan een seizoen
zo'n troep kunnen dragen." Dat zit er meer
dan dik in, want ook in Geldre's dreven zagen we hoe een Hennie Rossen,
afkomstig uit het ons wat onbekende Alverna uit Noord-BrabantI
lange tijd voor de groep uitdartelde. Voorts liet Pieter Franken uit
Oosterhout ook bemerken dat zijn triomf in Rund um Kreuzberg (Berlijn) geen
uitschieter is geweest. Maar we hebben er meer opgemerkt, zoals een Cees van
Bragt (Lage Zwaluwe), Wim Pater (Barneveld), Hans Hellemons (Roosendaal),
Rob Kroep (Rotterdam), een Roelof Groen (Giethoorn) en nog wat anderen. Dan
... ja dan uiteraard Janus van Tol. De Poeldijker heeft veel, erg veel
klasse. Zet hij zich er volledig voor in, dan kan hij zelfs een heerser
worden. Weliswaar was hij zwaar ontgoocheld aan de streep. Gelouterde
kampioenen komen evenwel het verst. Momenteel mist hij nog het raffinement
wat Piet van Katwijk wel bezit. De man uit Mill is niet van gisteren. Hij
bezit een schat aan koerservaring, heeft reeds een zeer verdienstelijke
erelijst. Van Katwijk kon dit seizoen wel eens een belangrijke vaandeldrager
worden, een man die in Olympia's Ronde van Nederland (waarin hij verleden
jaar het puntenklassement - groene trui - won) “gensters" gaat slaan.
Zijn vorm laat in ieder geval niets te wensen over. Evenmin zijn ziedende
snelheid ... Koersverloop in
korte trekken 15 km: Demarrage Piet de Jong en Gerrit Mohlmann, peloton reageert meteen. 20 km: Vluchtpoging Henk Stander, Fred Grootzwagers en Hans Hellemons,
peloton komt gelijk weer bij. 25 km: Frits Schur (zeer bedrijvig), Frans van den Ende, Jacques Deckers,
Errol Barker, Albert Scheffer, Arie Hassink, Hans van der Kooy, Bas Hordijk
en Martin Lijten proberen vergeefs een splitsing tot stand te brengen. 32 km: Hennie Rossen springt alleen weg en komt tot 28 sec. voorsprong.
Jacques Deckers en Peter Legierse jagen vergeefs op hem. Theo Smit, Jan
Bakker en Gerard van 't Geloof komen bij Legierse en de meteen terugvallende
Deckers. 59 km: Piet Kentie (kort daarop terug in de groep), Ton van der Spiegel en
Bert Scheuneman krijgen geen kans. Van der Spiegel gaat nog even alleen door.
Ook Harrie van der Groezen en Jan Aling worden bij een volgende poging weer
bijgehaald. 65 km: Jan Aling trekt opnieuw weg, wijst jager Piet van Leeuwen terug,
krijgt wel Henk Stander bij zich. Peloton compleet. 78 km: Demarrage Gerrie Heeringa en Fred Grootzwagers, Arie Hassink moet met
pech afstappen. 83 km: Frits Schur, Piet Kentie en Wil Bellemakers komen bij Heeringa die Grootzwagers
heeft losgereden. 93 km: an Bakker, Mathieu Dohmen, Evert Diepeveen, Harrie van der Groezen,
Hennie Rossen, Ton van der Spiegel, Freddy Beckers, Gaby Minneboo, Gerrie
Knetemann en John Verbeke komen eveneens voorop. Peloton op 27 seconden. 124 km: Alles opnieuw bijeen. Felle strijd ondanks een flitsend tempo. 130 km: Jos Schipper, Piet de Jong, Bert Scheuneman, Hans Koot, Fedor den
Hertog, Piet van Leeuwen, Roelof Groen, Piet van Katwijk; Aad van den Hoek on
Herman Fransen nemen voorsprong. Vergeefs. 140 km: Gaby Minneboo springt uit kopgroep van twaalf man (Ton van der
Spiegel, Ton Vaassen, Piet Kuys, Theo van Steenis, Hans Koot, Jan Lenferink,
Albert Scheffer, Jan Klomp, Wicher Vlot, Frans Thijs en Gaby Minneboo), zijn
poging wordt evenwel ook door Hans Koot op de Emma-piramide en de Posbank
alsmede de Zijpenberg niet met succes bekroond. 148 km: Poging Rob Kroep mislukt, evenmin krijgt Jan Lenferink een kans. 155 km: Groep van 22 man forceert de beslissing, neemt gelijk flinke afstand. 166 km: Onder impuls van Roy Schuiten komen ook nog Aad van den Hoek, Jan
Baas, Rob Kroep, Hennie Geysel, Ben Liebregts, Oees van Bragt, Gaby Minneboo,
Henk Boom en Leo Boose in de laatste kilometer bij. 167 km: Piet van Hatwijk wint de eindsprint nadat Boy Schuiten de
weggesprongen Gerard Kamper nog juist countert. Janus van Tol in de kant
gereden, komt net tekort om Van Katwijk te kloppen.BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. P. van Katwijk, Mill Ploegenklassement: 1. Ketting-Shimano 18 pnt. ; 2. Trico Noble 44 pnt. ; 3. Amstel Bier
44 pnt. ; 4. Frisol 52 pnt. ; 5. Drinkwaard BV 56 pnt. ; 6. De Koning 58 pnt.
; 7. Kavero 64 pnt. RONDE VAN
HET LAGE LAND - 11 augustus.1973 Michel Jacobs
dominerend in Ronde van het Lage Land Hij heeft een
paar benen als zuigerstangen van een scheepsmotor. Hij kan aangaan en gaan,
verschrikkelijk lang en sterk zelfs. Michel Jacobs, de Limburger, is zo op
het oog werkelijk een puur talent. Maar ... of hij straks bij de junioren en
vervolgens bij de amateurs ook zo'n vooraanstaande rol kan spelen ? In zijn overmoed
“rammelt" de pas 17jarige Bingelrader wat teveel met de grote plaat, is
dat “dertientje" op zijn zes-bloccage een door hem te geliefkoosd
tandwieltje. Naar ons gevoel kan het z'n uitwerking niet missen. Zal de jonge
Michel zelf het verstand op moeten brengen om niet te vroeg en te vlug
volkomen uitgekoerst te zijn ... Als men zulks
neerschrijft, leest dat voor een winnaar beslist niet aardig, Het lijkt dan
net of z'n triomf minder waarde zou bezitten. Niets is minder waar echter. Voorbije zaterdag
hebben we in de Ronde van Lage Land, die prachtig georganiseerde koers om de
Nieuwelingen Clubtrofee van het Zaanlandsche DTS, namelijk bijzonder van
diezelfde Michel Jacobs genoten. Overigens niet van hem alleen, want al is de
huidige Nederlandse wielersport in de hogere categorieen dan niet zo
rijkelijk bedeeld met talent, bij de nieuwelingen hebben we nogal wat sterren
zien flonkeren. En ook: wat rijden deze knapen allemaal nog heerlijk ongecompliceerd.
Zo maar voor het vaderland weg. Lukt het dan lukt het. Geen moment behoefde
men zich te vervelen, geen sprankje van geraffineerde wielertaktiek was er op
te merken, geen enkele “rustpauze" of parade van “linkeballen"
werd ingelast. GEWELDIG Het Zaanse Door
Training Sterk, altijd al bijzonder met haar Ronde van NoordHolland en haar
Zilveren Molentoernooi, heeft met deze Ronde van het Lage Land opnieuw een
geweldig evenement weten te creeren. Een werkelijk prachtig parcours door de
polders van de Wijdewormer, de Beemster, een stuk Schermer enzovoorts.
Weliswaar op wat smalle wegen zo hier en daar, maar ook dat heeft geen enkel
probleem opgeleverd en qua koersverloop - we haalden het reeds aan - kon men
tot en met genieten. Vanaf de eerste
kilometer was de geblokte Michel Jacobs voorin op te merken. Net zoals Leo
van Vliet die zo prachtig op z'n fiets zit en eveneens al een behoorlijke
staat van dienst heeft. In de beginfase dreunde deze nogal flink weg nadat
Kees van de Wereld, Gerard Looijenstein, Jos Molenaar, Theo Gevers, Marinus
Schoen, Harrie Vriens, Johnny Akkermans en Henk de Velde alsmede de bijzonder
gemakkelijk rijdende Andre Versteijlen alle voorgaande speldeprikken tot een
erg serieus lijkende vlucht hadden omgebogen. Michel Jacobs had meteen daarop
het peloton terug weten te brengen, rafelde de zaak nog meer uiteen en ging
toen wat uitblazen. Direct daarop haalde Leo van Vliet uit, kreeg eerst later
Henk Wigleven (reed trouwens zeer opmerkelijk), Peter Noy, Martin Havik en
Peter van der Leij alsmede vervolgens Jan Maas, Johnny Groote en Johnny Akkermans
bij zich en toen was het spoedig gebeurd. Ook de dikke halve minuut die Leo
Haller, weer Henk Wigleven, Martin Visser, Jan Nijmeijer, Dick van Egmond,
Cor Vixseboxse, Ton Griep en de duivelse Andre Versteijlen (een bijzonder fel
manneke dat heel veel in de bagage heeft) bijeen wisten te garen bleek
absoluut niet voldoende om de druk van het peloton te keren. Wigleven en
Versteijlen probeerden het nog even samen, doch toen kwam daar ineens de
sterke Peter van der Leij uit Rotterdam op de proppen. Draaiend als een
„centrifuge" ging hij door, reed kilometerslang een zeker prachtige
solo. Zelfs met de wind in de rug wilde hij er geen tandje bijsteken. Als het
hem aangeraden werd, schudde de stevige blonde knaap heftig zijn hoofd en
zei het absoluut niet te willen. Uiteraard zijn zaak, maar wellicht had hij
het toch rustig kunnen proberen. Ook nu hebben Leo van Vliet en Martin Havik
heel lang moeten jagen om dat gat van omstreeks veertig seconden dicht te
rijden, maar als Van der Leij nu eens werkelijk een hoog tempo had gaan
“snijden".. . ? BESLISSING De eindfase werd
ingeluid. Van Vliet (veel te veel achterom kijkend) en Havik kwamen bij Van
der Leij. Gedrieen probeerden zij voorgoed uit de greep te blijven. Vooral
Van Vliet reed toen erg sterk, trok er met alle macht aan. Vanuit de groep
waren inmiddels echter Peter van de Borgh, Kees van de Wereld, Jan Jonkers,
Ad van Peer, Johnny Akkermans, de later geloste Ton Gase en natuurlijk Michel
Jacobs in de tegenaanval gegaan. Het was vooral
indrukwekkend zoals Jacobs het tempo opzweepte. Iedere keer het touw volledig
strak trok zodra hij op kop kwam. De drie uitlopers zagen dan ook spoedig het
nutteloze van hun strijd in, remden af en lieten zich zonder slag of stoot
inlopen. Eenmaal bijeen hebben de tien vluchters eendrachtig samenwerkend
niemand meer laten bijkomen. Het resulteerde in een dikke minuut en toen kon
zo langzamerhand de finale worden opgevoerd. Leo van Vliet wipte met Ad van
Peer en Peter Noy weg, doch kreeg geen schijn van kans omdat Jacobs en zijn
“aanhang" het gewoon niet duldden. Ook toen Van Vliet het vervolgens met
Johnny Akkermans en wederom Van Peer aanlegde, was de reactie er niet minder
fel om. Door wie in hoofdzaak? Door Michel Jacobs, Jan Jonkers en Kees van de
Wereld. Het was dan ook logisch dat het vele werk bij Jacobs z'n uitwerking
niet miste. Hij zat in de laatste kilometers niet bepaald fris meer ...
althans zo'n indruk maakte hij. In werkelijkheid was Michel echter aan het
recupereren, aan het „terugkomen" van de gedane inspanningen. Hij gokte
op de eindsprint. Er zou toch niemand meer wegkomen. De winnaar van
Noordwest-Overijssel en Door het Land van Bartje bekeek het juist, gaf
hiermede blijk een rijk “koersgogme" te bezitten. In de laatste bocht
naar de finishlijn ging hij aan, op de streep was het verschil met Van Vliet
meer dan duidelijk.BRON: JAN BALDER Nieuwelingen: J. Jonkers, Clubklassement: 1. WC De Ster, Geleen, 40 pnt.; 2. WV Westland Wil Vooruit 35 pnt.;
3. WV Breda 30 pnt.; 4. RKSC & TV Willebrord Wil Vooruit 27 pnt.; 5. RRC
Feijenoord 26 ptn. RONDE
VAN HET LAGE LAND - 11 augustus.1973 Nieuwelingen: RONDE VAN
LIMBURG – 26 mei.1973 Mathieu Dohmen
beukte zich naar prachtige solo-zege in Ronde van Limburg In Mheer ( In die kopgroep -
over de samenstelling en de wijze waarop die leiders bijeen waren gekomen
straks details - huisden knapen met pit in de benen. Ook jongens waarvan
“rapheid" in de slotfase werd verwacht. Toen evenwel in
Mheer de jonge krantenbezorger Mathieu Dohmen en Huub Geilenkirchen aan de
haal gingen, moest de rest zwichten. In St. Geertruid ( Was Mathieu
Dohmen bij machte tot in Stein zijn “grote molen" op gang te houden?
Kenners dachten van niet, ook de Ovis-ploegleider Henk Steevens had
bedenkingen, adviseerde zijn pupil om een andere versnelling te nemen, want
er restten nog heel wat kilometers en voorts was de nog te verhapstukken
route - wel prima wegen - van allerlei obstakels (hellingen, bochten)
voorzien. Geopperd werd (voorbeeld zijn zege in Rund um den Henninger Turm)
dat Dohmen met gezel Geilenkirchen tezamen naar Stein zou tijgen, waar dan
de “vitesse" van bet 21-jarige lid van de organiserende Bergklimmers de
beslissing in zijn voordeel zou doen uitvallen. Noch het een noch het ander
kwam uit; “Matje" Dolmen deponeerde alle kritische bedenkingen en
verdere gedachte prognoses in de prullenmand. De uitval van Dohmen en
Geilenkirchen had een lengte van Een glorieuze
overwinning - de verschillen spreken een juiste taal-van Dohmen (de zesde in
dit seizoen), een zege met inhoud en perspectieven. Geilenkirchen moest
zoals opgemerkt 3.12 min. prijsgeven, een fikse pluim werd niettemin zijn
deel. Niet alleen omdat zijn lichtvoetigheid indruk had gemaakt, ook omdat
hij manmoedig weerstand bood aan de op hem jacht makende groep. Op die
Dennenberg had Geilenkirchen dan weliswaar geen antwoord op de aanzet van
Dohmen, hij voelde uiteraard de kriebel in de benen, hij verloor terrein en
moest vernemen dat de jagers naderden. Op een bepaald moment had hij heel in
de verte, indien hij had omgekeken (maar dit deed hij - gelukkig zouden we
willen zegen - niet) die op de verdere ereplaatsen lonkende knapen kunnen
ontwaren. Geilenkirchen ging door, beet op z'n tanden, herwon zijn
souplesse en werd tweede, vermoedelijk nu wel door diverse ploegleiders
gezien en ... bewonderd. Hij zal wel de langste tijd “in het wit" hebben
gereden. Weer had de Ronde
van Limburg een gevarieerd verloop. Nimmer pauze, altijd was ergens iets aan
de gang. Geregeld vluchten en al leverden die inspanningen ook maar een winst
van b.v. 20 tot 30 seconden op, er was steevast iets te beleven. Nu eens
twee groepen, dan vier, natuurlijk ook achterblijvers en pechvogels (Hans
Koot moest na een val voor onderzoek naar een ziekenhuis worden vervoerd),
diverse opgevers, soms vroeg, in het middenstuk en tenslotte toen op de
heuvels de slag in volle hevigheid werd ingeluid. Aan de finish 46
deelnemers, 45 werden genoteerd, een coureur - voorheen manmoedig in de slag,
voorin de troep, achteruit geworpen en als 34e de streep passerend - werd
direct door de jury uit de uitslag geschrapt: Herman Nak. De redenen: het
aannemen van een drankje vanuit een volgwagen. Prima was de
organisatie, degelijk werkte de begeleidende politie, de wedstrijdleiding was
bij Jan Klip in perfecte handen (rustig), de jury idem en in Stein een
“gewenste" aankomst, daar niet de minste chaos - komt nogal eens voor -,
al met al een prijzenswaardige Bergklimmers-creatie, met aan het roer Tjeu
Coumans en Ton Dolmans, met alles voor dit vlot verloop (ook voorbereiding en
afwerking) over hebbende assistenten. De Bergklimmers hadden alles piekfijn
voor elkaar, een dissonant konden zij niet voorkomen. Die dissonant lag
overigens op een geheel ander gebied en sloeg op de publieke belangstelling.
Deze 24e Ronde van Limburg, voor de wielersport een hoogtepunt - duidelijk
de mooiste Nederlandse klassieker - trok bijzonder weinig bekijks. Weinig
publiek in Stein aan de aankomst, ditmaal geen duizenden en duizenden op de
hellingen en elders langs de straten en op de trottoirs, hooguit hier en
daar enkele honderden geinteresseerden. Geen sprake van een massale toeloop,
de verminderde publieke belangstelling elders voor het wielrennen sloeg ook
op het pronkstuk, de Ronde van Limburg, over. Nico Vermeulen en
Bennie Ceulen reden al lek voordat de meute goed en wel in beweging was. Toen
was de eerste demarrant - Ton Welling - ook al genoteerd en vanaf Stein tot
Stein ( Schering en
inslag: vluchten, wegvallen, lossen, totaal afhaken, het dichten van bressen.
Zeven kopmannen in Valkenburg ( Herman Nak op de
voorgrond middels een demarrage in Epen ( meters volgden
Van Katwijk, Geilenkirchen, Lunenburg, Scheffer, Kamper en Schur, op een
halve minuut de hoofdmacht. Het rumoer bleef voortduren. Uit het peloton
ontsnapten Van Helvoirt, Dohmen, Maessen, Schipper, Ubachs. Geilenkirchen
kwam het eerst bij Nak, de rest sloot aan, we hadden toen 12 leiders. Toen
al werd geconstateerd hoe gemakkelijk Geilenkirchen fietste. Jacht op die 12
maakten Van Dongen, Pronk en Kroep. Voor Slenaken ( Dus voor elk wat
wils. Goed werk van durvers, goed werk van jongens die reeds eerder een of
meerdere bloementuilen mee naar huis hadden genomen. Slagvaardigheid van
knapen die nog geen ererondje hadden gereden. Want ook na die kopgroep viel
heel wat te beleven, al werden de achterstanden aanzienlijker, al ging pech
een woordje meespreken. Intussen lag de overgebleven stoettotaal door elkaar,
kleine groepjes en eenlingen holden over de stijgingen. De besten zaten in de
slag, huisden voorin. In Mheer ( Huub
Geilenkirchen bedwong dit gezamenlijk geweld, dik verdiend inde hij de
tweede prijs. Een prijs - mede afgaande op het verloop, op zijn vlucht met
Dohmen en zijn verdere doortastende aanpak - die hem in de publiciteit
bracht. Lof voor De
Bergklimmers, die na het afsluiten van de boeken 1973 dra beginnen aan de
jubileum-editie, aan de voorbereiding van de 25e Ronde van Limburg, hopend
en pogend van die zilveren mijlpaal een voltreffer te maken, dan met alle
Nederlandse vedetten, met buitenlandse teams. De Bergklimmers - stevig
geleid door de heren Coumans en Dolmans - doen hun best, mogelijk kan de
KNWU-Sportcommissie (zeker wat de Nederlandse deelneming betreft) ten aanzien
van de samenstelling van het veld 1974 een handje helpen. We menen dat de
Ronde van Limburg hier duidelijk recht op heeft. Amateurs: Bergklassement: Ploegenklassement: 1. Ovis 12.41.31, 2. Caballero 12.45.27, 3. De Koning-Genderen
12.52.52, 4. Delbana, 12.56.00, 5. Automatic Holland 12.56.46. RONDE VAN
MIDDEN-BRABANT (8 september).1973 Reinier
Stroosnijder ook eerste in loodzware
Ronde van Midden-Brabant De jonge Reinier
Stroosnijder uit Moerdijk bevestigde z'n triomf in de Omloop van Het Zuiden
ook in de Ronde van Midden-Brabant. Met z'n vader en Jan Vissers - een van
z'n voornaamste raadgevers - had hij het parcours terdege bekeken. Per auto
en sommige stukken zelfs per fiets. Reinier Stroosnijder wilde perse ook deze
laatste “klassieker" in de reeks voor de zo geslaagde Nieuwelingen
Clubtrofee kort beeindigen. Hem zouden ze niet zo een, twee, drie verloren
rijden. Dan zou hij al door pech moeten worden getroffen. Hoezeer het fout
is om voor deze ontluikende wielerjeugd van Nederland het verzet (ook met de
derailleur kan men immers eon maximum stellen) vrij te geven, bleek na
afloop. Slechts 37 van de honderd vertrekkers wisten deze koers uit te
rijden. Op het sterk wisselende parcours - kasseien, asfalt, verharde weg,
dijken etc. - konden velen de ritme-veranderingen niet aan. Men wist gewoon
de juiste versnelling niet te steken, het rouleren en dan weer duwen (in een
repeterende volgorde) bezorgde het overgrote deel de kriebel in hun benen.
Duidelijk zette het kwik zich om in doorwegend lood. Niet voor niets gaf
bondscoach Joop Middelink dan ook te kennen dat de Ronde van Midden-Brabant
kan bogen op een van de allerzwaarste parcoursen in on land. GEEN RUST In deze uitgave,
wederom perfect georganiseerd, heerste meteen al weinig rust. Na zes
kilometer reeds trokken Kees van de Wereld, .Van Kessel, De Brouwer, Harrie
Vriens, Van de Braak en Torque een halve minuut vooruit. Dat inspireerde
later ook Martin Havik, Wil Tigelaar, Rien Koudijzer, Jan Olde Meule, Ben
Lambo, Guus Bierings en Koos Berkhof die eveneens voorop wisten te komen. In
de bijzonder lastige “Hel van 's-Gravenmoer", tien kilometer lang
kasseien en verharde zandweg, wisten ook Reinier Stroosnijder en Peter
Valentijn nog aan te sluiten, spoedig in deze opzet nagedaan door Jan Jonkers
die zijn regelmatige rijden in dit seizoen kennelijk wilde benadrukken. In
die toen omvangrijke kopgroep werden eerstens Van de Braak en Torque gelost
en bij doorkomst in Dongen (na vijftig kilometer) bleken Van Kessel, Berkhof
en De Brouwer ook op het peloton (achterstand 1.35 min.) te zijn
teruggevallen, terwijl Harrie Vriens en Rien Koudijzer in gezelschap van
Michel Jacobs en Rien Verboom veertig seconden verlies telden. Martin Havik en
Peter Valentijn probeerden in de tweede en laatste omloop bij herhaling weg
te komen. Keer op keer streken Reinier Stroosnijder en Wil Tigelaar deze
plooien echter glad. Valentijn dreunde in 's-Gravenmoer de kopgroep tenslotte
toch uiteen, maar moest toch gedogen dat Jan Jonker, Reinier Stroosnijder,
Martin Havik en de vinnige Kees van de Wereld in zijn spoor kwamen. Wil
Tigelaar verloor het contact door een lekke band, wist evenwel met de geloste
renners toch weer aan te sluiten. Slechts voor kort want bij Oosterhout (met
nog vijf kilometer te gaan) zorgden Havik, Stroosnijder en Valentijn er voor
dat Lamboo en Bierings opnieuw kwamen te „zwemmen" en nadat Valentijn
(verwierf terecht de prestatieprijs) nogmaals een knetterende demarrage plaatste,
moesten ook Wil Tigelaar en Jan Olde Meule voorgoed afhaken. De vijf
overblijvers kwamen Dongen binnen, veel te lang en ook te laag in verzet ging
nationaal kampioen Peter Valentijn aan. Reinier Stroosnijder en Jan Jonkers
“overstaken" hem en eerstgenoemde bleek zelfs twee lengten sneller. Een
beslist prachtige overwinning. Nieuwelingen: 1. Reinier Stroosnijder, Moerdijk Verenigingsklassement: 1. RKSC & WV Willebrord Wil Vooruit 44 pnt. ; 2. WC De Jonge
Renner, Oosterhout 43 pnt. ; 3. RC De Hoekse Renners, 's-Gravendeel 40 pnt.;
4. WV “Roosendaal", Roosendaal 35 pnt.; 5. UWTC Uithoornsche Wieler
Trainingsclub 24 pnt. RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND (28 augustus).1973 Kleine Ronde van
Midden-Nederland kende ook nu geen vlekkeloos verloop Leo van V liet
finishte als eerste Rust er dit
seizoen een vloek op de Kleine Ronde van Midden-Nederland? Men zou het
zowaar gaan geloven. Eerstens op vrijdagavond 1 juni de zo spijtige afloop
bij de aankomst, nu - dinsdagnamiddag 28 augustus jl. - een nagenoeg even
groot incident onderweg. Met het verkeerd rijden van negen koplopers die op
dat moment, na Begrijpelijk dat
de jury weer met de handen in het haar zat. Onderweg besloot men de
koplopers: Leo van Vliet, Lau van Nieuwkerk, Martin Havik, Gerard Looijenstein,
Johnny Akkermans, Ton Griep, Martin de Vos, Bert Lamboo en Wim Lugtenburg
na een stop van omstreeks drie minuten in Achterberg toch maar door te laten
rijden. Later, na afloop kwamen uiteraard de protesten. Van clubbestuurders
die zich beriepen op het feit dat door de kopgroep niet de juiste afstand was
afgelegd. Opnieuw dus een
heel probleem dat waarschijnlijk op Sportcommissie-niveau zal meteen worden
ontrafeld en waarbij het nog geenszins zeker is of de negen geklasseerden ook
inderdaad voor deze prijzen in aanmerking zullen komen. Reglementair wordt
immers gesteld dat de deelnemer geacht wordt zelf de route te kennen. Of dit
ook nu gehanteerd mag worden? De situatie op de kruising Boslandweg-Cuneraweg
bij Rhenen was namelijk wat onoverzichtelijk door stilstaand verkeer en een
niet bepaald exact de juiste richting aangevende politieagent. Waardoor ook
de officiele geluidswagen, die evenwel te kort voor de renners uitreed,
rechtsaf sloeg in plaats van rechtdoor te gaan, ZEER SPIJTIG Een zeer spijtig
geval. Want wat werd deze Kleine Ronde van Midden-Nederland, beslist goed op
poten gezet door UW & TC De Volharding, in een mooi koerskleed gestoken.
Wat hebben we weer genoten van een bijzonder brok fietsen. In die nieuwelingenklasse,
we constateerden dat ook in de Ronde van Het Lage Land - Zaandam, steekt erg
veel talent. Men rijdt daarin nog zo heerlijk onberekend, zo ontspannen, zo
frank en vrij. Zonder intriges, zonder complicaties. Volgend jaar als die
grote wegkoersen voor de nieuwe categorie junioren in aanmerking komen, dan
kan het weleens een totale verschuiving van de interesse voor sportief
wielergenot teweeg brengen. Die aanstormende jeugd staat gewoon te
trappelen, popelt van verlangen, trilt in alle vezels. Wieler-Nederland
behoeft zich dan ook geen zorgen te maken. Er zijn wat knapen op komst, die
mits zij niet vroegtijdig “verziekt" worden, sterk op de voorgrond
kunnen gaan treden. Een Leo van Vliet bij voorbeeld, verder een Martin Havik
die gewoon alles heeft, een toch al wat te uitgekookt rijdende Johnny
Akkermans, een Lau van Nieuwkerk, een ... Tja, wie al niet meer. Uiteraard
mag in dit rijtje ook Michel Jacobs, de sterke Limburger, niet worden
vergeten. De wijze waarop hij de Omloop van Noordwest-Overijssel, de koers
Door het Land van Bartje, het Zaandamse Lage Land en de Acht van Bladel won
geeft genoegzaam aan welk een formidabel coureur hij wel is. Nu, in
Midden-Nederland - verleden jaar ook al door hem gewonnen - ontbrak hij.
Waardoor Leo van Vliet zich meteen als de allergrootste favoriet kon
opwerpen. Het werd trouwens ook wel een beetje tijd dat de Westlander weer
eens de boventoon ging voeren, want met tweede plaatsen (Lage Land, Niekerk,
Haarlemmermeer en Bladel) krijgt men vlug het kaartje van “eeuwige
tweede" om de nek gehangen en dat betekent dat men steeds de
„eerste" verliezer is. STRIJDBAAR Nadat een massale
valpartij in de beginfase de gelederen flink uitdunde en Martin de Vos, Ad
Versteijlen en Harrie Vriens hun uitstapje teniet zagen doen, vervolgens ook
Martin Havik, opnieuw Ad Versteijlen, Piet van der Pluijm, Krijn St.
Nicolaas, Kees van de Wereld, Lau van Nieuwkerk en Rene Brabers geen kans
kregen en Martin Visser (lange tijd alleen) met Jan Tijdink eveneens de felle
reactie van het peloton niet konden afwentelen, kwam het op de Lekdijk naar
Amerongen toch tot de ontknoping. Daar stormden de negen, reeds genoemde
durvers weg. Namen vlug vijftien, dertig, zelfs 45 seconden en ofschoon Peter
van den Borgh, Krijn St. Nicolaas (wederom) en Jo Baadjou nog even een jacht
openden, bleek dit voor hen toch geen succes op te leveren. Mede door het
zeer spijtige incident dat aan de strijd tussen de koplopers evenwel geen
enkele afbreuk deed. Achter hen hebben Rik Jagers, Theo Gevers, Jan Tijdink
en Wim Tigelaar (de puike winnaar Omloop van Niekerk) wel degelijk nog
getracht orde op zaken te stellen, maar voornamelijk Leo van Vliet zorgde
vooraan dat niemand meer kon bijkomen. In de slotfase
was ook hij de man die voor een verdere splitsing zorgde. Met als gevolg het
afhaken van Gerard Looijenstein (bij het binnenrijden van Bunnik) die Wim
Lugtenburg, Ton Griep, Bert Lambo en Lau van Nieuwkerk ook moest laten gaan.
Van Vliet was namelijk na een vlug op elkaar volgende serie demarrages met
Johnny Akkermans en Martin Havik alsmede Martin de Vos nog verder naar voren
getrokken en reed ook deze makkers zodanig murw dat zij hem in de eindsprint
- een lange kromming naar de streep en daardoor in strijd met het reglement -
beslist niet konden houden. Nieuwelingen:1. L. van Vliet Clubklassement: 1. Westland Wil Vooruit 61 pnt., 2. Willebrord Wil Vooruit 41 pnt.,
3. WV Breda 35 pnt., 4. De Hoekse Renners 31 pnt., 5. RC Bleijerheide 27
pnt., 6. Delta 24 pnt., 7. Bergklimmers 24 pnt., 8. Volharding 19 pnt., 9.
Feijenoord 18 pnt., 10. Bollenstreek 17 pnt. RONDE VAN
MIDDEN-NEDERLAND – 29 mei.1973 JAN RAAS had geen
moeite met Ronde van Midden-Nederland FAVORIET FONS VAN
KATWIJK ONDERUIT IN LAATSTE METERS Waar is de tijd
gebleven, dat-juist de Ronde van Midden-Nederland als een der voornaamste
hoogtepunten van het wielerseizoen kon worden opgetekend. Dat Utrechts
dagbladen elkaar bij het leven beconcurreerden om de extra-edities te
brengen, duizenden en nog eens duizenden langs de route stonden, Stadion
Galgenwaard tot berstens toe was volgepropt. Er in die laatste slurf
nauwelijks was door te komen ... Onze herinneringen gaan uit naar die jaren
dat Cor Witteveen binnenkwam, dat Hein van Breenen tot tweemaal toe de beste
was, Krijn Post onhoudbaar binnenstormde, Adrie Voorting, Piet Steenvoorden,
Lode Wouters en Rik van Looy - de twee befaamde Belgen - de bloemen voor zich
opeisten. Ook naar het jaar van Jan Janssen, naar ... Voorbij zijn die
jaren. Voorbij, voorgoed voorbij! Een trieste gewaarwording, niet alleen voor
winnaar Jan Raas, die voor „anderhalve man" deze 19e uitgave op zak wist
te steken. Ook voor organisator Gerrit de Vries die zijn prachtige creatie
van weleer met de moed der wanhoop vasthoudt en van geen wijken wil weten. Ergens heeft hij
gelijk. De Ronde van Midden-Nederland bezit een te grote erelijst om zomaar
te laten verdwijnen. Bovendien weet hij - ook nu voornamelijk regionaal het
parcours moet worden-uitgezet - dat zijn Ronde een welhaast uniek
traject bezit. Met smalle, kronkelige weggetjes en dijken, met wat lastige
klimmetjes (Zevenheuvelen, Grebbeberg, Amerongse Berg, Maarnse Berg), met
klinker- en asfaltbanen, met open vlakke stukken in de polders, met
lommerrijke doorkomsten. En toch ... vrijwel ieder jaar opnieuw een probleem
om een representatief rennersveld bijeen te trommelen. De oorzaak? Niets meer
of niets minder dan Olympia"s Ronde van Nederland! De coureurs,
zeker zij die in sponsorploegen zijn ondergebracht, zijn al het klassieke
gefiets meer dan moe. Willen liever de „graantjes" van allerlei soort
criteria oppikken, hebben al zo onvoorstelbaar veel kilometers gereden. Met
eenzelfde euvel kampt Midden-Zeeland en vanuit die hoek zijn reeds kritische
stemmen te beluisteren of men de organisaties na de Olympia Ronde eigenlijk
wel langer ten koste mag laten gaan. Gerrit de Vries (Midden-Nederland) heeft
reeds verklaard: “Volgend jaar probeer ik het nog alleen met
verenigingsploegen. De sponsors laten je toch hangen." Daarentegen
oreert Cees Overkleeft (Midden-Zeeland): „Mij volgend jaar geen
verenigingsteams meer. Die laten hun schone beloften ook maar varen. Ik wil
nog alleen met sponsorformaties draaien." Het grote
kernpunt in beide beweringen is en blijft: de renners hebben er geen zin meer
in. De “verdiensten" in een lange wegkoers (en dan moet men uiteraard
nog “kort" rijden) wegen lang niet op tegen het lucratieve inkomen, dat
met „gevlieg" rond kerk en waterput is op te halen. De renners zijn
verzadigd, hebben met hun ploegleider en sponsor het grote hoogtepunt
beleefd. In positief of in negatief opzicht, met winst of verlies. LEVENDIG EN TOCH
VLAK Binnen de directe
kring van de wielersport is al meermalen de vraag gesteld: hebben we eigenlijk
niet veel te veel klassiekers? Aan de andere kant is ook bekend dat de
kalender voor criteria, speciaal voor amateurs en nieuwelingen, jaar op jaar
uitbreidt. Er is, zo formuleert men verder, gewoon sprake van
„overbelasting". Waarmede men eigenlijk bedoelt: er wordt
„roofbouw" gepleegd, de renners krijgen gewoon de kans niet om te
recupereren. 't Gevolg is dat vrijwel iedere amateur na twee, drie seizoenen
volkomen „op" is' en daarna bij een eventuele overgang naar profs
helemaal geen “poot" meer rond krijgt ... Misschien wat al
te sombere geluiden. Toch kon men in de Ronde van Midden-Nederland, vorige
week dinsdag in de late middag en vroege avond verreden, - merken dat het
legioen inderdaad „moe" is. De vlam was er duidelijk uit. „En
groupe" wist men zeker nog een hoog tempo te onderhouden. Demarrages,
zelfs die welke door een aantal kopstukken op gang werden gebracht, kregen
nauwelijks ruimte. Werden vrijwel meteen in de kiem gesmoord, al heeft de
vrij spoedig tot stand gekomen grote deling van het peloton nimmer meer een
totale hergroepering te zien gegeven. Maar die eerste compacts groep van ruim
vijftig renners mocht nog zoveel uiteen worden gerafeld -- en daarin zaten
toch. mannen als een Gerrie Knetemann, een Frits Schur, Jan Aling, Fons van
Katwijk, Wim de Waal, Jan Raas, John Cornelissen en ook Roy Schuiten (alleen
zorgde hij ook bij een latere splitsing te komen; om tenslotte nog een
allerbeste solo voor de tiende plaats weg te geven) - even reageerde de rest
en alles zat weer broederlijk bijeen. Zelfs toen Aling, toch beduidend minder
op dreef dan in de Kempen, Ad Gevers en de zeer overtuigend rijdende Fons van
Katwijk vlak voor de Grebbeberg ( Weliswaar een
levendig spektakel omdat het vrijwel nimmer stil lag, aan de andere kant
echter kleurloos vlak. EEUWIGE
PECHVOGELS ... Meer, veel meer
inhoud had de uithaal van Bert Scheuneman (Caballero) en John Verbeke (Trico
Noble). Samen wipten zij met brio over de Amerongse Berg, trokken van een halve
naar driekwart en zelfs tot een volle minuut bij de anderen vandaan. Hun
vlucht ging zelfs meer dan een uur duren, liep over ruim Voor ons gold
toen Fons van Katwijk als de grote favoriet. De frisse boerenzoon uit Oploo,
al zo vaak door tegenslag van een klassieker-triomf terug gehouden, liet zijn
machtige benen het gemakkelijkst gaan. Bovendien, zo wogen we zijn kansen af,
bezit “Fonske" een eindschot, dat waarschijnlijk ook door de rappe Jan
Raas en Harris van der Groezen niet zou kunnen worden beantwoord ... Helaas ... bij
het binnendraaien op het Galgenwaard-beton ging “Katwijkie" te scherp
naar het „gootje". Hij kwam ten val, sleurde ook Van der Groezen nog mee
tegen de sintels en toen was het voor Jan Raas niet zo moeilijk meer.
Waarmede de Ronde van Midden-Nederland wederom een flinke naam op de erelijst
kon later bijschrijven. Fons van Katwijk
haalde lopend de streep, krijste, huilde bittere tranen. Eeuwige
pechvogel... Net als Evert Diepeveen, die zo sterk gerodeerd terug uit
Praag-Warschau-Berlijn, bij Leusden door een ongelukkige manoeuvre van een
totaal ongeinteresseerde politie-agent de verkeerde karat werd opgestuurd,
zijn fout op het laatste moment wilde herstellen en toen op het kletsnatte
wegdek keihard ten val kwam. Met Albert Scheffer, die daardoor zelfs tegen
een auto vloog en door de ambulance-dienst moest worden opgeraapt. Voor de
„Stichtenaren" nog meer een teleurstelling omdat men „de Diep"
zeker goede kansen toedacht en hij op de geleende fiets van oudrenner John
Meijer (het materiaal van Diepeveen was nog niet aangekomen) inderdaad ook
een goede indruk maakte. De balans van dit ongeval: kansen voor Diepeveen
totaal verspeeld, fiets van Meijer totaal vernield. Tja, vreugde en
verdriet liggen ook in de wielersport nog steeds op hetzelfde boordje... KOERSVERLOOP 0-45 km: peloton gesplitst in twee grote groepen, demarrage vooman van
zeventien renners meteen ongedean gemaakt. 45-90 km: Alex Bongers en Grant Thomas, later Evert Diepeveen en Grant Thomas
krijgen evenmin kans om weg te komen. Zeven en twintig renners, te weten Cor
Berkhouwer, Evert Diepeveen, Peter Kuys, Harris van der Groezen, Ad Gevers,
Hans van der Kooy, Gerrie Knetemann, Alex Bongers, Bert Scheuneman, Wim
Peter, Herman Perfors, Rhett van Trigt, Nico Rinkel, Theo Smits, Frits Schur
en Albert Scheffer, Gerard Valentijn, Jan Raas, Grant Thomas, John Verbeke,
Wim de Waal, Fons van Katwijk, John Cornelissen en Jan Aling alsmede de
alleen nog bijkomende Roy Schuiten
vergaren een winst van 25 seconden. Bij Wijk bij Duurstede ( Direct daarop
wippen weer twaalf vluchters (Lunenburg, Knetemann, Raas, Van der Groezen,
Gevers, Snoeijink, Smit, Aling, De Waal, Van Katwijk, Diepeveen en Schur)
weg, maar ook zij krijgen geen kans. 90-135 km: Weten Ad Gevers, Fons van Katwijk en Jan Aling als drietal meer den
een halve minuut te nemen, direct na de Grebbeberg ( 135-180 km: De vlucht van het tweetal, -ingezet op de Amerongse
Bergweg ( Roy Schuiten
tracht eveneens nog vooraan te komen, kan het steeds groeiende gat niet dicht
rijden. Op de Galgenwaardbaan komt Van Katwijk ten val met Van der Groezen.
Jan Raas (winnaar) en Wim de Waal alsmede Peter Kuys veroveren de
ereplaatsen.BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. J. Raas, Heinkenszand, Ploegenklassement: 1. Trico Noble 16 prat.; 2. De Koning-Genderen 27 prat.; 3. Jan van
Erp-Hutchinson 59 prat. Verenigingsprijs: WC De Jonge Renner, Oosterhout. RONDE VAN
MIDDEN-ZEELAND – 2 juni.1973 PEER MAAS PIEPTE
'EM PRECIES OP TIJD IN RONDE VAN MIDDEN-ZEELAND Zeeuwse
wielersport in ernstige impasse Het verhaal
begint daar waar het eigenlijk had moeten eindigen. Daar waar men normaliter
de grote slag van de beide Zeeuwse wielrenners Jan Raas en Wim de Waal had
mogen verwachten. Met een alles splijtende demarrage, met een volledig
“afmaken” van de beide mede-vluchters Piet Franken en Peer Maas, met een
geweldig afronden van een toch al zo sterk gedegradeerde wegkoers waardoor
dit schrijnend leed enigszins zou kunnen worden verzacht. Doch wat
gebeurde? Noch Raas noch De Waal wilde de bijzonder kien uitgevoerde
demarrage van de Westbrabander Peer Maas beantwoorden. De een voor de ander
vertikte het, al dient eerlijkheidshalve wel te worden gememoreerd dat juist
Jan Raas bleef verzaken op het moment dat Wim de Waal Zeelands roem nog
trachtte te redden ... Waarmede Peer
Maas, die verleden week donderdag in het Belgische Hoboken ook een
schitterende triomf wist te behalen - een sterrit, ofwel een soort
semi-klassieker - niettemin een overwinning van importantie heeft weten te
behalen. Zonder meer. De 22-jarige knaap uit Heerle was er bijzonder gelukkig
mee. “Weet je, ik heb in Olympia's Ronde van Nederland ontstellend veel
moeten afzien. Ik kon trouwens het hele voorjaar maar niet het ritme van de
weg vinden. Met Vester Aarts heb ik veel op de banen van Antwerpen, Gent en
Rotterdam gereden. Misschien zelfs wat te veel. Nu gaat het ineens. En ik
kreeg nog veel meer moraal toen Raas en De Waal elkaar onderweg steeds in
het „pak" staken. Even heb ik het, vlak voor Kats ( RIVALITEIT TEN
TOP Voorbij de streep
stand Jan Raas. Onbewogen. Alsof het langs hem heen ging. “Als je niet goed
over me schrijft, hoeft het van mij niet in „Wielersport". Maar ik ben
toch niet zo gek om Wim de Waal een kans te geven. Hij haalde mij toch ook
steeds terug. Of alleen, of in gezelschap van Maas en Franken. Het antwoord
van Wim de Waal was kernachtig: “Otverdoeme, toen ik Raas haalde, waar's nog
zo verre. In Midden-Nederland he'k hem toch ook geholpe, waarum gaf'ie mij
noe geun kans. Raas mot nie denke, dat'ie altied kan winne. 't Is goo, da Maas
he gewanne. Saam hadde we het zo mooi kunne speule. Wacht maar te
Zeeuwsch-Vloandere. . ." Waarmede de Ronde
van Midden-Zeeland een slot kreeg, dat speciaal dit keer erg ongelukkig
overkwam. Men had namelijk zo dringend een zege van een eigen provinciegenoot
nodig. Temeer omdat deze vroeger zo grootse en internationaal zelfs enorm
gewaardeerde wegkoers (met Belgen, Duitsers, Engelsen en Fransen) duidelijk
op de rand van volledige ineenstorting balanceert. Men, de organisatie kan
deze krankzinnig-op de spits gedreven rivaliteit maar heel slecht waarderen.
Het was toch al zo bedroevend dat slechts 54 deelnemers voor deze wegkoers
van ruim SAMENHANG We weten dat
iedere grote organisatie vlak na Olympia's Ronde van Nederland problemen
heeft. Niet alleen omdat er diverse belangrijke uitzendingen (Ronde van
Engeland, Pijl van het Zuiden etc.) zijn en de meest vooraanstaande toppers
daarvoor werden geselecteerd, nog meer omdat het legioen zich met alle
gulzigheid op de veel meer inkomsten biedende criteria start. In alles mist
men evenwel een juiste samenhang. Misschien doen de Zeeuwen er zelf ook geen
goed aan om met Vlissingen (vrijdags), Midden-Zeeland (zaterdags) en 's-Heerenhoek
(zondags) teveel in een te kort tijdsbestek af te willen werken. Waar nog
bijkomt dat men in deze gevallen te maken heeft met drie verschillende
organisatie-comitees en waarbij de renners logischerwijze de meest
aantrekkelijke gebeurtenis kiezen. Een goede codrdinatie had dan wellicht het
juiste effect gesorteerd. In sportief
opzicht kan een criterium evenwel nimmer wedijveren met een grote
wegwedstrijd, dat wil zeggen: coureur wordt men op de lange route, op een
parcours zoals bij voorbeeld de Ronde van Midden-Zeeland. Vooral omdat men
daarin een flinke afstand (ruim Zonder Peer Maas
te kort te doen, weten we dat zowel Wim de Waal als Jan Raas van het
jongstleden zaterdag aanwezige rennersveld de beste kwaliteiten bezat. Toch
faalden beiden, toch verknoeiden beiden hun eigen kansen. Voornamelijk door
een idioot doorgedreven rivaliteit, een afgunst die deels is terug te voeren
op het sinds generaties aanwezige verschil dat boven- en
onder-Westerscheldenaars ten opzichte van elkaar plegen uit te spelen. Vooral
in de sport, speciaal bij het wielrennen met de altijd aanwezige aanhang, is
dat waar te nemen. Jammer, maar waar! Des to meer jammer, omdat to dikwijls
wordt vergeten hoe men met eon saamhorigheid juist doze provincie op
wielrengebied aanzien kan geven. Beide renners,
Jan Raas en Wim de Waal, hebben kwaliteiten in overvloed, al zouden we van De
Waal graag eens wat meer „lef", wat meer bewuste koersdrift om alleen
beslissingen te forceren, willen zien. Opgenomen in sponsorploeg Trico Noble
weet ploegleider Hennie Schouten met veel overtuigend praten hun krachten
vrijwel altijd te koppelen. Nu uitkomend voor hun vereniging, ZR & TC
Theo Middelkamp (Jan Raas) en WV Zeeuws-Vlaanderen (Wim de Waal) werd evenwel
het persoonlijke belang op de voorgrand geplaatst. Werd te gemakkelijk
vergeten dat men beiden in Zeeland woont. Ach ja, als twee
honden vechten am een been ... Peer Maas, inmiddels ook winnaar van het
criterium in Hoogerheide, wil gerust wel meer de “derde" zijn die met
het been (de volle winst) gaat slepen. En dat doet hij dan nog met
overtuiging ook. KOERSVERLOOP Kwadendamme, Ellewoutsdijk, Borssele, Ovezande, Lewedorp, Vlissingen Middelburg, Kamperland, Kats, Wemeldinge, Kapelle, Kloetinge, Goes, Amateurs: 1. P. Maas, Heerle Ploegenklassement: 1. WC De Jonge Renner, Oosterhout 13.58.13; 2. ZR & TC Theo Middelkamp,
Goes 14.00.44; 3. WC “Roosendaal", Roosendaal 14.05.41. RONDE VAN
NOORD-HOLLAND – 17 maart.1973 Ronde van
Noord-Holland kwam nauwelijks op gang Rappe Piet van
Katwijk rammelde aan de "ketting" Vergelijkt men
het koersbeeld met verleden jaar, toen de meute in de grote wegkoersen
vrijwel direct na de start voor een belangrijke vlucht zorgdroeg om daarna
de eenmaal verkregen voorsprong te consolideren en vervolgens een
bikkelharde finale op te voeren, dan is er nu heel wat anders te aanschouwen.
Duidelijk is namelijk te merken dat vrijwel iedereen de afgelopen winter
flink aan het werk is geweest, dat er terdege getraind is, dat de conditie
nauwelijks is teruggelopen. Er is tot nu toe maar zeer weinig verschil in
niveau, in kwaliteit te constateren. De massa wordt nauwelijks
“verloren" ge- reden, men kan volgen, men kan zelfs aan het meest hoge
tempo-ritme beantwoorden. Vrees voor demarrages heeft het gesponsorde
amateurlegioen momenteel niet meer, durvers mogen gerust een halve minuut
pakken, want met even de rug wat dieper krommen en een wat steviger greep in
het stuur kan iedere kloof weer worden dichtgereden... Zelfs ook in de
altijd zo gevreesde Ronde van Noord-Holland. De oudste klassieker van
Nederland, die bij iedere generatie een magische klank heeft en zal behouden
omdat er in het open winderige land boven het Noordzeekanaal altoos verschrikkelijk
moet worden geknokt om er bij te blijven. Laat staan om een of andere
heldenrol te vervullen. We kunnen ons
niet herinneren dat er, zoals nu voorbije zaterdag gebeurde, zo gegroepeerd
naar de finish werd toegereden. Des te meer verwonderlijk, omdat er toch
vrij veel wind stond, het ook behoorlijk fris was en men afwisselend moest
„duwen" en “rouleren". In deze 28e uitgave van de Ronde van Noord-Holland,
meer dan voortreffelijk door het Zaanse DTS georgantseerd en door middel
van duidelijke borden op zeer doeltreffende wijze aangegeven en
“gekilometreerd", kwam het Grote gevecht dan ook nauwelijks op gang. En
was er enige verbrokkeling waar te nemen, dan duurde het maar heel even. In de beginfase
waren er nogal wat valpartijen, werden er wat knapen - onder wie toch ook
Sjaak Schuitemaker, Jans Vlot en het toch weer bijkomende tweetal Co
Hoogedoorn en Gerrie van Gerwen - afgehaakt en betekende deze koers voor
velen duidelijk een bepaald drama. Janus van Tol, de specifieke pistier,
hield er maar mee op, Jan Lenferink moest een nieuw wieltje steken en plots
kwamen Nico van Hest, Jos Kieftenburg, Jan Spijkerboer, Bas Brouwer, Gerrie
Fens, Lau Verweij, Co Moritz, Gerrie Habets en nog een aantal coureurs te
„zwemmen". Maar de meesten wisten weer aan te sluiten. De koersvlam was
namelijk nog niet hoog opgelaaid, het tempo bleek te constant. Ondanks het
feit dat dit dik boven de veertig lag ... De doorkomst in
Castricum - evenals in de slotfase door Purmerend - geeft jaar op jaar
problemen. De drukke winkelstraat is altoos verstikt van auto's en als er dan
nog een wielerkaravaan met alle voorop rijdende wagens doorheen moet, dan
behoeft er niets te gebeuren of het stokt. Zoals ook nu en waardoor ineens
Roy Schuiten, Henk Poppe en Tonny Huyzen enige voorsprong konden nemen.
Vergeefs probeerden Gerrit Mohlman en Ron Smit aansluiting te vinden, maar
na opnieuw wat valpartijen kon men in Egmond-Binnen aan een nieuwe jacht
beginnen. Daar waren het immers Ad Dekkers, Arie Hassink (beiden van Amstel
Bier), Wil de Vlam (Jan van Erp-Hutchinson), Henk Smits (Hebro-Flandria),
Albert Hulzebosch, de Frisol-man ging voor de tweede keer weg, en Henk Stander
(Caballero) die tot een maximum-winst van een minuut en zestien seconden
wisten te komen. Hulzebosch ging bij een scherpe draai naar links zelfs nog
onderuit, kwam echter weer bij. Inderdaad leek het of deze vlucht voldoende
inhoud zou hebben. Door de kuststreek van Aagtdorp, Schoorl, Camperduin,
Petten en St. Maartenszee kon het toch wel verbrokkelde peloton nauwelijks
een streep naderbij komen, maar eenmaal met de wind in de rug - richting
Kolhorn - werd het vlug anders. Vooral toen Henk Smits eerst en later ook Wil
de Vlam door een lekke band moesten loslaten. Bovendien hadden
zowel Trico Noble als Ketting-Shimano en verder ook Kroon-Vlees waren,
Drinkwaard BV, Delbana, Michelin, Van Nelle, Ovis en nog wat andere
formaties er alle belang bij, dat het “uitstapje" verder teniet werd
gedaan. Ze misten namelijk een man van voren en dat is .... De jacht scheurde
de groep in drieen en bij dit angstwekkend harde jagen over de Westfriese
Zeedijk kon het niet uitblijven of er zou wat gebeuren. Vooral omdat men „aan
een touwtje" zo dicht mogelijk aan het wiel wilde rijden. Er kwam
wederom een val en daaruit moest Jan Huisjes met een gebroken sleutelbeen
naar het ziekenhuis werden afgevoerd, konden ook Jan van der Horst en Anne
Koster het verdere Noordhollandse avontuur wel vergeten en wist Ruud Haller
zowaar weer aan te pikken bij de laatste (derde) waaier. Voor de zoveelste
maal kwam er een hergroepering tot stand, ofwel 46 renners op kop. Een
twintigtal achterblijvers telde bij Medemblik reeds twee en een halve minuut
verlies. Kwam er dan nooit
wat leven in de brouwerij? Frits Schur en Andre Gevers hebben het langs de
Zuiderzeedijk zeker geprobeerd, maar hun bres van ruim twintig seconden bleek
ook te eng. Vooral toen Gerrie Heeringa, Wim Nooren en de deze dag steeds zo
rumoerige Lau Verweij een soort springplank gingen vormen waarop de rest zich
met gemak kon afzetten. Even jagen en de
plooi was weer glad gestreken, al hield Gevers het dan tot door Enkhuizen
alleen nog even vol. Achteraan moesten
Anne Wiegersma, Theo de Vries, Bert Bathoorn, Ted Blom, Leo Boose en Ron Smit
alsmede Adrie Deusing flink op de tanden bijten om weer aan te sluiten. De
rappe Theo Smit en ook Eddy de Vos en wat later bij Venhuizen ook Wim
Albersen gleden evenwel verder weg in de achterhoede en juist voordat Ron
Smit - zeer onverstandig om dit direct na zijn jacht te doen - zijn
nutteloze sprong in de ruimte plaatste, moesten toch ook Wiegersma, Verweij,
Deusing en ... Gevers de tol voor hun inspanningen betalen. Nog een vermetele
man, namelijk Frits Schur, verloor het contact. Hij werd geplaagd door kramp
en gaf later te kennen: “M'n zadel stand beslist te hoog, ik voelde het al
toen ik met Gevers weg was. Ik kon “niet snijden”, m'n benen deden
pijn." Des te meer
Zaandam in zicht begon te komen, werd de druk van vooral de Trico
Noble-renners groter en groter. Het oranje-zwart schitterde steeds op de
eerste rij. Zou het dan toch een herhaling van verleden jaar worden? Zou de
gewiekste Wim de Waal, die in Belgie al drie koersen van importantie heeft
weten te winnen, zich wederom zo lang verborgen houden als nodig was? Hij
heeft het later, aan de streep waar Piet van Katwijk hem zeer duidelijk
klopte, bevestigd. “Kijk, er was vandaag genoeg beweging. Niemand kon echter
diep doorboren. Ik voelde dat we in pak" zouden gaan aankomen. Daarom
stortte ik me in geen enkel avontuur, 't haalde hier toch niets uit. En met
Jan Raas en Hennie Geysel, John Cornelissen en Grant Thomas bezitten wij toch
een ploeg die met succes kan opereren." 0 't Was evenwel
een andere oranje trui die bijna nog roet in het eten gooide, want qua
„timing" was de uitval van Rink Cornelisse gewoon meesterlijk. Precies
op dezelfde plaats waar twee jaar geleden Nanno Bakker zijn greep naar succes
deed, vloog de Amsterdammer weg. In het overvolle Purmerend waar ook nu
auto's de weg versperden en de Ronde van Noord-Holland bijna om zeep hielpen.
Jammer toch dat de passage ook hier, net als in Castricum, altijd zo moeilijk
is. Uiterst moeilijk zelfs, want steevast wordt daar de finale ingeluid.
Rink Cornelisse wist dat en met hem zullen vele anderen het voor de
toekomende jaren ook weten ... Enfin, Cornelisse
kreeg hulp van de ijzersterke Henk Poppe. Op de lange kaarsrechte weg door de
Wijde Wormer (een eind zonder eind) werd echter ook deze ontsnapping
gelokaliseerd, De mannen van Ketting-Shimano, in tempo door de onvermoeibare
Roy Schuiten en Jan Aling sterk aangevuurd, namen vooral hun sterke spurter
Piet van Katwijk mee op de eerste rij. En steeds meer rappe mannen gingen hun
posities innemen. Op de steentjes
van de Zaanse Cornelis van Uitgeeststraat waar 22 man, die in de laatste fase
toch nog een dikke minuut vooruit waren gekomen, toen aangingen voor de
voornaamste prijzen, heeft Piet van Katwijk wel even laten merken hoe men
zo'n massale aankomst moet regelen. Van ver uit de hoek kwam hij uit het wiel
van ... Wim de Waal die vele lengten tekort kwam. PIET VAN KATWIJK:
23 jaar, getrouwd, vader van een dochtertje (2 jaar) en over ongeveer een
maand opnieuw papa. Winnaar van o.a. de Omloop van de Baronie, Enschede-Miinster,
de Ronde van Limburg, van drie etappes in Olympia's Ronde van Nederland,
twee ritten in de Ronde van Oostenrijk en een in de Tour de Limousin. Voorts
puntenwinnaar (groene trui) in zowel Olympia's Ronde als in Oostenrijk. De
Ronde van Noord-Holland heeft opnieuw een sprekende naam op de erelijst.BRON:
JAN BALDER Amateurs: 1. P. van Katwijk, Mill Ploegenklassement: 1. Trio Noble 22 pnt. ; 2. Ketting-Shimano 24 put.; 3. Frisol 31 pnt. RONDE VAN
OVERIJSSEL – 5 mei.1973 Ronde van
Overijssel machtsconfrontatie nationale amateurs Jan Aling temde
drieste Fedor den Hertog „Bewust heb ik
van meet af kop gedaan opdat niet weer de indruk gewekt werd, dat ik een „plakker"
zou zijn, zoals ten onrechte soms wel eens-gezegd," aldus Jan
Aling, de sterke winnaar van de 22e editie van de Ronde van Overijssel, een
van de mooiste klassieke wegwedstrijden die we dit seizoen observeerden. Aling was op het
heuvelachtige terrein tussen Nijverdal en Holten met Fedor den Hertog aan de
haal gegaan. Fedor, die zich zeer actief toonde in deze tamelijk zware
koers vanwege de bijna stormachtige wind waarmee de renners moesten af
rekenen, demarreerde keihard zoals hij al eerder had gedaan in deze wedstrijd.
Toen was het steeds de attente Frits Schur; die goed reageerde. Kortom: het werd
in deze op uitstekende wijze door het Wielercomite Overijssel georganiseerde
wedstrijd een bikkelhard treffen tussen Frisol, dat met vier renners was
vertegenwoordigd in de kopgroep en Ketting-Shimano, dat met vijf renners van
de A-ploeg van de partij was. In de slotfase
moest Piet Liebregts, ploegleider van Frisol, evenals in de Ronde van
Gelderland (Louis Westrus) een sterke troef missen. Cees Priem werd namelijk
uit de strijd genomen omdat hij een bidon had aangepakt... En dit gebeurde
juist toen Fedor den Hertog met Jan Aling was gedemarreerd! Een tegenslag dus
voor Priem, die achteraf verklaarde, dat hij deze bidon juist voor Fedor had
aangepakt ... Overigens, een stevige les voor Priem maar ook voor andere coureurs! Een paar uren
voor de Ronde van Overijssel keken insiders in de wielersport somber omdat
het praktisch windstil was en het zonnetje heerlijk scheen. Op zichzelf
gunstig voor de toeristen maar de wielerkenners vreesden, dat het bij dit
mooie weer wel eens op een massale aankomst kon uitdraaien. Gelukkig pakte
dit anders uit. Nog maar nauwelijks had wedstrijdleider Stef van de Berghe,
gelukkig weer “bijgetekend", de rode vlag ingetrokken of de knuppel werd
in het hoenderhok gegooid! Zeer hoog lag het begintempo en toen even voorbij
Enschede (na Prachtig
samenwerkend, goed in de waaier fietsend, bouwde deze groep een voorsprong op
van bijna een minuut. Vlak voor
Ootmarsum moest Henk Poppe, een van de troeven van Caballero, afhaken omdat
hij ten val kwam door teveel „op het kantje" te rijden... . Ook dat is een kunst
wanneer een coureur in „de waaier" fietst ... Een knaap als routinier
Bennie Groen bengelde ook vaak aan de staart maar deze Krooncoureur bleef
attent en kon op centimeters “laveren". PLOOIEN TREKKEN Op de
Huipersberg, even voorbij Ootmarsum, vond Fedor den Hertog het welletjes. In
gezelschap van de strijdlustige Frits Schur, die het in Olympia's Ronde door
Nederland wel eens opnieuw verrassend kan doen, ging hij aan de haal. Br ontstond
een felle jacht op de twee vluchters onder aanvoering van Ton van de Spiegel
en Co Hoogedoorn en zo kon het gebeuren, dat de twee vluchters spoedig
werden achterhaald. Door het hoge tempo, dat werd aangegeven, was de
voorsprong intussen vergroot tot bijna twee minuten! Knap werk leverde
inmiddels Co Giling toen hij na een lekke band spoedig weer „bij" kwam.
Dat was nabij Almelo, toen de coureurs Bij Den Ham
noteerden we twee renners die moesten lossen, namelijk Louis Westrus en de
overigens knap koersende Jan Huisjes, een lid van de Hebro-Flandria-ploeg. Na
dit duo moesten ook Piet van Leeuwen, Jos Swinnen, Co Hoogedoorn, Henk
Prinsen en Cees van Dongen afhaken, evenals Anne Koster, die het overigens
toch steeds weer heel knap doet. In de kopgroep
bevonden zich op dat moment nog: Fedor den Hertog, Cees Priem, Co Giling,
Harrie van der Groezen, Aad van den Hoek, Frits Schur, Jan Aling, Albert
Scheffer, die in deze koers bewees, dat hij ook op de weg zijn mannetje
staat, verder Piet van Katwijk, Ton van der Spiegel, Fons van Katwijk, Frits
Sluper, Bennie Groen en de beslist ook goed rijdende Henk Botterhuis. Deze
laatste was het ook, die in gezelschap van Aling op de Lemelerberg (na Het was een
boeiend schouwspel te zien hoe de grote mannen in de kopgroep elkaar nauwlettend
in 't vizier hielden. Herhaaldelijk noteerden we felle demarrages, onder
andere ook van Ton van der Spiegel, Jan Aling en de attente Frits Schur. Door het hoge
tempo moest Albert Scheffer bij Haarle even lossen. Hij had Vrouwe Fortuna op
zijn hand toen hij kort daarop de stormachtige wind in de rug kreeg. Na even
goed te hebben geschakeld was de Zelhemmer meteen weer bij. Dat lukte niet
aan Cootje Giling. Hij moest definitief lossen toen de kopgroep ,,in hoog
tempo de Nijverdalseberg “beklom". Kramp was de oorzaak. INEENS Nadat Ton van der
Spiegel een zoveelste demarrage op niets zag uitlopen, kromde Fedor den
Hertog ineens zijn rug. En wanneer de Frisol-coureur dit doet, den is bekend
dat hij grote planner heeft! De attente Jan Aling, die van meet af fel belust
op winst koerste, greep zijn wiel. Zeer hoog lag het tempo van dit duo, dat
beurtelings kop nam. Fedor den Hertog
probeerde af en toe zijn opponent wel “los" te rijden maar de in
uitstekende vorm verkerende Aling, die zich goed thuis voelt in het Brabantse
land, gaf geen krimp. Het was een lust voor 't oog dit sterke duo te zien
koersen in die laatste kilometers tussen Holten en Rijssen, waar de aankomst
weer traditiegetrouw was. In die laatste
kilometers was Fedor den Hertog er reeds van doordrongen, dat hij het in de
eindsprint zou meteen afleggen tegen de rappe Aling, die wijselijk in de
slotfase geen kop meer nam. Met lengten voorsprong ging deze juichend over de
meet! Gevolgd door Fedor den Hertog wiens tweede plaats als zeer eervol betiteld
ken worden. De “wonderlijke" Den Hertog toonde in deze Ronde van
Overijssel weer eens zijn kwaliteiten en zal deze in Olympia's Ronde door
Nederland mogelijk ook ten toon spreiden. Althans, zo gaf hij ons te kennen. Overigens, deze
22e Ronde van Overijssel bleek een goede generale repetitie voor tal van
teams. Met name Frisol en Netting-Shimano presenteerden hun visitekaartje als
kandidaten voor ereplaatsen in Nederlands grootste wielersportevenement,
Olympia's Ronde door Nederland, dat nu alle aandacht gaat opeisen.BRON:
BEN ZOMERDIJK Amateurs: 1. J. Aling, Bladel, Ploegenklassement: 1. Ketting A 8 pnt.; 2. Frisol A 9 pnt.; 3. HebroFlandria 45 pnt.;
4. Delbana A 45 pnt. Clubs: 1. Groenewoud, Nijmegen; 2. De Peddelaars, Hoogeveen. Bergklassement: 1. Frits Schur 9 pnt.; 2. Fedor den Hertog 8 pnt.; 3. Henk Botterhuis
6 pnt. ; 4. Ton van der Spiegel 3 pnt. ; 5. Jan Aling 2 pnt. ; 6. Cees Priem
1 pnt. ; RONDEN
VAN ZUID-HOLLAND – 31 maart.1973 Ronde van
Zuid-Holland werd niet zomaar afgedaan... Jonge Wil van
Helvoirt kende zijn kracht Eindelijk stond
er wat meer wind. Eindelijk eens weertje dat het koersverloop gunstig zou
kunnen beinvloeden. En toch ... opnieuw een voortborduren op het dit voorjaar
bij voorkeur gebezigde stramien. Alsof de amateurroutiers allemaal een
fluitje om de nek hebben hangen en zich strikt wensen te houden aan het:
“Verzamelen geblazen!". Waaraan ligt het toch dat sterk doorgedreven
splitsingen in de eerste kilometers na het vertrek, niet volledig kunnen
worden afgewerkt? Dat men nu kennelijk wel “waaiers" weet te maken om
weer terug naar de spits te rijden? Missen we dan pure toppers, onvervalste
avonturiers ? Of geeft het enorme tempo - dik boven de Tja, men kan
aanvoeren dat de voorbije winter schitterend gelegenheid heeft geboden om de
conditie op peil te houden. Maar, zo vragen we ons af, of we bezitten
momenteel een bredere laag aan kwaliteitsrenners zonder uitgesproken toppers
of we verkeren in het stadium dat de cracks nog niet voldoende ingereden
zijn. In de bijzonder
goed georganiseerde en op de weg voortreffelijk verlopen Ronde van
Zuid-Holland (alweer de twintigste uitgave) hebben we namelijk vrijwel
hetzelfde beeld voorgeschoteld gekregen als hetgeen in de Ster van Zwolle, de
Ronde van Noord-Holland en de Omloop van de Baronie werd gedemonstreerd.
Onderkennen we dat iedere klassieker of van stad tot stad-wedstrijd een
geheel eigen karakter, een totaal verschillende structuur bezit, dan is het
toch typisch dat de wijze van koersen ieder jaar anders is. Vorig seizoen
werd er als de gesmeerde bliksem een kopgroep geformeerd die zich de gehele
dag doorgaans niet meer liet terugzien. Daarna volgde dan een helse finale.
Nu vormt men grote pelotons die nauwelijks een minuut tussenruimte aan
elkaar toestaan en schijnbaar zonder enige moeite weer samenvloeien.
Weliswaar met achterlating van hen die niet kunnen volgen of slechts bij de
gratie van hun licentie als amateur kunnen worden aangemerkt. Wie zich
evenwel goed kan “versteken" en het hardrijden vooral aan de zogenaamde
„k ... zakken" (vergeef ons) overlaat, komt zonder moeite mee. Nou ja,
zonder moeite ... In Zuid-Holland
hebben we het eens goed geobserveerd. Er stond voorbije zaterdag toch echt
wel wind. En qua parcours was het beslist niet gemakkelijk. Duidelijk moest
men ook nu de ritme-veranderingen aankunnen. Rouleren en duwen. Wat gebeurt
evenwel: is er een kopgroep, dan wordt niet even flink „op de kant
gerammeld" om de vlucht zo selectief mogelijk te maken. Neen, netjes en
beleefd krijgt ieder de kans op tijd zijn werk te
doen en - nu komt het belangrijkste - men laat elkaar er weer tussen.
Onverschillig op welke plaats. Voorgaande jaren gebeurde dat niet of
nauwelijks. Alleen de mannen die men waarschijnlijk nog nodig mocht hebben,
werden toen meegenomen. Dit duidt op een gemis, op een ernstig gemis aan
“generaals". Hetgeen we dan zelf weer wat wensen af te zwakken om het
feit dat het krankzinnige tempo (in Zuid-Holland worden de * We hebben het
meermalen geschreven: een klassieker rijden is tegenwoordig - en zeker in
vergelijking met vroeger - minder inspannend dan het afdoen van een
criterium. Toch behoort het, zeker indien men er van uitgaat dat selecties
in de grote wegkoersen naar voren dienen eo treden, juist andersom te zijn.
Waar we dan ook naar toe moeten: afstanden - zeker op de vlakke
parcoursen/trajeaten - verlengen. Hoe goed ook bedoeld en hoe machtig fijn de
Ronde van Zuid-Holland door de Stichting Organisatie Sportevenementen in
Zuid-Holland (SOS) ook in elkaar werd gestoken, de lengte was naar onze
mening althans niet voldoende. Er hadden een twintigtal kilometers bij
gemoeten. Waarmede geenszins kan worden bewezen dat het dan allemaal anders
zou zijn gegaan, maar het woord klassieker alleen al moet een zekere
„angst", een zeker ontzag inboezemen. Praat men er met de renners zelf
over, dan blijkt het tegenovergestelde. Met “koppie, koppie gebruiken en
zonder pech of een missen van de slag kun je een heel eind komen" heet
het ... *
Uiteraard moet men er de kwaliteiten ook voor bezitten. Attent zijn, veine
hebben, flair bezitten. Precies weten hoe zo'n lange wegkoers qua activiteit
in elkaar steekt. Voorbije zaterdag hebben we bij voorbeeld met bewondering
naar Piet Kettenis gekeken. Jaren terug zat hij reeds dicht tegen de top aan,
kon evenwel door wat voor oorzaken ook niet zijn volledige doorbraak
bewerkstelligen. Kettenis gleed weer terug in het „leger der naamlozen".
Toch zat hij er in Zuid-Holland van het begin af bij. Niet groots weliswaar,
maar juist de manier waarop hij als oudere zich tussen het jeugdige elan wist
te handhaven, gaf weer - en bevestigde onze stelling - dat wie de kijkers
open heeft, zeker niet naar achteren gereden behoeft te worden. Met Rink
Cornelisse, Eddy de Vos (gelost in de eerste groep, maar middels de tweede
jachtformatie toch weer heel parmantig terug), Piet van Leeuwen, Janus van
Tol ( met wat meer karakter zeker een „vedette" in spe), Co Giling,
Harry van de Groezen, Piet van der Kruijs (sterk en gedegen), Theo Smit,
Peter Legierse en Louis Westrus, met verder Frits Sluper, Leon Strobbe,
Roelof Groen, John Verbeke, Roy Schuiten, Jan Aling en regelrechte
openbaring Jan Ruckert alsmede John Cornelissen en Wil van Helvoirt was hij
vlak voor Benthuizen ( * Een harde smak
velde Evert Diepeveen in deze buurt en nog een andere “kei", Fedor den
Hertog moest wegens materiaalpech opgeven. Er waren toen al vele mannen afge- haakt, bij
tientallen zelfs. Achter die twintig durvers, die eigenlijk teveel
samenklitten om de beslissing tegelijk maar te forceren, sloegen Jantje
Klomp, Hans Koot, Ad Dekkers, Ron Smit, Koos van der Knaap (goed gereden),
Theo van der Loo (gelukkig weer terug), Bennie Groen, Jan Zuydweg, Co Hoogedoorn,Nico
Vermeulen, Anne Koster (formidabel op dreef), Rudie Liebrechts (ook al zo
enorm geroutineerd), Nico Rinkel en Ted Blom (zal er niet bijzitten ... ) de
handen eendrachtig ineen. Ze pikten de van voren losgereden De Vos op en vlak
voor Gouwsluis, bij Alphen aan den Rijn (na * Hoewel het
weinig of geen zoden aan de dijk zette, heeft Co Hoogedoorn het daarna even
alleen geprobeerd. Evenals, de eerst achttienjarige Jan Ruckert, die zijn
debuut in het klassiekerrijden maakte en dat uit vreugde waarschijnlijk extra
wilde benadrukken. Met zijn sterke, diepe zit en een machtige pedaalslag,
plaatste hij een flinke uitdaging. Evenwel ook zonder kans, maar de
nieuwelingen-wegkampioen 1972 (verder vorig seizoen winnaar van de Omloop van
Niekerk, de Duitse wegkoers in Giitersloh en talrijke andere wedstrijden; dit
jaar reeds in Reusel) wilde alleen maar even testen waartoe hij in staat is.
Jan Ruckert doet het verstandig. Hij rijdt alleen nog de eerstejaars
wegkoersen over de lange adem, behoeft zich van Amstel Bier-ploegleider
Herman Krott niet over de kop te rijden en krijgt alle gelegenheid zich
verder te ontplooien. Toch een brutale
knaap die Ruckert, want nadat Frits Sluper eveneens geen verlofbriefje kreeg
om te “gaan", counterde de Amsterdammer ook even Piet Kentie. Ruckert
trok er, bij het vliegveld Zestienhoven, zelfs de kopgroep mee in tweeen en
toen heeft zijn ploegmakker Ad Dekkers eventjes “alles" moeten rijden
om de meute weer te completeren. * Jan Ruckert zat
dus duidelijk op de vinkeslag. In Delft, met nog ruim dertig kilometer voor
de wielen, ging hij weer. Tegen de helling van een brug, in een
voortreffelijke stijl op een niet al te hoog verzet. Slimme Louis Westrus,
die wel weet dat hij z'n “verplichting" om een klassieker te winnen
zeker moet nakomen maar bewust later in het seizoen wil schitteren, ging met
zijn stadgenoot mee. En toen patste ook Janus van Tol, vooral qua fietsen het
evenbeeld van zijn mentor Leo Duyndam, naar voren. Direct gevolgd door Frits
Sluper en de wakkere Wil van Helvoirt. In een mum van tijd had het vijftal
tien seconden, enkele kilometers verderop zelfs al meer dan een halve minuut. Voornamelijk
omdat zowel Ruckert als Van Tol en speciaal Van Helvoirt en aanvankelijk ook
Westrus en Sluper een geweldige samenwerking beoogden. Allen tot
verschillende merken (sponsorploegen) behorend, hadden ze er tenslotte stuk
voor stuk het grootste belang bij. De groep
reageerde wel, maar lang niet krachtig genoeg. Hoe komt het anders dat Harry
van de Groezen eerst en even later ook nog Nico Vermeulen na een lek bandje
weer konden aansluiten ... * Het werd een
aardige finale. Een heel aardig slot zelfs. Van Tol reed door zijn Westland
als een trein. Ruckert, trots als een pauw, nam zo mogehjk nog harder over.
En Wil van Helvoirt, volledig gerodeerd op de winterbaan met een reeks
triomfen in koppelkoersen aan de zijde van Gerry van Gerwen, wentelde de
pedalen met het grootste gemak. Des te dichter Den Haag in zicht kwam, des te
overtuigender de Tilburger reed. Sluper moest al eens verzaken en Westrus
voelde zijn benen net “lood" vullen. Wat ging men nu beleven? Ineens
een geweldige doorbraak van neofiet Ruckert? Of zou Van Tol, die tot en met
geladen was omdat zijn Delbana-chef d'equipe Koos Rook hem aanvankelijk niet
opstelde, eens even laten merken wie hij was? Twee, drie keiharde uithalen
van ... alweer Ruckert werden vlot gepareerd. Door Van Tol en Van Helvoirt.
Deze laatste, vorig seizoen grandioos winnaar in de Omloop van de
Krimpenerwaard en de Eindhovense Avondvierdaagse, verder provinciaal
kampioen van Noord-Brabant en eerste in diverse criteriumwedstrijden, gnuifde
bij het ingaan van de laatste bocht naar de streep. Daar beging Van Tol
namelijk zijn grote fout. Veel te gretig en bovendien nog een keer schakelend
verkeek hij zich op die laatste vijfhonderd meter. Hij werd door Wil van
Helvoirt duidelijk geklopt. Overigens
scheelde het maar weinig of die dekselse Jan Ruckert griste nog de derde
plaats weg. Een overslaand versnellingsapparaat speelde hem parten, maar zo
zei hij later: „We zijn niet ontevreden. Ik heb me ruimschoots voor het
nationale wegkampioenschap geklasseerd. Daar ging het vandaag alleen maar
om." Vragen wij ons of
wat Jan Ruckert allemaal demonstreert indien hij echt zijn zinnen op een
klassieker-zege heeft staan ... BRON: JAN BALDER Amateurs: 1. W. van Helvoirt, Tilburg, Ploegenklassement:
1. Frisol 9.56.20 (20 pnt.); 2. Amstel Bier z.t.
(24 pnt.); 3. Delbana z.t. (29 pnt.); 4. Hebro-Flandria z.t. (33 pnt.); 5.
Kroon Vleeswaren 9.57.06. ROOSENDAAL
- 6 september.1973 Amateurs: Nieuwelingen: 1. P. Valentiin, Adspiranten: 1.P. Heeren, ROOSTEREN
(19 augustus).1973 Jos van Beers
naar triomf in Roosteren De uit het
Belgische Vosselaar afkomstige Nederlander Jos van Beers vertoont momenteel
een opmerkelijke vorm. Ook in het Limburgse Roosteren wist hij namelijk naar
de bloementuil te reiken. Dit na een sterke solo welke hij in de slotfase
ondernam.. Overigens viel ook hier op hoe goed de jonge Bas Hordijk zich in
het profmilieu heeft weten aan te passen (werd nu tweede), hoe sterk en
bekwaam Cees van der Meijden (zevende) voor de dag wist te komen en hoe de
jonge debutant Jan Brinkman zich opnieuw flink in de prijzen wist te rijden. In de woonplaats
van Mathieu Pustjens kon deze Canada DryGazelle-troef er uiteraard niet
onderuit om zich eens flink te laten zien. “D'n Pust" wipte dan ook
vroeg weg, nam dertig seconden en werd toen bijgestaan door ploegmakker Theo
van der Leeuw die juist een lek bandje had gekregen, van wiel verwisselde en
zodoende zijn diensten ging verlenen. Op last van de jury moest Van der Leeuw
na enige tijd de wedstrijd staken en toen was het met Pustjens ook vrij vlug
gebeurd. Daarna heeft Wim Kelleners getracht deze bijzonder levendige koers,
die helaas wat weinig publiek trok, nog meer “diepte" te geven. Toen
echter ook Jan Krekels, Wimke Prinsen, Jo van Pol, Theo van der Loo en Wout
van den Berg zich vooraan presenteerden, was het gauw gebeurd. Met nog een
tiental kilometers te gaan sprongen tien man (zie de uitslag) weg en daaruit
pakte Jos van Beers in de laatste zesduizend meter nog eventjes achttien
seconden. Beroepsrenners: 1. Jos van Beers ROSMALEN -
23 april.1973 Amateurs: Nieuwelingen: Adspiranten: ROSSUM
- 30 juni.1973 Amateurs: Nieuwelingen: 1. T. Verstappen, 2. J. Nijmeiier, 3. Th. v. d.
Weide, 4. K. v. d. Wereld, 5. J. v. Vlijmen, 6. H. v. Dijk, 7. Th. Gevers, 8.
D. v. Willegenburg. ROTTERDAM-COOLSINGEL
- 5 September.1973 Amateurs: 1. B. Pronk, ROTTERDAM
- 8 juni.1973 Amateurs: ROTTERDAM.BLIJDORP
- 1 juni.1973 Amateurs: 1. R. Kroep, 2. T. Zuiker, ROTTERDAM.COOLSINGEL
- 14 juli.1973 Amateurs
( Amateurs
(dernies ROTTERDAM.CROOSWIJK
- 13 mei.1973 Amateurs: Adspiranten: 1. H. Brinkman, 2. J. van de Oosten, 3. K. Overheul, ROTTERDAM.DELFSHAVEN
- 15 juni.1973 Amateurs: ROTTERDAM.FEIJENOORD
- 30 april.1973 Amateurs: 1. J. Breur, Nieuwelingen: 1. T. Griep, 2. R. Zuydweg, Adspiranten: 1. H. Brinkman, ROTTERDAM.KATENDRECHT
– 21 april.1973 Amateurs: 1. Wim van Steenis, 2. Gaby Minneboo, 3. Leo Boose, 4. Evert
Diepeveen, 5. Rudie Liebrechts, 6. H. Lammers, 7. Gerrie Mak, 8. Frans van den Ende, 6. Jan Brinkman, ROTTERDAM.KRALINGSEVEER
- 11 augustus.1973 Amateurs: 1. W. v. Steenis, 2. H. Stander, 3. J. v. Tol, 4. H.
v. d. Oever, Adspiranten: Liefhebbers
A: ROTTERDAM.NOORDEREILAND
- 2 September Amateurs: Nieuwelingen: 1. R. Zuydweg, 2. P. v. d. Ley, 3. J. Langstraat, 4.
T. Griep, 5. J. Kammendorp, 6. S. Wierema, Dames: 1. N. Streef, ROTTERDAM.OUDE
WESTEN – 29 september.1973 Amateurs: 1. Cor Schuuring, 2. Jan Breur, 3. Frans van de
Enden ROTTERDAM.SPANGEN
- 17 augustus Amateurs: RUCPHEN
- 9 september.1973 Amateurs: 1. R. Kroep, Nieuwelingen: 1. R. Verboom, 2. R. Jagers, 3. J. Jonkers, Adspiranten: RUINERWOLD
- 30 juni.1973 Amateurs: 1. B. Groen, RUURLO
- 29 juli.1973 Amateurs: 1. H. Rossen, Nieuwelingen: Liefhebbers: 1. J. Pluimers, 2. W. Felix, |